34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal

K VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 22 mei 2019

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 heeft kennisgenomen van de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 20 december 2017 waarbij hij het in zijn opdracht verrichte onderzoek naar de effecten van meertalig onderwijs aanbiedt.2

Naar aanleiding hiervan heeft de commissie de Minister op 19 januari 2018 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 22 mei 2019 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

Den Haag, 19 januari 2018

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 20 december 2017 waarbij u het in uw opdracht verrichte onderzoek naar de effecten van meertalig onderwijs aanbiedt.3 De commissie kan u laten weten dat zij tevreden is over de wijze waarop hiermee de motie-Nooren c.s.4 over toegankelijkheid van het basisonderwijs is uitgevoerd.

Voor wat betreft de motie-Bruijn c.s.5 over het taalbeheersingsniveau van de leraar merkt de commissie het volgende op. Het eerste verzoek in genoemde motie was «ernaar te streven dat scholen het keurmerk vvto aanvragen, gebaseerd op de landelijke standaard vvto, waarmee het benodigde opleidingsniveau van de leraren wordt verzekerd». In de brief van 20 december wordt een dergelijk keurmerk «een wenselijke en logische stap» genoemd. Toch voert blijkens dezelfde brief slechts 14% van de scholen een vvto-keurmerk. U vraagt daarom Nuffic om in beeld te brengen of de beschikbare keurmerken hanteerbaar zijn voor scholen, en of deze een bredere bekendheid kunnen krijgen. De commissie wordt graag te zijner tijd van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte gesteld.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. de Vries-Leggedoor

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2019

In mijn brief «Zicht op vroeg vreemdetalenonderwijs» heb ik aangekondigd Nuffic te vragen om in beeld te brengen of de beschikbare keurmerken voor vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) hanteerbaar zijn voor scholen en of deze een bredere bekendheid kunnen krijgen.6

In reactie op deze brief heeft u aangegeven graag te zijner tijd van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte te worden gesteld (uw kenmerk 162265.u).

Nuffic heeft inmiddels het onderzoek afgerond. Bijgaand vindt u het onderzoeksrapport7 dat als publicatie op rijksoverheid.nl wordt geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA) (voorzitter), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Van Strien (PVV), P. van Dijk (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Köhler (SP), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66) (vice-voorzitter), Bikker (CU), Klip-Martin (VVD), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Zandbrink (PvdA).

X Noot
2

Kamerstukken I 2017/18, 34 031, J.

X Noot
3

Kamerstukken I 2017/18, 34 031, J.

X Noot
4

Kamerstukken I 2015/16, 34 031, H.

X Noot
5

Kamerstukken I 2015/16, 34 031, G.

X Noot
6

Kamerstukken I 2017/18, 34 031, J.

X Noot
7

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 164983.

Naar boven