34 350 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2015 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

 
     

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

2

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

1.

Leeswijzer

3

2.

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

 

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2015 (Najaarsnota)

4

 

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2015 (Najaarsnota)

6

3.

De beleidsartikelen

8

 

Beleidsartikel 11 Goed functionerende economie en markten

8

 

Beleidsartikel 12 Een sterk innovatievermogen

9

 

Beleidsartikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat

11

 

Beleidsartikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

14

 

Beleidsartikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

17

 

Beleidsartikel 17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

20

 

Beleidsartikel 18 Natuur en regio

21

 

Beleidsartikel 19 Toekomstfonds

24

4.

De niet-beleidsartikelen

25

 

Beleidsartikel 40 Apparaat

25

 

Beleidsartikel 41 Nominaal en onvoorzien

27

5.

De agentschappen

27

 

Dienst Landelijk Gebied (DLG)

27

 

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

27

6.

Het Diergezondheidsfonds (DGF)

31

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

  • 3. de begrotingsstaat inzake het Diergezondheidsfonds.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2015. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1) De leeswijzer.

  • 2) Overzicht van de belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties.

  • 3) De beleidsartikelen.

    Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De begrotingsmutaties zijn gesplitst in een kolom met «mutaties Miljoenennota» en een kolom met «overige mutaties 2e suppletoire begroting». De mutaties Miljoenennota zijn reeds toegelicht in de verdiepingsbijlage van de EZ-begroting 2016 (TK, 34 300 XIII, nr. 2).

  • 4) De niet-beleidsartikelen.

    In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de begrotingsmutaties opgenomen. Hiervoor is dezelfde werkwijze van toepassing als bij de beleidsartikelen (twee kolommen).

  • 5) De agentschapsparagrafen.

    In deze tweede suppletoire begroting zijn toelichtingen opgenomen bij de aanpassingen in de agentschapsparagrafen DLG en NVWA.

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze tweede suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting)

in € mln

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € mln)

Technische mutaties

(ondergrens in € mln)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties

  • Het onderstaande overzicht 1 geeft op hoofdlijn de standen weer van de begrotingsramingen 2015 van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de vastgestelde begroting 2015 tot en met de Najaarsnota 2015.

  • Overzicht 2 geeft de mutaties voor de begroting 2015 weer die op totaalniveau verwerkt zijn bij Voorjaarsnota 2015, Miljoenennota 2016 en Najaarsnota 2015.

  • In overzicht 3 zijn de nieuwe mutaties, zoals verwerkt in de Najaarsnota 2015, weergegeven per begrotingsartikel.

  • Aansluitend zijn de belangrijkste nieuwe mutaties toegelicht. De artikelsgewijze toelichting treft u aan in de hoofdstukken 3 en 4.

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2015 (Najaarsnota)

Bedragen x € 1.000
 

Art. nr.

Uitgaven 2015

Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2015

 

4.932.315

Stand na 1e suppletoire begroting 2015

 

5.182.994

     

Stand na Miljoenennota 2016

 

5.071.065

     

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties (Najaarsnota):

   

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

12

– 24.362

Luchtvaartkredietfaciliteit

12

– 20.511

Interne begrotingsreserve Groeifaciliteit

13

12.000

Bevorderen ondernemerschap

13

– 15.648

Topsectoren Energie/Energie-innovatie

14

33.323

Energieakkoord

14

– 22.450

ETS-compensatie

14

– 29.000

Carbon Capture and Storage (CCS)

14

– 16.205

Lening aan Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN)

14

– 10.339

Uitvoering programma Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)

16

– 5.017

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

16

10.452

Bekostiging Groen Onderwijs

17

6.525

Bijdrage aan DICTU

40

8.133

Bijdrage aan NVWA

div.

11.291

Bijdrage aan RVO

div.

19.297

Overige mutaties

div.

– 318

     

Stand na 2e suppletoire begroting 2015

 

5.028.236

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

Dit betreft met name een overheveling aan het Provinciefonds voor de regionale uitvoering van de regeling MKB-innovatiestimulering topsectoren in het kader van de Samenwerkingsagenda Rijk-regio (€ 15 mln). Daarnaast is budget overgeheveld voor Center for Translational Molecular Medicine (€ 7,4 mln) en Joint Technology Initiatives (€ 2,0 mln) voor de uitfinanciering van verplichtingen.

Luchtvaartkredietfaciliteit

Rekkof Aircraft N.V. maakt in 2015 geen gebruik van de luchtvaartkredietfaciliteit.

Interne begrotingsreserve Groeifaciliteit

Het achtergestelde leningenfonds van de Nederlandse Investerings Instelling (NLII) gaat gebruik maken van de Groeifaciliteit. Daarom wordt € 12 mln toegevoegd aan de interne begrotingsreserve van de Groeifaciliteit.

Bevorderen ondernemerschap

Naast de € 12 mln die is overgeboekt naar de Groeifaciliteit (zie voorgaande mutatie) bestaat de mutatie uit diverse bedragen die worden ingezet voor uitfinanciering van verplichtingen op andere instrumenten.

Topsectoren Energie/Energie-innovatie

De uitgavenraming is verhoogd als gevolg van een aantal vertraagde energie innovatie projecten uit het verleden in het kader van de Innovatie Agenda Energie (IA) die naar verwachting dit jaar tot uitbetaling gaan komen.

Energieakkoord

Lagere uitgaven op het onderdeel Energieakkoord zijn met name het gevolg van subsidietoezeggingen voor de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) die pas laat in het jaar hebben plaats gevonden en niet meer leiden tot kasuitgaven in 2015.

ETS-compensatie

Door lagere prijzen voor de ETS-rechten is het beroep op de regeling ETS-Compensatie Energie-intensieve bedrijven lager dan het bedrag dat voor de regeling beschikbaar was.

Carbon Capture and Storage (CCS)

Door vertraagde CCS-uitgaven in 2015 wordt het voor 2015 geraamde budget niet volledig benut.

Lening aan Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN)

ECN/NRG vraagt de overeengekomen lening minder snel op dan eerder geraamd. Hierdoor is de uitgavenraming 2015 naar beneden bijgesteld. In latere jaren worden deze middelen alsnog opgevraagd.

Uitvoering programma Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)

Er is vertraging opgetreden in de uitvoering van het programma Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) waardoor in 2015 nog geen regelingen kunnen worden opengesteld. Deze middelen worden in de interne begrotingsreserve Visserij gestort zodat ze beschikbaar blijven voor latere jaren.

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

Bij de Garantstelling Landbouw (GL) zijn meer verliesdeclaraties ingediend dan oorspronkelijk begroot. Het betreft hier een nawee van de economische crisis.

Bekostiging Groen Onderwijs

De verhoging houdt met name verband met de loonbijstelling 2015.

Bijdrage aan DICTU

De bijdrage aan DICTU is bestemd voor investerings- en exploitatiekosten (€ 4,9 mln), automatiseringskosten van het Agentschap Telecom (€ 0,9 mln), vernieuwen werkplekken bij de NVWA (€ 1,8 mln), loonbijstelling 2015 (€ 0,2 mln), kosten van beheer Tenderned (€ 0,2 mln).

Bijdrage aan NVWA

De NVWA voorziet in 2015 een negatief exploitatieresultaat. Daardoor dreigt het eigen vermogen van de NVWA negatief te worden. Daartoe wordt in 2015 totaal € 19,4 mln toegevoegd aan het eigen vermogen van de NVWA. Een nadere specificatie en toelichting is opgenomen in het beleidsartikel 16 (pagina 29) en de agentschapsparagraaf van de NVWA (pagina 42 tot en met 45).

Bijdrage aan RVO

De hogere bijdrage aan de RVO houdt voornamelijk verband met ontvangsten uit de afrekening van de bevoorschotting van RVO 2014, omdat er door de reorganisatie van RVO (samengaan Agentschap NL en Dienst Regelingen) vertraging is ontstaan in de uitvoering van opdrachten die doorlopen in 2015.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2015 (Najaarsnota)

Bedragen x € 1.000
 

Art. nr.

Ontvangsten 2015

Stand oorspronkelijke vastgestelde begroting 2015

 

10.170.057

Stand na 1e suppletoire begroting 2015

 

8.981.429

     

Stand na Miljoenennota 2016

 

7.790.960

     

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties (Najaarsnota):

   

High Trust boete ontvangsten

11

– 10.508

SDE+

14

– 41.000

Aardgasbaten

14

– 100.000

Diverse ontvangsten artikel 14

14

11.923

COVA

14

– 5.000

Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

16

10.452

Kennisontwikkeling en innovatie

16

2.342

Diverse ontvangsten artikel 18

18

4.601

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

19

– 32.000

Diverse ontvangsten artikel 40

40

5.960

Ontvangsten RVO

div.

11.725

Overige mutaties

div.

2.031

     

Stand na 2e suppletoire begroting

 

7.651.486

High Trust boete ontvangsten

Op basis van de actuele prognoses van Autoriteit Consument en Markt (ACM) wordt in 2015 € 10,5 mln minder aan boeteontvangsten verwacht.

SDE+

Verwacht wordt dat de opbrengsten uit de Opslag Duurzame Energie (ODE) lager uitvallen dan eerder geraamd mede onder invloed van de gemiddeld hogere temperatuur.

Aardgasbaten

De neerwaartse bijstelling van de aardgasbaten (€ 100 mln) wordt veroorzaakt doordat de actuele prijzen lager zijn dan eerder bij MEV geraamd.

Diverse ontvangsten artikel 14

Uit hoofde van diverse afrekeningen worden er in 2015 extra ontvangsten voorzien.

COVA

De lagere ontvangsten bij het Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA) zijn het gevolg van een lager volume aardolieproducten waarover de voorraadheffing is geheven.

Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

De raming van de te onttrekken middelen uit de garantstelling borgstellingsfaciliteit wordt verhoogd met € 10,5 mln in verband met de te betalen verliesdeclaraties.

Kennisontwikkeling en innovatie

De hogere ontvangsten op dit onderdeel houden voor € 1,9 mln verband met ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor landbouwonderwijsprojecten in Afghanistan en voor € 0,4 mln met EU-ontvangsten voor Wettelijke Onderzoekstaken Visserij.

Diverse ontvangsten artikel 18

Hiervan heeft € 2,9 mln betrekking op ontvangsten naar aanleiding van de opheffing van DLG. Daarnaast € 1,6 mln ontvangsten, omdat de definitieve subsidies voor het Besluit Topprojecten Herstructurering Bedrijventerreinen lager zijn vastgesteld dan de daarvoor bevoorschotte bedragen.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Het besluitvormingsproces rondom de verkoop van aandelen LIOF kan door de provincie Limburg niet meer in 2015 worden afgerond. De hiervoor geraamde ontvangst van € 32 mln wordt daardoor niet meer in 2015 gerealiseerd.

Diverse ontvangsten artikel 40

De hogere ontvangsten hangen met name samen met de teruggevloeide middelen vanuit het eigen vermogen van voormalig DLG die ingezet worden voor de uitgaven voor van werk naar werk kandidaten van DLG (€ 5,3 mln). Daarnaast ontvangsten voor extern gefinancierde projecten die uitgevoerd worden door het Centraal Planbureau (CPB).

Ontvangsten RVO

Er wordt € 11,7 mln ontvangen uit de afrekening van de bevoorschotting van RVO 2014 (verdeeld over de beleidsartikelen 14, 16 en 18), omdat er door de reorganisatie van RVO (samengaan Agentschap NL en Dienst Regelingen) vertraging is ontstaan in de uitvoering van opdrachten die doorlopen in 2015.

3. De beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 11 Goed functionerende economie en markten

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

192.396

198.132

1.035

2.205

201.372

UITGAVEN

192.483

197.829

1.035

3.027

201.891

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

98%

   

99%

           

Subsidies

1.400

1.400

–500

 

900

Digitalisering regionale radio

1.400

1.400

– 500

 

900

   

     

Opdrachten

14.186

15.450

– 6.647

2.140

10.943

Onderzoek en Opdrachten

1.866

2.323

– 5

1.346

3.664

PIANOo/TenderNed

6.857

8.100

– 7.157

1.357

2.300

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

5.463

5.027

515

– 563

4.979

           

Bijdragen aan agentschappen

9.825

11.556

7.561

71

19.188

Agentschap Telecom

9.825

11.486

40

234

11.760

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

 

70

688

70

828

DICTU

   

6.833

– 233

6.600

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

162.309

164.899

609

1.650

167.158

Metrologie

13.935

14.235

11

– 246

14.000

Raad voor Accreditatie

105

105

 

155

260

ACM

402

402

 

278

680

CBS

147.867

150.157

598

1.463

152.218

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

4.763

4.524

12

– 834

3.702

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.039

1.039

1

90

1.130

Internationale organisaties

3.664

3.425

 

– 925

2.500

Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden

60

60

11

1

72

           

ONTVANGSTEN

52.265

37.165

 

– 10.097

27.068

High Trust

31.300

31.300

 

– 10.508

20.792

Diverse ontvangsten

20.965

5.865

 

411

6.276

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen hangt grotendeels samen met de uitgavenmutaties.

Toelichting op de uitgaven

Opdrachten

Verschillende departementen en organisaties dragen financieel bij aan het Cyber Security project, die inkomsten leiden tot hogere uitgaven voor dit project.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

De hogere uitgaven worden met name veroorzaakt door loonbijstellingen voortkomend uit het CAO-akkoord 2015.

Toelichting op de ontvangsten

High Trust boete-ontvangsten ACM: op basis van de actuele prognoses van Autoriteit Consument en Markt (ACM) wordt over geheel 2015 circa € 21 mln aan boeteontvangsten verwacht. In de EZ-begroting is structureel € 31 mln aan boeteontvangsten geraamd. Daarom wordt de raming bij Najaarsnota 2015 met € 10 mln verlaagd.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 12 Een sterk innovatievermogen

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

488.699

589.916

3.031

43.254

636.201

UITGAVEN

569.897

572.888

– 345

– 39.213

533.330

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

89%

   

96%

           

Subsidies

82.422

93.757

113

– 44.908

48.962

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

47.957

45.557

105

– 24.362

21.300

Eurostars

11.174

10.524

31

– 2.363

8.192

Lucht- en Ruimtevaart

13.347

26.232

– 8

– 20.511

5.713

Overig

9.944

11.444

– 15

2.328

13.757

           

Opdrachten

1.464

1.269

– 29

– 391

849

Onderzoek en opdrachten

1.464

1.269

– 29

– 391

849

           

Bijdragen aan agentschappen

61.643

61.519

304

– 3.557

58.266

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

61.004

60.881

304

– 3.773

57.412

Dienst Landelijk Gebied

500

       

Agentschap Telecom

139

638

 

216

854

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

113.349

121.596

151

 

121.747

TNO

113.349

121.596

151

 

121.747

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

311.019

294.747

– 884

9.643

303.506

Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag)

60.945

51.175

171

1.691

53.037

Internationaal Innoveren

14.000

14.000

39

3.992

18.031

Topsectoren overig

132.146

120.079

– 580

3.851

123.350

Marin, Deltares, NLR

40.833

44.398

9

362

44.769

Ruimtevaart (ESA)

61.925

63.925

136

– 253

63.808

Overig

1.170

1.170

– 659

 

511

           

ONTVANGSTEN

42.013

44.013

 

0

44.013

Luchtvaartkredietregeling

3.800

3.800

 

– 206

3.594

Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP)

3.000

3.000

 

– 2.435

565

Rijksoctrooiwet

31.212

31.212

 

2.702

33.914

Eurostars

2.413

2.413

 

– 1.913

500

Diverse ontvangsten

1.588

3.588

 

1.852

5.440

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget met € 43,3 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • TKI-toeslag (€ 29,4 mln). Het verwachte beroep op de TKI-toeslag is in 2015 hoger dan de raming in de begroting van € 81,7 mln. Er wordt daarom circa € 30 mln verplichtingenbudget toegevoegd om deze hogere benutting van naar verwachting in totaal € 110 mln te kunnen accommoderen. De TKI-toeslag-regeling heeft geen budgetplafond. Daarom dienen ingediende aanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de regeling te worden gehonoreerd, ook als hierdoor het beschikbare verplichtingenbudget wordt overschreden. De uitfinanciering van deze verplichtingen vindt plaats gedurende 6 à 7 jaar en wordt ingepast in het beschikbare kasbudget, dat de komende jaren stijgt.

  • Bijdrage TNO (€ 17 mln). Als gevolg van een arrest van het Hof van Justitie van de EU heeft de Belastingdienst bepaald dat TNO een beperking heeft van het recht op aftrek van BTW op inkoopkosten. TNO is hiervoor vanaf 2016 budgettair gecompenseerd. De toezegging aan TNO voor 2016 wordt in 2015 gedaan en voor deze BTW-compensatie dient het verplichtingbudget verhoogd te worden.

  • Topsectoren overig (€ 12 mln). Voor Center for Translational Molecular Medicine (CTMM is een voormalig FES project) is voor de laatste betaling € 12 mln verplichtingbudget nodig.

  • MIT (– € 15 mln). Dit betreft een overheveling aan het Provinciefonds voor de regionale uitvoering van de regeling MKB-innovatiestimulering topsectoren in het kader van de Samenwerkingsagenda Rijk-regio.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

De verlaging van het kasbudget wordt met name veroorzaakt door:

  • MKB Innovatiestimulering Topsectoren (-€ 24,4 mln). Naast de onder verplichtingen reeds toegelichte overheveling aan het Provinciefonds van € 15 mln is er budget overgeheveld naar CTMM (€ 7,4 mln) en Joint Technology Initiatives (€ 2,0) voor de uitfinanciering van verplichtingen. Deze laatste twee mutaties zijn mogelijk als gevolg van de spreiding van het Amendement Van Veen/Vos (TK, 34 000 XIII, nr. 17) over meerdere jaren (zoals de Kamer per brief is gemeld, TK, 34 000 XIII, nr. 149), waardoor er in 2015 kasbudget vrijvalt bij de MIT.

  • Lucht- en Ruimtevaart (-€ 20,5 mln). Binnen de Luchtvaartkredietfaciliteit zal € 20,5 mln aan krediet niet meer verstrekt worden. Rekkof Aircraft N.V. heeft niet kunnen voldoen aan de voorwaarde van de financiering van haar eigen aandeel in de ontwikkelingskosten. Bij 1e suppletoire begrotingswet 2016 zal dit bedrag in mindering worden gebracht op de hiermee samenhangende ontvangstreeks.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

1.798.832

2.467.880

2.564

1.805

2.472.249

Waarvan garantieverplichtingen

1.591.250

2.265.250

– 749

 

2.264.501

UITGAVEN

306.921

301.554

1.041

7.387

309.982

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

99%

   

94%

           

Garanties

95.886

95.886

– 749

12.000

107.137

BMKB

71.000

71.000

   

71.000

Groeifaciliteit

9.365

9.365

– 749

 

8.616

Interne begrotingsreserve Groeifaciliteit

     

12.000

12.000

Garantie Ondernemings-financiering (GO)

11.842

11.842

   

11.842

Borgstelling Scheepsnieuwbouw

3.679

3.679

   

3.679

 

     

Subsidies

41.473

40.845

– 1.658

– 15.468

23.719

Bevorderen Ondernemerschap

27.222

26.484

– 1.652

– 15.648

9.184

Interdepartementaal Programma Biobased Economy

1.500

1.610

– 21

– 89

1.500

Uitfinanciering subsidies

12.751

12.751

15

269

13.035

           

Opdrachten

24.110

14.333

950

5.328

20.611

Onderzoek & ontwikkeling

1.402

1.522

4

302

1.828

ICT-beleid

17.819

10.552

985

5.903

17.440

Beleidsvoorbereiding en evaluaties

2.559

59

– 45

 

14

Regiegroep Regeldruk / ACTAL

2.330

2.200

6

– 877

1.329

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

17.855

14.121

27

1.020

15.168

NBTC

8.471

8.471

19

320

8.810

UNWTO

240

240

   

240

Bijdragen aan instituten

9.144

5.410

8

700

6.118

 

     

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

107.271

107.441

300

178

107.919

Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

107.271

107.441

300

178

107.919

 

     

Bijdragen aan agentschappen

20.326

28.928

2.171

4.329

35.428

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

18.117

26.719

2.170

4.329

33.218

Logius

2.209

2.209

1

 

2.210

 

     

ONTVANGSTEN

78.041

78.831

 

1.039

79.870

BMKB

25.000

25.000

   

25.000

BMKB begrotingsreserve

25.406

25.406

   

25.406

Groeifaciliteit

8.000

8.000

   

8.000

Garantie Ondernemingsfinanciering

13.000

13.000

   

13.000

Borgstelling Scheepsnieuwbouw

4.000

4.000

   

4.000

Joint Strike Fighter

1.204

1.204

   

1.204

Diverse ontvangsten

1.431

2.221

 

1.039

3.260

Toelichting op de uitgaven

Garanties

Interne begrotingsreserve Groeifaciliteit (€ 12 mln). In het kader van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is € 12 mln aan de EZ-begroting toegevoegd voor een kasreserve voor de garanties voor achtergestelde leningenfondsen. Het achtergestelde leningenfonds van de Nederlandse Investerings Instelling (NLII) gaat gebruik maken van de Groeifaciliteit. Daarom wordt deze € 12 mln toegevoegd aan de begrotingsreserve van de Groeifaciliteit. Dit budget stond tijdelijk op het instrument Bevorderen Ondernemerschap.

Subsidies

Bevorderen Ondernemerschap (-€ 15,6 mln). Buiten de € 12 mln die is overgeboekt naar de Groeifaciliteit (zie voorgaande punt) bestaat de mutatie uit diverse bedragen die worden ingezet voor uitfinanciering van verplichtingen op andere instrumenten.

Opdrachten

ICT-beleid (€ 5,9 mln). Voor de uitfinanciering van de aangegane verplichtingen in het kader van PRIMA-projecten (ICT) is aanvullend € 5,9 mln nodig. De dekking bestaat voornamelijk uit middelen voor Pieken in de Delta (€ 3,1 mln) en niet eerder geraamde ontvangsten op het gebied van regionaal economisch beleid (€ 1,6 mln), beiden op artikel 18. De ruimte in het budget voor Pieken in de Delta in 2015 is ontstaan doordat er in 2014 een versnelde bevoorschotting heeft plaatsgevonden.

Toelichting op de interne begrotingsreserves

Interne begrotingsreserve BMKB

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

66.555

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

– 25.406

Stand (raming) per 31/12/2015

41.149

De geraamde onttrekking dient ter dekking van de schadebetalingen BMKB zoals toegelicht in de EZ-begroting 2015.

Interne begrotingsreserve Groeifaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

5.000

+ Geraamde storting

+12.000

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2015

17.000

In het kader van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is € 12 mln aan de EZ-begroting toegevoegd voor een kasreserve voor de garanties voor achtergestelde leningenfondsen. Het achtergestelde leningenfonds van het NLII gaat gebruik maken van de Groeifaciliteit. Daarom wordt deze € 12 mln toegevoegd aan de begrotingsreserve van de Groeifaciliteit.

Interne begrotingsreserve Garantie Ondernemersfinanciering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

55.009

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2015

55.009

Interne begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

10.044

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2015

10.044

Interne begrotingsreserve Garantie MKB-financiering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

9.000

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2015

9.000

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

3.960.853

3.970.173

1.451.118

449.788

5.871.079

Waarvan garantieverplichtingen

62.400

62.400

– 31.076

– 31.324

 

UITGAVEN

1.619.026

1.654.708

– 27.709

– 41.792

1.585.207

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

96%

   

99%

           

Subsidies

1.410.701

1.419.261

– 28.677

– 33.043

1.357.541

Topsectoren Energie

67.993

67.793

69

18.733

86.595

Energie-innovatie (IA)

7.872

7.872

10

14.590

22.472

Green Deal

750

1.844

2.452

– 3.545

751

Energieakkoord

35.464

35.464

 

– 22.450

13.014

MEP

380.000

378.387

– 13.400

 

364.987

SDE

524.488

524.408

– 10.000

 

514.408

SDE+

280.261

278.525

9.776

– 308

287.993

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

77.000

81.045

– 20.045

– 29.000

32.000

CCS

19.557

19.557

– 852

– 16.205

2.500

Hoge Flux Reactor

7.250

7.250

   

7.250

Elektrisch rijden

1.120

1.120

3

490

1.613

Caribisch Nederland

7.000

14.050

3.307

– 5.185

12.172

Overige subsidies

1.946

1.946

3

9.837

11.786

   

     

Garanties

1.000

1.000

   

1.000

Geothermie

1.000

1.000

   

1.000

           

Opdrachten

24.528

24.732

– 153

3.704

28.283

O&O bodembeheer

766

6.493

– 221

2.632

8.904

Joint implementation

1.300

1.837

 

– 1.811

26

Straling

6.060

0

23

17

40

Pallas

13.500

13.500

38

– 2.000

11.538

Onderzoek en opdrachten

2.902

2.902

7

4.866

7.775

   

     

Bijdragen aan agentschappen

44.963

40.117

1.080

3.142

44.339

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

39.557

38.438

1.074

3.104

42.616

Dienst Landelijk Gebied

500

       

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

680

679

2

5

686

Kern Fysische Dienst

3.226

0

 

26

26

KNMI

1.000

1.000

4

7

1.011

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

113.113

113.113

3

– 5.000

108.116

Doorsluis COVA heffing

111.000

111.000

 

– 5.000

106.000

TNO AGE

2.113

2.113

3

 

2.116

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

24.721

56.485

38

– 10.595

45.928

ECN/NRG

23.949

55.829

38

– 10.339

45.528

Diverse instituten

772

656

 

– 256

400

           

ONTVANGSTEN

9.535.411

8.255.411

– 950.000

– 130.708

7.174.703

COVA

111.000

111.000

 

– 5.000

106.000

SDE+

320.000

320.000

 

– 41.000

279.000

Aardgasbaten

9.100.000

7.800.000

– 950.000

– 100.000

6.750.000

Ontvangsten zoutwinning

1.761

1.761

 

581

2.342

Diverse ontvangsten

2.650

2.650

 

14.711

17.361

Onttrekking uit interne begrotingsreserve duurzame energie

 

20.000

   

20.000

Toelichting op de verplichtingen

De hogere verplichtingenraming is met name het gevolg van in het kader van de SDE+-regeling afgegeven beschikkingen 2014 die vanwege de sluiting van de laatste fase van de openstelling van de SDE+ in december 2014 pas in 2015 zijn afgegeven.

In 2015 wordt naar verwachting een kleiner beroep gedaan op de Garantieregeling Geothermie dan begroot. Dientengevolge is de daarvoor bestemde verplichtingraming verlaagd.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

  • Topsectoren energie/energie-innovatie: de uitgavenraming is verhoogd als gevolg van een aantal vertraagde energie innovatie projecten uit het verleden in het kader van de Innovatie Agenda Energie (IA) die naar verwachting dit jaar tot uitbetaling gaan komen.

  • Energieakkoord SER: lagere uitgaven op het onderdeel Energieakkoord zijn met name het gevolg van subsidietoezeggingen voor de regeling Demonstratie Energie-innovatie (DEI) die pas laat in het jaar hebben plaats gevonden en niet meer leiden tot kasuitgaven in 2015.

  • ETS: een lagere uitgavenraming Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS), omdat het beroep op de regeling lager lag dan het beschikbare bedrag.

  • Carbon Capture and Storage (CCS): door vertraagde CCS-uitgaven in 2015 wordt het voor 2015 geraamde budget niet volledig benut.

  • Caribisch Nederland: met name als gevolg van een vertraging in het project voor duurzame energievoorziening op Sint Eustatius, is de uitgavenraming met € 5 mln verlaagd. Van het resterende uitgavenbudget van € 12 mln is € 5 mln bestemd voor het Openbaar Lichaam Saba voor de realisatie van een zonnepark op Saba om het aandeel duurzame energie op Saba te verhogen.

Opdrachten

O&O bodembeheer: Van de verhoging van de uitgaven is € 1 mln bestemd voor de stichting calamiteitenfonds Mijn(water)schade Limburg. Dit is de Rijksbijdrage voor de tijdelijke financiële voorziening voor schrijnende gevallen als gevolg van na-ijlende gevolgen van de voormalige steenkolenwinning in Zuid-Limburg (TK, 32 849, nr. 35).

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Lening aan Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN): ECN doet in een langzamer tempo beroep op de verstrekte lening aan ECN/NRG dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is de uitgavenraming 2015 naar beneden bijgesteld. In latere jaren worden deze middelen alsnog opgevraagd.

Toelichting op de interne begrotingsreserves

Interne begrotingsreserve Geothermie

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

20.036

+ Geraamde storting

0

– Geraamde onttrekking

0

Stand (raming) per 31/12/2015

20.036

Interne begrotingsreserve Duurzame energie

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

594.363

+ Geraamde storting

+528.403

– Geraamde onttrekking

– 20.000

Stand (raming) per 31/12/2015

1.102.766

De middelen die naar verwachting in 2015 niet besteed zullen worden, zijn als voorgenomen storting verwerkt in de Interne Begrotingsreserve Duurzame Energie. De verwachte onderbesteding is met name een gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend en reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten moeten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling.

De voorziene onttrekking wordt tijdelijk aangewend als dekking voor extra uitgaven met name voor de Overheidsdienst Groningen en de daarmee samenhangende intensivering voor het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), de energiedirecties van EZ en voor het opvangen van tegenvallers in het generale beeld van de Rijksbegroting, zoals toegelicht in de Voorjaarsnota 2015 en de 1e suppletoire begroting 2015 van EZ.

Interne begrotingsreserve risicopremie lening ECN/NRG

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

6.600

+ Geraamde storting

0

– Geraamde onttrekking

0

Stand (raming) per 31/12/2015

6.600

Toelichting op de ontvangsten

SDE +

Verwacht wordt dat de opbrengsten uit de Opslag Duurzame Energie (ODE) lager uitvallen dan eerder geraamd mede onder invloed van de gemiddeld hogere temperatuur.

Aardgasbaten

De neerwaartse bijstelling van de aardgasbaten (€ 100 mln) wordt veroorzaakt doordat de actuele prijzen lager zijn dan eerder bij MEV geraamd.

Diverse ontvangsten

Uit hoofde van met name afrekeningen worden er in 2015 extra ontvangsten voorzien (€ 8,4 mln).

Daarnaast in het kader van afrekening ontvangsten RVO (€ 5,6 mln), waarvan € 2,8 mln uit hoofde van het werkpakket 2014. Door de fusie tussen Dienst Regelingen en Agentschap NL is vertraging ontstaan bij de uitvoering van een aantal opdrachten. Door deze vertraging is bij de afrekening 2014 in 2015 een bedrag terugontvangen. Deze ontvangsten zijn noodzakelijk om de verdere uitvoering van de opdrachten te kunnen garanderen en worden ingezet voor de opdracht 2015 voor de werkzaamheden die in 2014 zijn gepland.

Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

658.062

704.139

4.341

28.017

736.497

Waarvan garantieverplichtingen

131.869

     

131.869

UITGAVEN

585.628

621.737

4.341

28.067

654.145

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

88%

   

91%

           

Subsidies

53.904

78.733

– 1.920

602

77.415

Duurzame veehouderij

7.483

8.043

15

2.602

10.660

Investeringsregeling duurzame stallen

3.211

3.211

 

2.900

6.111

Kleine en grote netwerken POP-Nieuwe Uitdagingen

1.176

1.176

3

 

1.179

Regeling fijnstofmaatregelen

1.820

1.820

5

 

1.825

Overig

1.276

1.836

7

– 298

1.545

Plantaardige productie

15.526

11.913

4

– 1.000

10.917

Duurzaamheids-investeringen Nieuwe Uitdagingen

4.975

4.475

 

– 1.000

3.475

Demoregeling Schoon en Zuinig

1.032

1.032

3

 

1.035

Investeringsregeling energiebesparing (IRE)

375

375

   

375

Marktintroductie energie innovaties (MEI)

8.749

5.636

   

5.636

Overig

395

395

1

 

396

Diergezondheid en dierenwelzijn

2.008

2.008

– 2.008

   

Regeling in beslag genomen goederen

2.008

2.008

– 2.008

   

Visserij

7.483

7.833

21

 

7.854

Regelingen onder het nieuwe EFMZV

5.003

5.003

14

– 5.017

0

Overige (uitfinanciering regelingen onder EVF)

2.480

2.830

7

 

2.837

Interne begrotingsreserve visserij

     

5.017

5.017

Agrarisch ondernemerschap

11.138

8.488

19

– 1.000

7.507

Flankerend beleid pelsdierhouders

2.000

       

Brede weersverzekering

6.650

6.000

19

– 2.000

4.019

Investeringsregeling Jonge Agrariërs

2.488

2.488

 

1.000

3.488

Agrarische innovatie

2.997

4.232

9

 

4.241

Samenwerking POP Nieuwe uitdagingen

1.400

1.400

4

 

1.404

Overig

1.597

2.832

5

 

2.837

Apurement

7.269

36.216

20

 

36.236

Regeling apurement

7.269

7.269

20

 

7.289

Bijdrage begrotingsreserve apurement

 

28.947

   

28.947

           

Garanties

22.500

24.500

69

10.452

35.021

Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

3.000

5.000

14

5.014

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

17.000

17.000

48

10.452

27.500

Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI)

2.500

2.500

7

2.507

           

Opdrachten

134.903

138.614

2.137

– 2.130

138.621

Duurzame veehouderij

5.610

4.750

16

500

5.266

Mestbeleid

10.640

8.900

30

– 1.400

7.530

Plantaardige productie

1.739

1.779

5

– 472

1.312

Plantgezondheid

2.362

2.588

– 369

2.219

Diergezondheid en dierenwelzijn

10.104

10.780

1.908

– 1.668

11.020

Voedselveiligheid- en kwaliteit

4.917

5.284

14

– 1.111

4.187

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

3.745

2.498

– 102

2.396

Visserij

1.180

1.114

3

– 329

788

Agrarisch ondernemerschap

2.364

2.264

770

3.034

Agrarische innovatie en overig

500

669

669

Kennisontwikkeling en innovatie

91.742

97.988

– 138

2.350

100.200

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

86.883

83.920

– 685

235

83.470

Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken

7.333

5.597

– 1.097

– 44

4.456

Dienst Landbouwkundig Onderzoek

75.816

75.816

304

– 471

75.649

Zon-MW (dierproeven)

1.880

0

0

0

College Toelating Gewasbeschermingssmiddelen en Biociden

1.037

1.690

3

750

2.443

Centrale Commissie Dierproeven

817

817

105

922

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

3.972

4.772

6

3.651

8.429

Diergezondheidsfonds

3.972

4.772

6

3.651

8.429

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

8.672

11.022

10

 

11.032

FAO en overige contributies

8.672

11.022

10

 

11.032

         

Bijdragen aan agentschappen

274.794

280.176

4.724

15.257

300.157

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

129.706

129.176

1.627

11.221

142.024

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

136.932

141.765

2.633

5.895

150.293

Dienst Landelijk Gebied

1.121

1.500

433

– 1.933

0

Rijksrederij

7.035

7.735

31

74

7.840

           

ONTVANGSTEN

313.058

343.145

– 242.999

18.483

118.629

Agrarisch ondernemerschap

 

245

373

 

618

Mestbeleid

7.209

6.509

 

– 1.800

4.709

Diergezondheid en dierenwelzijn

500

700

 

1.300

2.000

Voedselveiligheid en kwaliteit

430

500

   

500

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

259.170

287.545

– 243.372

500

44.673

Visserij

4.993

5.693

   

5.693

Agrarische innovatie en overig

 

500

   

500

Kennisontwikkeling en innovatie

12.363

12.510

 

2.342

14.852

Garanties (provisies)

1.800

2.000

   

2.000

Agentschappen

     

5.689

5.689

Begrotingsreserves

26.593

26.943

 

10.452

37.395

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen hangt grotendeels samen met de uitgavenmutaties.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Er is vertraging opgetreden in de uitvoering van het programma Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) waardoor in 2015 nog geen regelingen kunnen worden opengesteld. Daarom zullen in dit jaar ook geen uitgaven meer plaatsvinden. De cofinancieringsmiddelen worden in de interne begrotingsreserve Visserij gestort zodat ze beschikbaar blijven voor latere jaren.

Garanties

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit: bij de Garantstelling Landbouw (GL) zijn meer verliesdeclaraties ingediend dan oorspronkelijk begroot. Het betreft hier een nawee van de economische crisis. Om deze extra uitgaven mogelijk te maken worden middelen onttrokken uit de interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit.

Bijdrage aan agentschappen

  • De NVWA voorziet in 2015 een negatief exploitatieresultaat. Daardoor dreigt het eigen vermogen van de NVWA negatief te worden. EZ streeft naar een gezond eigen vermogen voor de NVWA, dat voldoende buffer vormt om toekomstige (onvoorziene) tegenvallers te kunnen opvangen. Daartoe wordt in 2015 € 19,4 mln toegevoegd aan het eigen vermogen van de NVWA. Dit wordt ten dele gefinancierd uit de € 9,2 mln aan middelen die door de niet gerealiseerde omzet vrijvallen. De resterende € 10,2 mln wordt EZ-breed gedekt en aan de bijdrage toegevoegd. Ook wordt de loonbijstelling 2015 aan de bijdrage toegevoegd. Een nadere specificatie en toelichting is opgenomen in de agentschapsparagraaf NVWA (pagina 42 tot en met 45).

  • De hogere bijdrage aan de RVO houdt voornamelijk verband met ontvangsten uit de afrekening van de bevoorschotting van RVO 2014, omdat er door de reorganisatie van RVO (samengaan Agentschap NL en Dienst Regelingen) vertraging is ontstaan in de uitvoering van opdrachten die doorlopen in 2015.

  • Het resterende budget voor de bijdrage aan DLG wordt vanwege het opheffen van DLG deels overgeheveld naar de bijdrage RVO, omdat RVO een deel van de werkzaamheden van DLG heeft overgenomen. Deels vindt een correctie plaats naar artikel 18, zodat het natuurgerelateerde deel van het opdrachtenpakket op orde wordt gebracht.

Toelichting op de interne begrotingsreserves

Interne begrotingsreserve Visserij

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

13.425

+ Geraamde storting

+5.017

– Geraamde onttrekking

– 3.233

Stand (raming) per 31/12/2015

15.209

De geraamde storting betreft de cofinancieringsmiddelen voor de uitvoering van het programma EFMZV (zie toelichting onder de subsidies). De geraamde onttrekking betreft in 2015 verwachte betalingen op visserijregelingen die onder het Europees Visserijfonds (EVF) vallen.

Interne begrotingsreserve Landbouw

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

33.248

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

– 8.510

Stand (raming) per 31/12/2015

24.738

De geraamde onttrekking van € 8,5 mln is bij Voorjaarsnota 2014 meerjarig verwerkt ten behoeve van de uitfinanciering van diverse regelingen op het agro-terrein, waaronder de investeringsregeling duurzame stallen en de Vamil-compensatieregeling. Daarnaast worden tekorten op bijvoorbeeld de bijdrage aan het College Toezicht Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) uit de reserve landbouw gedekt.

Interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

41.290

+ Geraamde storting

+5.014

– Geraamde onttrekking

– 25.652

Stand (raming) per 31/12/2015

20.652

Er wordt jaarlijks een storting gedaan van € 5 mln, waarvan € 2 mln voor het flankerend beleid pelsdierhouderij en € 3 mln als reguliere jaarlijkse storting. De geraamde onttrekking van € 25,7 mln is bestemd om de verwachte verliesdeclaraties van banken op basis van de borgstellingsfaciliteit op te vangen.

Interne begrotingsreserve apurement

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

150.304

+ Geraamde storting

+28.947

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2015

179.251

In 2011 heeft EZ € 28,9 mln betaald aan de Europese Commissie in verband met een opgelegde correctie voor de niet EU-conforme uitvoering van de EU-regeling aardappelzetmeel. Nederland is hiertegen in beroep gegaan. Met arrest van 3 juli 2014 heeft het Europese Gerecht het besluit van de Europese Commissie nietig verklaard. De Europese Commissie heeft het bedrag in 2015 overgemaakt naar Nederland. Deze ontvangst komt ten gunste van EZ en is in de interne begrotingsreserve apurement gestort.

Toelichting op de ontvangsten

De meerontvangsten op het onderdeel Kennisontwikkeling en innovatie houden voor € 1,9 mln verband met ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor landbouwonderwijsprojecten in Afghanistan en voor € 0,4 mln met EU-ontvangsten voor Wettelijke Onderzoekstaken Visserij.

Er wordt € 5,7 mln ontvangen uit de afrekening van de bevoorschotting van RVO 2014, omdat er door de reorganisatie van RVO (samengaan Agentschap NL en Dienst Regelingen) vertraging is ontstaan in de uitvoering van opdrachten die doorlopen in 2015.

De raming van de te onttrekken middelen uit de garantstelling borgstellingsfaciliteit wordt verhoogd met € 10,5 mln in verband met de te betalen verliesdeclaraties (zie ook de uitgaven).

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

891.348

895.419

7.759

5.943

909.121

UITGAVEN

839.465

843.786

4.023

5.943

853.752

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

   

98%

           

Leningen

         

Schatkistbankieren

         
           

Bekostiging

763.092

775.559

3.193

6.525

785.277

WO-groen

181.531

172.764

755

1.911

175.430

HBO-groen

87.188

90.652

365

924

91.941

MBO-groen

170.347

179.743

713

1.805

182.261

Wachtgelden

13.673

13.916

61

173

14.150

VMBO-groen

305.717

313.521

1.280

3.239

318.040

Aequor

4.636

4.963

19

– 1.527

3.455

           

Subsidies

74.524

66.378

825

– 592

66.611

Aansturing collectieve ondersteuning

4.039

4.039

18

51

4.108

School als Kenniscentrum

31.383

26.963

140

396

27.499

Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

713

713

3

9

725

Aanvullende onderwijssubsidies

33.705

29.957

660

452

31.069

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

1.500

1.500

1

1.501

Educatie

3.184

3.206

3

– 1.500

1.709

           

Opdrachten

612

612

   

612

Kennisverspreidingsprojecten

612

612

   

612

           

Bijdragen aan agentschappen

1.237

1.237

5

10

1.252

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

1.237

1.237

5

10

1.252

           

ONTVANGSTEN

75

75

   

75

Toelichting op de verplichtingen en de uitgaven

Bekostiging

De verhoging met € 6,5 mln houdt deels verband met de loonbijstelling 2015 van € 8,1 mln. Hiertegenover staat een verlaging met € 1,6 mln, omdat de door EZ bekostigde instelling Aequor met de daarbij behorende taken per 1 augustus 2015 is opgegaan in een landelijke organisatie Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). De bijdrage van EZ aan SBB is overgeheveld naar de begroting van OCW.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 18 Natuur en regio

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

200.392

167.046

12.300

4.746

184.092

UITGAVEN

293.151

259.805

8.254

– 5.259

262.800

Waarvan juridisch verplicht

 

88%

   

96%

           

Subsidies

83.092

83.087

– 1.267

– 6.840

74.980

Zuiderzeelijn (18.1)

6.315

6.315

0

 

6.315

Cofinanciering EFRO, incl. ETS (18.1)

54.545

54.280

152

– 2.910

51.522

Bijdrage aan ROM’s (18.1)

6.325

6.325

– 988

250

5.587

Pieken in de Delta (18.1)

10.817

10.817

– 445

– 4.975

5.397

Programma Natuurlijk Ondernemen en Green Deals (18.2)

1.477

1.477

4

 

1.481

Regelingen Natuur (Burgereducatie, RDN, SBL, VNBL & beheer Kroondomeinen) (18.3)

3.613

3.873

10

795

4.678

           

Leningen

30.484

28.747

   

28.747

Rente en aflossingen voor bestaande leningen (EHS & PNB) (18.3)

30.484

28.747

   

28.747

           

Opdrachten

46.210

37.389

– 39

– 2.558

34.792

Onderzoeksmiddelen (18.1)

672

672

 

– 191

481

NURG/Maaswerken (18.2)

8.015

8.015

   

8.015

Mainport Rotterdam (18.2)

7.249

7.249

20

 

7.269

Programma Rijke Waddenzee (18.2)

0

653

– 30

 

623

Programma Natuurlijk Ondernemen en Green Deals (18.2)

4.833

3.162

13

– 244

2.931

Regiekosten regionale functie (18.2)

1.243

743

3

– 76

670

Nationale parken (18.2)

1.000

1.000

   

1.000

Invasieve soorten (18.3)

1.000

       

Kaderrichtlijn Marine Strategie/Noordzee (18.3)

954

579

 

– 41

538

Natura 2000 (18.3)

3.203

3.203

9

– 149

3.063

Monitoring (18.3)

2.258

2.258

6

– 50

2.214

Internationale biodiversiteit (18.3)

361

361

1

 

362

Caribisch Nederland (18.3)

779

779

2

191

972

Overig (18.3)

9.679

4.029

30

– 395

3.664

Natuurvisie

4.964

4.686

– 93

– 1.603

2.990

           

Bijdragen aan mede-overheden

17.525

17.605

49

– 6.234

11.420

Uitfinanciering Sterke Regio's en Nota Ruimte (18.1)

8.875

8.875

25

– 4.569

4.331

MER (18.2)

       

0

Programmatische Aanpak Stikstof (18.2)

6.000

6.080

17

– 1.665

4.432

Caribisch Nederland (18.3)

2.500

2.500

7

 

2.507

Decentralisatiemiddelen natuur (18.3)

150

150

   

150

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

26.354

28.834

942

200

29.976

Staatsbosbeheer (18.3)

26.354

28.834

942

200

29.976

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

910

1.261

 

– 24

1237

Diverse contributies (18.3)

910

1.261

 

– 24

1.237

           

Bijdragen aan agentschappen

88.576

62.882

8.569

10.197

81.648

Dienst Landelijk Gebied

48.691

6.173

 

1.078

7.251

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

31.715

47.549

8.536

9.054

65.139

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

8.170

9.160

33

65

9.258

           

ONTVANGSTEN

96.707

121.907

 

7.849

129.756

Landinrichtingsrente

42.161

42.161

   

42.161

Jachtakten

1.031

1.031

   

1.031

Verkoop gronden

45.000

45.000

   

45.000

Overige

8.515

33.715

 

7.849

41.564

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging bij de verplichtingen houdt voornamelijk verband met hogere bijdragen aan de agentschappen. Hiertegenover staat onder meer een overheveling naar de begroting van het Ministerie van Financiën van € 2,2 mln voor de financiering van de uitvoeringskosten 2015 van de Auditdienst Rijk zijnde de Audit Autoriteit (AA) voor het EFRO-programma 2014–2020 (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling) en een overheveling naar artikel 16 voor aanvullende opdrachten in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

De verlaging met € 6,8 mln houdt voornamelijk verband met een kasvrijval van € 5,1 mln op het onderdeel «Pieken in de Delta» als gevolg van een versnelde bevoorschotting in 2014. Hiervan wordt € 2 mln overgeheveld naar de provincie Groningen in het kader van de gemaakte afspraken met Noord-Nederland over de MKB Samenwerkingsagenda Rijk-Regio. Hieruit worden regionaal economische projecten gefinancierd. De resterende € 3,1 mln wordt ingezet voor de uitfinanciering van de aangegane verplichtingen in het kader van PRIMA-projecten (ICT) op beleidsartikel 13. Daarnaast wordt € 2,2 mln overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Financiën voor de financiering van de uitvoeringskosten 2015 van de Auditdienst Rijk zijnde de Audit Autoriteit (AA) voor het EFRO-programma 2014–2020 (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling).

Bijdragen aan medeoverheden

De verlaging met € 6,2 mln houdt onder meer verband met een overheveling naar het Gemeentefonds ten behoeve van de gemeente Veldhoven in het kader van het project Brainport Eindhoven (Brainport Avenue), een bijdrage ten behoeve van de herstructurering van het bedrijventerrein De Run Oost en de verbetering van de ontsluitende weginfrastructuur. Ook worden middelen overgeheveld naar artikel 16 voor aanvullende opdrachten in het kader van het RIVM-programma 36 PAS. De uitgaven voor dit programma worden op artikel 16 geraamd en verantwoord.

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO)

De bijdrage wordt vanuit artikel 16 verhoogd met € 2,1 mln voor het op orde brengen van het natuurgerelateerde deel van de bijdrage.

Als gevolg van de opheffing van de DLG en overheveling van taken naar RVO, maakt RVO in voor 2015 € 2,9 mln aan frictiekosten. Deze worden gecompenseerd met de gelden die na liquidatie van de DLG terugvloeien naar EZ als moederdepartement (zie ook ontvangsten).

De bijdrage wordt verhoogd met ontvangsten van € 3,2 mln uit de afrekening van de bevoorschotting van RVO 2014, omdat er door de reorganisatie van RVO (samengaan Agentschap NL en Dienst Regelingen) vertraging is ontstaan in de uitvoering van opdrachten die doorlopen in 2015.

De resterende verhoging is bestemd voor de uitvoering van diverse natuurgerelateerde projecten en de loonbijstelling 2015.

Toelichting op de ontvangsten

Na de liquidatie van de DLG vloeit € 2,9 mln als gevolg van het niet bestede deel van het verstrekte voorschot terug naar EZ als opdrachtgever.

Ook wordt € 3,2 mln ontvangen uit de afrekening van de bevoorschotting van de RVO uit 2014, omdat er door de reorganisatie van RVO (samengaan Agentschap NL en Dienst Regelingen) vertraging is ontstaan in de uitvoering van opdrachten die doorlopen in 2015.

Tenslotte wordt € 1,6 mln terugontvangen voor regionaal economisch beleid, doordat definitieve subsidies voor het Besluit Topprojecten Herstructurering Bedrijventerreinen lager zijn vastgesteld dan de daarvoor bevoorschotte bedragen.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 19 Toekomstfonds

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand vastgestelde begroting 2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

181.887

338.476

– 1.947

– 250

336.279

UITGAVEN

176.728

333.790

– 95.770

– 250

237.770

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

       

49%

           

Leningen

176.728

328.086

– 95.910

– 456

231.720

I MKB-FINANCIERING

         

Volledig revolverend

         

Dutch Venture Initiative/Fund of Funds

21.600

127.400

– 95.000

 

32.400

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

 

44.000

– 2.000

 

42.000

           

Gedeeltelijk revolverend

         

Innovatiekrediet

76.454

75.146

1.194

 

76.340

Risicokapitaal (Seed Capital)

18.674

18.674

– 107

 

18.567

Vroege fasefinanciering

10.000

12.866

3

– 250

12.619

           

II INVESTERINGEN IN FUNDAMENTEEL EN TOEGEPAST ONDERZOEK

Met vermogensbehoud

         

Fundamenteel en toegepast onderzoek

50.000

50.000

 

– 206

49.794

           

III Staatsobligaties Toekomstfonds

         
           

Subsidies

         

IV Reëel rendement voor onderzoek

         
           

Bijdragen aan agentschappen

 

5.704

140

206

6.050

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

 

5.704

140

206

6.050

           

ONTVANGSTEN

21.188

65.188

– 2.000

– 32.000

31.188

MKB-FINANCIERING BESTAND INSTRUMENTARIUM

         

Innovatiekredieten

18.788

18.788

   

18.788

Seed

2.400

2.400

   

2.400

Fund of Funds (DVI I/Business Angels)

         

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

 

44.000

– 2.000

– 32.000

10.000

           

MKB-FINANCIERING INCIDENTELE MIDDELEN

         

Ontvangsten DVI II

         
           

Ontvangsten fundamenteel en toegepast onderzoek

         
           

Renteontvangsten Toekomstfonds

         

Toelichting op de ontvangsten

Het besluitvormingsproces rondom de verkoop van aandelen LIOF kan door de provincie Limburg niet meer worden afgerond in 2015. De hiervoor geraamde ontvangst van € 32 mln zal daardoor ook niet meer in 2015 worden gerealiseerd. De transactie zal naar verwachting in de eerste helft van 2016 plaatsvinden.

Bij Najaarsnota 2015 worden de gasbaten ten opzichte van de Miljoenennota met € 100 mln verlaagd tot € 6.750 mln (zie beleidsartikel 14). Deze verlaging wordt veroorzaakt doordat de actuele prijzen lager zijn dan eerder bij MEV geraamd. Dit heeft echter geen gevolgen voor de «ijklijn gasbaten» van het Toekomstfonds (beleidsartikel 19), omdat deze ijklijn alleen wordt aangepast indien er sprake is van beleidsmatige aanpassingen van de gasproductie. Dat is nu niet aan de orde. De ijklijn blijft voor het uitvoeringsjaar 2015 derhalve ongewijzigd staan op € 7.750 mln, zoals vastgelegd en toegelicht in de EZ-begroting 2016 (pg. 133).

4. De niet-beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 40 Apparaat

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand vastgestelde begroting 2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERRPLICHTINGEN

348.836

386.533

3.565

– 739

389.359

UITGAVEN

349.016

386.713

3.385

– 739

389.359

           

Personele uitgaven

229.124

262.016

– 590

– 10.835

250.591

Waarvan eigen personeel

200.353

205.021

2.002

3.778

210.801

Waarvan externe inhuur

6.290

6.608

 

– 31

6.577

Waarvan overige personele uitgaven

22.481

50.387

– 2.592

– 14.582

33.213

Materiële uitgaven

119.892

124.697

3.975

10.096

138.768

Waarvan ICT

7.065

6.376

211

6.587

Waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

40.722

39.213

204

39.417

Waarvan SSO DICTU

30.744

39.010

6.645

8.133

53.788

Waarvan overige materiële uitgaven

41.361

40.098

– 2.670

1.548

38.976

ONTVANGSTEN

31.299

35.694

4.530

5.960

46.184

Toelichting op de verplichtingen en de uitgaven

Personele uitgaven

De verhoging op het onderdeel «waarvan eigen personeel» betreft met name de budgettaire verwerking van de afgesloten CAO 2015.

De verlaging op het onderdeel «waarvan overige personele uitgaven» (€ 14,6 mln) wordt veroorzaakt door een budgettaire herschikking in verband met de verdeling van de bij Voorjaarsnota 2015 toegevoegde eindejaarsmarge 2014 (€ 19 mln). Deze is ingezet voor de volgende knelpunten:

  • Er is € 10,2 mln overgeheveld naar artikel 16 ten behoeve van de verbetering van de solvabiliteit van de NVWA.

  • Daarnaast is budget ingezet voor investerings- en exploitatiekosten DICTU (€ 4,9 mln).

  • Automatiseringskosten van het Agentschap Telecom (€ 0,9 mln).

  • Vernieuwing van werkplekken bij de NVWA (€ 1,8 mln).

  • Hogere juridische kosten landsadvocaat voor specifieke processen (€ 1,1 mln).

Daarnaast is er sprake van een desaldering van teruggevloeide middelen vanuit het eigen vermogen van voormalig DLG (€ 5,3 mln). Deze middelen worden ingezet voor de uitgaven voor van werk naar werk kandidaten van voormalig DLG.

Materiële uitgaven

De verhoging van de uitgaven en verplichtingen met € 10,1 mln hangt grotendeels samen met de verhoging op het onderdeel «waarvan SSO DICTU» (€ 8,1 mln). Dit betreft investerings- en exploitatiekosten (€ 4,9 mln), automatiseringskosten van het Agentschap Telecom (€ 0,9 mln), vernieuwen werkplekken bij de NVWA (€ 1,8 mln), loonbijstelling 2015 (€ 0,2 mln) en kosten van beheer TenderNed (€ 0,2 mln).

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 5,9 mln hangen samen met een desaldering van teruggevloeide middelen (€ 5,3 mln) vanuit het eigen vermogen van voormalig DLG die ingezet worden voor de uitgaven voor van werk naar werk kandidaten van DLG. Daarnaast heeft een desaldering (€ 0,6 mln) plaatsgevonden voor extern gefinancierde projecten die uitgevoerd worden door het CPB.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 41 Nominaal en onvoorzien

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties

2e suppletoire

begroting

Stand vastgestelde begroting 2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

0

10.184

– 10.184

0

0

UITGAVEN

0

10.184

– 10.184

0

0

           

41.10 Prijsbijstelling

0

3.242

– 3.242

0

0

41.20 Loonbijstelling

0

6.942

– 6.942

0

0

41.30 Onvoorzien

0

0

0

0

0

41.40 Nog te verdelen

0

0

0

0

0

Toelichting

Bij de 2e suppletoire begroting is de loonbijstelling van € 14,6 mln van de CAO 2015 uitgedeeld voor het ambtelijk personeel Rijk en het personeel van de onderwijssectoren. Deze loonbijstelling voor 2015 is eveneens bij 2e suppletoire begroting verdeeld over de relevante loongevoelige onderdelen. Per saldo is sprake van een nul-mutatie. Voor sector Rijk zal de pensioenlast van de eenmalige uitkering pas in 2016 afgedragen worden. Het benodigd budget van circa € 1,4 mln voor deze pensioenlast wordt met een kasschuif doorgeschoven naar 2016.

5. De agentschappen

Dienst Landelijk Gebied (DLG)

Suppletoire begroting 2015 (Tweede suppletoire begroting),

Als gevolg van overleg tussen EZ en de provincies over de uitwerking van het Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur van september 2011 zijn op 1 maart 2015 400 fte’s van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) overgegaan naar de provincies. Op die datum zijn ook 132 fte’s van DLG overgegaan naar RVO voor het uitvoeren van de rijksopdrachten in het landelijk gebied.

Sinds 1 maart 2015 voert DLG geen primaire activiteiten meer uit. Vanaf deze datum zijn alleen nog afrondende activiteiten verricht als het opleveren van huurpanden en het afsluiten van projecten. Omdat is besloten het agentschap DLG met ingang van 1 juli 2015 op te heffen, is een jaarrekening over het eerste halfjaar van 2015 opgesteld. In de suppletoire begrotingsstaat inzake de agentschappen zijn de mutaties bij de 2e suppletoire begroting gebaseerd op de realisaties over het eerste halfjaar 2015. De jaarrekening van DLG over het eerste halfjaar wordt opgenomen in het jaarverslag van EZ over 2015.

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Suppletoire begroting 2015 (Tweede suppletoire begroting),

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)

 

Oorspronkelijk

vastgestelde begroting

Mutaties

Mutaties

Totaal geraamd

(+of–) 1e suppletoire begroting

(+of–) 2e suppletoire begroting

Baten

       

Omzet moederdepartement

133.988

1.798

– 7.969

127.817

Omzet overige departementen

79.494

2.164

– 784

80.874

Omzet derden

72.900

16.310

291

89.500

Rentebaten

25

0

0

25

Bijzondere baten

0

7.500

200

7.700

Vrijval voorzieningen

0

0

100

100

Totaal baten

286.407

27.772

– 8.163

306.016

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– Personele kosten

192.777

4.278

4.861

201.915

Waarvan eigen personeel

176.796

7.002

2.109

185.906

Waarvan externe inhuur

15.981

– 2.724

2.752

16.009

– Materiele kosten

83.485

24.117

– 248

107.354

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

Waarvan Bijdrage aan SSO's

38.600

264

556

39.419

Rentelasten

541

0

– 206

335

Afschrijvingskosten

– Materieel

6.579

0

– 1.124

5.455

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

– Immaterieel

4.702

0

– 346

4.357

Overige lasten

– dotaties voorzieningen

500

0

0

500

– bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

288.584

28.395

2.937

319.916

         

Saldo van baten en lasten

– 2.177

– 623

– 11.100

– 13.900

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is naar verwachting € 8 mln lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de uitgaven voor de uitvoering van het Plan van Aanpak (PvA) € 6,4 mln achter blijven bij het beschikbare budget. Dit betreft vooral uitgaven voor de ICT-modernisering, die later plaatsvinden dan bij het opstellen van het PvA was voorzien. Het resterende verschil ad € 2 mln is het gevolg van niet gerealiseerde activiteiten met name omtrent registratie dierproeven, eliminatieacties exoten, voorbereiding nieuwe meststelsel, Q-bank en overgenomen PBO-taken ad € 1 mln. Daar staat een budgetverhoging tegenover voor loon- en prijsbijstelling 2015 ad € 1,6 mln. Voorts heeft een verschuiving van € 0,2 mln plaatsgevonden naar bijzondere baten.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen valt € 0,8 mln lager uit als gevolg van vertraging in de uitvoering van onderzoeksprojecten RIVM voor € 0,5 mln en € 0,3 mln als gevolg van het niet geheel realiseren van activiteiten omtrent projectplan veiligheid.nl, openbaarmaking en ruimte inbouwen voor incidenten.

Omzet derden

De omzet derden valt naar verwachting € 0,3 mln hoger uit dan begroot als gevolg van € 2,4 mln hogere retributies, € 0,4 mln hogere overige baten, een correctie van – € 1 mln op de omzet retributies voorgaand boekjaar en een bijstelling van de KDS-retributies/prognose van – € 1,5 mln. De bijstelling van de KDS-retributies/prognose heeft geen invloed op het resultaat.

Bijzondere baten

Onder de post bijzondere baten wordt de bijdrage van het moederdepartement voor ICT verantwoord die geen relatie heeft met de productie van de NVWA. In verband hiermee vindt een verschuiving plaats van de omzet moederdepartement naar de bijzondere baten voor € 0,2 mln.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De kosten van eigen personeel stijgen met € 2,1 mln. Dit is het saldo van enerzijds de (netto) kosten voor de remplaçantenregeling ad € 7,5 mln en de CAO-stijging van € 2 mln en anderzijds lagere kosten als gevolg van een vrijval ten gunste van de salariskosten van de afbouw ploegentoeslag en verlofuren ad € 2 mln. Daarnaast vallen de personele kosten € 5,4 mln lager uit als gevolg van een vertraagde invulling van vacatures, die merendeels zijn ontstaan door het gebruik van de remplaçantenregeling. Mede hierdoor kan de voorgenomen productie niet volledig worden gerealiseerd.

De kosten voor inhuur externen zijn € 2,8 mln hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door tijdelijke inhuur voor het PvA en verbetering van de bedrijfsvoeringproces.

Materiële kosten

De totale materiële kosten dalen met € 0,2 mln.

De algemene materiële kosten dalen met € 1,3 mln, de bureaukosten met € 0,2 mln en als gevolg van een onttrekking aan de voorziening leegstand dalen de huisvestingskosten met € 1,4 mln.

Hier staat tegenover dat de automatiseringskosten met € 1,9 mln, de overige huurkosten met € 0,3 mln en de specifieke materiële kosten met bijna € 0,5 mln stijgen.

Waarvan bijdrage aan SSO’s

De bijdrage aan SSO’s stijgen met € 0,6 mln ten opzichte van de begroting. Dit is het gevolg van een stijging van de automatiseringskosten (€ 1,9 mln) en een lagere bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf voor € 1,4 mln.

Rentelasten

De rentelasten vallen als gevolg van lagere investeringen in 2014 en de lage rentetarieven € 0,2 mln lager uit.

Afschrijvingskosten

De materiële afschrijvingskosten zijn, met name door lagere investeringen in dienstauto’s, € 1,1 mln lager dan begroot.

De immateriële afschrijvingskosten zijn als gevolg van vertraagde systeemontwikkeling € 0,3 mln lager.

Vermogensontwikkeling inclusief onverdeeld geprognosticeerd resultaat 2015

(in € 1.000)

2011

2012

2013

2014

2015

1

Eigen vermogen per 01/01

3.661

3.920

3.859

10.248

2.666

2

Saldo van baten en lasten

259

– 61

665

– 7.582

– 13.900

3

Directe mutaties in het EV:

         

3a

Uitkering aan moederdepartement

0

0

 

0

0

3b

Bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

0

0

 

0

19.400

3c

Overige mutaties

0

0

5.724

0

0

Eigen vermogen per 31/12

3.920

3.859

10.248

2.666

8.166

Toelichting

Gezien de beperkte omvang van het eigen vermogen en het voorziene negatieve exploitatieresultaat in 2015 heeft het moederdepartement besloten om het eigen vermogen middels een eenmalige dotatie te versterken met € 19,4 mln.

Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1.000
 

Omschrijving

– 1

– 2

– 3

(4)= (1)+(2)+(3)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2013

41.942

18.087

0

60.029

2.

Totaal operationele kasstroom

– 441

– 9.504

– 7.040

– 16.985

 

Totaal investeringen (-/-)

– 28.730

0

9.648

– 19.082

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

1.600

0

0

1.600

3.

Totaal investeringskasstroom

– 27.130

0

9.648

– 17.482

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

19.400

19.400

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 11.530

0

1.167

– 10.363

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

15.950

7.972

– 4.840

19.082

4.

Totaal financieringskasstroom

4.420

7.972

15.727

28.119

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4)

18.791

16.555

18.335

53.681

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is € 7 mln hoger ten opzichte van de 1e suppletoire begroting als gevolg van:

  • een negatiever saldo van baten en lasten – € 11,1 mln;

  • te hoge mutatie op de voorzieningen € 5,9 mln;

  • afschrijvingslasten – € 1,5 mln;

  • overige balansmutaties – € 0,3 mln.

Investeringskasstroom

De investeringen zijn € 9,6 mln lager als gevolg van vertraging bij de vernieuwing van het ICT-landschap € 6,1 mln en uitstel van uitbreiding van het aantal dienstauto’s € 3,5 mln.

Financieringskasstroom

De financieringskasstroom valt € 15,7 mln hoger uit. Dit is met name het gevolg van de eenmalige storting van € 19,4 mln door het moederdepartement. Doordat de investeringen in 2014 lager zijn uitgevallen dan begroot, vallen de aflossing op de leningen in 2015 eveneens met€ 1,1 mln lager uit. Door een geringere uitbreiding van het aantal dienstauto’s wordt voor € 3,5 mln minder aan leningen afgeroepen. Voor systeemontwikkeling wordt € 1,3 mln minder aan leningen afgeroepen.

6. Het Diergezondheidsfonds (DGF)

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel Diergezondheidsfonds (Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2015

 
 

Stand vastgestelde begroting 2015

Stand 1e suppletoire begroting

2015

Mutaties

Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

2015

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

         
           

Verplichtingen

21.860

42.824

 

19.618

62.442

Uitgaven

21.860

42.824

 

19.618

62.442

waarvan juridisch verplicht

100%

       

Beginsaldo

 

     

Programma-uitgaven

21.860

42.824

 

19.618

62.442

   

     

Opdrachten

21.860

42.824

 

19.618

62.442

Bewaking van dierziekten (U1.11)

9.307

9.307

 

9.826

19.133

Bestrijding van dierziekten (U1.12)

12.553

33.517

 

9.792

43.309

Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen (U1.13)

0

0

     

Overig (U1.14)

0

0

     
           

Ontvangsten

21.860

42.824

 

19.618

62.442

Toelichting

Opdrachten

De verhoging op de onderdelen bewaking en bestrijding houden onder meer verband met de kosten van de subsidie basismonitoring die voorheen werd gefinancierd via de EZ-begroting en door de sector. Ook zijn er extra uitgaven voor monitoring Aviaire Influenza (AI), Newcastle Disease (NCD), Mycoplasma en niet-zoönotische salmonella.

Ontvangsten

Tegenover de hogere uitgaven staan ook hogere ontvangsten van dezelfde omvang.

Naar boven