34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2015

Nr. 125 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2014

Van 15 tot en met 18 september jl. vond de 65e vergadering van de International Whaling Commission (IWC 65) plaats in Slovenië. Over de inzet voor deze conferentie heb ik uw Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 33 750 XIII, nr. 129). Met deze brief informeer ik u over de behaalde resultaten en de vervolgstappen die ik voornemens ben te zetten.

De Nederlandse delegatie heeft gehandeld overeenkomstig mijn wens om in te zetten op een discussie over het beëindigen van de inheemse walvisjacht en alternatieve inkomsten- en voedselbronnen voor inheemse volkeren. Verder heeft Nederland zo goed mogelijk invulling gegeven aan de drie moties van lid Ouwehand (Kamerstuk 28 286, nrs. 754, 756 en 763) welke zijn aangenomen tijdens het VAO Dierenwelzijn van 10 september jl. (Handelingen II 2013/14, nr. 107, item 3).

Ik ben van mening dat de conferentie succesvol is verlopen, omdat het is gelukt om een aantal belangrijke resoluties aan te nemen. Hierdoor kunnen een aantal beleidswijzigingen worden ingezet, waarmee opnieuw het belang van de IWC voor de bescherming van walvissen is aangetoond.

Quotum voor Groenland: aan striktere voorwaarden gebonden

Als één van de eerste agendapunten kwam de resolutie over inheemse jacht door Groenland – ingediend door Denemarken – aan de orde, als onderdeel van het pakket van twee resoluties en de onderbouwing van de voedingsbehoefte van Groenland. Dit pakket viel als onderdeel van Aboriginal Subsistence Whaling onder het eind 2011 door de EU-lidstaten met Denemarken/Groenland vastgestelde gemeenschappelijk EU-standpunt, het zogenaamde EU mandaat. Na een toelichting van Groenland op de benodigde lokale behoefte is na stemming het voorstel als pakket aangenomen. Hiermee is bereikt dat de inheemse walvisjacht door Groenland onder de regels van IWC is gebracht en is Groenland verplicht om hierover te rapporteren aan het wetenschappelijk comité van de IWC. Tevens is voorkomen dat Denemarken (en Groenland) geïsoleerd van de EU kwam te staan, waardoor het niet meer mogelijk was geweest om Denemarken bij andere agendapunten te laten handelen conform het EU mandaat (zoals vastgesteld voor IWC64, IWC65 en IWC66). Uiteindelijk is het vastgestelde quotum voor 2013–2018 voor het maximaal aantal walvissen dat Groenland mag vangen ten behoeve van de eigen voedselbehoefte een fractie lager (207) dan het oude quotum van 2008–2012 (211).

Resolutie van Monaco aangenomen over migratie van alle walvisachtigen: eerste stap naar onderbrengen alle walvisachtigen onder IWC-regiem

Het tweede belangrijke agendapunt betrof de resolutie van Monaco aangaande de migratie van alle walvisachtigen, groot en klein. Tijdens de vergadering kon geen consensus worden bereikt, omdat een groot aantal leden het niet eens is met het onderbrengen van alle walvisachtigen onder de werking van de IWC. Uiteindelijk is tijdens de stemming de resolutie aangenomen. Met de aanname van deze resolutie heeft de IWC besloten om met betrekking tot de migratie van alle walvissoorten de samenwerking aan te gaan met andere betrokken intergouvernementele organisaties. De IWC zal het initiatief nemen voor gegevensuitwisseling en onderzoek. Het belang van de aanname van deze resolutie is dat deze betrekking heeft op alle walvisachtigen en daarmee lijkt een eerste stap gezet in het onderbrengen van de kleine walvissoorten zoals dolfijnen onder de werkingssfeer van de IWC. Wetenschappelijke gegevens over de status van populaties van kleine walvisachtigen worden nu formeel met de IWC gedeeld. Nederland heeft tijdens de plenaire stemming deze resolutie ondersteund, dit overeenkomstig de motie hierover van het lid Ouwehand.

Nederlandse inbreng mbt veiligheid op zee en wens om alle walvisjacht op termijn te beëindigen

De eerste Nederlandse interventie was onder het agendapunt «veiligheid op zee» waar Japan, net als tijdens eerdere IWC-jaarvergaderingen, eenzijdig zicht gaf op enkele acties van Sea Shepherd-schepen, die deels onder de Nederlandse vlag varen. Nederland heeft hierop geantwoord dat dit agendapunt niet bij de IWC thuishoort maar bij de International Maritime Organisation waar de internationale regels voor scheepvaart worden opgesteld. Vervolgens riep Nederland op dat alle betrokken partijen zich aan de internationale regelgeving dienen te houden. De Nederlandse interventie was afgestemd met Nieuw-Zeeland, Australië en de Verenigde Staten die vergelijkbare verklaringen aflegden.

De tweede Nederlandse inbreng was onder het agendapunt waar gesproken werd over de activiteiten van het wetenschappelijk comité van de IWC en met name het Small Cetaceans Fund. Nederland zet in op een discussie over het beëindigen van de inheemse walvisjacht en alternatieve inkomsten- en voedselbronnen voor inheemse volkeren. Nederland heeft een bijdrage van € 85.000 aan dit fonds toegezegd en ziet graag dat deze bijdrage door de IWC wordt benut voor verder onderzoek naar kleine walvisachtigen, non-lethal methoden van onderzoek en aan het samen met betrokken partijen zoeken naar alternatieven voor inheemse jacht.

Resolutie Nieuw Zeeland aangenomen: wetenschappelijke jacht toetsen aan criteria ICJ (International Court of Justice m.b.t. uitspraak over Japans onderzoekprogramma in Stille Zuidzee)

Tijdens de laatste vergaderdag is de resolutie van Nieuw Zeeland over whaling under special permit in stemming gebracht, nadat het in de voorgaande dagen niet gelukt was om consensus te bereiken. De resolutie werd uiteindelijk aangenomen en houdt in dat er geen nieuwe onderzoeken mogen worden gestart zonder dat er vanuit het Wetenschappelijk Comité (SC) van de IWC een beoordeling heeft plaatsgevonden en dat de IWC op basis van de rapportage van dit comité heeft kunnen beoordelen of het nieuwe programma voldoet aan internationale regelgeving, waaronder de voorwaarden zoals gesteld in de uitspraak van het ICJ (Internationaal Gerechtshof, de uitspraak tegen onderzoeksprogramma Japan JARPAII).

Nederland heeft tijdens de vergadering deze resolutie ondersteund en heeft daarmee voldaan aan de uitvoering van de motie van lid Ouwehand. Dat deze resolutie is aangenomen is een belangrijke stap in het beperken van walvisjacht ten behoeve van het wetenschappelijke onderzoeksprogramma en heeft daarmee bijgedragen aan het succes van IWC 65.

Walvisreservaat in Zuidelijke Atlantisch Oceaan: onvoldoende steun

De laatste vergaderdag is ook benut om een aantal lopende discussies af te ronden. Een daarvan is de discussie over een reservaat voor walvissen in de Zuidelijke Atlantische Oceaan. Omdat het niet gelukt was om tot consensus te komen is hierover gestemd en hebben de EU-landen (inclusief Nederland) die partij zijn bij de IWC, dit voorstel ondersteund. Desondanks werd de benodigde meerderheid niet gehaald. De landen voor walvisjacht en de landen langs de Afrikaanse Westkust stemden tegen, omdat de instelling van het reservaat in dit gebied in hun optiek een beperking zou betekenen voor de walvisjacht en de (toekomstige) voedselvoorziening.

Resolutie Ghana m.b.t. uitbreiding walvisvaart: ingetrokken

Een tweede discussie betrof een resolutie voor voedselzekerheid ingediend door tal van Afrikaanse landen langs de Atlantische kust. Hoewel alle leden van IWC het belang van voedselzekerheid benadrukken, kon over de tekst zoals ingediend geen overeenstemming worden bereikt, omdat de huidige tekst impliceert dat als de noodzaak hiertoe aanwezig is er op walvissen mag worden gejaagd om te voorzien in de voedselbehoefte. Initiatiefnemer Ghana heeft op basis van de discussie het voorstel niet in stemming gebracht, en afgesproken is dat de dialoog hierover wordt voorgezet en het voorstel in aangepaste vorm tijdens IWC 66 wordt voorgelegd. Hiermee is in elk geval voorkomen dat de jacht op walvissen verder zou worden uitgebreid.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven