34 203 Wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten in verband met de overgang van een aantal taken van het Zorginstituut Nederland naar het CAK

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 1 september 2016.

Door of namens de Kamer kan uiterlijk op 15 september 2016 het besluit te kennen worden gegeven niet in te stemmen met het ontwerp, in welk geval geen voordracht voor het koninklijk besluit wordt gedaan, en niet eerder dan zes weken na het besluit van de Kamer een nieuw ontwerp aan de Kamer kan worden overgelegd.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2016

Met mijn brief van 30 juni 2016 (Kamerstuk 34 203, nr. 21) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de overheveling burgerregelingen1 van het Zorginstituut Nederland (hierna: het Zorginstituut) naar het CAK.

Met deze brief:

  • Schets ik kort de redenen voor de taakherschikking van het Zorginstituut en het CAK;

  • Informeer ik u dat beide organisaties klaar zijn voor de overheveling van de taken;

  • Informeer ik u over mijn voornemen om de burgerregelingen per 1 januari 2017 van het Zorginstituut over te hevelen naar het CAK;

  • Geef ik u inzage in de documentatie waarop dit besluit is gestoeld en licht ik deze stukken toe en

  • Schets ik u het vervolgproces tot het moment van feitelijke overheveling

Met deze brief voldoe ik aan mijn toezeggingen in bovengenoemde brief.

De wet voor de overheveling van de burgerregerlingen van het Zorginstituut naar het CAK (hierna: Overhevelingswet)2, regelt dat die wet in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip3. Er geldt op basis van de Overhevelingswet een voorhangprocedure voor dat koninklijk besluit4.

Ter uitvoering van die voorhangprocedure zend ik u hierbij ook het ontwerpbesluit5. Het voorgelegde ontwerpbesluit strekt ertoe om de Overhevelingswet met ingang van 1 januari 2017 in werking te laten treden.

Aanleiding

Eerder heeft uw Kamer ingestemd met de Overhevelingswet waarin de uitvoering van de burgerregelingen van het Zorginstituut naar het CAK overgaan. Met deze overheveling komt een einde in de diffuse taakverdeling bij de betrokken organisaties. Het Zorginstituut kan zich richten op: het vaststellen van goede zorg (kwaliteit), advisering over het verzekerde pakket, beheer van het Fonds langdurige zorg en het Zorgverzekeringsfonds. Het CAK kan zich verder gaan ontwikkelen tot het administratieve loket van de zorg.

Hierdoor is de verwachting dat een hoger serviceniveau voor de burger haalbaar is en dat de uitvoering door schaalvoordelen doelmatiger kan.

Door bundeling van deze taken kunnen informatiestromen naar burgers worden geclusterd en processen beter op elkaar worden aangesloten.

Zorgvuldige migratie van het ICT-landschap

De migratie van het ICT-landschap is complex. Daarom wordt deze migratie in twee stappen uitgevoerd. Hierdoor worden de risico’s verkleind en kunnen fouten eerdere worden opgespoord en opgelost.

In de eerste fase migreert de ICT-ondersteuning van de regelingen naar het datacenter van het CAK. In deze fase voert het Zorginstituut nog wel de burgerregelingen uit, maar «host» het CAK vanaf dat moment voor het Zorginstituut het ICT-landschap voor de uitvoering van de burgerregelingen.

Pas na de inwerkingtreding van de wet, 1 januari 2017, begint fase twee: het CAK wordt dan verantwoordelijk voor de uitvoering van de burgerregelingen. Het ICT-systeem op het CAK datacenter is dan verbonden met het CAK.

Voornemen tot overheveling

Ik heb het voornemen om de burgerregelingen per 1 januari 2017 over te laten gaan van het Zorginstituut naar het CAK. Zoals ik eerder heb aangegeven staat voor mij de zorgvuldigheid van de overheveling voorop. Belangrijke voorwaarde is dat de betrokken burgers en ketenpartners geen hinder van de taakoverheveling ondervinden.

Hieronder ga ik in op de onderdelen die ten grondslag liggen aan het voornemen tot overheveling van de burgerregelingen per 1 januari 2017.

De gereedheidstoets

In eerdere brieven heb ik u geïnformeerd over blokkerende ICT-knelpunten.

Deze knelpunten kwamen naar voren uit de functionele- (FAT) en gebruikersacceptatietesten (GAT) die in het voorjaar 2016 zijn uitgevoerd.

In de zomer hebben opnieuw de functionele- (FAT) en gebruikersacceptatietesten (GAT) plaatsgevonden.

Tijdens de FAT is getest in hoeverre het systeem aan de functionele eisen voldoet (o.a. verwerking van gegevens juist en volledig). De testen zijn uitgevoerd volgens de vooraf vastgestelde testplannen volgens een bewezen methodiek. Vervolgens hebben gebruikers het systeem getest (GAT) in een zoveel mogelijk reële productieomgeving. De GAT heeft tot doel om tijdig te weten te komen of het systeem voor de gebruiker voldoet aan de eisen die vooraf gesteld zijn.

De knelpunten, zoals deze eerder waren geconstateerd, zijn door het Zorginstituut en het CAK geanalyseerd en opgelost. In de zomer 2016 hebben beide organisaties de FAT en de GAT opnieuw uitgevoerd. De resultaten van deze FAT- en GAT-test laten zien dat de oplossingen effectief zijn en dat er op het ICT-terrein geen belemmeringen voor de overheveling zijn. Beide testen zijn door externe Quality Assurance-experts (QA-experts) gevalideerd. De Chief Information Officer (CIO) van VWS heeft deze oordelen betrokken in zijn oordeel.

Medio augustus is de gereedheidstoets uitgevoerd. Deze gereedheidstoets had tot doel om vast te stellen of de overgang van de burgerregelingen verantwoord kan plaatsvinden. De gereedheidstoets vond plaats op basis van vooraf vastgestelde criteria.

Ik heb uw Kamer toegezegd inzage te geven in de criteria en de resultaten van deze gereedheidstoets. De criteria van deze toets zijn:

a) Wettelijke basis

Bij het criterium wettelijke basis is getoetst of er voldoende zekerheid bestaat over de wettelijke basis op de datum van overgang. Aan dit criterium is voldaan door de afronding van het betreffende wetgevingstraject. Om deze wet op de overgangsdatum in werking te laten treden wordt het betreffende ontwerp koninklijk besluit aan uw Kamer aangeboden.

b) Personeel

Voor de continuïteit in de uitvoering van de regelingen is het behoud van medewerkers met uitvoeringskennis noodzakelijk. Beide organisaties hebben er de afgelopen jaren veel aan gedaan om zoveel mogelijk medewerkers over te laten gaan van het Zorginstituut in Diemen naar het CAK in Den Haag. De medewerkers die overgaan naar het CAK behouden de ARAR-rechtspositie (inclusief het ABP-pensioen) en worden in redelijkheid voor de extra werktijd gecompenseerd.

Het CAK heeft de afgelopen jaren medewerkers bij het Zorginstituut gedetacheerd om vertrouwd te raken met de burgerregelingen.

Bij het criterium Personeel in de gereedheidstoets is getoetst of er voldoende medewerkers van het Zorginstituut met kennis van de burgerregelingen overgaan naar het CAK. De huidige inschatting van het Zorginstituut en het CAK is dat de noodzakelijke bezetting per 1 januari 2017 (zowel in het primaire proces als bij de ondersteunende diensten) op orde zal zijn. Voor de medewerkers die niet overgaan naar het CAK zijn maatregelen getroffen om het verschil in capaciteit te dichten. Specifiek is gekeken naar de kritische functies. Ook daar worden geen problemen voorzien in de toekomstige bezetting.

c) ICT

Bij het criterium ICT is getoetst of de migratie per begin oktober kan worden uitgevoerd. Daarvoor dienen de ICT-systemen tijdig operationeel te zijn.

Dit betekent dat de benodigde applicaties correct dienen te werken en een werkende digitale berichtenuitwisseling met ketenpartners na de datum van migratie operationeel is op het CAK-platform.

De FAT, GAT zijn succesvol afgerond en gevalideerd door externe QA-experts.

De ketenpartners zijn van mijn voornemen tot overheveling per 1 januari 2017 op de hoogte gesteld en zijn daarvoor gereed. Hiervoor hebben succesvolle ketentesten plaatsgevonden. De systemen van het Zorginstituut dienen per 1 oktober 2016 over te gaan naar het datacentrum van het CAK. Het CAK host vanaf deze datum dan de burgerregelingen. Hiertoe is tussen het Zorginstituut en het CAK een hostingovereenkomst opgesteld. Deze overeenkomst is door beide partijen inhoudelijk akkoord bevonden en zal voor 1 oktober zijn getekend.

d) Organisatie Klantprocessen

Het criterium Organisatie Klantprocessen ziet op de waarborgen om de ICT-systemen succesvol te kunnen opstarten en uit te voeren. Hiertoe is het draaiboek organisatie opgesteld waarin een beschrijving is opgenomen van de gecontroleerde opstart van de uitvoering van de burgerregelingen op het ICT-systeem van het CAK. Dit draaiboek voorziet tevens in een vangnetconstructie tijdens de ICT-migratie. De vangnetconstructie betekent dat problemen tijdens de migratiefase eerst worden geanalyseerd op oplosbaarheid; indien dit niet het geval is, wordt het terugvalscenario gestart waardoor aanpassingen in de ICT-systemen ongedaan worden gemaakt als ware er geen aanpassingen aangebracht zijn op het ICT-systeem van het Zorginstituut. Daardoor kan de uitvoering van de regelingen door het Zorginstituut ongestoord worden gecontinueerd.

Aan alle vooraf vastgestelde criteria van de gereedheidstoets is voldaan. Ik zend u de resultaten van de gereedheidstoets ter vertrouwelijke kennisneming6.

Het oordeel van de Chief Information Officer

Ik heb de CIO van het Ministerie van VWS gevraagd om te bekijken of de overheveling van de burgerregelingen volgens de voorziene planning en fasering en op een verantwoorde manier kan plaatsvinden. De CIO heeft op basis van raadpleging van documenten en gesprekken met medewerkers van de betrokken organisaties een oordeel uitgebracht. De CIO heeft de focus gericht op het risicomanagement en de samenwerking rond de IT-component van de overheveling.

Het oordeel van de CIO is positief. De CIO geeft in zijn oordeel aan dat de organisaties aantoonbaar in control zijn en de criteria voor een «go» zijn gehaald. Er zijn nog een paar openstaande punten, maar deze zijn verklaarbaar en goed en op tijd oplosbaar. Zowel de QA-experts als de programmamanagers bevestigen dat de periode tot en met migratie op 1 oktober voldoende tijd geeft om de laatste zaken, die uit de testen kwamen, op te lossen.

Tevens wordt nog een proefmigratie uitgevoerd. De CIO acht de tijd en de genomen beheersmaatregelen dan ook voldoende om de daadwerkelijke migratie goed voor te bereiden en uit te voeren. Ik zend u het advies van de CIO ter vertrouwelijke kennisneming.

Betrokkenheid BIT

In mijn brief van 17 maart 20167 heb ik toegezegd om met het Bureau ICT Toetsing (BIT) in gesprek te gaan om te bezien welke meerwaarde (naast advisering door de CIO) het BIT kan bieden in de laatste fase van de overheveling en of zij haar toets snel zou kunnen uitvoeren, zonder aanvullende vertraging voor het project. Dit gesprek heeft in juni plaats gevonden. De CIO-office van VWS was daarbij ook aanwezig.

Tijdens het gesprek is door het BIT bevestigd dat de opdracht van het BIT zich richt op projecten waar de ICT-component meer dan € 5 miljoen beslaat. Dat is bij deze overheveling niet aan de orde. Daarnaast is duidelijk geworden dat de toetsing van het BIT zich richt op risico’s en slaagkans van projecten voor aanvang van een ICT-project of gedurende de looptijd van een al gestart ICT project. Daardoor kan bij het opstellen van een plan voor een ICT project of tijdens de uitvoering van een ICT-project nog rekening worden gehouden met de adviezen van het BIT. Tijdens de beginfase van de overheveling was het BIT nog niet ingesteld. De overheveling van de taken van het Zorginstituut naar CAK bevindt zich inmiddels in de eindfase, alleen de finale migratie van de systemen (begin oktober) en de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het Zorginstituut naar het CAK (per 1 januari a.s.) moeten nog plaatsvinden.

Op basis van het gesprek met het BIT heb ik daarom geconcludeerd dat toetsing door het BIT in deze fase geen toegevoegde waarde meer biedt naast de advisering van de CIO. Zoals hierboven al beschreven is de CIO nauw betrokken geweest bij de advisering over het go/no go besluit.

Volledigheidshalve meld ik u dat de CIO gedurende het hele proces betrokken is geweest. Gezien bovenstaande kom ik tot de conclusie dat de overheveling van de burgerregelingen van het Zorginstituut naar CAK per 1 januari 2017 verantwoord is.

Het commitment van beide bestuurders

De bestuurders van zowel het Zorginstituut als het CAK hebben in een gezamenlijke brief aan mij aangegeven dat ze er alle vertrouwen in hebben dat beide organisaties klaar zijn om de regelingen per 1 januari 2017 op een verantwoorde wijze over te hevelen. Als bijlage treft u de brief van beide bestuurders aan8.

Voorhangprocedure

De voorhangprocedure biedt uw Kamer de mogelijkheid om zich uit spreken over het voorgelegde ontwerpbesluit. De voordracht aan de Koning wordt ingevolge artikel XV, tweede lid, van Overhevelingswet, niet gedaan, indien uw Kamer besluit om niet in te stemmen met het voorgelegde ontwerpbesluit.

Vervolg proces

Indien uw Kamer geen aanleiding ziet om het voorgelegde ontwerpbesluit af te wijzen, zullen het Zorginstituut en het CAK daadwerkelijk starten met de ICT-migratie waarmee de transitie/bestuurlijke overheveling van de burgerregelingen van het Zorginstituut naar het CAK per 1 januari 2017 mogelijk wordt gemaakt.

Daarbij is ook belangrijk dat voor de betrokken medewerkers van het Zorginstituut de overheveling een einde zal betekenen van een periode van onzekerheid.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

De regelingen voor specifieke groepen burgers: verzekeringsplichtige onverzekerden, gemoedsbezwaarden, missionarissen, wanbetalers en de verdragsgerechtigden.

X Noot
2

De wet van 8 april 2016 tot wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten in verband met de overgang van een aantal taken van het Zorginstituut Nederland naar het CAK (Stb. 2016, nr. 173)

X Noot
3

Zie artikel XV, eerste lid, van de Overhevelingswet.

X Noot
4

Zie artikel XV, tweede lid, van de Overhevelingswet.

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
7

Kamerstuk 34 203, nr. 18

X Noot
8

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven