34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 december 2015

In de vergadering van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 van 8 december jl. was de memorie van antwoord met betrekking tot wetsvoorstel 34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten aan de orde.

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 11 december 2015 een brief gestuurd.

De Staatssecretaris heeft op 14 december 2015 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMIISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 11 december 2015

In de vergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 december jl. was de memorie van antwoord met betrekking tot wetsvoorstel 34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten aan de orde. De commissie dankt u voor de gegeven antwoorden. Bij de commissieleden bestaat er nu wel een beeld van de diverse in te zetten instrumenten bij het bevorderen van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten, breder dan alleen de nu te harmoniseren instrumenten, maar toch blijven de leden met de vraag zitten welke opties voorliggen, en met welke tijdshorizon, wanneer een arbeidsbeperkte zich bij enig loket meldt.

Graag zouden zij schematisch in een stroomschema duidelijk willen zien wie voor wat en tot welke datum een tegemoetkoming ontvangt, wanneer diverse categorieën arbeidsbeperkten zich melden bij gemeenten, UWV of wanneer een match gevonden wordt met een werkgever.

De commissie heeft de nadere procedure een week aangehouden tot 15 december 2015 en ontvangt graag uiterlijk maandag 14 december 2015 het gevraagde stroomschema.

Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.H.G. Rinnooy Kan

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2015

Bij brief van 10 december jl. verzocht de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van uw Kamer naar aanleiding van de memorie van antwoord bij bovenvermeld wetsvoorstel en de procedurevergadering van 8 december jl. om via een stroomschema een schematisch inzicht te bieden in wie voor wat en tot welke datum een tegemoetkoming ontvangt, wanneer diverse categorieën arbeidsbeperkten zich melden bij gemeenten, UWV of wanneer een match gevonden wordt met een werkgever. De commissie ontvangt graag uiterlijk maandag 14 december 2015 het gevraagde stroomschema.

In de bijlage bij deze brief treft u de gevraagde informatie aan.

Ik vertrouw er op dat deze informatie uw Kamer in staat stelt de behandeling van het wetsvoorstel nog in 2015 plenair te kunnen afronden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Bijlage

De commissie SZW van de Eerste Kamer heeft verzocht om een schematisch inzicht te bieden in wie voor wat en tot welke datum een tegemoetkoming ontvangt, wanneer diverse categorieën arbeidsbeperkten zich melden bij gemeenten, UWV of wanneer een match gevonden wordt met een werkgever.

Naar aanleiding van de vraag van de commissie wordt hieronder eerst inzichtelijk gemaakt welke instrumenten in de tijd wettelijk beschikbaar zijn voor mensen uit de doelgroep banenafspraak. Daarna wordt inzicht geboden in de ondersteuning die gemeenten (voor mensen uit de Participatiewet) of UWV (voor mensen met een Wajongachtergrond) kunnen bieden.

1. Overzicht instrumenten in de tijd

Onderstaand schema bevat een overzicht van instrumenten in de tijd die wettelijk beschikbaar zijn voor mensen uit de doelgroep banenafspraak met een Wajong-achtergrond of die vallen onder de Participatiewet (P-wet).

instrument

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Vanaf

2021

A. Nieuw beleid

1: No-riskpolis1

Tijdelijke regeling VNG-UWV (P-wet) of Wajong

Uniform

Uniform

Uniform

Uniform

Uniform

Hangt af van evaluatie in 2019

2: Premiekorting (wetsvoorstel

34 194)/

Loonkosten

voordeel (wetsvoorstel 34 304)

Ongelijk:

niet voor mensen in P-wet)

Uniform (PK)

Uniform (PK)

Uniform (LKV)

Uniform (LKV)

Uniform (LKV)

Vervalt,

evaluatie in 2019

         

3: Lage inkomens-

Voordeel

(wetsvoorstel

34 304)1

n.v.t.

n.v.t.

Bij 100–120% WML

idem

idem

idem

idem

B. Al ingezet beleid

             

4: Loonkosten-subsidie (P-Wet)1/

Loondispenssatie (Wajong)

Gemeente (P-Wet) of UWV (Wajong)

idem

idem

idem

idem

idem

idem

5: Jobcoach1

Afspraken UWV en gemeente

mogelijk

idem

idem

idem

idem

idem

idem

6: Andere voorzieningen1

(bijv. aanpassing werkplek)

Gemeente (P-Wet) of UWV (Wajong)

idem

idem

idem

idem

idem

idem

X Noot
1

Deze instrumenten zijn ook beschikbaar voor mensen in beschut werk op grond van de Participatiewet

Toelichting:

  • Het schema geeft onder A inzicht in de wijzigingen van wetsvoorstel harmonisatie instrumenten Participatiewet (34 194) en de samenhang met wetsvoorstel tegemoetkomingen loondomein (34 304) en voor de volledigheid onder B in de al bestaande instrumenten2.

  • Wetsvoorstel 34 194 voorziet in een uniforme no-riskpolis voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk (regel 1) en een gelijke mobiliteitsbonus (premiekorting) van 2.000 euro (regel 2). Het wetsvoorstel kent een horizonbepaling van vijf jaar en een evaluatie na drie jaar.

  • Wetsvoorstel 34 304 (wet tegemoetkomingen loondomein) voorziet vanaf 1 januari 2018 in omzetting van de premiekortingen in een systeem van loonkostenvoordelen (regel 2). Deze omzetting lost de verzilveringsproblematiek voor kleine bedrijven op, met behoud van doel en strekking van de premiekortingsregelingen. De werking van het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak loopt in 2021 af. Het wetsvoorstel Wtl is aanhangig bij de Eerste Kamer.

  • Wetsvoorstel 34 304 voorziet verder vanaf 1 januari 2017 in het lage-inkomensvoordeel (LIV, regel 3) bij werknemers, ook in beschut werk, die tussen 100 en 120% van het WML verdienen en tenminste 1.248 uur per jaar werken. Het LIV is structureel. Vanaf 2021 geldt het LIV structureel voor werknemers uit de doelgroep banenafspraak en beschut werk die aan deze voorwaarden voldoen. Bij de behandeling van wetsvoorstel 34 304 heeft het kabinet erkend dat het LIV verschillend uitwerkt op de doelgroep banenafspraak omdat Wajongers met loondispensatie niet het WML verdienen. Het kabinet heeft de Tweede Kamer toegezegd het verschil vanaf 2021 nadrukkelijk te zullen betrekken bij de voorziene tussenevaluatie in 2019 van de instrumenten uit het wetsvoorstel Wet harmonisatie instrumenten Participatiewet. Doel is om te bezien op welke wijze het systeem voor de doelgroep banenafspraak geharmoniseerd kan worden.

NB. Voor de premiekortingen, het LIV en de loonkostenvoordelen (LKV’s) is een regelhulp in ontwikkeling, die het voor werkgevers inzichtelijk maakt waar zij recht op hebben en met ingang van wanneer.

Daarnaast zijn de werkgeversservicepunten in de 35 arbeidsmarktregio’s van belang, waarmee werkgevers geholpen kunnen worden. In de arbeidsmarktregio’s werken sociale partners, UWV en gemeenten samen onder leiding van de centrumgemeente. Zij werken daarbij onder meer samen aan de werkgeverdienstverlening in het regionale werkgeversservicepunt.

Gemeenten kunnen mensen uit de Participatiewet die niet tot de doelgroep banenafspraak behoren omdat zij een productiviteit boven WML hebben zonder wettelijke inperking ondersteunen met het reguliere instrumentarium. Te denken valt aan re-integratietrajecten, scholing, sollicitatietrainingen, tijdelijke vormen van loonkostensubsidie, een proefplaatsing, participatieplaatsen, enzovoorts. Daarnaast kunnen gemeenten werkvoorzieningen inzetten. Werknemers die met een voorziening WML kunnen verdienen, kunnen aanspraak blijven maken op die voorziening (op grond van artikel 35 van de WIA).

2. Schema verantwoordelijkheid Participatiewet en Wajong

Onderstaand schema biedt inzicht in de ondersteuning die gemeenten (voor mensen uit de Participatiewet) of UWV (voor mensen met een Wajongachtergrond) kunnen bieden.

Toelichting:

  • Gemeenten en UWV zijn op grond van de wet verantwoordelijk voor de arbeidsondersteuning (re-integratie) van mensen uit de doelgroep Participatiewet (gemeenten) of Wajong, met recht op Wajong van vóór 2015 (UWV).

  • Gemeenten en UWV zetten instrumenten in binnen de wettelijke kaders en, wat betreft gemeenten, de kaders van de gemeentelijke verordening voor de doelgroep Participatiewet (gemeenten) of voor Wajongers met recht op Wajong van vóór 2015 (zittend bestand Wajong, UWV).

  • Wanneer iemand uit de doelgroep in dienst komt bij een werkgever zijn voor de werkgever dus diverse instrumenten denkbaar, zoals een no-riskpolis, premiekorting/loonkostenvoordeel, loonkostensubsidie, jobcoach of andere voorzieningen. De wijze waarop de arbeidsondersteuning en inzet van instrumenten in concrete situaties plaatsvindt is verder in hoge mate maatwerk (afhankelijk van de omstandigheden en mogelijkheden).

  • Matching: de Staatssecretaris van SZW heeft in haar brief van 27 november aan uw Kamer inzake maatregelen vereenvoudiging Participatiewet en Wet banenafspraak aandacht besteed aan het werkproces rond matching. In de regio blijkt het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van mensen met een beperking vaak nog lastig te verlopen. Met VNG, UWV en sociale partners is afgesproken dat professionals van gemeenten en UWV, werkgevers en private bemiddelaars gezamenlijk werkprocessen onder de loep gaan nemen om uit de praktijk te leren hoe de werkprocessen in de regio meer efficiënt ingericht kunnen worden. En die kennis vervolgens voor alle arbeidsmarktregio’s beschikbaar te stellen. Specifieke aandacht gaat uit naar het stimuleren van regionale Werkbedrijven om profielen van werkzoekenden beschikbaar te stellen. Doel is de plaatsing van mensen met een arbeidsbeperking te versnellen en te versimpelen.


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Ten Hoeve (OSF), Ester (CU) (vice-voorzitter), De Grave (VVD), Hoekstra (CDA), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Kok (PVV), Kops (PVV), Dercksen (PVV), Don (SP), Jorritsma-Lebbink (VVD), Van Kesteren (CDA), Krikke (VVD), Lintmeijer (GL), Meijer (SP), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Rinnooy Kan (D66) (voorzitter), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), Vreeman (PvdA)

X Noot
2

Op de samenhang tussen onderhavig wetsvoorstel en het wetsvoorstel Wtl is uitvoerig ingegaan in de brief van 28 september 2015 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2015/16, 34 194, nr. 19).

Naar boven