34 104 Langdurige zorg

29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

Nr. 307 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2020

Met deze brief bied ik u het rapport aan van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de uitvoering door het CAK van zijn wettelijke taken over het verantwoordingsjaar 20191. De NZa rapporteert jaarlijks, op basis van artikel 16 van de Wet marktordening gezondheidszorg, over de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wettelijke regelingen door het CAK.

De hoofdpunten uit deze brief zijn:

  • De NZa constateert dat het CAK de gerapporteerde verbeterpunten, onzekerheden en onrechtmatigheden uit het toezichtsrapport 2018 van de NZa grotendeels heeft opgevolgd. Ook heeft het CAK de wettelijke regelingen, binnen de geldende normen en met uitzondering van enkele verdragsregelingen, rechtmatig uitgevoerd.

  • Het CAK heeft in 2019 een aantal goede stappen gezet om «in control» te komen, zoals het kantelen van de organisatie naar een op de wettelijke regelingen gebaseerde uitvoeringsstructuur. Doordat er sprake is van een omvangrijke meerjarige veranderopgave is de beoogde «in control» situatie nog niet bereikt door het CAK.

  • De NZa heeft de invoering van het abonnementstarief voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gemonitord vanaf mei 2020 en concludeert dat het CAK hard werkt om de achterstand die is ontstaan vanaf

  • 1 januari 2020 in te halen. Zo zijn voor 1 oktober 2020 alle gemeenten aangesloten op het nieuwe eigenbijdragesysteem en verwacht het CAK dat per ultimo 2020 alle Wmo-cliënten hun beschikkingen en facturen over 2020 hebben ontvangen.

  • Gelet op de bevindingen van de NZa heb ik het CAK gevraagd om de verbeterpunten uit het NZa-rapport over 2019 te betrekken bij het bredere veranderprogramma. Ik heb er vertrouwen in dat het CAK de benodigde veranderingen daadkrachtig oppakt en realiseert.

Bevindingen uit het NZa-rapport

Sinds 1 januari 2019 is de wettelijke taak van de NZa op de rechtmatige uitvoering door het CAK uitgebreid met het toezicht op de «burgerregelingen» en de «buitenlandtaak», zoals de regelingen voor wanbetalers en onverzekerden. Daarnaast rapporteert de NZa over haar onderzoek naar de rechtmatige en doelmatige uitvoering door het CAK van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wmo.

De NZa concludeert dat het CAK de verbeterpunten, onzekerheden en onrechtmatigheden uit het toezichtsrapport 2018 van de NZa grotendeels heeft opgevolgd. De NZa geeft hierbij aan dat niet alle punten op korte termijn volledig opgelost kunnen zijn, bijvoorbeeld als het gaat om ICT-veranderingen. Desalniettemin concludeert de NZa dat het CAK de wettelijke regelingen, binnen de geldende normen, rechtmatig heeft uitgevoerd. Een uitzondering daarop vormt de uitvoering van enkele verdragsregelingen. Voor enkele verdragsregelingen liggen (technische) wijzigingen voor. Dit is een complex en langdurig traject.

Het CAK handelt in opdracht van het ministerie vooruitlopend op deze (technische) wijzigingen.

Volgens de NZa heeft het CAK in 2019 en de eerste helft van 2020 een aantal goede stappen gezet om «in control» te komen. Verantwoordingsdocumenten zijn tijdig opgeleverd en in 2020 zijn stappen gezet om de organisatie te kantelen naar een op de wettelijke regelingen gebaseerde uitvoeringsstructuur. Het CAK heeft de beoogde «in control» situatie nog niet bereikt. Hiervoor is onder andere nodig dat het CAK de regeling-georiënteerde wijze van werken verder concretiseert, en geprioriteerd en met realistische deadlines uitvoering geeft aan het verbeteren van haar ICT-landschap en haar interne controles op een doelmatige wijze verankert.

De NZa geeft aan dat zowel het CAK als uitvoerder, als het Ministerie van VWS als opdrachtgever en eigenaar en de NZa als toezichthouder een taak hebben om ervoor te zorgen dat het CAK de bredere veranderaanpak op een goede wijze voortzet. Van belang hierbij is dat het CAK komt tot een realistische prioritering van de veranderactiviteiten.

Eigenbijdragesysteem

Op 1 januari 2020 had het nieuwe eigenbijdragesysteem voor de uitvoering van het abonnementstarief voor de Wmo operationeel moeten zijn bij het CAK. Dit is niet gelukt. Begin 2020 zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd om de oorzaak te onderzoeken. Sinds mei 2020 heeft de NZa vanuit haar toezichtsrol de opvolging van de aanbevelingen uit deze onderzoeken en de invoering van het eigenbijdragesysteem voor het abonnementstarief Wmo gemonitord. De NZa concludeert dat het CAK hard werkt om de achterstand die is ontstaan bij het opleggen van de eigen bijdrage Wmo vanaf 1 januari 2020 in te halen. Zo zijn voor 1 oktober 2020 alle gemeenten aangesloten op het nieuwe eigenbijdragesysteem en verwacht het CAK dat per ultimo 2020 alle Wmo-cliënten hun beschikkingen en facturen over 2020 hebben ontvangen. De NZa benadrukt hierbij de noodzaak van het realiseren van een stabiel en toekomstbestendig eigenbijdragesysteem voor de Wmo.

Tot slot

Het is positief dat het CAK vorderingen heeft gemaakt ten opzichte van het vorige toezichtsrapport. Zowel het CAK als het Ministerie van VWS onderschrijven de bevindingen in dit rapport. Deze bevindingen geven aan dat het CAK de juiste stappen aan het zetten is, maar er nog niet is. De benodigde veranderingen in de organisatie en de ICT zijn omvangrijk en vergen tijd. Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld is het verbeteren van de uitvoering van het CAK een meerjarig traject.2 Ook zal niet altijd alles in één keer goed gaan.

Ik heb het CAK gevraagd om de verbeterpunten uit het NZa-rapport over 2019 te betrekken bij het bredere veranderprogramma. De primaire focus in dit programma ligt op het op orde brengen van de uitvoering van de regelingen, zodanig dat het CAK «in control» komt en de uitvoering van de regelingen verbetert. Daarmee verwacht ik dat uiteindelijk de tevredenheid van cliënten over de uitvoering van de regelingen toeneemt.

Ik heb er vertrouwen in dat het CAK de benodigde veranderingen daadkrachtig oppakt en realiseert. Waar mogelijk zal ik het CAK ondersteunen door terughoudend te zijn met taakwijzigingen zodat het CAK zijn verandercapaciteit zoveel als mogelijk kan aanwenden voor zijn eigen veranderopgave.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 25 268, nr. 183.

Naar boven