34 104 Langdurige zorg

Nr. 354 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2022

Hierbij stuur ik u, in aanloop naar het Commissiedebat van donderdag 21 april over gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg en de Wet langdurige Zorg, een verzamelbrief Langdurige zorg met daarin de volgende onderwerpen:

  • Evaluatie ambassadeursleergang gehandicaptenzorg

  • Korte reactie op het RVS-rapport: «Leven met het einde in zicht»

Evaluatie ambassadeursleergang gehandicaptenzorg

In het kader van het programma Volwaardig leven is door de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en de beroepsvereniging van professionals in sociaal werk (BPSW) een ambassadeursleergang ontwikkeld voor begeleiders (mbo en hbo) in de gehandicaptenzorg. Het gaat om begeleiders met een verzorgende/ verpleegkundige achtergrond of met een agogische opleiding. Tijdens de leergang ontwikkelen zij zich tot een ambassadeur die binnen en buiten de eigen organisatie kansen benut om het werk van begeleiders op de kaart te zetten en te verbeteren.

VWS heeft aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) opdracht gegeven om deze eerste leergang (afgerond in 2021) te evalueren. De ambassadeurs in opleiding zijn door de HAN gevolgd. Het eindrapport «Evaluatie ambassadeursleergang gehandicaptenzorg 2021» (bijgevoegd) is in februari 2022 verschenen1.

Op basis van de bevindingen van de HAN, zijn tijdens de looptijd van de 1ste leergang diverse aanpassingen in het programma aangebracht. In de zomer van 2021 is de 2de leergang van start gegaan met dit aangepaste programma. Daarmee zijn veel van de aanbevelingen overgenomen in de opzet van de leergangen. De meest actuele inzichten uit de evaluatie zullen in het programma voor komende leergangen aangebracht worden. Er staat een 3de leergang ingepland om zomer 2022 te starten.

In het evaluatierapport worden aanbevelingen gedaan voor beroepsverenigingen. Deze zijn onder meer gericht op de zichtbaarheid van beroepsverenigingen, voor de borging van kennis – o.a. door een online vind- en verzamelplek te creëren met informatie waarmee ambassadeurs ondersteund kunnen worden en nog meer zichtbaar zijn. Ook worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek, o.a. onderzoek naar de volgende leergangen. In het kader van de Toekomstagenda gehandicaptenzorg worden de aanbevelingen verder uitgewerkt.

RVS-rapport: «Leven met het einde in zicht»

De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) heeft op 9 maart 2022 een advies uitgebracht2: «Leven met het einde in zicht». Dit advies is het laatste deel van een tweeluik over beter samenleven en zorgen met de onontkoombare dood in het vooruitzicht. Het eerdere inspiratieadvies «Stervelingen -Beter samenleven met de dood»3 ging in op wat dit van de samenleving in bredere zin vraagt. Het onderhavige advies richt zich vooral op wat dit vraagt van de zorgsector.

In het advies pleit de RVS voor een bredere en eerdere inzet van palliatieve zorg voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn.

Hoewel een grote groep mensen leeft met de dood in zicht zonder te weten wanneer deze precies zal volgen, signaleert de Raad dat we hen nog niet altijd tijdig ondersteunen op een manier die aansluit bij vragen en behoeften van betrokkene(n). In Nederland beschikken we over een ruim en bijzonder goed ontwikkeld aanbod van palliatieve zorg, maar in de praktijk wordt dit aanbod nog te vaak pas ingezet als iemand terminaal is en nog maar kort te leven heeft. Bovendien lijkt dit aanbod nog niet altijd zijn weg te vinden naar andere delen van de zorg waarmee mensen in deze periode van hun leven in aanraking komen. In dit advies laat de Raad zien dat een vroege en brede benadering vanuit palliatief perspectief van grote waarde kan zijn. Het tijdig kiezen voor deze brede benadering, met bijzondere aandacht voor wat nodig is om leven toe te voegen aan de dagen ondanks de ontwrichtende confrontatie met de dood en het vaak onzekere perspectief, kan een grote bijdrage leveren aan welzijn en kwaliteit van het leven. Niet alleen professionals en vrijwilligers die in de palliatieve zorg werken, maar juist ook professionals van buiten de (palliatieve) zorg kunnen hier het verschil maken. Samen met patiënten en hun naasten. De Raad beoogt met dit advies bij te dragen aan het eerder gaan kiezen voor de brede benadering vanuit het palliatieve perspectief: niet meer exclusief voor terminale patiënten, maar juist als zorg en ondersteuning bij het leven dat volgt op een confrontatie met het levenseinde. En niet meer alleen vanuit de palliatieve zorg, maar juist ook vanuit andere delen van de zorg. Zodat een brede benadering vanuit palliatief perspectief daadwerkelijk deel uitmaakt van hoe we met elkaar leven en zorgen voor mensen met het einde in zicht.

In het Coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77) is aangegeven dat de palliatieve zorg wordt verbeterd bijvoorbeeld door aan de subsidieregeling «Palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging» voor versterking van hospices en ondersteuning van zorgnetwerken een tijdelijke impuls te geven. Daarnaast worden de middelen ingezet ten behoeve van het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II. Ik onderschrijf de conclusies van de RVS. Het rapport biedt waardevolle aanbevelingen voor het verbeteren van de palliatieve zorg. Voor het eind van het tweede kwartaal worden de plannen nader uitgewerkt in een brief aan de Tweede Kamer. De bevindingen uit het RVS-rapport zullen daarin worden meegenomen.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Zie bijlage. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Zie Kamerstuk 35 925 XVI nr. 168

Naar boven