Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2014
In de motie Geurts en Dijkgraaf (Kamerstuk 33 910, nr.14) wordt het kabinet verzocht voor 1 januari 2015 producenten- en brancheorganisaties
te erkennen die daarom hebben gevraagd.
In deze brief informeer ik, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken,
uw Kamer over de erkenningen die ik op grond van de Regeling producenten- en brancheorganisaties
heb verleend en over de afhandeling van nog lopende erkenningsaanvragen.
In totaal hebben negen organisaties een aanvraag voor erkenning ingediend waarvan
één organisatie als producentenorganisatie en de overige acht als brancheorganisatie.
Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) heeft om erkenning als producentenorganisatie
verzocht en de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK), Brancheorganisatie
Granen, Brancheorganisatie Suiker, Brancheorganisatie Aardappelen & overige producten,
ZuivelNL, Stichting OVONED, Stichting PLUIMNED, Stichting AVINED om een erkenning
als brancheorganisatie.
Voor de volgende vijf organisaties wordt erkenning voor 1 januari 2015 afgegeven:
aan POV als producentenorganisatie en aan ZuivelNL, SBK, OVONED en PLUIMNED als brancheorganisatie.
De erkenning is geldig tot en met 31 december 2020.
De erkende organisaties voldoen allen ruim aan de minimumeis die aan de omvang is
gesteld. Zo telt producentenorganisatie POV op dit moment zo’n 40% van de Nederlandse
varkenshouders tot haar leden. Ook de brancheorganisaties vertegenwoordigen alle vier
via de aangesloten organisaties een aanzienlijk deel van de beroepsgroepen die werkzaam
zijn in de diverse specifieke sectoren. De brancheorganisaties zijn als volgt samengesteld:
ZuivelNL bestaat uit LTO, NMV (Nederlandse Melkveehouders Vakbond) en NZO (Nederlandse
Zuivel Organisatie); SBK uit LTO, Nevedi en COV (Centrale Organisatie voor de Vleessector);
OVONED uit LTO, NOP (Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders), NVP (Nederlandse
Vakbond Pluimveehouders) en ANEVEI (Algemene Nederlandse vereniging van Eierhandelaren);
en PLUIMNED tenslotte uit LTO, NOP, NVP en NEPLUVI (Vereniging van de Nederlandse
Pluimveeverwerkende Industrie). Alle organisaties streven doelen na die ook in de
Europese verordening, Verordening (EU) Nr. 1308/2013, zijn opgenomen en die uiteindelijk
moeten bijdragen tot versterking van de positie van primaire producenten.
De erkenning als brancheorganisatie van Brancheorganisaties Granen, Suiker en Aardappelen
& overige producten is nog niet afgerond. Met de akkerbouwsector is intensief overleg
gevoerd over hoe aan de Europese eis dat een producenten- of brancheorganisatie is
opgericht in één specifieke sector in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening
(EU) Nr. 1308/2014 kan worden voldaan. Verwacht wordt dat de erkenningen medio januari
kunnen worden afgegeven, nadat deze organisaties de aanvragen aan de hiervoor genoemde
erkenningsvoorwaarde hebben aangepast.
Stichting AVINED heeft de aanvraag voor erkenning ingetrokken. De organisatie kwam
niet voor erkenning in aanmerking op grond van het feit dat de organisatie betrekking
had op twee specifieke sectoren, de sector eieren en de pluimveevleessector, en daardoor
niet aan voornoemde Europese eis voldoet. In plaats daarvan zal AVINED ondersteuning
gaan verlenen aan OVONED en PLUIMNED en als platform fungeren voor aangelegenheden
die zowel de pluimveevleessector als de sector eieren aangaan.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp