Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2015
Hierbij doe ik u de afschriften toekomen van het koninklijk besluit nr.2015001934
d.d. 3 november 2015, houdende ontslag S.A.M. Dijksma als Staatssecretaris van Economische
Zaken, het koninklijk besluit nr.2015001935 d.d. 3 november 2015, houdende benoeming
van S.A.M. Dijksma tot Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en het koninklijk
besluit nr.2015001936 d.d. 3 november 2015, houdende benoeming van M.H.P. van Dam
tot Staatssecretaris van Economische Zaken1.
Met de kandidaat-Staatssecretarissen zijn gesprekken gevoerd aan de hand van de regels
die hiervoor zijn vastgelegd in de brief van mijn voorganger aan uw Kamer d.d. 20 december
2002 (Kamerstuk 28 754, nr. 1) en mijn brief aan uw Kamer van 26 oktober 2012 (Kamerstuk 33 400 III, nr. 6). Conform deze brieven meld ik u het volgende.
De benoeming van mevrouw Dijksma vergt geen aanvullende handelingen ten opzichte van
mijn brief d.d. 18 december 2012 (Kamerstuk 33 400 XIII, nr. 35).
De heer Van Dam heeft ten behoeve van zijn benoeming zijn nevenfuncties bij de Wiardi
Beckman Stichting (lid curatorium) (KvK 41200320), bij de Vereniging Nederlandse Poppodia
en Festivals (voorzitter) (KvK 40597258) en bij ShoppingTomorrow (lid van de Commissie
van Aanbeveling) (KvK 09164361) opgezegd.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte