De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 3.1, eerste lid, komt te luiden:
Toelichting
Het wetsvoorstel verplicht het Rijk en de provincies tot het opstellen van een omgevingsvisie.
Voor gemeenten is gebruik van dit instrument vrijwillig. Met dit amendement wordt
dit instrument ook voor gemeenten verplicht, met daarbij de mogelijkheid om een dergelijke
visie in samenwerking met andere gemeenten vast te stellen.
De omgevingsvisie is integraal en bevat de strategische keuzes voor de lange termijn
welke wordt uitgewerkt in het omgevingsplan en omgevingsprogramma’s. Een dergelijke
strategische integrale visie is ook van belang op lokaal niveau. Dit amendement bevat
daarbij nadrukkelijk de mogelijkheid om omgevingsvisies op regionaal niveau, in samenwerking
met andere gemeenten te maken. Dit geeft gemeenten de mogelijkheid om in samenwerking
een integrale omgevingsvisie te maken voor het grondgebied van meerdere gemeenten.
Voor bouwers, ontwikkelaars en burgers is voorspelbaarheid van de overheid van belang.
Met een omgevingsvisie wordt het helder waar de gemeente haar prioriteiten legt. De
omgevingsvisie geeft een gewenste ontwikkelingsrichting aan voor de (midden)lange
termijn. Een omgevingsvisie daagt zo burgers en bedrijven uit deze visie mede gestalte
te geven. Het is daarmee een essentieel instrument in de overstap van toelatingsplanologie
naar uitnodigingsplanologie.
Aangezien bij de Tweede Nota van Wijziging (Kamerstukken 33 962 nr. 24) een nieuw artikel 3.2a aan het wetsvoorstel is toegevoegd dat regelt dat bij het
opstellen van omgevingsvisies rekening moet worden gehouden met een aantal in artikel
3.2a genoemde beginselen (voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen,
het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden
en het beginsel dat de vervuiler betaalt), wordt met dit amendement ook de doorwerking
van deze beginselen op de start van de beleidscyclus en visievorming op gemeentelijk
en regionaal niveau geborgd.
Een verplichte visie is per saldo geen extra last voor gemeenten. Het sluit immers
aan bij de huidige verplichte structuurvisie en het feit dat de meeste gemeenten ook
vrijwillige plannen hebben op het gebied van milieu, verkeer en vervoer, natuur en
water. Ook bij een verplichte omgevingsvisie is er dus een aanzienlijke reductie in
het aantal strategische plannen. Een verplichte gemeentelijke omgevingsvisie biedt
een waarborg voor de samenhang van het beleid voor de fysieke leefomgeving en kan
voorts onderbouwing bieden voor de begroting van de gemeente.
Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door wijziging van artikel 3.1, eerste
lid, van de Omgevingswet.
Dik-Faber Albert de Vries