33 910 Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2015

Op 19 december 2014 (Kamerstuk 33 910, nr. 22) heb ik uw Kamer, mede namens Staatssecretaris Dijksma, geïnformeerd over de erkenningen die ik op grond van de Regeling producenten- en brancheorganisaties heb verleend en over de afhandeling van nog lopende erkenningsaanvragen.

Met die brief heb ik invulling gegeven aan het eerste punt van de motie van de leden Geurts en Dijkgraaf (Kamerstuk 33 910, nr. 14) dat het kabinet verzocht om voor 1 januari 2015 de producenten- en brancheorganisaties te erkennen die daarom hebben gevraagd.

Ik informeerde uw Kamer dat de erkenning als brancheorganisatie van de brancheorganisaties Granen, Suiker en Aardappelen en overige producten nog niet konden worden afgegeven omdat zij nog niet aan alle erkenningsvoorwaarden voldeden.

De aanvragen van de drie brancheorganisaties waren in november 2014 al ingediend en volledig, maar voldeden inhoudelijk nog niet aan alle voorwaarden. De akkerbouwsector heeft om te voldoen aan de Europese vereisten moeten afzien van een erkenningsaanvraag voor de overkoepelende Brancheorganisatie Akkerbouw. Inmiddels heeft de akkerbouwsector voor de specifieke sectoren aparte brancheorganisaties opgericht op initiatief van de leden van de overkoepelende organisatie die de beroepsgroepen in die specifieke sector vertegenwoordigen. De brancheorganisaties streven doelen na die ook in de Europese verordening, Verordening (EU) Nr. 1308/2013, zijn opgenomen en die uiteindelijk moeten bijdragen aan versterking van de positie van primaire producenten.

Omdat de organisaties Granen, Suiker en Aardappelen voldoen aan alle erkenningsvoorwaarden heb ik besloten de organisaties te erkennen als brancheorganisaties.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven