33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 197 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 17 mei 2022

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 15 december 2021 inzake het Jaarplan van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor 2022 (Kamerstuk 33 835, nr. 195).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 16 mei 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Geurts

Adjunct-griffier van de commissie, Goorden

1

Wat was de mortaliteit (waarvan registratie verplicht is volgens EU Richtlijn 2006/88) in de viskwekerijen in 2021 in Nederland, opgesplitst per vissoort?

Antwoord

Sinds 1 april 2021 is de Richtlijn 2006/88 niet meer van toepassing; deze is vervangen door de Diergezondheidsverordening 2016/429. Onder zowel deze verordening als de oude richtlijn 2006/88 ligt de registratieplicht van mortaliteit bij de bedrijven, en niet bij de toezichthouder. De NVWA houdt daarom geen register van mortaliteit in viskwekerijen bij. Wel controleert de NVWA of viskwekerijen de mortaliteit registreren en indien nodig melden. Melden kan bij een dierenarts (in het geval van abnormale sterftegevallen en andere symptomen van ernstige ziekte, of bij een sterk verlaagde productie bij dieren met onbekende oorzaak), of bij de bevoegde autoriteit (bij verdenking van ziekte).

2

Wat was de mortaliteit bij de geïnspecteerde transporten met levende vissen in 2021, uitgesplitst per diersoort?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 1. De NVWA houdt hiervan geen registratie bij.

3

Hoeveel transporten met levende vissen (die volgens de veterinaire EU Richtlijn 2006/88 allemaal moeten worden geregistreerd, evenals de mortaliteit tijdens transport) hebben er in Nederland plaatsgevonden in 2021 en hoeveel van deze transporten heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geïnspecteerd? Hoeveel van de geïnspecteerde transporten waren in overtreding, om welke overtredingen ging het en bij welke vissoorten?

Antwoord

De NVWA houdt toezicht op diertransporten, onder meer op transporten met levende vissen. De registratieverplichting voor het aantal transporten is van toepassing op bedrijven; de NVWA houdt hiervan geen registratie bij. De NVWA heeft in 2021 vijf inspecties op transporten met vissen uitgevoerd. Van deze 5 transporten zijn er vier akkoord bevonden; bij één transport is er een mondelinge waarschuwing afgegeven omdat de vervoerder geen transportvergunning bij zich had. Zie ook mijn antwoord op vraag 1.

4

Welke ziektes zijn gemeld bij viskwekerijen in 2021, betreffende welke vissoorten en bij hoeveel bedrijven? Hoeveel vissen waren ziek en hoeveel zijn door ziekte gestorven?

Antwoord

Er waren in 2021 in totaal 14 verdenkingen van visziekten in aquacultuurinrichtingen. Bij één particuliere vishouder heeft Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) uiteindelijk 14 dode koikarpers positief getest op de Koi Herpes ziekte (KHD). Bij de 13 andere visziekteverdenkingen testten de vissen negatief of er was bij nader onderzoek geen sprake van een visziekteverdenking.

5

Hoeveel palingkwekerijen zijn door de NVWA in 2021 gecontroleerd op het naleven van verdoofd slachten en in hoeveel gevallen werd er niet voldaan aan de verplichte verdoving? Wat is de sanctie geweest voor het betrokken bedrijf/de betrokken bedrijven die niet voldeden aan de verplichte verdoving en wat waren de sancties voor bedrijven die hier meermaals niet aan voldeden?

Antwoord

De NVWA heeft hierop in 2021 geen inspecties uitgevoerd.

6

Hoeveel levende krabben en kreeften zijn er in 2021 in Nederland gevangen voor consumptie?

Antwoord

Alle vissers dienen op basis van communautaire verplichtingen hun vangsten en aanlandingen te registreren. Op basis hiervan kan worden vastgesteld wat de jaarlijkse onttrekking door de visserij is. Een overzicht van deze aanlandingen voor kreeften en krabben in 2021 treft u hieronder aan.

Tabel: Aanlandingen voor kreeften en krabben in 2021

Aanlandingen kreeften en krabben

In kg

Kreeft

45.919

Langoustines

1.279.329

Noordzeekrab

552.937

Strandkrab

35.481

Chinese wolhandkrab

35.550

Europese spinkrab

12.777

7

Hoeveel levende krabben en kreeften zijn er in 2021 in- en uitgevoerd in Nederland? Hoeveel transporten van levende kreeften en krabben heeft de NVWA geïnspecteerd? Wat was de mortaliteit tijdens deze transporten, uitgesplitst per diersoort?

Antwoord

In 2021 zijn er 1248 zendingen krabben en kreeften met een totaal netto gewicht van 1.628.111,5 kg (aantallen onbekend) vanuit Nederland naar derde landen geëxporteerd met veterinaire exportcertificaten. Daarbij heeft de NVWA elke zending gekeurd voordat een exportcertificaat is verstrekt. Gegevens over mortaliteit zijn niet beschikbaar; de NVWA verzorgt keuringen van levende krabben en kreeften op het moment van export uit Nederland. In 2021 zijn er 453.329 krabben en kreeften en daarnaast 64 zendingen met een gewicht van 340.978 kg (aantallen onbekend) in Nederland ingevoerd. Hierbij zijn in totaal 481 dode dieren geconstateerd. Van de 481 dieren waren dit 391 krabben en 90 kreeften.

8

Hoeveel directe en indirecte financiële bijdragen vanuit de Nederlandse overheid en vanuit de EU ontving het Visbureau voor de promotie van visconsumptie in 2021?

Antwoord

Het Visbureau ontving in 2021 446.665,– euro aan directe en indirecte financiële bijdragen voor de promotie van visconsumptie.

9

Hoeveel directe en indirecte financiële bijdragen vanuit de Nederlandse overheid en vanuit de EU is er gereserveerd voor het Visbureau voor de promotie van visconsumptie in 2022?

Antwoord

Uw Kamer heeft recentelijk de motie Wassenberg aangenomen, waarin de regering wordt verzocht zich actief te verzetten tegen Europese subsidies voor de promotie van visconsumptie (Kamerstuk 33 450, nr. 87). De Nederlandse overheid reserveert in 2022 derhalve geen directe of indirecte financiële bijdragen uit de EU voor de promotie van visconsumptie.

10

Hoeveel ongewenste bijvangst van haaien was er in 2021?

11

Hoeveel ongewenste bijvangst van roggen was er in 2021?

Antwoord 10 en 11

In de tabel hieronder vindt u een overzicht van aanlandingen en geregistreerde teruggooi (discards) van de verschillende haaien- en roggensoorten in 2021.

FAO vissoortcode

Nederlandse naam

Status

Vangsten [in kg]

Rog

     

JDP

Pijlstaartrog

Aanlanding

164

RJC

Stekelrog

Aanlanding

241.993

RJC

Stekelrog

Discards

54.395

RJC

Stekelrog

Aanlanding ondermaats

9

RJC

Stekelrog

Discards ondermaats

22.548

RJH

Blonde rog

Discards ondermaats

7.819

RJH

Blonde rog

Aanlanding

63.126

RJH

Blonde rog

Discards

8.791

RJI

Zandrog

Aanlanding

15

RJM

Gevlekte rog

Discards

4.465

RJM

Gevlekte rog

Aanlanding

73.967

RJM

Gevlekte rog

Discards ondermaats

3.413

RJN

Grootoogrog

Aanlanding

36

Haai

     

DGS

Doornhaai

Discards

550

DGS

Doornhaai

Aanlanding

12

GAG

Ruwe haai

Discards

250

GAG

Ruwe haai

Aanlanding

1.101

SDS

Gevlekte gladde haai

Aanlanding

1.950

SMD

Gladde haai

Aanlanding

62.011

SYC

Hondshaai

Aanlanding

170.376

12

Hoeveel inspecties voerde de NVWA in 2021 uit naar de visserij (op zee en in havens), uitgesplitst per locatie? Hoe vaak werden daarbij overtredingen geconstateerd, welke overtredingen waren dit en welke sancties zijn opgelegd?

Antwoord

In onderstaande tabel vindt u het aantal inspecties dat de NVWA in 2021 heeft uitgevoerd naar de visserij, inclusief het aantal niet-akkoordbevindingen.

 

Aantal inspecties

Niet akkoord

Inspecties zeevisserij

1135

190

w.v. inspecties op zee

245

27

w.v. aanlandinspecties

343

42

w.v. overig

547

121

Kust- en binnenvisserij

332

66

TOTAAL

1467

256

De top 5 van overtredingen van inspecties op zee betreft: onjuiste markeringseisen vistuig, vissen met een verboden vistuig, vissen met een nauwmazig net; geen zeeflap en Elektronisch Registratie Systeeem (ERS) foutief bijhouden.

De top 5 van overtredingen van aanlandinspecties betreft: haven binnenvaren zonder toestemming; verkoop van visproducten zonder vrijgave; aanvoer van ondermaatse vis en de maatse vis; geen vooraankondiging ingestuurd; en onjuiste vangstopgave.

Van de zaken die in 2021 zijn ingestuurd naar het Openbaar Ministerie zijn nog geen afdoeningen/sancties bekend.

13

Hoeveel Nederlandse rederijen en boten varen in 2021 onder een buitenlandse vlag en waar varen deze rederijen en boten?

Antwoord

De Nederlandse overheid houdt geen administratie bij van activiteiten van buitenlandse vaartuigen. De Nederlandse overheid houdt informatie bij van die vaartuigen waarvan zij de vlaggestaat is.

14

Hoeveel hout wordt er jaarlijks geïmporteerd in Nederland? Hoeveel procent van het hout is er jaarlijks sinds 2015 geïnspecteerd? Hoeveel procent was gecertificeerd en hoeveel was illegaal, graag uitgesplitst per jaar?

Antwoord

De NVWA houdt geen informatie bij over de hoeveelheid hout of houtpulp die jaarlijks wordt geïmporteerd, dat doet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op basis van importgegevens van de Douane inspecteert de NVWA bedrijven risicogericht. Bij een inspectie worden een of meer zendingen hout geïnspecteerd, waarbij wordt gekeken of het bedrijf een goed werkend stelsel van zorgvuldigheidseisen heeft waarbij de kans op illegaal gekapt hout in de keten verwaarloosbaar is. Bedrijven hebben vaak vaste toeleveranciersketens en importeren meerdere zendingen vanuit dezelfde keten. Indien een zending akkoord is, dan is een groter percentage van het geïmporteerde hout dan alleen het gecontroleerde deel in die keten legaal.

15

Hoeveel houtpulp wordt er jaarlijks geïmporteerd in Nederland? Hoeveel procent van het pulp is er jaarlijks sinds 2015 geïnspecteerd? Hoeveel procent was gecertificeerd en hoeveel was illegaal, graag uitgesplitst per jaar?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 14.

16

Hoeveel viskwekerijen zijn in 2021 geïnspecteerd en wat waren de resultaten?

Antwoord

In 2021 zijn vijf inspecties uitgevoerd bij viskwekerijen. Bij deze inspecties zijn geen overtredingen geconstateerd.

17

Hoeveel vissers vissen in Natura 2000-gebieden, hoe vaak werden deze

vissers in de Natura 2000-gebieden gecontroleerd in 2021 en hoeveel

procent was in overtreding?

Antwoord

Er bestaan diverse Natura 2000-gebieden. De NVWA houdt niet bij hoeveel vissers daadwerkelijk in een bepaald Natura 2000-gebied vissen. De NVWA houdt toezicht op visreizen en daarbij wordt gekeken naar het respecteren van de wettelijke voorschriften conform de Visserijwet en, indien relevant, ook naar het respecteren van de wettelijke voorschriften conform de Natuurbeschermingswet. In 2021 zijn 73 inspecties specifiek te linken naar inspecties in relatie tot Natura 2000-gebieden. Van deze 73 inspecties zijn 21 inspecties niet akkoord bevonden. Het gaat daarbij met name over het ontbreken van de vereiste vergunningen, dan wel het niet voldoen aan de vergunningvoorwaarden.

18

Waarom betaalt een bedrijf voorbereidingstijd en reistijd voor NVWA-medewerkers in geval van permanent toezicht?

Antwoord

Een slachthuis met permanent toezicht betaalt per inspecteur van de NVWA per dag een starttarief. Het starttarief is voor de financiering van de kosten van reistijd voor dienstreizen en niet specifiek toerekenbare voorbereidende administratietijd. De reistijd voor dienstreizen is als gevolg van cao-afspraken werktijd, welke door de overheid ook deels financieel wordt gecompenseerd. Niet specifiek toerekenbare voorbereidende administratietijd heeft betrekking op werkoverleg en bijscholing over werkzaamheden op slachthuizen.

19

Hoe vaak zijn er sancties ingesteld na ontdekking van illegaal hout en welke sancties waren dit? Hoeveel procent van het geïmporteerde hout voldeed niet aan de Europese Houtverordening?

Antwoord

In 2021 zijn aan 20 bedrijven lasten onder dwangsom opgelegd ter voorkoming van herhaling van overtreding van de EU houtverordening. De hoogte van de last onder dwangsom is afhankelijk van de waarde van de geïmporteerde goederen. Hoeveel procent van het geïmporteerde hout niet voldeed, is niet na te gaan. De controle betreft een controle van de marktdeelnemer op het stelsel aan de hand van een of meerdere zendingen.

20

Wat is het percentage van de NVWA-medewerkers (zowel divisie Inspectie als Keuren bij de afdelingen dier) met een agrarische achtergrond?

Antwoord

De NVWA houdt niet op één plek de registratie bij van de agrarisch achtergrond van medewerkers. Wel zijn er functies binnen de NVWA waar een agrarische achtergrond (opleiding) wordt gevraagd. Voor de gehele NVWA betreft dit naar schatting circa 450 fte.

21

Hoe staat het met de uitvoering van de motie van de leden Beckerman en Wassenberg over strenge controle en handhaving op reptielenbeurzen (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 39)?

Antwoord

Conform de motie van de leden Beckerman en Wassenberg zal de NVWA in 2022 zeer geregeld inspecties uitvoeren op reptielenbeurzen. Daarnaast heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan de Wageningen University & Research (WUR) gevraagd een verkenning naar de risico’s van beurzen met dieren uit te voeren. Naast risico’s op het gebied van zoönosen zal ook worden gekeken naar risico’s op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid.

22

Waar bestaat het tekort aan personeel uit bij de NVWA? Om hoeveel fte gaat het en is er een plan om deze tekorten weg te werken?

23

Heeft tekort aan personeel ook invloed op de ontstane disbalans in de taken en middelen van de NVWA?

Antwoord 22 en 23

Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer op 16 oktober 2020 (Kamerstuk 33 835, nr. 171) geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek taken en middelen van de NVWA. In dit onderzoek wordt op taakniveau aangegeven welke tekorten er in fte zijn. Het takenpakket van de NVWA is in de afgelopen jaren sterk gegroeid, bijvoorbeeld door de Brexit en nieuwe wetgeving (zoals de Officiële Controle Verordening, de Plantgezondheidsverordening en de Animal Health Regulation). Bij keuringswerkzaamheden is sprake van stapeling van werkzaamheden die – in combinatie met een tekort aan dierenartsen – ertoe heeft geleid dat het uitvoeren van de verplichte werkzaamheden onder druk is komen te staan.

De middelen die voor deze kabinetsperiode meerjarig beschikbaar zijn gesteld om de disbalans tussen taken en middelen te verkleinen, worden door de NVWA in samenwerking met de Ministeries van LNV en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uitgewerkt in het jaarplan NVWA. Met deze financiële middelen kan de NVWA de tekorten aan fte wezenlijk terugbrengen. Daar waar het dierenartsen betreft, heeft de NVWA een uitgebreide wervingscampagne opgestart. Bij het opheffen van de disbalans zal er ook gekeken worden naar mogelijkheden om taken elders of op andere wijze te beleggen, bijvoorbeeld door de inzet van digitaal of tweedelijnstoezicht.

24

Kunt u schematisch weergeven wat het budget is van de NVWA per jaar voor de komende kabinetsperiode en waar het geld binnen de organisatie aan wordt besteed zoals nu gepland?

Antwoord

De agentschapsparagraaf in de begroting van het Ministerie van LNV voor 2022 (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 2) geeft het meerjarig inzicht in het budget en de besteding van de NVWA. In de tabel1 op pagina 85 staat het overzicht voor de jaren 2022 tot en met 2026. Hieruit blijkt dat de NVWA veruit het meeste geld besteedt aan salariskosten van personeel. Per jaar stelt de NVWA een jaarplan op met daarin de resultaten die de NVWA nastreeft in het betreffende jaar (zie Kamerstuk 33 835, nr. 195 voor het Jaarplan 2022 van de NVWA).

Aanvullend op de bestaande middelen heeft het kabinet via het coalitieakkoord extra middelen gereserveerd om de positie van de NVWA te versterken, te weten 30 miljoen euro in 2022 oplopend tot 100 miljoen euro structureel vanaf 2028. Zoals ik in mijn brief van 10 februari jl. (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 97) heb aangegeven wordt de ontwikkeling en verantwoording over de besteding van de extra middelen uit het coalitieakkoord onderdeel van de reguliere jaarplancyclus NVWA. In aanvulling op het Jaarplan van de NVWA voor 2022 wordt uw Kamer naar verwachting in het voorjaar geïnformeerd over de investeringen die op basis van de coalitieakkoordmiddelen nog in 2022 worden gedaan.

25

Is er al zicht op waar de extra middelen voor de NVWA uit het coalitieakkoord aan besteed zullen worden? Zijn hier al afspraken over gemaakt?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 24.

26

Kunt u verder toelichten wat wordt bedoeld met risico-acceptatie?

Antwoord

Een toezichthouder moet altijd zoeken naar een goed evenwicht tussen verschillende toezichtrisico’s, beleidswensen en beschikbare capaciteit. Het is van belang dat de toezichthouder – daar waar keuzes mogelijk zijn – deze goed kan uitleggen. De NVWA werkt daarom aan een afwegingskader om risico’s te kunnen afwegen en om de schaarse capaciteit zo optimaal mogelijk te kunnen inzetten.

Inherent aan toezicht houden is dat niet alle risico’s kunnen worden afgedekt. Het is belangrijk duidelijk te zijn over de grenzen die er zijn aan het werk van een toezichthouder en over welke risico’s we als maatschappij zullen moeten accepteren. In het Jaarplan van de NVWA is daarom ook een risicoparagraaf toegevoegd (pagina’s 6–8).

27

Hoeveel levende schelpdieren afkomstig van aquacultuurbedrijven zijn er in 2021 in Nederland getransporteerd, uitgesplitst per diersoort, en hoeveel transporten per diersoort zijn door de NVWA geïnspecteerd? Wat was de mortaliteit tijdens deze transporten?

Antwoord

De NVWA houdt geen gegevens bij van het transport van levende schelpdieren afkomstig van aquacultuurbedrijven. De NVWA heeft in 2021 geen transporten van schelpdieren geïnspecteerd.

28

Komt er een compensatie in het verminderen van het toezicht op dierenwelzijn op primaire bedrijven (inclusief houders van gezelschapsdieren) na corona?

Antwoord

Nee, in 2022 is geen compensatie van toezicht op dierenwelzijn voorzien.

29

Heeft de NVWA in haar jaarplan 2022 rekening gehouden met de wens van de Kamer (motie van de leden Beckerman en Wassenberg over strenge controle en handhaving op reptielenbeurzen, Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 39) om het toezicht op reptielenbeurzen te intensiveren?

Antwoord

Conform het verzoek in de motie Beckerman en Wassenberg zal de NVWA in 2022 zeer geregeld inspecties op reptielenbeurzen uitvoeren. Zie ook mijn antwoord op vraag 23 en 24.

30

Hoeveel caracals zijn er in de afgelopen drie jaar in beslag genomen?

Antwoord

Er zijn in de afgelopen drie jaar vier caracals in beslag genomen.

31

Zijn er in de afgelopen drie jaar Ashera katten in beslag genomen? Zo ja, hoeveel?

Antwoord

Er zijn in de afgelopen drie jaar geen Ashera katten in beslag genomen.

32

Hoe vaak zijn controleurs van de NVWA de afgelopen vijf jaar bedreigd, geïntimideerd en/of mishandeld tijdens hun werkzaamheden door fokkers van gezelschapsdieren?

Antwoord

In het meldingensysteem van de NVWA is de afgelopen vijf jaar één keer melding gedaan van bedreiging bij dit type bedrijven. Zoals mijn ambtsvoorganger met uw Kamer heeft besproken vindt de NVWA een veilig werkklimaat belangrijk en zorgt zij er in dit kader onder andere voor dat bestaande faciliteiten voor werknemers beter vindbaar en toegankelijk zijn. Zie ook de Kamerstukken 33 835, nrs. 182 en 194.

33

Hoe vaak zijn controleurs van de NVWA de afgelopen vijf jaar bedreigd, geïntimideerd en/of mishandeld tijdens hun werkzaamheden door werknemers van dierentuinen?

Antwoord

In het meldingensysteem van de NVWA komen de afgelopen vijf jaar geen incidenten voor waarbij inspecteurs van de NVWA zijn bedreigd of geïntimideerd door werknemers van dierentuinen, of waarbij werknemers van dierentuinen geweld tegen hen hebben gebruikt.

34

Hoe vaak hebben medewerkers van de NVWA bij controles van fokkers en houders van gezelschapsdieren de politie moeten inschakelen in de afgelopen vijf jaar?

Antwoord

In het meldingensysteem van de NVWA is in de afgelopen vijf jaar sprake van één geval waarin de marechaussee is ingeschakeld (op een luchthaven) in een conflict met een houder.

35

Hoe vaak is er de afgelopen drie jaar opgetreden tegen bedrijven die dieren verhuren?

Antwoord

De NVWA houdt in haar registratiesysteem niet apart bij of bedrijven dieren verhuren; deze informatie is daarom niet voorhanden.

36

Welke inzet heeft de NVWA in de afgelopen drie jaar getoond om het fokken van kortsnuitige honden tegen te gaan?

Antwoord

De NVWA heeft eind 2019 bij negen fokkers van kortsnuitige honden inspecties uitgevoerd als onderdeel van een pilot. Hierbij zijn de ouderdieren beoordeeld op de zes criteria die zijn opgesteld door de Universiteit van Utrecht (zie Kamerstuk 28 286, nr. 1039). Bij deze negen fokkers zijn zeven inspecties niet akkoord bevonden. Deze fokkers hebben een schriftelijke waarschuwing gekregen. De controles bij fokkers van gezelschapsdieren zijn in 2020 niet uitgevoerd vanwege de coronamaatregelen van het kabinet. Na het opstellen van een aanvullend ARBO-protocol zijn de controles naar aanleiding van meldingen en handhavingsverzoeken in 2021 weer hervat. In 2021 heeft de NVWA bij hondenfokkers 15 controles uitgevoerd gericht op artikel 3.4 Bhd. (fokken met gezelschapsdieren). Daarbij zijn zes overtredingen van dit artikel vastgesteld. Dit betrof vooral controles bij fokkers van kortsnuitige honden.

Naast inspecties verzorgt de NVWA voorlichting over dit onderwerp aan kopers van honden, fokkers en dierenartsen. Zo is in 2020 een informatiepakket voor fokkers en dierenartsen ontwikkeld over het Besluit Houders van dieren artikel 3.4, samen met het Expertise Centrum Genetica Gezelschapsdieren (ECGG), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) en de Raad van Beheer. Dit informatiepakket is verstuurd naar alle dierenartspraktijken voor gezelschapsdieren die op dat moment waren aangesloten bij de KNMvD.

37

Welke inzet heeft de NVWA in de afgelopen drie jaar getoond om het fokken van de Bambino Sphynx tegen te gaan?

Antwoord

De NVWA controleert of fokkers van katten voldoen aan artikel 3.4 (fokken met gezelschapsdieren) van het Besluit houders van dieren. De focus ligt hier op katten waarbij bewust geselecteerd wordt op schadelijke erfelijke kenmerken, zoals bij Bambino Sphynx. In 2019 is er één controle bij een kattenfokker van de Bambino Sphynx geweest. De controles bij fokkers van gezelschapsdieren zijn in 2020 niet uitgevoerd in verband met de coronamaatregelen van het kabinet. In 2021 is er ook één controle geweest bij een fokker van Bambino Sphynx katten.

Naast controles lag in 2021 in het kader van het project internettoezicht gezelschapsdieren de focus op handhavingscommunicatie voor aanbieders van katten. Adverteerders van de katten Bambino Sfinx, Munchkin, Scottish Fold of Scottish Fold kruisingen op Marktplaats.nl kregen een naleefbrief. Hierin stond informatie waarom er met bepaalde katten niet gefokt mag worden.

38

Welke inzet heeft de NVWA in de afgelopen drie jaar getoond om het fokken van de Munchkin kat tegen te gaan?

Antwoord

Er zijn de afgelopen drie jaar geen controles geweest bij fokkers van Munchkin katten. In 2021 hebben adverteerders van Munchkin katten op Marktplaats.nl een naleefbrief gekregen. Hierin stond informatie waarom er met bepaalde katten niet gefokt mag worden.

39

Welke inzet heeft de NVWA in de afgelopen drie jaar getoond om het fokken van de Scottish Fold tegen te gaan?

Antwoord

Er zijn de afgelopen drie jaar geen controles geweest bij fokkers van Scottish Fold katten. In 2021 hebben adverteerders van Scottish Fold katten op Marktplaats.nl een naleefbrief gekregen. Hierin stond informatie waarom er met bepaalde katten niet gefokt mag worden.

40

Welke inzet heeft de NVWA in de afgelopen drie jaar getoond om het fokken van de Dwelf kat tegen te gaan?

Antwoord

De NVWA heeft de afgelopen drie jaar geen inzet getoond om het fokken van de Dwelf kat tegen te gaan.

41

Welke inzet heeft de NVWA in de afgelopen drie jaar getoond om het fokken van de Lykoi kat tegen te gaan?

Antwoord

De NVWA heeft de afgelopen drie jaar geen inzet getoond om het fokken van de Lykoi kat tegen te gaan.

42

Hoeveel controles zijn er in de afgelopen drie jaar bij (commerciële) fokkers van knaagdieren uitgevoerd?

Antwoord

De Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) heeft tussen 1 januari 2019 en 31 december 2021 in totaal 41 inspecties uitgevoerd bij fokkers van knaagdieren.

43

Was de NVWA betrokken bij de totstandkoming van de afspraken die u heeft gemaakt met het Dolfinarium? Zo ja, hoe was de NVWA hierbij betrokken?

Antwoord

De NVWA voert bij het Dolfinarium alleen inspecties en keuringen uit op basis van wettelijke taken.

44

Wat is er in 2021 gedaan om de disbalans tussen taken en middelen bij de NVWA te verkleinen en wat heeft dit in kwantitatieve (fte en middelen) en kwalitatieve zin opgeleverd?

Antwoord

Voor 2021 is een aantal dringende risico’s ondervangen. Daarbij gaat het onder andere om aanvullende middelen voor:

  • Visduurzaamheid: als gevolg van de infractieprocedure door de Europese Commissie en om nieuwe ingebrekestellingen te voorkomen;

  • Versterking van het toezicht op de vleesketen;

  • Gemeenschappelijk Landbouwbeleid;

  • Implementatie van de nieuwe Official Control Regulation/Plant Health Regulation.

Mijn ambtsvoorganger heeft aangegeven dat de NVWA stap voor stap werkt aan het verbeteren van de organisatie, maar dat dit proces gebaat is bij zorgvuldigheid en dus tijd kost (Kamerstuk 33 835, nrs. 171 en 179). Het huidige kabinet versterkt de positie van de NVWA verder door een aanzienlijke publieke investering te doen in de taken van de NVWA. Zoals ik in mijn brief van 10 februari jl. (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 97) heb aangegeven, wordt de ontwikkeling en verantwoording over de besteding van de extra middelen uit het coalitieakkoord onderdeel van de reguliere jaarplancyclus NVWA.

45

Is de inzet op «productveiligheid» veel minder dan op andere aspecten? Zo ja waarom?

Antwoord

Ja. Voor productveiligheid geldt dat er sprake is van een diverse en zeer omvangrijke markt en daarmee van zeer verschillende incidenten. Daarnaast worden productieketens steeds complexer en internationaler, en groeit de internethandel. Vanwege de grote omvang en diversiteit van dit publieke belang, is de toezichtintensiteit per definitie relatief laag ten opzichte van andere publieke belangen.

Om deze problematiek (deels) het hoofd te kunnen bieden, moet de NVWA in dit domein steviger dan bij andere publieke belangen, inzetten op slimme en risicogerichte toezichtmethoden. Daarom wordt nu vooral ingezet op het op orde brengen van de basis daarvoor, waaronder het invoeren van specifiek interventiebeleid én het werken aan meer flexibiliteit in de inzet van laboratoria en inspecties. De ruimte die overblijft, wordt benut voor de afhandeling van meldingen (en ongevallenonderzoeken).

Via het Coalitieakkoord heeft het kabinet extra middelen gereserveerd om de positie van de NVWA te versterken, te weten 30 miljoen euro in 2022 oplopend tot 100 miljoen euro structureel vanaf 2028. Zoals ik in mijn brief van 10 februari jl. (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 97) heb aangegeven zal ik uw Kamer via de reguliere jaarplancyclus informeren over de investeringen die op basis van de coalitieakkoordmiddelen worden gedaan, zo ook over investering binnen het publiek belang productveiligheid.

46

Welke taken vallen er onder het toezicht op preventie van dierziekten en monitoring, afhandeling en bestrijding van dierziekten?

Antwoord

Onder toezicht op preventie van dierziekten vallen de bestemmingscontrole van zendingen uit andere lidstaten en het toezicht op de reiniging en ontsmetting van transportmiddelen; op erkende en geregistreerde inrichtingen waar levende producten worden gewonnen, geproduceerd, behandeld of opgeslagen; op erkende verzamelcentra en controleposten van dieren; op erkende broederijen; op erkende geconsigneerde inrichtingen; op erkende asiels en verzamelcentra voor honden, katten en fretten; op erkende primaire bedrijven; op erkende reinigings- en ontsmettingsplaatsen; op toegestane contacten binnen de varkenshouderij en het toezicht op van de omgeving geïsoleerde productie-inrichtingen voor hommels.

Onder monitoring, afhandeling en bestrijding van dierziekten en non-alimentaire zoönosen vallen de taken: monitoring van dierziekten; toezicht op de uitvoering van monitoringsverplichtingen; afhandeling en bestrijding van dierziekten en non-alimentaire zoönosen; contractenbeheer en inkoop van externe contractpartijen voor de dierziektebestrijding en monitoring; het permanent operationeel zijn van het NVWA Incident- en Crisiscentrum (NVIC); het afhandelen van verdenkingen en meldingen van aangifteplichtige dierziekten, inclusief non-alimentaire zoönosen; verlenen en toezicht van erkenningen veterinaire testmethoden Regeling erkenning veterinaire laboratoria; risk assessments en databeheer nationale en internationale dierziektemeldingen; rapportages en data-analyses voor internationale (dier)gezondheidsorganisaties OIE, EFSA, EU en WHO; opleiden en trainen van de leden van de NVWA-crisisorganisatie voor dierziekten en zoönosen en onderhoud van NVWA-uitvoeringsdraaiboeken; en deelname NVIC aan nationale One Health zoönosenstructuur voor humaan-veterinair geïntegreerde risicoanalysen voor bestrijding van zoönosen (SoZ en OMT-Z)

47

Hoeveel fte is er beschikbaar voor het toezicht op preventie van dierziekten en monitoring, afhandeling en bestrijding van dierziekten?

Antwoord

Voor deze onderwerpen wordt circa 70 fte ingezet voor keuringen en handhaving.

48

Hoeveel fte is in 2021 in beslag genomen door (de afhandeling van) uitbraken van dierziekten?

Antwoord

In 2021 is door de NVWA circa 27 fte ingezet op de afhandeling van uitbraken van dierziekten.

49

Voor welke diersoorten is niet duidelijk welk niveau van dierenwelzijn wordt nagestreefd met de vigerende regelgeving?

Antwoord

De Wet dieren biedt aan alle gehouden dieren (zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen, vissen) een basisniveau aan bescherming door middel van algemene regels over het houden, de verzorging en huisvesting van dieren. Voor landbouwhuisdieren zijn in de wet en de onderliggende regelgeving meer regels gesteld dan voor andere dieren. Deze regels zijn veelal ter uitvoering van Europese regelgeving. Ook voorziet de Europese regelgeving voor sommige landbouwhuisdieren (pluimvee, varkens, vleeskalveren) in specifieke regelgeving. Voor andere landbouwhuisdieren bestaat er nog geen specifieke dierenwelzijnsregelgeving op EU-niveau. Nederland heeft in het kader van het lopende traject van de herziening van de Europese dierenwelzijnsregelgeving ervoor gepleit om ook specifieke EU-regelgeving op te stellen voor die commercieel gehouden diersoorten (waaronder melkvee en konijnen), waarvoor er nu nog geen specifieke EU-regelgeving bestaat.

50

Hoeveel meldingen op het gebied van dierenwelzijn zijn in 2021 binnengekomen en hoeveel zijn hiervan opgevolgd?

Antwoord

Er zijn in 2021 bij de NVWA 4.615 meldingen ontvangen over dierenwelzijn, waarbij een deel van deze meldingen ook betrekking heeft op diergezondheidsregels. Het betreft meldingen over honden en katten, landbouwhuisdieren, dierenwelzijn tijdens vervoer van dieren en in het kader van dierproeven. Van de binnengekomen 4615 meldingen zijn er 1095 opgevolgd door een inspectie.

Opvolging van meldingen vindt op basis van risicobeoordeling plaats. Bij het merendeel van de meldingen die zijn opgevolgd, is een fysieke inspectie uitgevoerd. Inspecteurs volgden enkele meldingen telefonisch of digitaal op.

Een inspectie kan overigens worden uitgevoerd naar aanleiding van meerdere meldingen. Ook kan een melding meegenomen worden bij een reeds geplande inspectie.

In 2021 zijn ten aanzien van andere dieren dan honden, katten en landbouwhuisdieren 216 meldingen binnengekomen met als onderwerp een mogelijke dierenwelzijnsaantasting. Hiervan zijn er 29 uitgezet ter inspectie.

51

Klopt het dat de NVWA geen middelen beschikbaar heeft voor toezicht op het gebruik van biociden op boerderijen? Hoe beoordeelt u de waarschuwing van de NVWA dat er een «risico is op herhaling van een «fipronil-achtig» incident»? Hoe zou zo'n incident ontdekt kunnen worden als de NVWA er geen toezicht op kan houden?

Antwoord

In het Jaarplan van de NVWA voor 2022 waren nog geen middelen voor toezicht op het gebruik van biociden op boerderijen opgenomen. Het kabinet heeft via het coalitieakkoord echter middelen beschikbaar gesteld voor het herstellen van de balans tussen taken en middelen. Hierdoor is het mogelijk geworden om na de oplevering van het Jaarplan alsnog structurele middelen beschikbaar te stellen voor het toezicht op biociden bij primaire agrarische bedrijven, zoals leghenbedrijven. De NVWA gaat hiervoor een handhavingsprogramma ontwikkelen en zal in de tussentijd blijven acteren op meldingen of signalen die kunnen duiden op het mogelijk – grootschalig – illegaal gebruik van biociden bij primaire agrarische bedrijven. Deze signalen kunnen ook komen van inspecties op ander terrein dan biociden die NVWA- inspecteurs bij primaire agrarische bedrijven uitvoeren. Zoals ik in mijn brief van 10 februari jl. (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 97) heb aangegeven wordt de ontwikkeling en verantwoording over de besteding van de extra middelen uit het coalitieakkoord onderdeel van de reguliere jaarplancyclus NVWA. In aanvulling op het Jaarplan van de NVWA voor 2022 wordt uw Kamer naar verwachting in het voorjaar geïnformeerd over de investeringen die op basis van de coalitieakkoordmiddelen nog in 2022 worden gedaan.

52

Hoe beoordeelt u de constatering van de NVWA dat in het domein van natuur en milieu «het werk van inspecteurs steeds omvangrijker en complexer» wordt, maar dat de beschikbare middelen hiervoor niet meegroeien? Welke risico's zijn hieraan verbonden?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 26. Deze discrepantie is benoemd in het onderzoek naar de taken en middelen van de NVWA waarover mijn ambtsvoorganger uw Kamer mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport heeft geïnformeerd (Kamerstuk 33 835, nr. 171). Een risico is bijvoorbeeld dat de samenwerkende handhavende instanties op het gebied van beschermde dieren en planten, illegaal hout en invasieve exoten minder goed zicht hebben op legale en illegale handelsstromen en dat de naleving van de wetgeving daalt. Dit kan op termijn bijdragen aan verlies aan biodiversiteit wereldwijd en de positie van Nederland als betrouwbaar handelsland aantasten.

Via het Coalitieakkoord heeft het kabinet extra middelen gereserveerd om de positie van de NVWA te versterken, te weten 30 miljoen euro in 2022 oplopend tot 100 miljoen euro structureel vanaf 2028. Zoals ik in mijn brief van 10 februari jl. (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 97) heb aangegeven, zal ik uw Kamer via de reguliere jaarplancyclus informeren over de investeringen die op basis van de coalitieakkoordmiddelen worden gedaan, zo ook over investering binnen het publiek belang natuur en milieu.

53

Kunt u aangeven wat de nalevingsresultaten (aantal boetes gerelateerd aan aantal controles) per sector zijn waar de NVWA handhaaft? Kunt u daarbij aangeven hoeveel toezichtsuren er per sector vanuit de NVWA worden ingezet?

Antwoord

Bij de meeste domeinen en doelgroepen zet de NVWA het toezicht risicogericht in. Hierdoor geeft het nalevingspercentage (de mate waarin de bezochte bedrijven de wet- en regelgeving naleven) bij dit type projecten meestal geen goed beeld van de naleving door het gehele domein of de gehele doelgroep. De NVWA publiceert regelmatig inspectieresultaten op haar website waarin, indien beschikbaar, ook informatie over handhaving en naleving wordt opgenomen.2 In het Jaarplan van de NVWA voor 2022 vindt u op pag. 19 de procentuele urenverdeling van de NVWA per publiek belang.

54

Hoe zien de plannen om het bedrijfsleven en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) in de uitwerking van handhavingsaanpakken te betrekken, er concreet uit?

Antwoord

Het toezicht van de NVWA draagt bij aan de zeven publieke belangen waar zij op toeziet: voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn, natuur & milieu, plantgezondheid, productveiligheid en tabaksontmoediging. Dit zijn stuk voor stuk maatschappelijke opgaven die niet louter vanuit toezicht alleen vormgegeven kunnen worden. De winst in wisselwerking tussen maatschappij (ngo’s), bedrijfsleven, overheid en toezichthouder is noodzakelijk om met elkaar tot een gestructureerde aanpak te komen. De NVWA gaat met organisaties en bedrijven die binnen dat publiek belang een relevante en bepalende rol hebben aan de slag om samen tot die gestructureerde aanpak te komen.

55

Wat is de dekkingsgraad van controles op de import van levende (gezelschaps)dieren?

Antwoord

Levende dieren dienen bij import vanuit landen buiten de EU te worden gecontroleerd in een aangewezen grenscontrolepost. Hierbij is een kennisgeving vóór aankomst verplicht. De dekkingsgraad van de controles is hierbij 100%. Controle op gezelschapsdieren (niet commercieel) vanuit landen buiten de EU wordt uitgevoerd op plaatsen van binnenkomst. Afhankelijk van de wijze van binnenkomst wordt dit ofwel door de NVWA ofwel door de Douane namens de NVWA uitgevoerd. De dekkingsgraad van controles op import van deze gezelschapsdieren is niet bekend aangezien eigenaren niet verplicht zijn om gezelschapsdieren bij binnenkomst aan te geven.

Het toezicht op zendingen (gezelschaps)dieren uit andere lidstaten van de EU wordt uitgevoerd als zogenoemde bestemmingscontroles. Voor deze bestemmingscontroles wordt op basis van risico’s een frequentie (percentage) van toezicht vastgesteld. Deze variëren van 10 tot 100%.

56

Zijn er praktisch werkbare digitale certificeringssystemen voor het afgeven van exportcertificaten? Zo ja, zijn deze er zowel voor fytosanitaire producten als veterinaire producten en wat is de reden dat deze nog niet ingezet worden?

Antwoord

Voor het certificeren van levende dieren en levende producten voor verplaatsingen naar andere lidstaten (intraverkeer) wordt gebruik gemaakt van het digitale systeem Traces New Technology. Dit is een EU-systeem. Voor de export naar landen buiten de EU (de zogenaamde derde landen) wordt de certificering volledig uitgevoerd middels het digitale systeem e-CertNL. e-CertNL is het Nederlandse systeem voor de aanvraag en afgifte van exportcertificaten, voor de veterinaire en fytosanitaire sectoren en producten zoals levensmiddelen zonder veterinaire of fytosanitaire eisen.

57

Is het mogelijk om meer te werken met kwaliteitssystemen vanuit sectoren en zo de NVWA te ontlasten?

Antwoord

Het streven is om waar mogelijk met kwaliteitssystemen vanuit sectoren te werken, omdat publiek-private informatie-uitwisseling met kwaliteitssystemen de informatiepositie van de NVWA kan verbeteren en op die manier bijdraagt aan de invulling van risicogericht toezicht. Hierdoor kan de NVWA haar capaciteit steeds gerichter inzetten.

58

Wat is de dekkingsgraad van controles op de export van levende (gezelschaps)dieren?

Antwoord

Bij de export van levende dieren naar landen buiten de EU moeten alle dieren voorzien zijn van een exportcertificaat. Onderdeel van het exportproces is een controle op de algehele gezondheid en geschiktheid voor de geplande reis. Er is daarmee een 100% dekkingsgraad op de controles.

Voor verplaatsingen van levende (gezelschaps)dieren naar andere lidstaten van de EU moeten alle zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat. Voordat dit certificaat kan worden afgegeven controleert een dierenarts van de NVWA altijd of aan de eisen van de Europese regelgeving wordt voldaan. Er geldt één uitzondering op deze verplichting tot een diergezondheidscertificaat, namelijk voor niet-commercieel vervoer van gezelschapsdieren en diersoorten die volgens de diergezondheidsverordening (EU) 2016/429 met een eigen verklaring verzonden kunnen worden, zoals knaagdieren en konijnen.

59

Hoeveel meldingen zijn er in 2021 binnengekomen over misstanden in de handel van levende dieren op Marktplaats en op hoeveel van deze meldingen heeft de NVWA gehandhaafd?

Antwoord

Meldingen worden gecategoriseerd per diersoort of diercategorie, en niet op online handel. De NVWA houdt geen registratie bij hoeveel meldingen over online handel van dieren zijn binnengekomen.

60

Hoeveel interventies waren er in 2021 met betrekking tot online handel, uitgewerkt in gezelschaps- en exotische dieren?

Antwoord

In 2021 lag in het kader van het project internettoezicht gezelschapsdieren de focus op handhavingscommunicatie voor aanbieders van katten. Adverteerders van de katten Bambino Sfinx, Munchkin, Scottish Fold of Scottish Fold-kruisingen op Marktplaats.nl kregen een naleefbrief. Hierin staat informatie waarom er met bepaalde katten niet gefokt mag worden.

Voor exotische dieren zijn geen interventies gepleegd bij online handel omdat meestal niet is vast te stellen op basis van een foto of het dier legaal of illegaal wordt gehouden of dat sprake is van een mogelijke welzijnsovertreding.

61

Hoeveel overtredingen werden er in 2021 geconstateerd met betrekking tot de onlinehandel, uitgewerkt in gezelschaps- en exotische dieren?

Antwoord

Voor gezelschapsdieren is op basis van een advertentietekst en foto’s in de regel niet vast te stellen of er sprake is van een overtreding van bepaalde verboden of niet. Voor advertenties met gezelschapsdieren zijn enkel op basis van advertenties dus geen overtredingen vastgesteld. Wel kunnen signalen naar aanleiding van online advertenties uiteindelijk aanleiding zijn voor het risico gebaseerd uitvoeren van inspecties door NVWA en/of de LID. Daarbij wordt een prioriteitsafweging gemaakt ten opzichte van andere signalen en risico’s die bij NVWA en/of LID binnenkomen.

Ten aanzien van invasieve exoten zijn vier overtredingen vastgesteld. De desbetreffende vier advertenties zijn verwijderd.

62

Hoeveel online advertenties zijn er in 2021 verwijderd omdat deze in strijd waren met de huidige dierenwelzijnswetgeving?

Antwoord

Het aanbieden van dieren, waaronder honden of katten, is in principe niet verboden in het kader van de dierenwelzijnswetgeving. Voor gezelschapsdieren zoals honden en katten en beschermde dieren zijn geen opdrachten gegeven om advertenties te laten verwijderen. Wel zijn advertenties op Marktplaats.nl soms aanleiding voor een fysieke inspectie.

Bij invasieve exoten zijn vier advertenties verwijderd. De handel in invasieve exoten die zijn opgenomen in de Europese verordening is verboden. Ten aanzien van advertenties van invasieve exoten kan daarom wel vast worden gesteld dat er sprake is van een overtreding van een verbod.

63

Hoe lang duurt het gemiddeld voordat een gesignaleerde verboden aanbieding van dieren daadwerkelijk van het desbetreffende onlineplatform wordt verwijderd?

Antwoord

Dit is afhankelijk van op welk platform de aanbieding staat. De platforms Marktplaats, Bol.com en BVA auctions hebben zich, door middel van het ondertekenen van werkafspraken, verbonden aan bepaalde termijnen na melding waarbinnen een advertentie verwijderd moet worden. De NVWA heeft bijvoorbeeld met Marktplaats afgesproken dat zij binnen 24 uur een advertentie verwijderen.

64

Hoe vindt het toezicht op de handel in levende dieren via Facebook plaats?

Antwoord

Op dit moment vindt er nog geen actief toezicht plaats op de handel in levende dieren via Facebook.

65

Hoeveel medewerkers worden er in 2022 opgeleid voor het houden van toezicht op internethandel?

Antwoord

In 2022 worden naar verwachting 80 medewerkers van de NVWA opgeleid voor het houden van toezicht op internethandel.

66

Worden medewerkers in den brede opgeleid bij het toezicht houden op internethandel of is er sprake van specialisatie, bijvoorbeeld in handel in exotische dieren, gezelschapsdieren, of landbouwhuisdieren?

Antwoord

Medewerkers van de NVWA worden in brede zin opgeleid bij het toezicht houden op internethandel; zij kunnen de opgedane kennis en vaardigheden in alle domeinen toepassen.

67

Welke maatregelen gaat de NVWA in 2022 nemen met betrekking tot de volksgezondheidsrisico’s gekoppeld aan de handel in exotische dieren?

Antwoord

De NVWA controleert de veterinaire wetgeving ten aanzien van volksgezondheidsrisico’s bij import. Daarnaast zal bij beurzen extra worden geïnspecteerd op het feit dat beursorganisatoren alleen dieren mogen toelaten na een veterinaire check.

68

Wat is de verklaring van de daling van 8% in 2021 naar 3% in 2022 van de toezichtintensiteit op dierenwelzijn op primaire bedrijven (inclusief houders van gezelschapsdieren)?

Antwoord

Dit heeft te maken met de bepaling van de doelgroep. De indicator toezichtintensiteit laat zien hoeveel bedrijven de NVWA bezoekt binnen het totaal van een doelgroep (bedrijven of producten) waar het toezicht zich op richt. Omdat er binnen een domein of publiek belang verschillende doelgroepen zijn, kan de toezichtintensiteit op verschillende niveaus worden gepresenteerd. De 3% zoals opgenomen in het Jaarplan 2022 ziet alleen op de doelgroep primaire bedrijven terwijl in de 8% zoals opgenomen in het jaarplan 2021 ook de transportbedrijven en slachthuizen en verzamelcentra zijn meegenomen.

69

Welk deel van de 3% toezichtintensiteit op dierenwelzijn op primaire bedrijven (inclusief houders van gezelschapsdieren) is niet risicogericht?

Antwoord

14% hiervan is niet risicogericht, het betreft inspecties voor naleefmetingen. Voor naleefmetingen worden de te inspecteren adressen aselect bepaald.

70

Welke eisen stelt de Europese Commissie aan de toezichtintensiteit?

Antwoord

De Europese Commissie schrijft middels de Controleverordening voor dat de bevoegde autoriteiten regelmatig met passende frequentie risicogebaseerde officiële controles verrichten met betrekking tot alle (relevante) exploitanten.

71

Voldoet de NVWA aan de eisen die de Europese Commissie heeft gesteld aan de toezichtintensiteit?

Antwoord

De NVWA voert haar officiële controles uit binnen de gestelde kaders van de Europese Controle Verordening.

72

Hoe verhoudt de toezichtintensiteit van 3% in Nederland zich tot de toezichtintensiteit op dierenwelzijn in andere Europese landen?

Antwoord

Jaarlijks rapporteren de lidstaten aan de Europese Commissie over de uitvoering en de resultaten van hun officiële controles. Het vereist echter inzicht in en nadere duiding van deze resultaten, alsmede een uniforme analysesystematiek op EU-niveau, om de toezichtintensiteit tussen lidstaten van de EU onderling te kunnen vergelijken.

73

Wat is de doelstelling van de NVWA als het gaat om dierenwelzijn?

Antwoord

Het doel van de NVWA is om door middel van toezicht en handhaving bij te dragen aan beheersing van risico's voor dierenwelzijn. Daarom ziet de NVWA erop toe dat de ondertoezichtgestelden zich aan de wet- en regelgeving met betrekking tot dierenwelzijn houden. Daarnaast adviseert de NVWA beleidsmakers over zaken die het dierenwelzijn (mogelijk gaan) bedreigen, of mogelijk gaan bedreigen. Deze reflectie vindt plaats, zodat beleidsmakers daar het beleid en de wet- en regelgeving op kunnen aanpassen.

74

Welke ruimte heeft de NVWA om beleid te initiëren rondom dierenwelzijn zoals met het opzetten van een pilot?

Antwoord

De NVWA maakt geen beleid, maar kan wel middels reflectie vanuit het toezicht de beleidsmaker wijzen op potentiële dierenwelzijnsrisico’s en/of hiaten in wet- en regelgeving. Daarnaast draagt de NVWA vanuit haar expertise desgewenst bij aan pilots die het Ministerie van LNV opzet ten behoeve van beleidsontwikkeling.

75

Hoeveel meldingen van misstanden werden de afgelopen drie jaar gedaan over het gebruik van exotische dieren met als voornaamste doel vermaak (circussen, tv-programma’s, theater, dierentuin et cetera), hoeveel dierenwelzijnsinspecties hebben plaatsgevonden in deze diercategorie en wat waren daarbij de bevindingen en consequenties?

Antwoord

Het aantal meldingen bij de NVWA over mogelijke misstanden bij dierentuinen, dierparken en bij optredens of verhuur van dieren betrof in 2019 39, in 2020 betrof het 26 meldingen en in 2021 betrof het 22 meldingen.

De term exotische dieren is geen afgebakende definitie. Voor de beantwoording van deze vraag is uitgegaan van diersoorten anders dan landbouwhuisdieren, honden, katten, cavia’s en konijnen.

In 2020 zijn 34 controles bij dierentuinen uitgevoerd. In 24 gevallen waren deze controles akkoord. In twee gevallen zijn afwijkingen geconstateerd op de Wet natuurbescherming en één keer op dierenwelzijn. Verder was er soms geen dierentuinvergunning aanwezig, of werd niet voldaan aan de vergunningsvoorwaarden. Er zijn 10 rapporten van bevindingen ten behoeve van bestuurlijke handhaving ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO); één bestuurlijke rapportage is voorgelegd aan de Divisie Juridische Zaken van de NVWA.

In 2019 zijn 28 controles uitgevoerd bij dierentuinen. Er zijn vier overtredingen op de Wet dieren (Besluit houders van dieren) geconstateerd en vier op de Wet natuurbescherming (twee op beschermde dieren en twee op invasieve exoten). Er is hierover een rapportage opgemaakt die is voorgelegd aan RVO.

Zoals in antwoord 35 vermeld wordt in het NVWA-registratiesysteem van inspecties niet vastgelegd of het een dierverhuurbedrijf of anderszins een optreden met dieren betrof. Voor het aantal inspecties in dierentuinen in 2021 verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 79.

76

Wanneer kan de Kamer de Inspectieresultaten welzijn exotische en in het wild levende dieren 2021 verwachten?

Antwoord

De resultaten worden in mei 2022 op de website van de NVWA geplaatst.

77

Gaat de NVWA de inzet intensiveren in de strijd tegen het fokken van dieren op extreme uiterlijke kenmerken?

Antwoord

Voor 2022 is evenveel capaciteit voor controles op handel en fokken van gezelschapsdieren gereserveerd als in 2021. Ruim een kwart van deze capaciteit (3 fte) is specifiek gereserveerd voor de fokkerij, waarbij gecontroleerd wordt op artikel 3.4 (fokken met gezelschapsdieren) van het Besluit houders van dieren. In het jaarplan van de NVWA voor 2023, dat ik uw Kamer uiterlijk in december zal toesturen, informeer ik uw Kamer over de inzet hierop in het komende jaar.

78

Is de NVWA voornemens een inhaalslag te plegen op, de vanwege coronamaatregelen, niet uitgevoerde controles bij fokkers en in het bijzonder bij fokkers van hondenrassen die kunnen lijden onder een te kleine Cranio Faciale Ratio (CFR)?

Antwoord

Nee, de NVWA zal geen inhaalslag doen. Openstaande handhavingsverzoeken en nog uit te voeren hercontroles hebben wel een hogere prioriteit ten opzichte van nieuwe meldingen over dit onderwerp.

79

Hoeveel controles zijn er in het afgelopen jaar uitgevoerd in dierentuinen, uitgesplitst per dierentuin? Hoeveel van deze controles waren vooraf aangekondigd? Wat waren hierbij de bevindingen? Hoeveel overtredingen zijn geconstateerd, hoeveel waarschuwingen zijn gegeven en hoeveel boetes zijn opgelegd?

Antwoord

In totaal zijn 38 dierentuinen geïnspecteerd. Op verzoek van RVO zijn 37 inspecties uitgevoerd bij 33 dierentuinen op het dierentuinenbesluit, de CITES-regelgeving en op de Invasieve exoten verordening. Sommige dierentuinen zijn dus meerdere keren geïnspecteerd. Bij 17 inspecties was de afdoening niet akkoord. Eenmaal is een andere afwijking uit de Wet Dieren geconstateerd (anders dan de regels voor dierentuinen), negen maal zijn afwijkingen ten aanzien van de regels voor beschermde dieren of invasieve exoten geconstateerd en gerapporteerd aan RVO. Zeven maal zijn afwijkingen op de dierentuinregels geconstateerd en gerapporteerd aan RVO.

Daarnaast zijn vijf dierentuinen geïnspecteerd specifiek op een item van de CITES-regelgeving. Twee inspecties waren akkoord, eenmaal is proces-verbaal opgemaakt en twee maal een rapport van bevindingen die zijn voorgelegd aan RVO.

Daarnaast heeft de NVWA negen inspecties bij zeven dierentuinen uitgevoerd naar aanleiding van meldingen, klachten of een andere aanleiding. Daarvan waren 4 inspecties akkoord. Er is een schriftelijke waarschuwing gegeven, een inspectie was akkoord na herstel ter plaatse en tegen drie dierentuinen zijn bestuursrechtelijke maatregelen genomen door de NVWA.

Of de inspecties vooraf worden aangekondigd wordt niet in de NVWA-systemen vastgelegd.

80

Wordt er bij controles van dierentuinen gewerkt met een vorm van mystery guest-controleurs?

Antwoord

Nee, er wordt geen vorm van mystery guest ingezet bij dierentuininspecties. Bij deze inspecties is het juist van belang dat de dierentuinen meewerken om alle informatie te kunnen overleggen ten aanzien van de inspectie.

81

Hoe houdt de NVWA toezicht op de paardensport?

Antwoord

Ik ben er in de beantwoording van vraag 81 en 82 van uitgegaan dat gedoeld wordt op het toezicht op dierenwelzijn. De NVWA houdt toezicht op het dierwelzijn binnen de paardensport op basis van meldingen. Daarnaast vindt er ongeveer om de vijf jaar een naleefmeting plaats.

82

Hoeveel controles zijn er in de afgelopen vijf jaar uitgevoerd bij maneges en paardenhandelaren en welke eventuele handhavende maatregelen zijn er genomen?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 81. De NVWA houdt bij bedrijfsmatige paardenhouders voornamelijk op basis van meldingen toezicht op de dierenwelzijnsregelgeving. Naast maneges en paardenhandelaren zijn er ook andere bedrijfsmatige paardenhouders, zoals fokkerijen, trainingsstallen en pensionstallen. Verder zijn er bedrijfsmatige (paarden)houders die naast vee, zoals melkvee, vleesvee, schapen of geiten, ook een aantal paarden houden.

In de onderstaande tabel is per jaar weergegeven hoeveel welzijnscontroles er zijn uitgevoerd bij bedrijfsmatige paardenhouders en hoeveel daarvan niet akkoord zijn. Bij hercontroles bij bedrijven waar naast paarden ook andere diersoorten aanwezig waren, kan niet worden gespecificeerd bij welke diersoort(en) de overtredingen zijn geconstateerd en zijn alle niet-akkoorden in de cijfers meegenomen. Het totaal aantal interventies kan lager liggen dan het aantal niet-akkoorden, als er bijvoorbeeld herstel ter plaatse heeft plaatsgevonden, of hoger, als er meerdere rapporten zijn opgemaakt voor één controle, zoals een proces-verbaal naast een rapport van bevindingen.

 

2017

2018

2019

2020

2021

Controles

         

Akkoord

228

124

153

159

151

Niet akkoord

99

42

54

46

41

           

Totaal aantal controles

327

166

207

205

192

 

Interventies

         

Schriftelijke waarschuwing

38

21

17

18

25

Proces verbaal

14

8

13

10

9

Rapport van bevindingen

34

19

23

28

14

           

Totaal aantal interventies

86

48

53

56

48

83

Heeft de NVWA (voldoende) zicht op de handel in sportpaarden? Welke mogelijkheden heeft de NVWA om het toezicht hierop te intensiveren of te verbeteren?

Antwoord

De NVWA houdt toezicht op de naleving van welzijns- en gezondheidsregelgeving met betrekking tot paardachtigen. Daarbij vindt geen bijzondere focus plaats op sportpaarden.

84

Op welke wijze zullen de naleefmetingen bij legkippen en kalkoenen worden uitgevoerd?

Antwoord

Voor de naleefmeting leghennen worden inspecties op het onderwerp dierenwelzijn uitgevoerd. Een inspectie houdt in dat tijdens een bedrijfsbezoek de welzijnseisen gecontroleerd worden.

Voor de naleefmeting kalkoenen worden gecombineerde inspecties op de onderwerpen dierenwelzijn en preventieve diergezondheid uitgevoerd. Tijdens een bedrijfsbezoek worden zowel de welzijnseisen als de identificatie- en registratieverplichtingen gecontroleerd.

85

Kan de Kamer het exacte advies ontvangen van de Inspecteur-Generaal (IG) van de NVWA over het opnemen in wet- en regelgeving van kwantitatieve doelvoorschriften voor de meest risicovormende factoren van stalklimaat, zoals een limiet voor ammoniak- en kooldioxideconcentraties?

Antwoord

Ja, het advies van de IG NVWA aan de Minister luidde als volgt:

  • «Het standpunt van de NVWA betrekken bij uw reactie aan de vaste commissie LNV en aan Varkens in Nood.

  • Voor de meest risicovormende factoren van stalklimaat kwantitatieve doelvoorschriften in wet- en regelgeving opnemen. Concreet houdt dit in dat voor ten minste ammoniak- en kooldioxideconcentraties limieten in de wet- en regelgeving worden opgenomen. Ammoniak en kooldioxide zijn stoffen die in de stal bij te hoge concentraties en langdurige blootstelling een risico vormen voor de gezondheid en invloed hebben op het ontstaan van gedragsproblemen (o.a. staart- en oorbijten) en het welzijn bij varkens».

86

Van wanneer dateert het advies van de IG van de NVWA over kwantitatieve doelvoorschriften voor de meest risicovormende factoren van stalklimaat?

Antwoord

Het advies dateert van 29 juni 2021.

87

Zijn alle bedrijven met verrijkte kooien inmiddels gecontroleerd en wat waren hiervan de bevindingen?

Antwoord

Ja, alle bedrijven zijn gecontroleerd. Op één bedrijf, waar wel aanpassingen zijn gedaan om te voldoen aan de eisen voor koloniekooihuisvesting, is er een kleine tekortkoming geconstateerd ten aanzien van de zitstokken. De controles zijn uitgevoerd door het Controle Orgaan Kwaliteits Zaken (COKZ).3

88

Hoeveel bedrijven met leghennen hadden in 2021 nog koloniekooien? Welk percentage leghennen bevond zich in 2021 in een verrijkte kooi, welk percentage in een koloniekooi en welk percentage in scharrelschuur zonder uitloop?

Antwoord

In 2021 stonden er 39 bedrijven geregistreerd met de houderijvorm koloniekooi. Er was in 2021 één legbedrijf met een tijdelijke ontheffing voor de verrijkte kooi, deze ontheffing liep tot uiterlijk 31 juli 2021.4 Het percentage leghennen in koloniekooien was 12%, het percentage leghennen in een scharrelschuur zonder uitloop was 58%.

89

Op welke wijze zal de werkwijze met betrekking tot dierenwelzijnsmeldingen worden aangepast en wat voor meldingen zullen daardoor wel en niet worden opgevolgd?

Antwoord

Dierenwelzijnsmeldingen variëren in ernst en urgentie. De NVWA ontwikkelt op dit moment een afwegingskader waaraan de meldingen kunnen worden getoetst. Naar verwachting wordt in het tweede kwartaal van 2022 gestart met de implementatie van dit kader. Het afwegingskader heeft als doel de variëteit in ernst en urgentie inzichtelijker te maken. Resultaat van toetsing via het kader is het beter toekennen van een prioriteit aan individuele meldingen, waardoor deze effectiever kunnen worden opgevolgd.

Door het afwegingskader kunnen dierenwelzijnsmeldingen uniform geprioriteerd worden en daardoor tijdig en op de passende wijze worden afgehandeld. De prioriteit wordt dan namelijk gekoppeld aan de termijn en wijze waarop een inspectie moet worden uitgevoerd. Hoog urgente en/of ernstige dierenwelzijnsmeldingen worden direct opgevolgd door een fysieke inspectie. Meldingen waarbij geen sprake is van dierenwelzijnsproblemen of meldingen die niet urgent zijn worden lager geprioriteerd en kunnen ook op afstand worden opgevolgd, bijvoorbeeld per brief of telefonisch. Deze laatste meldingen dienen als input voor trendanalyses en risicobeelden, kunnen later worden opgepakt of worden toegevoegd aan een lopend onderzoek.

90

Wat is de frequentie waarmee camerabeelden worden bekeken, uitgesplitst per categorie slachthuis (klein, middelgroot, groot), en zal deze frequentie worden verhoogd nu structureel gebruik wordt gemaakt van camera’s?

Antwoord

Alle slachthuizen met een slachtvolume groter dan 10 GVE (Groot Vee Eenheid) per week werken mee met cameratoezicht op vrijwillige basis, met als focus dierenwelzijn. Dit als onderdeel van het reguliere toezicht dat in slachthuizen plaatsvindt. De slachthuizen met permanent toezicht krijgen iedere twee weken een camera-inspectie, de middelgrote slachthuizen iedere vier weken. Daarnaast kunnen toezichthoudend dierenartsen camerabeelden bij hun toezicht betrekken, als zij daar aanleiding toe zien. Er is geen voornemen om de frequentie structureel te verhogen.

91

Hoe verklaart de NVWA de toename van handel in uit het wild gevangen dieren en op welke manier worden deze dieren verkocht?

Antwoord

De NVWA ziet in brede zin een toename van de handel online, niet een specifieke toename in online handel van uit het wild gevangen dieren in Nederland. Ten algemene worden dieren via de reguliere kanalen zoals winkels, beurzen, fokkers en tussen consumenten onderling verhandeld.

92

Welk percentage van binnenlandse diertransporten is gecontroleerd in 2020 en 2021?

Antwoord

Het aantal gecontroleerde binnenlandse transporten in respectievelijk 2020 en 2021 bedroeg 569 en 694. Het is niet bekend hoeveel binnenlandse diertransporten er in 2020 dan wel in 2021 hebben plaatsgevonden. Het bepalen van het percentage gecontroleerde transporten is om die reden niet mogelijk.

93

Hoeveel aandachtsbedrijven waren er in de jaren 2015, 2016, 2017, 2018 en 2019 bij het domein Dierenwelzijn?

Antwoord

De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal «aandachtsbedrijven» (veehouderijen) aan het eind van dat jaar. In 2019 is de werkwijze aangepast en werd de term aandachtsbedrijf niet meer gebruikt. Daarom is dit jaar niet weergegeven in de tabel.

Jaar

Aantal veehouderijen

2015

312

2016

284

2017

308

2018

308

94

Wat waren de criteria voor het aanmerken van bedrijven als aandachtsbedrijven?

Antwoord

Tot 2019 werd de term «aandachtsbedrijf» gebruikt voor veehouderijen waar sprake was van structurele dierenwelzijnsproblemen. Het ontbreken van objectieve criteria om een bedrijf als aandachtsbedrijf aan te merken, heeft geleid tot een verandering in werkwijze. In 2019 is de term «aandachtsbedrijf» vervangen door de term «risicobedrijf», een term die beter aansluit bij het risicogericht werken van de NVWA. Deze term wordt gebruikt binnen het toezicht op houders van grazers (runderen, kalveren, schapen, geiten en paarden).

Jaarlijks wordt op basis van de inspectiehistorie geanalyseerd welke bedrijven aan de criteria voldoen om onder de definitie van «risicobedrijf» te vallen. Bij de analyse wordt gekeken naar het aantal niet-akkoordinspecties die – in de afgelopen twee jaar – resulteerden in een rapport van bevindingen en/of een proces-verbaal.

95

Hoeveel bedrijven met verscherpt toezicht (VETO) waren er in 2020 en 2021 bij het domein Dierenwelzijn?

Antwoord

Op 31 december 2020 stonden er 30 veehouderijen onder verscherpt toezicht. Eind 2021 stonden er 36 veehouderijen onder verscherpt toezicht. Dit gaat over alle diersoorten gehouden op een veehouderij. In 2021 waren er in totaal 42 veehouderijen die op enig moment onder verscherpt toezicht vielen. Tijdens een kalenderjaar vindt er in- en uitstroom plaats binnen het traject «verscherpt toezicht».

96

Wat zijn de criteria voor het aanmerken van bedrijven als VETO-bedrijven?

Antwoord

Een graasdierhouderij wordt onder verscherpt toezicht gesteld als het bedrijf structureel niet naleeft. Dit is het geval indien:

  • a) de «entreecontrole» voor verscherpt toezicht niet-akkoord is. Een dergelijke entreecontrole voor verscherpt toezicht vindt plaats indien bij inspecties op het bedrijf minimaal drie inspecties niet-akkoord zijn bevonden binnen de afgelopen twee jaar en deze niet-akkoorden leidden tot de opmaak van rapport(en) van bevindingen en/of processen-verbaal; of

  • b) een bedrijf bij een (eerste) inspectie een ernstige dierenwelzijnssituatie laat zien.

97

Wat was de reden voor het wijzigen van systematiek van aandachtsbedrijven naar VETO-bedrijven en welke doelen zijn hierbij gesteld?

Antwoord

Het ontbreken van objectieve criteria om een veehouderij als aandachtsbedrijf aan te merken en de wens om door middel van een intensief traject structurele overtreders onder intensief toezicht te plaatsen heeft geleid tot een verandering in werkwijze.

Bij het opstellen van de objectieve criteria voor verscherpt toezicht (in 2019) is zorgvuldig afgewogen onder welke omstandigheden een intensief, verscherpt toezichttraject opportuun is, gelet op o.a. de ernst, de impact op de betrokkenen, de beschikbare toezichtcapaciteit en uitvoeringskosten.

De doelen die gesteld zijn bij het veranderen van de werkwijze van «aandachtsbedrijven» naar «verscherpt toezicht» zijn:

  • het gebruik van objectieve criteria om bedrijven onder verscherpt toezicht te plaatsen;

  • het intensiveren van het toezicht bij bedrijven die onder verscherpt toezicht vallen;

  • een verbeterde naleving van de dierenwelzijnsregels bij primaire bedrijven, die structureel niet naleven en/of een ernstige dierenwelzijnssituatie laten zien; en

  • het vereenvoudigen van het monitoren van de toezichtinzet bij «risicobedrijven» en bedrijven die onder «verscherpt toezicht» vallen.

98

Op welke wijze wordt toezicht gehouden op bedrijven van de lijst van aandachtsbedrijven binnen het domein Dierenwelzijn die nu niet meer op de lijst met VETO-bedrijven voorkomen?

Antwoord

Een deel van de risicobedrijven en veehouderijen die onder verscherpt toezicht staan, was eerder een aandachtsbedrijf. Aandachtsbedrijven die voor 2019 onder toezicht stonden van de NVWA zijn getoetst aan de criteria die gelden voor «risicobedrijven» en «verscherpt toezicht». Indien een veehouderij niet aan deze criteria voldoet, maar tijdens een inspectie niet-akkoord is bevonden, dan volgt ook in het reguliere toezicht een herinspectie.

99

Op welke wijze is in 2020 en in 2021 toezicht gehouden op de bezettingsgraad bij bedrijven met vleeskuikens en wat waren de bevindingen bij controles die zijn uitgevoerd?

Antwoord

Er wordt op twee verschillende wijzen toezicht gehouden op de bezettingsdichtheid bij vleeskuikenbedrijven.

1) Tijdens fysieke inspecties wordt de bezettingsdichtheid gecontroleerd.

2) Voor vleeskuikens die gehouden worden in de hoogste «bezettingscategorie» geldt het volgende. Vleeskuikenhouders doen een melding als zij voornemens zijn om in een stal vleeskuikens te houden met een bezettingsdichtheid van meer dan 39 kg/m². De maximaal toegestane bezettingsdichtheid is vervolgens 42 kg/m². Bij alle koppels die in deze stallen gehouden worden, wordt door de toezichthouder administratief gecontroleerd of de bezettingsdichtheid boven de 42 kg/m² uitkomt. Dit op basis van het staloppervlakte en het slachtgewicht.

In 2020 zijn ongeveer 11.000 koppels in de hoogste bezettingscategorie (39 tot 42 kg/m²) afgevoerd naar het slachthuis. Van deze categorie is op basis van de handhavingscriteria bij 174 koppels een overbezetting geconstateerd. Tijdens fysieke inspecties is één overbezetting geconstateerd.

In 2021 zijn ongeveer 9.700 koppels in de hoogste bezettingscategorie (39 tot 42 kg/m²) afgevoerd naar het slachthuis. Van deze categorie is op basis van de handhavingscriteria bij 152 koppels een overbezetting geconstateerd. Tijdens fysieke inspecties is één overbezetting geconstateerd.

100

Wat was in 2020 en 2021 de sterfte bij pluimveebedrijven in de stallen met de in de EU hoogst toegestane bezettingsgraad van 42 kg/m2?

Antwoord

Er is in de regelgeving geen verplichting tot centrale registratie van de sterfte van vleeskuikens bij pluimveebedrijven. Wel zijn pluimveehouders met een bezettingsdichtheid van meer dan 33 kg/m2 op grond van artikel 2.58, lid 1 Besluit houders van dieren, respectievelijk Richtlijn 2007/43/EG, verplicht om bij elk koppel gegevens aan te leveren aan het slachthuis over de mortaliteit. De slachthuisexploitant heeft de verplichting om de aannemelijkheid van de juistheid van deze gegevens te verifiëren en te registreren met vermelding van het pluimveebedrijf van herkomst en de stal van het pluimveebedrijf. De dierenarts verbonden aan de NVWA houdt hier toezicht op.

101

Verwacht u dat het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM) leidt tot een lagere werklast voor het houden van toezicht op de mestketen? Zo ja, wordt de capaciteit van de NVWA op het domein Mest aangepast na invoering van het rVDM, en met hoeveel?

Antwoord

Nee, in eerste instantie zal de invoering van rVDM per 1 januari 2023 zeker niet tot een lagere werklast leiden met betrekking tot het houden van toezicht op de mestketen. Er worden dit jaar 23 medewerkers aangetrokken om uit hoofde van de Versterkte Handhavingsstrategie (VHS) meststoffen de benodigde capaciteit op orde te brengen. De verwachting is dat rVDM op termijn effect zal genereren, te weten de verhoging van de naleving van de geldende wet en regelgeving, wat kan resulteren in het afbouwen van de in te zetten capaciteit.

102

Welke activiteiten gaat de NVWA ondernemen om het toezicht op prioritaire doelgroepen betreffende pesticiden te vernieuwen? Wat zijn die prioritaire doelgroepen en wordt het toezicht hiermee ook geïntensiveerd?

Antwoord

De NVWA gaat de komende jaren een aantal activiteiten ondernemen waarbij naast het doen van fysieke inspecties ook andere manieren van toezicht houden worden ontwikkeld. Dit moet leiden tot meer contactmomenten met de doelgroepen en daarmee een intensivering van het toezicht. Hierbij wordt ingezet op de volgende drie sporen:

  • 1. Inzetten op digitalisering en het gebruik van data bij toezicht. In eerste instantie zal dit met name worden ingezet voor het maken van risicoanalyses van de doelgroepen. Daarnaast worden de mogelijkheden in kaart gebracht voor het houden van digitale inspecties.

  • 2. De ontwikkeling van andere manieren van toezicht, zoals het stimulerend toezicht op een duurzaam gebruik van middelen en geïntegreerde gewasbescherming en zelfcontroles. Het internettoezicht wordt breder ingezet en het gebruik van innovatieve technieken zoals de inzet van drones en gebruik van satellietdata wordt gestimuleerd.

  • 3. Het vergroten van het risicobewustzijn bij de doelgroepen door middel van gedragsbeïnvloeding en communicatie.

De aanpak van de handel en gebruik van illegale gewasbeschermingsmiddelen (waaronder namaak/counterfeit) is een belangrijk speerpunt voor de NVWA. Hiertoe behoren import, opslaghouders, her- en verpakkers en producenten van gewasbeschermingsmiddelen. Bij het toezicht op het gebruik van niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddelen richt de NVWA zich met name op die doelgroepen waarbij de naleving de afgelopen jaren laag was, zoals de bedekte sierteelt (glastuinbouw) en de sierteelt in de volle grond. Een ander prioritair onderwerp is het juist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Een juist gebruik voorkomt ongewenste blootstelling voor mens, dier en milieu.

103

Voert de NVWA controle en toezicht uit op de Europese verplichting voor «geïntegreerde gewasbescherming» door agrariërs? Zo ja, op welke wijze vindt dit plaats?

Antwoord

De NVWA houdt via inspecties toezicht op de gewasbeschermingsmonitor, de Nederlandse invulling van de Europese verplichtingen voor «geïntegreerde gewasbescherming». In de gewasbeschermingsmonitor moet worden vermeld op welke wijze er invulling en uitvoering is gegeven aan de beginselen van goede gewasbeschermingspraktijken en geïntegreerde gewasbescherming. Tijdens inspecties wordt nagegaan of de geïnspecteerde beschikt over een actuele, toegankelijke en volledige gewasbeschermingsmonitor die voldoet aan de gestelde eisen (zoals gedefinieerd in Bijlage 3 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden) en die bovendien op het bedrijf aanwezig is.

Het niet kunnen tonen van een gewasbeschermingsmonitor wordt conform het interventiebeleid afgedaan met een schriftelijke waarschuwing en bij herhaling met een Rapport van bevindingen. De NVWA-inspecteur bepaalt aan de hand van de door de ondernemer opgestelde gewasbeschermingsmonitor of de ondernemer de beginselen van de geïntegreerde gewasbescherming daadwerkelijk toepast op hoofdlijnen. Naast deze inspecties is de NVWA is voornemens om in 2022 het toezicht op geïntegreerde gewasbescherming te verdiepen, door een pilot gebaseerd op het principe van «stimulerend toezicht».

104

Kunt u aangeven hoeveel een bedrijf kwijt is aan 1 fte toezicht voor een jaar (uitgaande van 8 uur per werkdag) waarbij ook een starttarief per dag moet worden betaald? Vindt u deze kosten proportioneel, ook in vergelijking met wat bedrijven in andere landen moeten betalen?

Antwoord

Voor een fulltime bezetting van 8 uren per dag, 5 dagen per week en 50 weken in het jaar zijn 2 fte dierenartsen nodig. Naast het salaris van de keuringsdierenartsen zijn in de tarieven ook vergoedingen opgenomen voor voorbereidende werkzaamheden en overhead. Een slachthuis betaalt hiervoor in totaal ongeveer 300.000,– euro.

De tarieven van de NVWA zijn gebaseerd op Europese regelgeving. PWC heeft in 2016 een «Internationale vergelijking kosten keuring en toezicht NVWA» uitgevoerd (Kamerstuk 33 835, nr. 48). Enkele conclusies uit dit onderzoek waren: a) een vergelijking met andere landen wordt beïnvloed door systeemverschillen tussen de landen; ze zijn daardoor slechts tot op zekere hoogte vergelijkbaar; en b) het percentage van de kosten voor keuring en toezicht in de vleesketen dat in Nederland via retributietarieven in rekening wordt gebracht bij het bedrijfsleven, is vergelijkbaar met dat van België en Denemarken. Alleen in Frankrijk wordt aanzienlijk minder geretribueerd. De totale toezichtkosten binnen de ketenstappen slacht en verwerking zijn in Nederland relatief gezien duidelijk lager dan in de andere focuslanden.

Ik vind de kosten daarom proportioneel.

105

Welke acties onderneemt u om de kostprijs van € 121,54 omlaag te brengen?

Antwoord

De NVWA opereert binnen de kaders van het agentschapsmodel. Een efficiënte uitvoering van haar taken is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Het omlaag brengen van de kostprijs is echter geen doel op zich. De kostprijs van de NVWA komt tot stand op basis van verschillende factoren die zowel kostprijsverhogend als kostprijs verlagend kunnen uitwerken. Zo heeft de NVWA sinds haar bestaan een groei in de productiviteit gerealiseerd van 1.300 uur naar 1.358 uur, wat een kostprijsverlagend effect heeft. De NVWA hanteert een norm van maximaal 20% indirect personeel, wat bijdraagt aan een beheersing van de stijging van de kostprijs. Echter factoren als inflatie of cao-loonsverhogingen hebben een kostprijsverhogend effect. In 2022 kent de NVWA een stijging van de kostprijs van slechts 0,5%.


X Noot
2

https://www.nvwa.nl/onderwerpen --> zie inspectieresultaten

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2933

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2933

Naar boven