Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2016
Hierbij stuur ik u mijn waardering van de nieuwe amendementen die na het plenaire
debat op 25 mei 2016 over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer en
de Crisis- en herstelwet in verband met de implementatie van de herziening van de
mer-richtlijn zijn ingediend.
Amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 17
Indiener: Van Veldhoven/Dik-Faber
Dit amendement is een wijziging van amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 16.
Het gewijzigde amendement preciseert in de wet dat het bevoegd gezag ook voorschriften
kan geven over de wijze van monitoring. De toelichting maakt duidelijk dat dit ook
voorschriften kunnen zijn, gericht op het onderling vergelijken van gegevens.
Volgens het wetsvoorstel dient het bevoegd gezag de vereiste monitoringsmaatregelen
en procedures voor de monitoring als voorschriften aan een vergunning of besluit te
verbinden. Daarbij zal het bevoegd gezag ook in enige vorm moeten aangeven hoe er
gemonitord moet worden, wil het verzekerd zijn van betrouwbare gegevens. Wil het bevoegd
gezag monitoringsgegevens kunnen vergelijken, dan zal het vóóraf in de vergunning
of het besluit duidelijk moeten vastleggen hoe gemeten moet worden en hoe de initiatiefnemer
de gegevens dient aan te leveren. Dit zal dus een punt zijn om vooraf te regelen.
In geval de voorschriften niet worden nageleefd, dan kan het bevoegd gezag handhaven.
Met dit gewijzigde amendement wordt in de wet expliciet gemaakt dat het bevoegd gezag
de mogelijkheid heeft om voor te schrijven op welke wijze monitoring plaatsvindt.
Ik waardeer dit amendement als ondersteuning van mijn beleid.
Amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 18
Indieners: Dik-Faber, Van Veldhoven en Van Tongeren
Dit amendement is een wijziging van amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 7 in verband met de ondertekening. De waardering van dit amendement nr 7, ontraden, geldt ook na wijziging van de toelichting eveneens voor dit nieuwe amendement nr
18.
Amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 19
Indieners: Dik-Faber, Van Veldhoven en Van Tongeren
Dit amendement is een wijziging van amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 8 in verband met de ondertekening. De waardering van amendement, nr. 8 ontraden, geldt ook voor dit nieiuwe amendement nr. 19.
Amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 20
Indieners: Dik-Faber, Van Veldhoven en van Tongeren
Dit amendement is een wijziging van amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 9 in verband met de ondertekening. De waardering van amendement nr. 9, ontraden, geldt ook voor dit amendement nr. 20.
Amendement met Kamerstuk 34 287, nr. 21
Indiener: Cegerek
Het amendement verplicht het bevoegd gezag om door middel van een beschrijving van
de werkprocessen en procedures vooraf vast te leggen hoe het zorg draagt voor een
passende scheiding van functies bij projecten waarbij het bevoegd gezag ook initiatiefnemer
is. Het bevoegd gezag dient er vervolgens voor te zorgen dat deze werkprocessen en
procedures worden nageleefd.
Ik heb al toegezegd in overleg met de VNG en het IPO een Handreiking op te stellen
over de wijze waarop het bevoegd gezag zorg kan dragen voor een passende functiescheiding
tussen de initiatiefnemer en het bevoegd gezag.
Dit amendement geeft nadere precisering in de wet over de wijze waarop het bevoegd
gezag vooraf invulling moet geven aan een passende scheiding. Ik waardeer dit amendement
als ondersteuning van mijn beleid.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus