34 152 Experiment debat Europese Raad

Nr. 2 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 20 januari 2016

Het presidium heeft bij brief van 14 december 2015 een evaluatie ontvangen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) over de door het presidium aan het BOR gevraagde evaluatie van het experiment plenair terugblikdebat Europese Raad. Het presidium legt de resultaten van de evaluatie hierbij aan de Kamer voor.

De conclusie luidt als volgt.

De evaluatie wijst uit dat het plenair terugkijkdebat geen meerwaarde heeft ten opzichte van de reeds bestaande mogelijkheid van een regulier debat om terug te blikken op de Europese Raad. De commissie adviseert om geen nieuwe debatvorm op te nemen in het Reglement van Orde.

Het presidium heeft de evaluatie besproken in haar vergadering van 20 januari 2016.

Het presidium stelt u voor in te stemmen met het voorstel om het plenair terugblikdebat niet apart op te nemen in het Reglement van Orde.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, R.G.K. Voss

EVALUATIE EXPERIMENT PLENAIR TERUGBLIKDEBAT EUROPESE RADEN

Inleiding

Op advies van de commissie voor de Werkwijze heeft het presidium aan de Tweede Kamer voorgesteld tot aan het zomerreces 2015 een experiment plenair terugblikdebat Europese Raden te houden. Op 12 februari 2015 heeft de Kamer overeenkomstig dit voorstel besloten.1 Doel van het experiment was om na afloop van een Europese Raad in een plenair debat terug te blikken op de resultaten van die Europese Raad en de mogelijke gevolgen van de genomen besluiten voor het nationale beleid. Bij het plenair terugblikdebat kunnen de Minister-President en Minister van Buitenlandse Zaken verantwoording afleggen over de resultaten van de top en specifiek over hun inzet. De Tweede Kamer kan laten zien dat zij Europese aangelegenheden zeer serieus neemt. Belangrijke randvoorwaarde is dat de plenaire vergadering niet extra mag worden belast. Er zijn aparte regels afgesproken voor de vorm van het plenaire terugblikdebat.2

Het presidium heeft bepaald dat het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) het experiment zal evalueren. Aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie zal worden bezien of er aanleiding is deze debatvorm een plaats te geven in het Reglement van Orde (RvO). In deze notitie leest u de resultaten van het onderzoek van het BOR.

Conclusie

Het BOR heeft geen betrouwbare evaluatie kunnen doen, omdat er in de experimentperiode slechts één plenair terugblikdebat heeft plaatsgevonden en de respons op de uitgezette vragenlijst bij betrokken Kamerleden erg laag was (11%, d.w.z. 2 van de 19). Op basis van de twee reacties die zijn ontvangen luidt de conclusie dat het plenair terugblikdebat geen meerwaarde heeft ten opzichte van de reeds bestaande mogelijkheid voor een regulier debat om terug te blikken op de Europese Raad. Aparte opname in het RvO lijkt daarmee overbodig.

Nadere toelichting

1 Verantwoording evaluatieonderzoek

Het BOR is allereerst nagegaan welke terugblikdebatten op basis van de daarvoor geldende regels3 hebben plaatsgevonden in de periode februari-juli 2015 en welke leden daarbij betrokken waren. Deze feiten staan in paragraaf 2.

Op basis daarvan heeft het BOR een beknopt appreciatie-onderzoek gehouden onder de deelnemers4 aan de drie debatten5 over de Europese Raad, die zijn gehouden in de experimentperiode. Deze deelnemers hebben per email een vragenlijst met vier vragen ontvangen. In de bijlage is de vragenlijst opgenomen.

Er is aan 19 Kamerleden gevraagd om de vragenlijst in te vullen. Slechts twee leden hebben de vragenlijst ingevuld (11%). De resultaten daarvan staan in paragraaf 3. Er is eenmaal een rappel verstuurd, met het verzoek de vragenlijst alsnog in te vullen. Hierop hebben twee Kamerleden laten weten de vragenlijst niet te kunnen invullen wegens drukke agenda. De overige 15 Leden hebben niet gereageerd.

Het BOR heeft geen betrouwbare evaluatie kunnen doen, omdat er in de experimentperiode slechts één plenair terugblikdebat heeft plaatsgevonden en de respons op de uitgezette vragenlijst bij betrokken Kamerleden erg laag was. De resultaten moeten dan ook in dat licht gelezen worden.

2 De feiten op een rij

Er heeft in de periode februari-juli 2015 één plenair terugblikdebat over de Europese Raad plaatsgevonden op 24 maart 2015, zie tabel hieronder.

Het geplande parlementaire terugblikdebat op 30 juni 2015 is op verzoek van het lid Klaver, omgezet in een «volwaardig» plenair debat.

Bron: Handelingen II 2014/15, nr. 102, item 8

* Bron: Handelingen Tweede Kamer

Conclusie

Tien Kamerleden hebben bij het (enige) terugblikdebat op 24 maart 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 66, item 18) het woord gevoerd. Zes van hen hebben ook het woord gevoerd bij een gewoon debat over de Europese Raad in de experimentperiode.

Twee van deze zes Tweede Kamerleden hebben zowel het woord gevoerd bij het enige terugblikdebat op 24 maart 2015, als ook bij de beide gewone debatten over de Europese Raad die in de experimentperiode hebben plaatsgevonden.

3 Het schriftelijk appreciatieonderzoek

Antwoorden op schriftelijke vragen appreciatieonderzoek

Appreciatie plenair terugblikdebat:

«De opzet van het debat was goed, maar het verslag aan het begin overlapt met het verslag dat de Kamer per brief al ontvangt. Ik zie geen noodzaak om standaard een terugblikdebat in te plannen. Het lijkt mij goed om naar aanleiding van het verslag dat de regering naar de Kamer stuurt per Raad te inventariseren of een debat gewenst is.»

Geen meerwaarde ten opzichte van regulier debat:

«De Kamer heeft altijd al de mogelijkheid om een regulier debat naar aanleiding van de Europese Raad aan te vragen indien daar behoefte aan is. Als het echt belangrijk is, zie de editie van februari over Griekenland, komt er toch wel een (normaal) plenair debat. Daarnaast stuurt de regering na elke Raad een brief met de uitkomsten. Daarmee heeft de Kamer mijns inziens genoeg instrumenten om effectief haar werk te kunnen doen.»

«Nee, het verslag dat per brief aan de Kamer wordt toegezonden volstaat. Of er naar aanleiding van dat verslag een debat wordt georganiseerd kan per Raad worden besloten.»

Wel/geen positieve ervaringen:

«Het Kabinet heeft de Kamer vaak al geïnformeerd, middels brief of op andere wijze, voordat het debat plaatsvindt. De verklaring biedt daarmee weinig toegevoegde waarde bovenop een «regulier» debat.»

«Het standaard inplannen van dit debat is overbodig.»

Plenair terugblikdebat opnemen in het Reglement van orde (RvO)

«Ik denk dat een standaard debat niet nodig zal zijn. Opname in de RvO is daarmee overbodig»

«Het is naar mijn mening niet noodzakelijk om standaard na elke Europese Raad een terugblikdebat te organiseren. Het lijkt mij goed om naar aanleiding van het verslag dat de regering naar de Kamer stuurt per Raad te inventariseren of een debat gewenst is.»

Conclusie

Op basis van de twee reacties die zijn ontvangen luidt de conclusie dat het plenair terugblikdebat geen meerwaarde heeft ten opzichte van de reeds bestaande mogelijkheid voor een regulier debat om terug te blikken op de Europese Raad. Aparte opname in het RvO lijkt daarmee overbodig.

BIJLAGE vragenlijst

  • 1. Hoe apprecieert u het plenaire terugblikdebat over de Europese Raad dat plaatsvond op 24 maart jl. en waar u het woord heeft gevoerd?

    (indien u op 24 maart 2015 het woord niet hebt gevoerd kunt u dat hieronder aangeven en verder gaan met vraag 2)

  • 2. Heeft het plenaire terugblikdebat voor u meerwaarde, vergeleken met een regulier plenair debat over de Europese Raad?

    • Ja

    • Nee

    (graag het juiste antwoord aanvinken)

    Zo ja, waarom?

    Zo nee, waarom niet?

    (graag een korte toelichting)

  • 3. Hoe apprecieert u de regels die gelden voor een plenair terugblikdebat, zie kadertekst hieronder?

Voorafgaand aan het plenaire terugblikdebat op 24 maart 2015 heeft de Voorzitter een korte instructie gegeven over de vorm waarin het plenaire terugblikdebat wordt gehouden:

Antwoord:

  • Positieve ervaring met deze regels

  • Geen positieve ervaringen met deze regels

(graag het juiste antwoord aanvinken)

Kunt u uw antwoord hieronder kort toelichten.

  • 4. Vindt u dat het plenair terugblik debat over de Europese Raad apart moet worden opgenomen als instrument in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer?

    • Ja

    • Nee

(graag het juiste antwoord aanvinken)

Kunt u uw antwoord hieronder kort toelichten.


X Noot
1

Handelingen II 2014/15, nr. 54, item 25

X Noot
2

Kamerstuk 34 152, nr. 1

X Noot
3

Kamerstuk 34 152, nr. 1

X Noot
4

Voor de namen van deze deelnemers zie de tabel in paragraaf 1 van deze notitie.

X Noot
5

Deze drie debatten bestaan uit één plenair terugblikdebat en twee gewone plenaire debatten over de Europese Raad.

Naar boven