33 992 (R2034) Rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169 en Trb. 2014, 113)

33 990 Uitvoering van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169)

32 411 Voorstel van wet van de leden Bergkamp, Özütok en Van den Hul houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot toevoeging van handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond

35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

H1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2021

De reactie op uw brief van 12 mei 2021 inzake «Facultatieve protocollen mensenrechtenverdragen» kan tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

Uw Kamer stelt in de brief van 15 april 2021 vervolgvragen naar aanleiding van mijn eerdere brief op 17 maart 2021.2 Deze vervolgvragen hebben niet alleen betrekking op het facultatief protocol bij het VN-verdrag handicap, maar in het verlengde daarvan ook op de facultatieve protocollen bij het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR) en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (VN-Kinderrechtenverdrag). Daarom vergt een reactie op uw brief interdepartementale afstemming met mijn collega’s die voor deze verdragen (coördinerende) beleidsverantwoordelijkheid dragen. Deze afstemming is op 14 mei 2021, de door uw Kamer verzochte termijn, nog niet afgerond.

Ik zal u uiterlijk voor de zomer van 2021 mijn reactie doen toekomen.

De Minister voor Medische Zorg en Sport, T. van Ark


X Noot
1

Letter H heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 33 992 (R2034)

X Noot
2

Kamerstukken I 2020/21, 33 992 (R2034)/33 990/32 411/35 570 VI, G.

Naar boven