34 279 Wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID OTWIN VAN DIJK

Ontvangen 24 maart 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt onderdeel C als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «wordt na artikel 3.3.5 een artikel» vervangen door: worden na artikel 3.3.5 twee artikelen.

2. Na artikel 3.3.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.3.6a

  • 1. De Wlz-uitvoerder kan op verzoek van de verzekerde, bedoeld in artikel 3.3.6, eerste lid, die onmiddellijk voorafgaand aan het indicatiebesluit aanspraak had op zorg op grond van een zorgverzekering of een maatwerkvoorziening als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ontving, voor de duur van de termijn, bedoeld in artikel 3.3.6, eerste lid, en zolang die zorg of de in de maatwerkvoorziening besloten liggende zorg noodzakelijk en verantwoord is, in geval daar nog niet in is voorzien een schriftelijke overeenkomst sluiten met de aanbieder die deze zorg verleende of deze maatwerkvoorziening bood.

  • 2. Gedurende de tijdelijke voortzetting van de zorg dan wel maatwerkvoorziening, bedoeld in het eerste lid, gelden tussen de Wlz-uitvoerder en de desbetreffende aanbieder de voorwaarden van de overeenkomst waaronder de zorg dan wel maatwerkvoorziening aan de in het eerste lid bedoelde verzekerde is aangevangen, behoudens voor zover bij ministeriële regeling anders wordt bepaald.

  • 3. De verzekerde behoudt onverminderd het eerste lid jegens de Wlz-uitvoerder recht op zorg waarop hij naar aard, inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen.

Toelichting

Wanneer cliënten een formele indicatie hebben vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), maar er nog geen (gewenste) plek in een instelling is vanuit de Wlz, blijven cliënten wel een zorgvraag houden. In veel gevallen ontvangen deze cliënten al zorg op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). De indiener wil met dit amendement de continuïteit van zorg voor deze cliënten borgen. Cliënten behouden hun zorg en daarmee de vertrouwde zorgverleners op basis van de ZVW en/of de WMO, indien zij dit wensen tot het moment dat een geschikte plek in een Wlz-instelling beschikbaar is. Het eerste lid voorziet in de mogelijkheid de zorgaanbieder vanuit de Zvw of de aanbieder van de maatwerkvoorziening te contracteren als dat nog niet gebeurd was. Daarbij gelden in beginsel de voorwaarden waaronder die zorg of maatwerkvoorziening eerder werd geleverd of aangeboden. De financiering van deze zorg kan dan vanuit de Wlz komen. Cliënten hebben immers een geldige indicatie voor de Wlz. Zorgkantoren dienen deze zorg die vanuit de Zvw en WMO is georganiseerd, over te nemen en te financieren. De Wmo-ondersteuning die niet tot het verzekerde Wlz-pakket behoort, valt niet onder dit artikel. De voorgestelde voorziening geldt zolang die zorg of de in de maatwerkvoorziening besloten liggende zorg noodzakelijk en verantwoord is. Wlz-uitvoerders zijn niet gevrijwaard van hun zorgplicht op financieel of organisatorische zin. Ook gedurende deze overbruggingsperiode behoudt de verzekerde jegens de Wlz-uitvoerder recht op zorg waarop hij naar aard, inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen. Indien de zorg of de maatwerkvoorziening niet passend is voor de zorgbehoefte van de verzekerde dient de Wlz-uitvoerder in aanvullende zorg te voorzien. De Wlz-uitvoerders blijven verantwoordelijk voor de te leveren zorg aan cliënten met een indicatie voor de Wlz en zijn door dit amendement niet gevrijwaard van deze zorgplicht gedurende de tijd dat een cliënt in de thuissituatie met overbruggingszorg wacht op een geschikte plek in een instelling.

Otwin van Dijk

Naar boven