34 128 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Strafrecht in verband met rechtsbescherming bij toegangsweigering, uitzonderingen op Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU 2008, L 348) en het herstel van enkele wetstechnische gebreken

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 september 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel I, onderdeel Eb, wordt onderdeel 2 vervangen door:

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

6. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt de beschikking op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 onder een beperking verband houdend met wetenschappelijk onderzoek, studie, lerend werken of uitwisseling in het kader van Europees vrijwilligerswerk bekendgemaakt binnen 60 dagen en kan die termijn niet worden verlengd.

2. Aan artikel I, onderdeel Ia, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

3. In het zevende lid wordt in de eerste volzin na «artikel 59, zesde lid» ingevoegd: , of artikel 59b, vijfde lid.

3. In artikel IIIa, wordt «artikel 6:2:10, derde lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafrecht» vervangen door: artikel 6:2:10, derde lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.

Toelichting

Onderdeel 1

Dit betreft een wetstechnische correctie. In de eerste nota van wijziging bij dit wetsvoorstel (Kamerstukken II, 2015/16, 34 128, nr. 7) was abusievelijk niet vermeld dat de toe te voegen bepaling dient te worden opgenomen als zesde lid van artikel 25 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000).

Onderdeel 2

Sinds de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Vw 2000 ter implementatie van de herziene Procedurerichtlijn en de herziene Opvangrichtlijn met ingang van 20 juli 20151 wordt in de Vw 2000 bij inbewaringstelling systematisch onderscheid gemaakt tussen vreemdelingen die rechtmatig verblijf hebben in het kader van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel en vreemdelingen die anderszins rechtmatig verblijf hebben gedurende een procedure. De eerste categorie, waarop de Opvangrichtlijn van toepassing is, is ondergebracht in het nieuwe artikel 59b, terwijl de tweede categorie ondergebracht bleef in artikel 59.

Artikel 59, zesde lid, en artikel 59b, vijfde lid, maken verlenging van de bewaring van deze categorieën rechtmatig verblijvende vreemdelingen mogelijk. Ingevolge de artikelen 84, aanhef en onder a, 94, zevende lid en 95, eerste lid, van de Vw 2000, staat, voor zover in deze context van belang, hoger beroep open tegen een besluit tot verlenging van een maatregel als bedoeld in artikel 59, zesde lid, van die wet. Abusievelijk is met de voornoemde wetswijziging niet geregeld dat ook hoger beroep openstaat tegen een verlenging van de bewaring op de voet van het nieuwe artikel 59b, vijfde lid. Dit leidt tot het ongewenste gevolg dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich onbevoegd dient te verklaren om van een dergelijk hoger beroep kennis te nemen.2 Door de voorgestelde wetswijziging wordt dit gecorrigeerd.

Onderdeel 3

In de bepaling die beoogt de eventuele samenloop met de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (kamerstuknummer 34 086) te regelen is abusievelijk verwezen naar het Wetboek van Strafrecht. De relevante bepaling zal worden opgenomen in het Wetboek van Strafvordering.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Wet van 8 juli 2015 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PbEU 2013, L 180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PbEU 2013, L 180), Stb. 2015, 292, in werking getreden met ingang van 20 juli 2015, Stb. 2015, 293.

X Noot
2

Uitspraak van 6 juni 2016 in zaak nr. 201602117/1 (www.raadvanstate.nl).

Naar boven