34 104 Langdurige zorg

29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

L/ Nr. 225 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ter griffie van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 1 juni 2018.

Door of namens een van beide Kamers kan uiterlijk op 29 juni 2018 het besluit te kennen worden gegeven niet in te stemmen met het ontwerp, in welk geval geen voordracht voor de algemene maatregel van bestuur wordt gedaan, en niet eerder dan zes weken na het besluit van die Kamer een nieuw ontwerp aan de beide Kamers der Staten-Generaal kan worden overgelegd.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2018

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit1, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 tot verlaging van de vermogensinkomensbijtelling, verkorten van de overgangstermijnen voor de hoge en lage eigen bijdrage en de termijn waarover het CAK een eigen bijdrage mag opleggen en het introduceren van een abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen in de zin van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting2.

Deze wijzigingen zijn onderdeel van een breder pakket aan maatregelen, opgesteld om de stapeling van eigen betalingen in de (langdurige) zorg en ondersteuning tegen te gaan. Ook de maximering van bijbetalingen voor geneesmiddelen op € 250 per verzekerde per jaar en het bevriezen van het verplichte eigen risico op € 385 voor deze kabinetsperiode zijn onderdeel van dit pakket. In mijn brief van 17 november 2017 aan de Tweede Kamer heb ik het pakket aan maatregelen nader toegelicht.3 De regeling waarmee de bijbetalingen voor geneesmiddelen worden gemaximeerd wordt op korte termijn gepubliceerd in de Staatscourant. Voor de invoering van het abonnementstarief is een wetswijziging vereist, daarom kan de maatregel pas in 2020 volledig ingevoerd worden. In 2019 wordt, met dit ontwerpbesluit, een tussenvorm ingevoerd als eerste stap naar invoering van het toekomstige abonnementstarief.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure als opgenomen in 3.2.5, derde lid, van de Wet langdurige zorg en artikel 2.1.4, vijfde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State wordt voorgelegd.

Op grond van artikel 3.2.5, derde lid, van de Wet langdurige zorg geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan 4 weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Ingevolge artikel 2.1.4, vijfde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 geldt dat, indien een der Kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, er geen voordracht wordt gedaan en niet eerder dan zes weken na het besluit van die Kamer een nieuw ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal kan worden overgelegd.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van 1 januari 2019.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstukken 34 104 en 29 538, nr. 199

Naar boven