34 199 Voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits- en gaswet)

B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 31 augustus 2015

De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft in haar vergadering van 7 juli 2015 kennisgenomen van het voorgehangen ontwerpbesluit elektriciteit en gas2

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Minister op 13 juli 2015 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 27 augustus 2015 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Minister van Economische Zaken

Den Haag, 13 juli 2015

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft in haar vergadering van 7 juli 2015 kennisgenomen van het voorgehangen ontwerpbesluit elektriciteit en gas3 (hierna: ontwerpbesluit). De commissie is van mening dat sprake is van een voorhang met een prematuur karakter, nu de bepaling waarop de voorhangprocedure is gebaseerd onderdeel uitmaakt van het wetsvoorstel Stroom4 (hierna: wetsvoorstel) dat momenteel nog in behandeling is bij de Tweede Kamer. Voorlegging van het ontwerpbesluit aan de Eerste Kamer in dit stadium acht de commissie dan ook een onjuiste en ongewenste procedurele volgorde. Voorts wenst zij, gelet op de inhoudelijke samenhang tussen genoemd wetsvoorstel en het ontwerpbesluit, zich het recht voor te behouden het ontwerpbesluit te betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel zodra dat de Eerste Kamer zal hebben bereikt. Naar verwachting zal dat plaatsvinden na de door u genoemde reactietermijn van 18 september 2015.

In verband hiermee verzoekt de commissie u ten aanzien van het voorgehangen ontwerpbesluit geen onomkeerbare stappen te zetten, met dien verstande dat het besluit niet formeel aan de Afdeling advisering van de Raad van State ter advisering wordt voorgelegd dan nadat het naar genoegen van de commissie is behandeld.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, A.M.V. Gerkens

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2015

Op 1 juli jl. heb ik u het ontwerpbesluit elektriciteit en gas (hierna: ontwerpbesluit) toegezonden in het kader van de voorhangprocedure die op dit ontwerpbesluit van toepassing is. In uw brief van 13 juli jl. heeft u aangegeven dat deze voorhang prematuur is, aangezien de bepaling waarop de voorhangprocedure is gebaseerd onderdeel uitmaakt van het wetsvoorstel Elektriciteits- en gaswet (hierna: wetsvoorstel) dat momenteel in behandeling is bij de Tweede Kamer. U wilt het ontwerpbesluit betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel door de uw Kamer. Tot slot verzoekt u om geen onomkeerbare stappen te zetten, zoals het ter advisering voorleggen van het ontwerpbesluit aan de Raad van State, voordat het ontwerpbesluit door uw Kamer is behandeld.

Het wetsvoorstel en het ontwerpbesluit kennen een krap tijdspad. Tijdige inwerkingtreding is van groot belang voor het halen van de doelstellingen uit het Energieakkoord, zoals streven van het kabinet om 16% hernieuwbare energieopwekking te realiseren in 2023. Het wetsvoorstel en het ontwerpbesluit regelt verschillende zaken ten aanzien van het aansluiten van de voorziene windparken op zee en op land, die bijdragen aan het behalen van deze doelstelling.

Naar aanleiding van uw brief stem ik in met het opschorten van de voorhangtermijn tot de start van de behandeling van het wetsvoorstel door uw Kamer. Op deze wijze kunt u het ontwerpbesluit gezamenlijk behandelen met het wetsvoorstel. Echter, wanneer de procedure van het ontwerpbesluit wordt stilgelegd tot het wetsvoorstel door uw Kamer in behandeling is genomen komt de tijdige inwerkingtreding in het geding. In dat geval zou het ontwerpbesluit eerst na behandeling van het wetsvoorstel door uw Kamer voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State kunnen worden voorgelegd. Daarmee gaat kostbare tijd verloren en kan het Energieakkoord niet worden uitgevoerd. Om deze reden acht ik het tijdig voorleggen van het ontwerpbesluit voor advisering aan de Afdeling advisering van de Raad van State van groot belang. Naar mijn mening is dit geen onomkeerbare stap omdat het ontwerpbesluit tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer nog niet is vastgesteld en in het ontwerpbesluit wijzigingen naar aanleiding van uw behandeling van het ontwerpbesluit kunnen worden aangebracht. Om deze reden zal ik het ontwerpbesluit direct na aanvaarding van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aan de Raad van State voorleggen.

De Minister van Economische Zaken H.G.J. Kamp


X Noot
1

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Ester (CU), Postema (PvdA), Van Strien (PVV), Vos (GL), Kok (PVV) (vicevoorzitter), Bruijn (VVD), Gerkens (SP) (voorzitter), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Dercksen (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Van Kesteren (CDA), Krikke (VVD), Meijer (SP), Pijlman (D66), Prast (D66), Van Rij (CDA), Van Rooijen (50PLUS), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Verheijen (PvdA), Vreeman (PvdA)

X Noot
2

Kamerstukken I 2014/15, 34 199, A.

X Noot
3

Kamerstukken I 2014/15, 34 199, A.

X Noot
4

Kamerstukken II 2014/15, 34 199, 2.

Naar boven