33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 173 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 oktober 2020

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 19 jun i 2020 inzake de Verantwoordingsrapportage 2019 en jaarbeeld 2019 van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Kamerstuk 33 835, nr. 172).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 16 oktober 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Kuiken

Adjunct-griffier van de commissie, Goorden

1

Kunt u het verschil verklaren tussen de cijfers die u noemde in beantwoording van vragen over het aantal slachtingen tijdens het Offerfeest in 2018, namelijk 34.325 schapen en geiten en 1.170 runderen in uw beantwoording van 7 juni 2019 en 40.627 schapen en geiten en 2.974 runderen in uw beantwoording van 29 oktober 2018?

Antwoord

Het verschil is gelegen in het feit dat er tijdens het Offerfeest ook dieren bedwelmd geslacht worden. Bij de beantwoording van 7 juni 2019 (34.325 schapen/geiten en de 1.170 runderen) ging het om dieren die onbedwelmd geslacht zijn tijdens het Offerfeest 2018. Bij de beantwoording van 29 oktober 2018 ging het over de totale aantallen geslachte dieren, dus zowel bedwelmd als onbedwelmd. Uit een nadere analyse blijkt dat het aantal bedwelmd en onbedwelmd geslachte dieren tijdens het Offerfeest in 2018 respectievelijk 42.320 schapen en geiten en 1.832 runderen bedroeg.

2

Hoeveel nertsen zijn er in totaal gedood bij de ruimingen bij de 44 locaties die zijn besmet met SARS-CoV-2?

Antwoord

Er hebben inmiddels ruimingen plaatsgevonden bij 61 locaties waar besmettingen met SARS-CoV-2 zijn geconstateerd (peildatum 6 oktober 2020). Op deze 61 locaties zijn 2.604.005 nertsen gedood bij de ruimingen.

3

Hoeveel fokteefjes zijn er in totaal gedood bij de ruimingen bij de 44 nertsenfokkerijen die zijn besmet met SARS-CoV-2?

Antwoord

Bij de 61 nertsenfokkerijen waar ruimingen hebben plaatsgevonden, zijn in totaal 392.503 fokteefjes gedood.

4

Hoeveel fokreuen zijn er in totaal gedood bij de ruimingen bij de 44 nertsenfokkerijen die zijn besmet met SARS-CoV-2?

Antwoord

Bij de 61 nertsenfokkerijen waar ruimingen hebben plaatsgevonden, zijn in totaal 2.752 fokreuen gedood.

5

Hoeveel pups zijn er in totaal gedood bij de ruimingen bij de 44 nertsenfokkerijen die zijn besmet met SARS-CoV-2?

Antwoord

Bij de 61 nertsenfokkerijen waar ruimingen hebben plaatsgevonden, zijn in totaal 2.208.750 pups gedood.

6

Onder hoeveel bedrijven – gelet op het feit dat een nertsenbedrijf meer dan één locatie kan hebben – vallen de 44 locaties die op dit moment zijn besmet met SARS-CoV-2?

Antwoord

De tot nu 64 besmette en geruimde nertsenlocaties zijn in bezit van 41 unieke bedrijven (peildatum 6 oktober 2020).

7

Hoeveel locaties in de nertsenfokkerij hebben nog niet te maken met een besmetting met SARS-CoV-2, ofwel: op hoeveel locaties worden nog nertsen gehouden?

Antwoord

Er zijn 62 niet besmette nertsenlocaties (peildatum 6 oktober 2020).

8

Hoeveel nertsenbedrijven hebben nog niet te maken met een besmetting met SARS-CoV-2?

Antwoord

De niet besmette 62 nertsenlocaties zijn in bezit van 59 unieke bedrijven.

9

Welke invloed heeft de coronacrisis gehad op de capaciteit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en in welke sectoren is hierdoor minder en meer gecontroleerd dan in 2019?

Antwoord

De NVWA heeft, gegeven de coronamaatregelen, actief gezocht naar de balans tussen controles op afstand en fysieke inspecties bij «vitale onderdelen» in het keurings- en handhavingsproces. Na aanvang van de coronacrisis hebben medewerkers van de NVWA minder fysieke inspecties uitgevoerd. Dit gelet op veiligheid van de NVWA-medewerkers enerzijds en het feit dat bedrijven in bepaalde sectoren gesloten waren als gevolg van de coronamaatregelen anderzijds. Er is voorrang gegeven aan het afhandelen van meldingen die vanwege de ernst van overtreding en/of de mogelijke gevolgen voor de voedselveiligheid, het dierenwelzijn, de diergezondheid of de plantgezondheid voor moesten gaan.

De NVWA heeft een tussentijdse verantwoordingsrapportage over de eerste vier maanden van 2020 op haar website gepubliceerd.1 Hierin gaat de NVWA ook in op de gevolgen van de coronacrisis voor de uitvoering van het werk van de NVWA binnen de verschillende publieke belangen. In het voorjaar van 2021 rapporteert de NVWA over het volledige kalenderjaar 2020. Ook in die rapportage zullen de gevolgen van corona in beeld worden gebracht.

10

Hoeveel controles van veetransporten waren er voor 2019 gepland, hoeveel zijn er daadwerkelijk uitgevoerd en welk percentage is dat van het totaal aantal uitgevoerde veetransporten in 2019?

Antwoord

Er zijn geen geplande aantallen van deze inspecties omdat deze afhankelijk zijn van het aanbod aan veetransporten. In 2019 zijn 1243 transporten met dieren geïnspecteerd. De NVWA houdt geen registratie bij van het totaal aantal uitgevoerde veetransporten.

11

Hoeveel certificaten voor veetransporten naar derde landen zijn er in 2019 aangevraagd, hoeveel daarvan zijn er gecertificeerd, hoeveel afgewezen, hoeveel van de gecertificeerde transporten zijn achteraf gecontroleerd op naleving van de regels, wat zijn de bevindingen hiervan en hoeveel maatregelen en sancties zijn er opgelegd?

Antwoord

In 2019 heeft de NVWA 532 certificaten voor veetransporten naar derde landen afgegeven. De NVWA heeft 1243 inspecties uitgevoerd op alle veetransporten, hiervan betroffen er vier de export. De inspecties worden aselect uitgevoerd. Eén van de vier transporten is niet akkoord bevonden vanwege de stahoogte van de dieren. Er is proces-verbaal opgemaakt. De NVWA houdt geen registratie bij van de overige gevraagde gegevens.

12

Hoeveel dierenwelzijnsinspecties (in cijfers) zijn er in 2019 uitgevoerd in veehouderijsectoren, uitgesplitst naar sector?

Antwoord

In de bijlage van deze brief zijn de dierenwelzijnsinspecties opgenomen die zijn uitgevoerd in veehouderijsectoren in 2019, uitgesplitst naar sector2. Hierin zijn tevens opgenomen: de aanleidingen, bevindingen en maatregelen. Aanvullende informatie over de inspecties is te vinden op de website van de NVWA in de gepubliceerde «inspectieresultaten dierenwelzijn 2019»3.

13

Hoeveel dierenwelzijnsinspecties (in cijfers) zijn er in 2019 uitgevoerd in de gezelschapsdierenbranche, uitgesplitst naar sector?

Antwoord

De NVWA heeft in 2019 in de gezelschapsdierenbranche (honden en katten) 155 inspecties uitgevoerd. Dit betrof 145 bedrijfsmatige houders van dieren, 5 asielen en 5 opslaghouders. In onderstaande tabel zijn de aantallen inspecties opgenomen, uitgesplitst naar doelgroep en aanleiding, met daarbij tevens de bevindingen.

Doelgroep

 

Bedrijfsmatige houders

Asielen

Opslag-houders

Aantal inspecties

 

145

5

5

Aanleiding

Melding

118

0

0

 

Select

27

0

0

 

Aselect

0

5

5

Bevinding

Akkoord

29

0

3

 

Niet akkoord

116

5

2

14

Hoeveel fte’s krijgen de vijf nieuwe dierenwelzijnsteams, uitgesplitst per team?

Antwoord

De voorgenomen teamherziening bevindt zich in de adviesfase (Ondernemingsraad), daarna volgt de besluitvorming.

15

Wat zijn de focusgebieden van de vijf nieuwe dierenwelzijnsteams, uitgesplitst per team?

Antwoord

De teams richten zich op de werkzaamheden in de domeinen dierenwelzijn en diergezondheid. Zie ook mijn antwoord op vraag 14.

16

Hoeveel uren heeft de NVWA besteed aan gerichte monitoring van overtredingen op Marktplaats?

Antwoord

De informatiesystemen van de NVWA geven geen inzicht in hoeveel uren aan gerichte monitoring van overtredingen op Marktplaats worden besteed.

17

Wat is het totaal aantal meldingen dat bij de NVWA in 2019 is binnengekomen, uitgesplitst naar sector?

Antwoord

Het Klantcontactcentrum (KCC) van de NVWA ontving in 2019 via de telefoon en via het klantenformulier op www.nvwa.nl 16.038 meldingen van burgers, medehandhavers en organisaties. Het aantal bedrijfsmeldingen bedroeg 7.014, wat een totaal aantal meldingen oplevert van 23.052. Deze worden niet per sector geregistreerd, maar per meldingstype. In de tabel hieronder is de top 10 van het aantal meldingen weergegeven.

Top-10 meldingen

Dierenwelzijn landbouwhuisdieren

2.827

Voedselvergiftiging

2.790

Hygiëne levensmiddelenbedrijf

2.207

Roken in horeca en op werkplek

1.352

Natuur

980

Dierenwelzijn gezelschapsdieren

8721

Ongedierte in levensmiddelenbedrijf

781

Vreemd voorwerp in levensmiddelen

683

Claims levensmiddelen

485

Gewasbescherming

327

X Noot
1

In het jaarbeeld 2019 van de NVWA stond vermeld dat het aantal meldingen bij «dierenwelzijn gezelschapsdieren» 878 was; dit moet 872 zijn.

18

Wat is het percentage fysieke inspecties dat is voortgevloeid uit het totaal aantal meldingen die in 2019 bij de NVWA zijn binnengekomen, uitgesplitst naar sector?

Antwoord

De NVWA beschikt niet over gegevens van het totaal aantal meldingen dat tot een inspectie heeft geleid. Zie ook mijn antwoord op vraag 17.

19

Hoeveel uren en budget zijn in 2019 besteed aan kennisopbouw en expertise van inspecteurs op het gebied van dierenwelzijn?

Antwoord

In 2019 is er ruim 17.000 uur besteed aan vakinhoudelijke kennisopbouw en expertise op het gebied van dierenwelzijn.

20

Hoeveel transporten met transportonwaardige dieren zijn door de NVWA sinds het 2Solve-onderzoek geconstateerd?

Antwoord

Sinds het 2Solve onderzoek inzake kleine en middelgrote slachthuizen, dat ik op 12 september 2019 aan uw Kamer heb aangeboden (Kamerstuk 28 286, nr. 1065), heeft de NVWA 105 transporten vastgesteld met dieren die niet geschikt waren voor transport. Bij 5 veetransporten betrof het zieke, zwakke of gewonde dieren en bij 100 veetransporten betrof het hoogdrachtige of pas geworpen dieren.

21

Hoeveel keuringsrapporten zijn er sinds het 2Solve-onderzoek in de noordelijke slachthuizen geschreven?

Antwoord

Er zijn in de noordelijke slachthuizen sinds het 2Solve-onderzoek inzake kleine en middelgrote slachthuizen, dat ik op 12 september 2019 aan uw Kamer heb aangeboden (Kamerstuk 28 286, nr. 1065), 64 rapporten van bevindingen geschreven.

22

Hoeveel boetes, uitgesplitst per overtreding, zijn er sinds het 2Solve onderzoek in de noordelijke slachthuizen uitgedeeld?

Antwoord

Er zijn sinds het 2Solve onderzoek inzake kleine en middelgrote slachthuizen, dat ik op 12 september 2019 aan uw Kamer heb aangeboden (Kamerstuk 28 286, nr. 1065), bij de in dit onderzoek betrokken slachthuizen 20 boetes uitgedeeld en er zijn nog 2 rapporten in behandeling. De boetes zijn opgelegd voor: dierenwelzijn bij doden en bedwelmen (3 keer), dierenwelzijn bij onderbrengen op stal (1 keer), onjuist omgaan met dierlijke bijproducten (3 keer), bouwtechnische tekortkomingen (condens, 1 keer) en slachthygiëne (12 keer).

23

Wat is het percentage duo-inspecties ten opzichte van het totaal aantal inspecties sinds het besluit hierover?

24

Bij hoeveel inspecties heeft duo-inspectie niet plaatsgevonden terwijl dit eigenlijk wel de bedoeling was?

25

Bij hoeveel inspecties heeft het vierogenprincipe niet kunnen plaatsvinden terwijl dit wel de bedoeling was?

26

Wat is het percentage inspecties waar het vierogenprincipe is toegepast ten opzichte van het totaal percentage uitgevoerde inspecties sinds het 2Solve-onderzoek?

Antwoord 23 t/m 26

In 2019 is de NVWA gestart met de vormgeving en uitvoering van duo-inspecties waar het zogenaamde 4-ogenprincipe is toegepast. Het 4-ogen principe wordt toegepast bij een 20-tal geselecteerde bedrijven. Op verschillende toezichtgebieden is hiermee een start gemaakt met een beperkt aantal inspecties, zoals exportcertificering op verzamelcentra, ante mortem keuring op slachthuizen, risicogerichte inspecties op verzamelcentra, monstername bij verzamelcentra en administratieve doorlichtingen. Door beperkte NVWA-capaciteit als gevolg van de coronacrisis is deze maatregel tijdelijk opgeschort. Dit heb ik op 4 juni 2020 aan uw Kamer laten weten (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3023). Onlangs heeft de NVWA besloten dat het uit oogpunt van corona risico’s weer verantwoord is om, met in achtneming van de coronamaatregelen, duo-inspecties uit te voeren. Sinds kort worden, naar gelang de ingeschatte kans op het vervoer van niet-transportwaardige dieren en de beschikbare capaciteit, kleine en middel grote slachterijen en verzamelcentra periodiek bezocht door twee toezichthouders.

27

Kunt u bevestigen dat medewerkers van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) 102-formulieren opstellen in slachthuizen en deze aan de NVWA overhandigen?

Antwoord

102-formulieren zijn interne KDS-meldingsdocumenten. KDS deelt de inhoud van deze formuleren indien nodig in de overleggen tussen NVWA en KDS op bedrijfs- of clusterniveau. Daarnaast worden relevante meldingen van deze 102-formulieren door de regiomanagers KDS verzameld en indien nodig via een interne KDS-procedure via de KDS kwaliteitsdienst als melding of klacht onder de aandacht gebracht bij de NVWA.

28

Hoe vaak hebben KDS-medewerkers in 2018 en 2019 bij NVWA-dierenartsen melding gemaakt van misstanden bij de slacht van varkens, uitgesplitst naar het onvoldoende bedwelmen van varkens, het maken van fouten bij het steken van varkens en het onvoldoende verbloeden van varkens tijdens het slachtproces?

Antwoord

KDS-medewerkers worden ingezet bij de post mortem (PM)keuring aan het einde van de slachtlijn (in de schone slachthal). Het is dus niet te verwachten dat ze onvoldoende bedwelmen en/of fouten bij het steken kunnen constateren (dit gebeurt aan het begin van de slachtlijn, in de vuile slachthal). Wat KDS-medewerkers eventueel wel kunnen opmerken is het onvoldoende verbloed zijn van een varken. Dit vermoeden kunnen ze melden bij de NVWA-dierenarts op locatie, die deze kwestie verder kan onderzoeken. Deze KDS-meldingen op locatieniveau worden niet in de systemen van de NVWA geregistreerd.

29

Hoeveel kalfjes werden er in 2019 levend geboren in de melkveehouderij?

Antwoord

In het jaar 2019 zijn er 1.557.952 geboortes van kalveren geregistreerd in het Identificatie- & Registratiesysteem.

30

Hoeveel Identificatie & Registratie (I&R)-geboortemeldingen waren er in 2019 (gemerkte kalveren)?

Antwoord

In het jaar 2019 is van 1.557.952 kalveren een geboorte in het I&R-systeem gemeld.4

31

Hoeveel kalfjes werden er in 2019 geregistreerd als doodgeboren (inclusief kalveren die zijn gestorven voor het merken) in de melkveehouderij?

Antwoord

Er zijn 151.704 doodgeboortes geregistreerd in het Identificatie & Registratie (I&R)systeem in het jaar 2019.

32

Hoeveel van de kalfjes die in 2019 werden geboren in de melkveehouderij, stierven op een leeftijd van 3 tot 14 dagen?

Antwoord

Er zijn 38.001 doodmeldingen van kalfjes in de leeftijd van 3 tot 14 dagen geregistreerd in I&R in het jaar 2019.

33

Hoeveel van de kalfjes die in 2019 werden geboren in de melkveehouderij stierven op een leeftijd van 14 dagen tot een jaar?

Antwoord

Er zijn 68.409 doodmeldingen van kalfjes in de leeftijd van 14 dagen tot een jaar geregistreerd in I&R in het jaar 2019.

34

Wat was het percentage sterfte van biggen tot het spenen in 2019?

Antwoord

De gegevens om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn nog niet beschikbaar. Ik zal u binnenkort in een Kamerbrief over dierenwelzijn landbouwhuisdieren informeren over het sterftepercentage bij biggen voor het spenen.

35

Is de illegale import van honden toegenomen sinds het fokverbod voor kortsnuitige honden, zoals mopshonden en Franse en Engelse bulldogs?

Antwoord

Er zijn geen cijfers beschikbaar over illegale import van honden. Volgens de beschikbare I&R-data zijn er 31.022 honden geïmporteerd in 2019, dat is meer dan in 2018. Toen betrof het aantal geïmporteerde honden 30.279. Onbekend is of dit naar aanleiding van het fokverbod is gekomen.

36

Hoe groot is het aandeel ammoniak uit mestkelders in stallen ten opzichte van de totale stikstofuitstoot van de landbouw?

Antwoord

De totale ammoniakemissie uit de landbouw is ongeveer 114 kton. Vanuit stallen emitteert 54 kton naar de buitenlucht. Van het deel in de mest komt 40 kton in de buitenlucht terecht na toedienen van de mest op landbouwgrond. De resterende hoeveelheid van 18 kton ammoniak komt uit andere bronnen zoals kunstmesttoediening en mestopslagen (buiten de stal). 5

37

Hoeveel bedrijven werken nog met verrijkte kooien voor legkippen?

Antwoord

De NVWA baseert zich op gegevens uit de aangewezen databank voor koppelregistratie van pluimvee (KIP) van AVINED. De registratie kooihuisvesting bevat zowel het houderijsysteem verrijkte kooi als koloniehuisvesting. Op dit moment zijn 52 bedrijven geregistreerd met kooihuisvesting voor legkippen.

38

Is de NVWA voornemens om per 1 januari 2021 extra te gaan handhaven op het verbod op verrijkte kooien voor legkippen?

Antwoord

Het Controle Orgaan voor kwaliteitsaangelegenheden in de zuivel (COKZ) houdt toezicht op dit type houderijsysteem voor pluimvee. Zij zal het verbod handhaven vanaf 1 januari 2021.

39

Hoeveel leghenkuikens zijn er in 2019 vanuit Nederland geëxporteerd?

Antwoord

Er zijn ruim 199 miljoen eendagskuikens geëxporteerd vanuit Nederland. Ongeveer 12,50% betrof export naar landen buiten de Europese Unie.

40

Hoeveel leghenkuikens zijn er in 2019 vanuit het buitenland geïmporteerd?

Antwoord

In 2019 zijn 20.138.504 eendagskuikens geïmporteerd voor de fok/productie, waarvan 20.120.042 uit Canada en 18.462 uit de VS.

41

Hoeveel eendagskuikens, uitgesplitst in eendagshaantjes en leghenkuikens, zijn er in 2019 gedood?

Antwoord

Zoals aangegeven in antwoorden op vragen van het lid Futselaar d.d. 29 juni jl. (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3328) geeft de pluimveesector aan dat er in Nederland circa 40 miljoen eendagshaantjes per jaar worden gedood. De hennetjes worden in principe opgefokt tot leghen.

42

Op welke data en locaties heeft de NVWA onaangekondigde inspecties uitgevoerd naar handel in en huisvesting van exotische dieren in 2018 en 2019?

Antwoord

De term «exotische dieren» is geen afgebakend begrip. De NVWA registreert alleen of dieren of producten van dieren onder een wetgevingsregime vallen of niet, dus of een dier beschermd is of dat een dier als invasieve exoot is aangewezen. Of een inspectie aangekondigd of onaangekondigd plaatsvindt, wordt niet geregistreerd. Daarnaast kan niet uit de data worden afgeleid of het een inspectie met betrekking tot levende dieren of producten van dieren betreft.

43

Op welke data en locaties heeft de NVWA aangekondigde inspecties uitgevoerd naar handel in en huisvesting van exotische dieren in 2018 en 2019?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 42.

44

Welke overtredingen zijn geconstateerd bij de inspecties naar de handel in en huisvesting van exotische dieren in 2018 en 2019?

Antwoord

De geconstateerde overtredingen hebben vooral betrekking op de handel en het bezit van dieren waarvan de legale herkomst niet aangetoond kan worden, die niet juist zijn gemerkt of waarvan de voorgeschreven administratie niet correct wordt gevoerd.

45

Hoeveel en op welke data zijn er in 2018 en 2019 exotische dieren in beslag genomen door handhavingsinstanties (uitgesplitst naar NVWA, douane, politie, Landelijke Inspectie Dierenbescherming) en op grond waarvan?

Antwoord

Zie de bijlage voor het gevraagde overzicht6. Opgemerkt wordt dat de term exotische dieren geen duidelijk afgebakende groep dieren betreft. Het overzicht heeft betrekking op beschermde en onbeschermde dieren. Landbouwhuisdieren en katten en honden zijn niet opgenomen.

46

Hoeveel dieren zijn er in 2018 en 2019 op reptiel- en vogelbeurzen verhandeld?

Antwoord

Deze informatie is niet beschikbaar bij de NVWA en wordt ook niet geregistreerd bij andere overheidsinstanties.

47

Hoeveel meldingen over misstanden rondom de handel in en huisvesting van exotische dieren zijn de afgelopen twee jaar gedaan?

Antwoord

Het aantal meldingen over mogelijke misstanden met betrekking tot handel in beschermde of invasieve dieren betrof in 2018 195 en in 2019 90. Het aantal meldingen over mogelijke misstanden bij het houden en huisvesten van dieren betrof in 2018 155 en in 2019 150. Bij deze meldingen inzake huisvesting en handel wordt niet geregistreerd of het dier mogelijk een exoot is, omdat het begrip exoot geen vast afgebakende groep dieren betreft. Het betreft dus meldingen over zowel in Nederland van nature voorkomende diersoorten als over diersoorten die van nature elders voorkomen.

48

Met welke regelmaat heeft de NVWA niet-besmette nertsenbedrijven gecontroleerd in het kader van de toegezegde intensieve monitoring?

Antwoord

Houders van nertsen waren verplicht 1 tot 5 kadavers van natuurlijk gestorven nertsen naar de Gezondheidsdienst voor Dieren in te sturen. Sinds de wijzigingsregeling van 28 augustus 2020 zijn zij verplicht de kadavers van alle nertsen die op natuurlijke wijze zijn overleden in te sturen naar de Gezondheidsdienst voor Dieren. Daarnaast heeft de NVWA eind mei 2020 het verplichte screeningsonderzoek van alle nertsenbedrijven in Nederland gecoördineerd. In dit onderzoek is bij alle bedrijven gekeken naar antistoffen bij de nertsen. Dit onderzoek is inmiddels afgerond en er zijn via deze methode geen nieuwe besmettingen aangetoond. Per 14 september 2020 coördineert de NVWA een tweede screeningsonderzoek dat verplicht is voor alle niet besmette nertsenbedrijven in het risicogebied.

49

Welke incidenten hebben plaatsgevonden tijdens het ruimen van de tot nu toe

geruimde nertsenbedrijven?

Antwoord

Er is één levende nerts aangetroffen in een Rendac-container op een nertsenbedrijf. Verder is er twee keer een levende nerts bij Rendac in de loshal aangetroffen. Ook heeft de NVWA beeldmateriaal ontvangen waarop is te zien dat personen tijdens het ruimen geen persoonlijke beschermingsmiddelen dragen of deze middelen niet correct gebruiken. De conclusie van de NVWA, na de beelden te hebben geanalyseerd, is dat op basis van de tot 24 september jl. geldende werkinstructies en veiligheidsvoorschriften, niet vast te stellen is dat deze niet goed zijn opgevolgd. De NVWA komt echter wel tot de conclusie dat de werkinstructie over het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen buiten de dierverblijven onduidelijk was. De NVWA heeft de werkinstructie met ingang van 25 september jl. hierop aangepast. De NVWA zal scherp toezien op het correct dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen door de eigen medewerkers en door de NVWA ingehuurde externe medewerkers.

50

Hoeveel van de inspecties in 2019 in het kader van diergezondheid respectievelijk dierenwelzijn hebben plaatsgevonden op basis van een melding, hoeveel op basis van het reguliere toezicht, hoeveel op basis van risicoanalyses, waar waren deze inspecties op gericht en wat waren hierbij de bevindingen?

Antwoord

I&R-gevogelte

Er zijn in 2019 in totaal 68 inspecties uitgevoerd op de naleving van I&R-gevogelte. 61 van deze inspecties kwamen voort uit een risicoselectie, 4 naar aanleiding van meldingen en 3 naar aanleiding van bevindingen van inspecteurs bij een andere inspectie op het bedrijf. Er zijn 58 interventies toegepast in de vorm van schriftelijke waarschuwingen.

Monitoring zoönotische Salmonella

In 2019 zijn in totaal 77 inspecties uitgevoerd op de naleving van de monitoring van zoönotische Salmonella. Alle inspecties vonden risicogericht plaats. Er zijn 37 interventies toegepast in de vorm van schriftelijke waarschuwingen.

I&R-runderen

In 2019 zijn er 908 inspecties uitgevoerd op de naleving van de regeling I&R. 49 van die inspecties kwamen voort uit meldingen; 475 van die inspecties waren risico-gericht, de overige waren a-select. Er zijn 79 interventies toegepast, waarvan 66 waarschuwingen en 13 bestuurlijke boetes dan wel processen-verbaal.

I&R-schapen en geiten

In 2019 zijn er 354 inspecties uitgevoerd op de naleving van de regeling I&R.

33 van die inspecties kwamen voort uit meldingen; 145 van die inspecties waren risico-gericht, de overige waren a-select. Er zijn 63 interventies toegepast, waarvan 58 waarschuwingen en 5 processen-verbaal.

I&R-varkens

In 2019 zijn er 59 inspecties uitgevoerd op de naleving van de regeling I&R.

16 van die inspecties kwamen voort uit meldingen; 43 van die inspecties waren risico-gericht. Er zijn 8 interventies toegepast, waarvan 7 waarschuwingen en 1 proces-verbaal.

Q-koorts regelgeving

Er zijn in 2019 in totaal 114 inspecties uitgevoerd, waarvan 27 op professionele melkgeitenbedrijven en 87 op publieksbedrijven. Alle inspecties op professionele bedrijven vonden risico-gericht plaats; op publieksbedrijven vonden 22 inspecties risico-gericht plaats en 13 naar aanleiding van een melding, de overige waren a-select. Op professionele bedrijven zijn 25 interventies toegepast waarvan 22 waarschuwingen en 3 rapporten van bevindingen. Op publieksbedrijven zijn tijdens een aantal inspecties meer dan één interventie toegepast; in totaal zijn er 48 interventies toegepast waarvan 40 waarschuwingen en 14 rapporten van bevindingen. Bij één inspecties is een Last onder Bestuursdwang (LOD) opgelegd.

Voor de inspecties gericht op dierenwelzijn op primaire bedrijven, zie mijn antwoord op vraag 12. Voor de inspecties gericht op dierenwelzijn bij gezelschapsdieren, zie mijn antwoord op vraag 13.

51

Kunt u per diercategorie uitsplitsen hoe vaak de inspecties in 2019 in de sectoren melkvee, vleeskalveren, vleesvee, nertsen, opfokleghennen, legkippen, vleeskuikenouderdieren, vleeskuikens, kalkoenen, eenden, varkens, geiten, schapen en konijnen hebben geleid tot het opleggen van een maatregel, en wat deze maatregelen waren?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 12 en 50 voor de inspecties gericht op dierenwelzijn en diergezondheid. Daarbij wordt opgemerkt dat er met betrekking tot de I&R-controles bij rundveebedrijven niet wordt vastgelegd welke type bedrijf het betreft. Bij de controles op I&R-gevogelte en monitoring zoönotische Salmonella zijn verschillende pluimveecategorieën te onderscheiden. In 2019 zijn maatregelen (schriftelijke waarschuwingen) opgelegd bij 1 opfokleghennenbedrijf, 18 legkippenbedrijven, 7 bedrijven met (opfok)ouderdieren, 65 vleeskuikenbedrijven, 2 eendenbedrijven en 2 gemengde bedrijven.

52

Hoeveel geïdentificeerde risicobedrijven in de veehouderij waren er in 2019 en hoe verhoudt zich dit tot het totaal aantal veehouderijbedrijven?

Antwoord

Risicobedrijven worden geïdentificeerd op basis van selectiecriteria. De beschikbare capaciteit bepaalt hoeveel bedrijven jaarlijks risicogericht geïnspecteerd kunnen worden, naast de eveneens benodigde inspecties in het kader van meldingen en hercontroles. In 2019 zijn voor selecte controles bij risicobedrijven bedrijven geselecteerd op basis van het criterium, dat in de voorgaande periode van 2 jaar naar aanleiding van inspecties al 3 maal een rapport van bevindingen dan wel proces verbaal was opgemaakt. Daarnaast vonden in 2019 ook hercontroles plaats bij risicobedrijven waar in 2018 tijdens inspecties overtredingen waren aangetroffen. In totaal zijn op basis van deze selectie in 2019 bij 69 bedrijven select (her)inspecties uitgevoerd. De omvang van het aantal veehouderijbedrijven betrof 37.300 betrof (zie ook p. 27 van de Verantwoordingsrapportage van de NVWA over 2019).

53

Kunt u in de «inspectieresultaten welzijn vleeskuikens 2019» onderscheid maken tussen administratieve en de verschillende soorten fysieke overtredingen, en de bijbehorende maatregelen?

Antwoord

Er zijn in 2019 bij vleeskuikens 182 administratieve inspecties niet akkoord bevonden. Er zijn naar aanleiding daarvan 93 schriftelijke waarschuwingen en 89 rapporten van bevindingen opgemaakt (ten behoeve van oplegging van bestuurlijke boetes). Er zijn in 2019 in totaal 91 aselecte welzijnsinspecties fysiek uitgevoerd, waarvan er 38 niet akkoord zijn bevonden. In dat kader zijn 28 schriftelijke waarschuwingen en 7 rapporten van bevindingen opgemaakt.

Daarnaast zijn er in 2019 ook nog 52 welzijnsinspecties fysiek uitgevoerd, waarvan 13 select, 22 naar aanleiding van meldingen, 17 in het kader van entreemonitoring. Daarvan zijn er in totaal 26 niet akkoord zijn bevonden. In dat kader zijn 23 schriftelijke waarschuwingen en 7 rapporten van bevindingen opgemaakt. Tot slot zijn er 28 fysieke herinspecties uitgevoerd, waarvan er 4 niet akkoord zijn bevonden. Afdoening heeft plaatsgevonden middels 1 schriftelijke waarschuwing en 3 rapporten van bevindingen.

54

Kunt u in de toekomst standaard onderscheid maken tussen administratieve en de verschillende soorten fysieke overtredingen voor vleeskuikens en andere diercategorieën?

Antwoord

Overtredingen worden door de NVWA op zo’n wijze geregistreerd dat de informatie die van belang is voor het toezicht goed te herleiden is. Bijvoorbeeld de betreffende overtreden norm, zodat bij een toekomstige inspectie kan worden nagegaan of er sprake is van recidive. Hierbij wordt niet standaard een categorisering tussen administratieve dan wel fysieke overtredingen gemaakt, omdat dit niet primair van belang is voor het toezicht.

55

Kunt u in de «inspectieresultaten welzijn vleeskuikens 2019» onderscheid maken tussen de resultaten van verschillende concepten, anders dan regulier en trager groeiend (bijv. tussensegment, Beter Leven keurmerk 1 ster, biologisch)?

Antwoord

De NVWA beschikt niet over informatie van verschillende concepten en houdt ook geen toezicht op deze concepten. Hierdoor is een dergelijk onderscheid niet te maken.

56

Kunt u in de toekomst standaard onderscheid maken tussen de resultaten van verschillende concepten, anders dan regulier en trager groeiend (bijvoorbeeld tussensegment, Beter Leven keurmerk 1 ster, biologisch) voor vleeskuikens en andere diercategorieën?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 55.

57

Hoe bent u van plan in de komende jaren verder opvolging te geven aan het vaststellen van het naleefbeeld, aangezien de «Inspectieresultaten welzijn vleeskuikens 2019» een nulmeting betreft?

Antwoord

De «inspectieresultaten welzijn vleeskuikens 2019» betreffen zowel selecte inspecties als een nulmeting op basis van aselecte inspecties ten behoeve van het vaststellen van het naleefbeeld. De komende jaren wordt met handhavingscommunicatie en mogelijk selecte inspecties hieraan opvolging gegeven met als doel de naleving te bevorderen. Over enkele jaren zal met aselecte inspecties opnieuw een naleefbeeld worden vastgesteld.

58

Hoeveel varkensbedrijven zijn op het gebruik van verrijkingsmateriaal gecontroleerd, hoeveel bevindingen zijn er vastgesteld en hoeveel maatregelen en sancties zijn er opgelegd?

Antwoord

In 2019 zijn 154 varkensbedrijven geïnspecteerd op de regels voor hokverrijking. Bij 85 inspecties is vastgesteld dat de betreffende houders geen hokverrijking verstrekten die permanent voldoet aan alle 9 eigenschappen uit de brochure Hokverrijking. Dit heeft bij 38 van de 85 inspecties geleid tot het opleggen van een maatregel of sanctie. Dit kan worden verklaard door het interventiebeleid van de NVWA. Tot juni 2019 boden de inspecteurs van de NVWA vooral nalevingshulp en gingen zij met varkenshouders het gesprek aan over de gebruikte hokverrijkingsmaterialen.

Er zijn 14 rapporten van bevindingen, 2 processen-verbaal en 26 schriftelijke waarschuwingen met herstelmaatregelen aangezegd voor deze overtredingen. Het aantal opgelegde maatregelen (42) is hoger dan het aantal bedrijven met een tekortkoming (38). Dit komt omdat bij enkele bedrijven zowel een proces-verbaal als een rapport van bevindingen óf zowel een rapport van bevindingen als een schriftelijke waarschuwing met herstelmaatregelen is aangezegd. Na vaststelling van een tekortkoming kan sanctionerend worden opgetreden door het opmaken van een rapport van bevindingen of een proces-verbaal. Dit kan leiden tot een bestuurlijke boete of een strafrechtelijke afdoening. Daarnaast kan corrigerend worden opgetreden. Dit heeft tot doel om de overtreding te herstellen of te beëindigen. Hiervoor wordt een rapport van bevindingen of een herstelbrief/schriftelijke waarschuwing opgemaakt.

59

Welke andere instanties komen naast de NVWA op het erf om zaken te controleren en wat is de gemiddelde frequentie van deze bezoeken?

Antwoord

Er komen op bedrijven diverse andere instanties zaken controleren, onder meer vanuit private kwaliteitssystemen en controlerende instanties als het Controle Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) en de Nederlandse Controle Autoriteit Eieren (NCAE), maar ook vanuit omgevingsdiensten, politie en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) wanneer zich daartoe een aanleiding vormt. De NVWA heeft geen zicht op de gemiddelde frequentie waarmee deze instanties controles uitvoeren.

Diverse erfbetreders zoals voerleveranciers, dierenartsen, zuivelcoöperaties, agrarische bedrijfsadviseurs etc. komen ook op het erf. Deze erfbetreders kunnen een belangrijke rol spelen in de signalering van situaties waarbij dierenwelzijn in het gedrang komt of vermoedens daaromtrent bestaan.

Daarnaast is er het Vertrouwensloket welzijn landbouwhuisdieren, dat is opgericht op initiatief van de veehouderijsector.7 Naar aanleiding van meldingen bij het Vertrouwensloket kan een team vanuit dit loket in actie komen wanneer er duidelijke vermoedens zijn dat het dierenwelzijn in gedrang komt. Het doel is dan de agrarische ondernemer te begeleiden bij het oplossen van zijn of haar problemen. Een melding kan in ernstige gevallen, zoals grootschalige verwaarlozing, direct aanleiding zijn om contact te leggen met de NVWA.

60

Op welke manier kunnen inzichten en bezoeken van verschillende instanties, naast de NVWA, aan elkaar gekoppeld worden en zorgen voor een integraler beeld?

Antwoord

Met private kwaliteitssystemen die geaccepteerd zijn voor ketenborging is afgesproken dat periodiek informatie wordt uitgewisseld met betrekking tot naleving op wettelijke normen. Deze zogenaamde metadata worden naast het naleefbeeld van de NVWA gelegd, ten eerste om te onderzoeken op welke onderdelen het toezicht van de NVWA door die instantie wordt ondersteund, en ten tweede om vast te stellen op welke onderdelen een kwaliteitssysteem zich kan versterken. Zie daarnaast mijn antwoord op vraag 59.

61

Hoeveel houtbedrijven importeerden in 2019 illegaal hout, hoeveel van deze houtbedrijven kregen een waarschuwing, hoeveel een boete en hoeveel van deze houtbedrijven hadden ook al in 2018, 2017, 2016, 2015 en 2014 een waarschuwing of boete gekregen?

Antwoord

In 2019 is bij een bedrijf geconstateerd dat het houten meubels importeerde waarbij niet kon worden aangetoond dat het legaal gekapt hout betrof. De meubels zijn in bewaring genomen en er is een bestuursrechtelijke maatregel opgelegd ter voorkoming van herhaling. Dit bedrijf had niet eerder een waarschuwing ontvangen. Daarnaast is aan nog vijf bedrijven een bestuursrechtelijke maatregel opgelegd. Vier van deze bedrijven hadden eerder een schriftelijke waarschuwing ontvangen.

62

Hoeveel centrales die biomassa opstoken zijn gecontroleerd op naleving van de (SDE)-subsidievoorwaarden in 2019, 2018 en 2017?

Antwoord

De NVWA controleert niet op de SDE regeling, dit wordt uitgevoerd door de Nederlandse Emissie autoriteit.

63

Hoeveel houtige biomassa is er in 2019, 2018, 2017 en 2016 geïmporteerd in Nederland, hoeveel is gecontroleerd op het hebben van de juiste certificaten (uitgesplitst naar jaar) en hoeveel procent had geen certificaten (uitgesplitst naar jaar)?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 62.

64

Hoeveel hout wordt er jaarlijks geïmporteerd in Nederland, hoeveel procent van het hout is er jaarlijks sinds 2014 tot 2019 geïnspecteerd, hoeveel procent was gecertificeerd en hoeveel was illegaal, graag uitgesplitst naar jaar en houtsoort?

Antwoord

De NVWA houdt geen informatie bij over de hoeveelheid hout die jaarlijks wordt geïmporteerd, dat doet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op basis van importgegevens van de Douane inspecteert de NVWA bedrijven risicogericht. Bij een inspectie worden een of meer zendingen hout geïnspecteerd, waarbij wordt gekeken of het bedrijf een goed werkend stelsel van zorgvuldigheidseisen heeft waarbij de kans op illegaal gekapt hout in de keten verwaarloosbaar is. Bedrijven hebben vaak vaste toeleveranciersketens. Dit betekent dat indien een inspectie op een zending akkoord is, de keten in orde is. Een groter percentage van het geïmporteerde hout dan alleen het gecontroleerde deel in die keten is dan legaal.

65

Worden niet gecertificeerd hout en pulp standaard microscopisch onderzocht om de afkomst te bepalen? Zo ja, hoeveel procent wordt aselect of standaard onderzocht?

Antwoord

Nee, microscopisch onderzoek wordt ingezet indien er twijfels zijn over de houtsoort. Dit wordt niet standaard uitgevoerd.

66

Hoeveel pulp wordt er jaarlijks geïmporteerd in Nederland, hoeveel procent hiervan is jaarlijks sinds 2014 tot 2019 geïnspecteerd en hoeveel procent was gecertificeerd en hoeveel was illegaal, graag uitgesplitst naar jaar en houtsoort?

Antwoord

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt cijfers bij over de hoeveelheid papierpulp die wordt geïmporteerd. Door de NVWA zijn sinds 2014 tot 2019 geen zendingen papierpulp geïnspecteerd. De NVWA heeft wel een desk research uitgevoerd naar importeurs van goederen vallend onder goederencode 47 (pulp of materiaal bestemd voor pulp). Het onderzoek wees uit dat het ingevoerde materiaal restmateriaal zoals gebruikt papier betrof, bestemd om te worden gerecycled.

67

Hoeveel viskwekerijen zijn er geïnspecteerd in 2019?

Antwoord

In 2019 zijn er 20 viskwekerijen geïnspecteerd.

68

Hoeveel procent van de gehouden vissen sterft in een viskwekerij en hoeveel procent van de gehouden vissen sterft vanwege ziektes, uitgesplitst naar vissoort?

Antwoord

De NVWA houdt hiervan geen registratie bij.

69

Op welke ziektes worden vissen gecontroleerd, uitgesplitst naar vissoort, en welke ziektes zijn per vissoort gevonden in 2019?

Antwoord

De NVWA controleert niet op visziektes. Viskwekerijen hebben een meldingsplicht bij een verdenking of bij een bevestiging van één van de meldingsplichtige ziektes, zoals bedoeld in artikel 26 van de Aquacultuurrichtlijn 2006/88/EG. In 2019 heeft de NVWA twee meldingen met betrekking tot het Koi herpes Virus ontvangen en één melding met betrekking tot Infectieuze Haematopoietische Necrose.

70

Hoeveel palingkwekerijen zijn gecontroleerd in 2019 op het naleven van verdoofd slachten en in hoeveel gevallen is de verdoving niet effectief?

Antwoord

In 2019 zijn 16 inspecties uitgevoerd voor het doden van paling. Van de 16 inspecties bleek dat in 11 bedrijven paling werd gedood. In 7 van de 11 werd paling voorafgaan aan het doden elektrisch bedwelmd; in 4 gevallen vond geen bedwelming plaatst.

71

Hoeveel procent van de gehouden vissoorten in viskwekerijen wordt verdoofd geslacht, per soort uitgesplitst, en hoe effectief is dit, ook per vissoort uitgesplitst?

Antwoord

De NVWA houdt hiervan geen registratie bij. Voor andere vissoorten dan paling is er overigens geen regelgeving met betrekking tot het verdoven bij het doden.

72

Hoeveel vissers vissen in Natura 2000-gebieden, hoe vaak werden deze vissers in de Natura 2000-gebieden gecontroleerd in 2019 en hoeveel procent was in overtreding?

Antwoord

Er zijn in totaal 341 vergunningen voor de Wet Natuurbescherming (WnB) afgegeven voor visserij in het Natura 2000 kustgebied (en Waddenzee). Deze betreffen voornamelijk garnalenvisserij-vergunningen (in totaal 209 stuks) en mosselzaadvisserij-vergunningen (in totaal 97 stuks). Visserij in de Natura 2000-gebieden wordt continu gemonitord door de Kustwacht via het satelliet volgsysteem (VMS) en het automatisch identificatiesysteem (AIS). Daarnaast voert de Kustwacht surveillancevluchten uit, waarbij Natura 2000-gebieden worden meegenomen indien die op hun route liggen. De NVWA voert gerichte inspecties uit op zee. In 2019 heeft de NVWA 74 garnalenvissers fysiek geïnspecteerd. Daarbij is 20 keer de inspectie niet akkoord bevonden (27%).

73

Worden honden afkomstig uit landen met een hoog risico voor rabiës (a-select) gecontroleerd op het hebben van antistoffen in hun bloed voor bijvoorbeeld rabiës? Zo ja, hoeveel procent van de honden is gecontroleerd in 2019 en hoeveel procent had geen antistoffen?

Antwoord

Alle klachten en meldingen over hondenhandel worden beoordeeld door een inspecteur. Het is daarbij belangrijk dat de melding voldoende informatie en aanknopingspunten bevat. Dit betekent dat er een goede omschrijving is en dat er foto’s en/of filmmateriaal beschikbaar is. Meldingen die niet direct worden opgepakt door een inspecteur worden wel geregistreerd en bewaard. Als de NVWA bijvoorbeeld op een later moment meer meldingen over een bepaalde fokker krijgt, kunnen ook die eerdere meldingen betrokken worden bij het onderzoek.

Aan de hand van opgestelde criteria worden meldingen beoordeeld of het hoog risico rabiës meldingen zijn. Hoog risico rabiës meldingen hebben prioriteit bij het uitzetten van de fysieke inspecties. Bij import moet een hond worden vergezeld van een gezondheidscertificaat, afgegeven door een dierenarts. Europese regels gaan uit van onderling vertrouwen tussen lidstaten: het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit betekent dat de NVWA ervan uit moet gaan dat de informatie die door de dierenarts in een ander Europees land op het gezondheidscertificaat is gezet (bijvoorbeeld de informatie over de leeftijd en de vaccinaties) juist is. Er wordt niet gecontroleerd op antistoffen in het bloed van honden. De NVWA meldt eventuele twijfel over gezondheidscertificaten wel altijd aan andere lidstaten, zodat de autoriteit van die lidstaat verder onderzoek kan doen.

74

Hoeveel en hoe vaak werden papieren van handelaren die honden invoeren gecontroleerd in 2019 en hoeveel procent van de handelaren werd (aselect) gecontroleerd in 2019?

Antwoord

De NVWA houdt risicogericht toezicht. Dit betekent dat vooral daar inspecties uitgevoerd worden waar (op basis van meldingen, gegevens uit eerdere inspecties en risico-inventarisaties) de kans op overtreding van de regels voor de handel in gezelschapsdieren het grootst geacht wordt. Tijdens deze controles wordt gecontroleerd op de wet- en regelgeving die van toepassing is. Er wordt niet aselect gecontroleerd. In totaal zijn er in 2019 118 controles uitgevoerd naar aanleiding van meldingen en signalen.

75

Hoeveel meldingen over illegaal te koop gezette dieren kwamen in 2019 binnen bij NVWA?

Antwoord

Het aantal meldingen over mogelijke misstanden met betrekking tot handel in honden en katten betrof in 2019 250. Het aantal meldingen over mogelijke misstanden met betrekking tot handel in beschermde of invasieve dieren betrof in 2019 90.

76

Hoeveel procent van de online advertenties werd (aselect) gecontroleerd op naleving van de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (Cites)-wetgeving in 2019?

Antwoord

Het aantal online advertenties dat betrekking heeft op de Cites wetgeving is niet vast te stellen. Er zijn mondiaal zeer veel aanbiedingssites, besloten groepen en fora. Het is niet mogelijk een percentage te geven van het aantal inspecties naar aanleiding van online advertenties.

77

Bent u bereid, aangezien in het jaarverslag alleen cijfers worden gegeven over 2019, om de NVWA te vragen in het vervolg naast de cijfers van het verslagjaar ook cijfers over minstens de vier voorgaande jaren te geven, zodat naar trends in het controle- en handhavingsbeleid kan worden gekeken?

Antwoord

Deze rapportage over 2019 maakt onderdeel uit van de vernieuwde informatie en verantwoordingscyclus van de NVWA, conform afspraken met de vaste Kamercommissie voor LNV (kenmerk 2019Z05894). Het is de eerste keer dat de NVWA op deze wijze rapporteert over het voorgaande jaar. Het is de intentie om in de toekomst ook trends te laten zien waar dat mogelijk is. In hoofdstuk 3 over de continuïteit van de organisatie is dat op onderdelen nu al gedaan op basis van eerder gepubliceerde informatie.

78

Is het correct dat vijf (de oranje bullet points) van de zeven punten onder «Realisatie jaarplanresultaten 2019» op pagina 32 niet gerealiseerd zijn?

Antwoord

Bij de verantwoording geeft de NWVA met een kleur aan of het betreffende jaarplanresultaat in 2019 volledig behaald is (groen) of dat het resultaat niet volledig behaald is (oranje). Per resultaat geeft de NVWA in de rapportage een nadere toelichting. In de toelichting op pagina 33–35 wordt duidelijk dat voor de vijf van de zeven resultaten voor Natuur & Milieu geldt dat deze gedeeltelijk zijn behaald of dat realisatie niet volledig is vast te stellen.

79

Welk percentage van het totaal aantal bedrijven dat met landbouwgif werkt is hierop in 2019 gecontroleerd en wat zijn de percentages uitgesplitst naar sector?

Antwoord

In 2019 is circa 1,5% van de land- en tuinbouwbedrijven (exclusief veehouderijbedrijven) gecontroleerd op het juist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Uitgesplitst naar sector lag de toezichtintensiteit in de akkerbouw op 1% en in de tuinbouw op 2%.

80

Hoeveel controles zijn er in 2019 uitgevoerd op het invullen van de gewasbeschermingsmonitor en bij hoeveel van die controles is dat geverifieerd door controle van de onderliggende documenten?

Antwoord

Er zijn 325 inspecties uitgevoerd op de aanwezigheid en het invullen van de gewasbeschermingsmonitor. Het toetsen van de ingevulde gegevens of het verifiëren van onderliggende documenten is, met uitzondering van de registratie van gebruikte gewasbeschermingsmiddelen, geen onderdeel van de controle op de gewasbeschermingsmonitor.

81

Hoeveel controles zijn er uitgevoerd naar de import, handel, opslag en gebruik van illegale pesticiden?

Antwoord

Controle op illegale gewasbeschermingsmiddelen maakt deel uit van iedere inspectie binnen het domein gewasbescherming. In 2019 zijn 912 controles uitgevoerd naar de import, handel, opslag en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

82

In welk percentage van de controles voor «gewasbescherming» werden er overtredingen geconstateerd en om welke overtredingen ging dat?

Antwoord

Bij 27% van de controles «gewasbescherming» zijn overtredingen geconstateerd die bestuurs- of strafrechtelijk zijn afgedaan of waarvoor een schriftelijke waarschuwing is aangezegd. Het ging hierbij voornamelijk om overtredingen die begaan zijn bij het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, het onjuist gebruik van middelen, het niet voldoen aan de administratieve voorschriften of om overtredingen van de toepassingsvoorwaarden zoals gesteld in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Verder zijn bij 17% van de inspecties kleine overtredingen geconstateerd die na herstel konden worden afgedaan met een mededeling.

83

Hoeveel van de controles op «meststoffen» vonden plaats bij intermediairs in de mestketen en welk percentage van de intermediairs is daarmee in 2019 gecontroleerd?

Antwoord

Er zijn 113 fysieke intermediaire controles uitgevoerd bij ca. 10% van de intermediairs. Daarnaast zijn er nog 909 vervoerscontroles bij intermediairen uitgevoerd. In totaal gaat het dus om 1022 controles bij 24% van de intermediairs.

84

Welk percentage van de gecontroleerde intermediairs in de mestketen overtrad de regels en welke regels werden overtreden?

Antwoord

Bij 45 inspecties zijn overtredingen vastgesteld, hetgeen neerkomt op bijna 40%. Per inspectie kan echter op meerdere onderdelen een overtreding zijn vastgesteld. 113 inspecties waren gericht op intermediairs en controle van mestopslagen. De geconstateerde overtredingen hadden vooral betrekking op administratieve verplichtingen, de aan- en afvoer van dierlijke mest en de registratie en voorraadadministratie van mestopslagen.

85

Tegen welk percentage van de intermediairs in de mestketen dat de regels overtrad is handhavend opgetreden en wat is er in de andere gevallen gebeurd?

Antwoord

In al deze gevallen is handhavend opgetreden waarbij 44 rapporten van bevindingen zijn opgemaakt en 1 proces-verbaal.

86

Hoeveel van de controles op «meststoffen» vonden plaats onder covergistingsinstallaties en welk percentage van de covergisters is daarmee in 2019 gecontroleerd?

Antwoord

De NVWA heeft in 2019 18 inspecties bij covergistingsinstallaties uitgevoerd. Van de 18 uitgevoerde inspecties zijn er 9 afgerond in 2019; hierover is gerapporteerd aan RVO. De uitvoering van de 9 andere in 2019 gestarte inspecties loopt door naar 2020. Er zijn op dit moment 92 actieve covergisters. Daarvan is dus ca 20% in 2019 door de NVWA in onderzoek genomen.

87

Hoeveel controles vonden er in 2019 plaats bij covergisters ten aanzien van de gebruikte materialen en is dit ook fysiek gecontroleerd?

Antwoord

Zoals ik in mijn antwoord op vraag 86 heb aangegeven, zijn er in 2019 18 inspecties in onderzoek genomen. Alle uitgevoerde fysieke inspecties van de NVWA in deze zien toe op de gebruikte materialen.

88

Welk percentage van de gecontroleerde bedrijven met covergistingsinstallaties overtrad de regels en welke regels werden overtreden?

Antwoord

In totaal zijn bij de afgeronde inspecties 3 bedrijven akkoord bevonden en bij 6 inspecties (67%) zijn overtredingen geconstateerd. In de niet-akkoorden is het gebruik van co-materialen vastgesteld welke niet zijn toegelaten volgens de Uitvoeringsregeling meststoffen (Urm).

89

Tegen welk percentage van de covergistingsinstallaties dat de regels overtrad is handhavend opgetreden en wat is er in de andere gevallen gebeurd?

Antwoord

In 3 gevallen (50%) is een rapport van bevindingen naar RVO verzonden. In de 3 overige gevallen is volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing.

90

Is het aantal fysieke controles bij intermediairs in de mestketen en bij covergisters toe- of afgenomen in 2019 ten opzichte van de jaren daarvoor en hoe verklaart u deze toe- of afname?

Antwoord

Het aantal fysieke controles bij intermediairs en covergisters is in 2019 toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren, omdat beide doelgroepen als risicogroepen zijn gedefinieerd. Daarom zijn er meer risicogerichte controles uitgevoerd bij deze beide doelgroepen.

91

Wat waren de sancties voor de 22% veehouders die de derogatievoorwaarden niet naleefden?

Antwoord

De in de vraag genoemde niet naleving (22%) had betrekking op een beperkt aantal controles (236) dat voor 1 september 2019 is uitgevoerd. De NVWA heeft uiteindelijk 863 fysieke controles uitgevoerd en daarvan was 15% niet akkoord. De niet-akkoorden die voortkwamen uit de fysieke controles van de NVWA hebben geleid tot schriftelijke waarschuwingen en opgestelde rapporten van bevindingen. RVO is verantwoordelijk voor de afdoening. In een aantal gevallen heeft dit geleid tot intrekking van de derogatievergunning. Dit heeft erin geresulteerd dat in 2019 na administratieve en fysieke controles en de opvolging daarvan door RVO 0,2% van de deelnemers niet voldeed aan de derogatievoorwaarden (zie ook de rapportage «Nederlands Mestbeleid», pagina 14).

92

Hoe heeft de NVWA laten zien met toezicht effectief bijgedragen te hebben aan de naleving en controle op producten?

Antwoord

Het aanbieden van veilige producten aan de consument is in beginsel een verantwoordelijkheid van alle ondernemers in de handelsketen. De NVWA houdt toezicht op een breed scala aan producten. Daarbij heeft zij in 2019, net als in voorgaande jaren, vooral risicogericht gewerkt, wat betekent dat de focus lag op die producten en sectoren waar de grootste risico’s verwacht worden. In 2019 zijn de resultaten van het toezicht op spijkerbroeken; desinfectiemiddelen; energielabels; hoverboards; ballonnen en hygiëne bij tattoo en piercingshops, gepubliceerd op de website de NVWA. Daarnaast is ingezet op innovatie van het toezicht door het ontwikkelen van handhavingsmixen (zie ook antwoord 205 voor het begrip «handhavingsmix»). In dit kader zijn er bijvoorbeeld instructiefilms gemaakt voor ondernemers in de tattoo- en piercingbranche om ze te wijzen op hygiënevoorschriften; de effectiviteit hiervan wordt in 2020 onderzocht. Verder zijn er afspraken gemaakt met grote digitale platforms zoals Marktplaats en bol.com om het aanbod door derden op deze platforms van verboden producten tegen te gaan. Ook is er een social media campagne uitgevoerd («Laat je niet inpakken») waarin consumenten door influencers werden gewezen op de veiligheidsrisico’s van het online kopen van producten bij webshops buiten de EU. Deze producten zijn in de regel erg goedkoop maar niet ontworpen voor de EU-markt en wijken daarom vaker af van de EU veiligheidseisen.

93

Wanneer kunt u de Kamer te informeren over de door u aangekondigde vervolgaanpak van de herbezinning, in samenhang met de uitkomsten van het onafhankelijk onderzoek naar de taken en middelen van de NVWA dat in uw opdracht is uitgevoerd?

Antwoord

Ik heb uw Kamer op 16 oktober 2020 geïnformeerd over de herbezinning en de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek naar de taken en middelen van de NVWA, dat in mijn opdracht is uitgevoerd (Kamerstuk 33 835, nr. 171).

94

Welke pluspunten en risico’s dragen een uitgebreidere database van private kwaliteitssystemen met zich mee voor de NVWA?

Antwoord

Een uitgebreidere database van private kwaliteitssystemen kan de informatiepositie van de NVWA versterken, geeft de schema-eigenaar en de NVWA de mogelijkheid om beter af te stemmen over de diepgang en scope van toezicht en levert op die manier een bijdrage aan de risicoanalyses die de NVWA uitvoert op sectoren. Het risico zit in de betrouwbaarheid van de informatie; dit borgt de NVWA door monitoring- en verificatieprogramma’s op de private kwaliteitssystemen.

95

Wat zijn «toezichtsondersteunende private kwaliteitssystemen», welke systemen worden hiermee bedoeld en op basis waarvan worden deze getoetst?

Antwoord

Na enkele incidenten met voedsel hebben de Ministeries van VWS en (destijds) EZ in samenwerking met partijen uit het bedrijfsleven in 2013 de Taskforce Voedselvertrouwen ingesteld. Daarbij heeft de NVWA de rol gekregen om private kwaliteitssystemen te toetsen aan door de Taskforce opgestelde criteria («criteria voor toezichtondersteuning door private kwaliteitssystemen»). Private kwaliteitssystemen die aan deze criteria voldoen kunnen op www.ketenborging.nl worden vermeld als «geaccepteerd». Met de toezichtondersteunende private kwaliteitssystemen geeft het bedrijfsleven invulling aan de verplichting voor wat voedselveiligheid betreft. De NVWA kan in haar toezicht bij de bedrijven de deelname aan een geaccepteerd privaat kwaliteitssysteem laten meewegen in haar risicogerichte toezicht.

96

Hoe verklaart u de exponentiële groei in private kwaliteitssystemen en is er een maximumaantal private certificeringssystemen dat de NVWA in zijn totaliteit kan beheren en jaarlijks kan behandelen?

Antwoord

De belangstelling voor aanmelding van private kwaliteitssystemen voor toetsing door de NVWA is toegenomen door de acties naar aanleiding van de Taskforce Voedselvertrouwen (2013) en de inzet die de Minister voor Medische Zorg en Sport en ik in oktober 2018 hebben gedaan in het kader van het Actieplan Voedselveiligheid8 door alle plantaardige en dierlijke sectoren in de voedselketen per brief op te roepen om met een plan voor versterking van de zelfregulering te komen. Het aantal private kwaliteitssystemen in de markt die aan de criteria voor acceptatie kunnen en willen voldoen is te overzien. De NVWA zoekt een balans tussen het aantal te behandelen en te beheren kwaliteitssystemen en de beschikbare capaciteit om deze taken uit te kunnen voeren. Voor het op dit moment bekende aantal private kwaliteitssystemen kan de NVWA de verwachte groei aan.

97

Om welke risico’s gaat het als er wordt gesproken over de risico’s bij veehouders die zelf voer voor hun vee mengen?

Antwoord

Zelfmengers zijn primaire bedrijven die zelf voedermiddelen, toevoegingsmiddelen en/of voormengsels mengen tot een volledig of aanvullend diervoeder voor hun dieren. Voor de NVWA betreft het veehouders die grondstoffen inkopen of zelf produceren en dit in een (eigen) menginstallatie, vaak met toevoegingsmiddelen of voormengsels, mengen en vervoederen aan hun eigen dieren. Hierbij kunnen zowel op het gebied van voedselveiligheid als diergezondheid risico’s ontstaan door: 1) het gebruik van onveilige of schadelijke voedermiddelen en/of toevoegingsmiddelen; 2) het gebruik van diergeneesmiddelen. Er is beperkt zicht op de beheersing van de versleping binnen het eigen bedrijf, met name bij primaire bedrijven. Het risico op antibioticaresistentie en ongevoeligheid voor andere middelen wordt sterk verhoogd door onder andere onjuiste doseringen, een afwijkende behandelduur en het gebrek aan homogeniteit bij het mengen. Het gevolg kan zijn dat dieren geen optimale behandeling krijgen of dat gezonde dieren blootgesteld worden aan resten van medicijnen; 3) zelfmengers vallen buiten de reguliere stromen en daarmee ook buiten de invloedsfeer van private kwaliteitssystemen onder ketenborging.nl.

98

In welke mate speelt compliance een rol bij het risicogericht toezicht van de NVWA?

Antwoord

Compliance, het voldoen van bedrijven/personen aan de geldende wet- en regelgeving, staat centraal in het risicogerichte toezicht van de NVWA. Immers deze wet- en regelgeving is ervoor bedoeld om de publieke belangen waar de NVWA toezicht op houdt te beschermen. Via het opstellen van integrale ketenanalyses (IKA’s) krijgt de NVWA inzicht in de belangrijkste risico’s in de keten. Met behulp van het inzicht in deze risico’s wordt het risicogerichte toezicht van de NVWA ingevuld. Dat toezicht is erop gericht om de onder toezicht gestelden – voor zover nog niet gebeurd – te bewegen tot compliant gedrag. De NVWA gaat met hen in gesprek over de geïdentificeerde risico’s en wat zij kunnen doen om deze risico’s te mitigeren. Naast duidelijkheid voor alle schakels in de keten (onder toezicht gestelden) geven de IKA’s ook duidelijkheid aan de betrokken ministeries over hun bijdrage bij het beschermen van de publieke belangen.

99

Per welke periode probeert de NVWA de integrale ketenanalyses van de verschillende productieketens te actualiseren en welke integrale ketenanalyses wil de NVWA in 2020 afronden?

Antwoord

In 2020 rondt de NVWA de Integrale Ketenanalyse (IKA) bloembollen af. De IKA vis en IKA consumentenproducten worden in 2021 afgerond.

100

Waarom is de verwachting dat de handel in grondstoffen voor diervoeders complexer wordt, wat is daarvan de oorzaak en hoe wordt daar door de NVWA op ingespeeld?

Antwoord

De beschikbaarheid van partijen grondstoffen voor de diervoederproductie staat onder druk omdat met de maatschappelijke aandacht voor duurzaamheid en de circulaire economie, alternatieve, beter renderende processen voor benutting van deze grondstoffen (onder andere als biobrandstof) worden ontwikkeld. Tegelijkertijd is er door de toenemende wereldbevolking een groeiende vraag naar vlees en dierlijke eiwitten. Toenemende complexiteit komt als gevolg daarvan door: 1) de verschuiving van handelsstromen in de diervoederketen, zowel in geografische oorsprong als in productsoort; 2) de verschuiving naar andere grondstoffen voor diervoederproductie (diversificatie); 3) toenemende vraag naar nieuwe grondstofbronnen (technologische ontwikkelingen) voor diervoederproductie zoals insectenmeel en algen; en 4) de handel in stromen met verschillende bestemmingen (levensmiddelen/reststromen, diervoeder, vergisting en/of afval) zal naar verwachting toenemen.

De NVWA speelt in op de toenemende complexiteit door bij de sector te wijzen op het belang van zorgvuldig fysiek en administratief scheiden van stromen om te voorkomen dat ongeschikte stoffen in diervoeder terecht komen. De traceerbaarheid moet op orde zijn om de borging van voedselveiligheid en diergezondheid niet uit het oog te verliezen. Voor de sector wordt het steeds belangrijker om zeker te zijn van de herkomst, status en kwaliteit van de grondstoffen. Dit kan door scherpe controle door de bedrijven in de keten op de juistheid van certificaten en bestemmingsdocumenten en het melden van onveilige partijen. De sector werkt hier via private kwaliteitssystemen en laboratoria zelf actief aan mee.

101

Zijn de afspraken met Bol.Com, Marktplaats en Facebook effectief? Waaruit blijkt dat.

Antwoord

De met Bol.com en Marktplaats gemaakte afspraken zijn zeker effectief. De effectiviteit blijkt op verschillende wijzen. Centraal staat het gedeelde belang om de platforms veilig te houden. Gerichte informatie op de platforms aan aanbieders op deze platforms over van toepassing zijnde wetgeving, verboden aanbiedingen en de toezichttaak van de NVWA («de NVWA kijkt mee») is verbeterd en wordt periodiek geactualiseerd. De relatie tussen de genoemde platforms en de NVWA is geïntensiveerd waardoor snel corrigerend en waar mogelijk preventief kan worden geacteerd. De door de NVWA gesignaleerde niet toegestane aanbiedingen worden door de platforms snel verwijderd. De NVWA informeert de aanbieders waarom hun aanbod is verwijderd. Veel aanbiedingen keren na een dergelijke eerste contact met de NVWA niet meer terug. Waar aanbiedingen wel terugkeren op het betreffende platform, wordt in overleg met de platforms bezien hoe dit zo goed mogelijk te voorkomen is. Sommige producten/groepen worden geheel geweerd. Er vindt continu informatie-uitwisseling plaats over voor partijen relevante ontwikkelingen op de platforms dan wel opkomende risico’s die door de NVWA in het kader van haar reguliere toezicht of naar aanleiding van meldingen worden gesignaleerd. De ervaringen inzake de met Facebook gemaakte afspraken zijn nog te gering om in dit stadium uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit daarvan.

102

Kan de NVWA al enige resultaten delen van de in november 2019 gestarte campagne «Laat je niet inpakken»? Zo ja, welke?

Antwoord

De social media campagne «Laat je niet inpakken» beoogde zo veel mogelijk consumenten te bereiken met informatie over de risico’s van het online kopen bij aanbieders buiten de EU. Via Snapchat en Facebook is de campagne 1,4 miljoen keer bekeken.

103

Is de NVWA voornemens om ook met andere Nederlandse digitale marktplaatsen werkafspraken te maken?

Antwoord

Ja. De NVWA is in gesprek met verschillende andere digitale platforms om werkafspraken te maken ter wering van illegaal aanbod op deze platforms.

104

Hoe vaak is er handhavend opgetreden bij illegale dierenhandel op online marktplaatsen en vindt er naast preventie ook sanctionering plaats op dit vlak?

Antwoord

Internettoezicht op handel van honden en katten op Marktplaats is gestart in 2020 en is nog in ontwikkeling. De NVWA heeft met Marktplaats afspraken gemaakt. Marktplaats wijst kopers er actief op waarop ze moeten letten bij de aanschaf van een hond. Daarnaast informeert Marktplaats ook verkopers op de geldende verplichtingen tijdens het plaatsen van een advertentie. Op deze wijze wordt er vooral preventief opgetreden. In het kader van dit project is er één keer een advertentie verwijderd waarna een brief is verstuurd met de reden voor het verwijderen van de advertentie. Daarnaast zijn van 10 advertenties de gegevens gevorderd waarna er administratieve en indien nodig fysieke controles zijn uitgevoerd.

105

Op welke manier wordt gewaarborgd dat de NVWA, die openbaarmaking en transparantie van bevindingen hoog in het vaandel heeft staan, ook naar zichzelf kijkt bij het delen van de werkwijze, bijvoorbeeld bij het stopgezette strafonderzoek door het OM naar de noordelijke slachthuizen of het genegeerde interne signaal aan de NVWA-top dat de NVWA onvoldoende en nalatig reageerde op waarschuwingen over onveilige situaties in slachthuizen?

Antwoord

Ik heb uw Kamer op 18 september jl. geïnformeerd over het onderzoek naar het verloop van de feiten en de acties die de Inspecteur-Generaal heeft ingezet naar aanleiding van het beëindigen van de strafrechtelijke onderzoeken naar slachthuizen in Noord-Nederland om de sturing op de uitvoering van dat type onderzoek bij de NVWA en de kwaliteitsborging te verbeteren (Kamerstuk 33 835, nr. 170). Op 16 oktober 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de herbezinning die de NVWA heeft uitgevoerd.

106

In welke gevallen is het keuren van producten van dierlijke oorsprong (inclusief diervoeders), levende dieren, levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en consumentenproducten aan de buitengrens niet verplicht en is er dus geen controle?

Antwoord

Levende dieren zijn altijd keuringsplichtig en producten van dierlijke oorsprong zijn keuringsplichtig aan de buitengrens wanneer deze (net als alle dieren) zijn vermeld in uitvoeringsverordening (EU) 2019/2007. Levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong zijn keuringsplichtig wanneer deze zijn opgenomen in uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793. Hierbij wordt een in deze verordening vastgesteld percentage van de zendingen bemonsterd voor laboratoriumanalyse.

Consumentenproducten zijn keuringsplichtig aan de buitengrens wanneer deze zijn opgenomen in verordening (EU) 284/2011. Wanneer goederen niet in genoemde regelgeving zijn opgenomen is er geen keuringsplicht aan de buitengrens. Er kan echter wel een controle plaatsvinden o.b.v. signalen en risicogericht toezicht.

107

Kunt u in de tabel «Aantallen uitgevoerde controles in 2019» aangeven hoeveel zendingen er plaatsvinden en hoeveel procent daarvan gecontroleerd is?

Antwoord

De aantallen zendingen in de tabel «aantallen uitgevoerde controles in 2019» op p. 11 van de Verantwoordingsrapportage betreffen het totaal aantal zendingen per categorie dat via een Nederlandse grensinspectiepost de EU is binnengekomen. Deze zendingen zijn allemaal gecontroleerd. Van de 23.685 gecontroleerde zendingen levensmiddelen zijn er 2.385 bemonsterd voor laboratoriumanalyse volgens de frequentie van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793. Dit is 10%.

108

Welke overtredingen worden het vaakst gesignaleerd ten aanzien van de export van levende dieren?

Antwoord

De overtredingen die het vaakst worden gesignaleerd hebben te maken met geschiktheid voor het vervoer van de dieren, zoals de voorgeschreven ruimte per diersoort en vangletsel. Ook zijn er onjuistheden in de identificatie en registratie en zijn er onjuiste kentekens op het certificaat.

109

Hoe verhoudt het aantal afgeronde onderzoeken van de NVWA Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) in 2019 zich tot voorgaande jaren?

Antwoord

Het aantal afgeronde onderzoeken van de IOD is licht toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. De aantallen zijn echter niet exact te vergelijken omdat de onderzoeken (per jaar) in bijvoorbeeld omvang en complexiteit variëren.

110

Welke 29 onderzoeken heeft de NVWA IOD in 2019 afgerond en welke drie onderzoeken zijn er afgebroken?

Antwoord

In de jaarverantwoording over 2019 is aangegeven dat de IOD 29 onderzoeken heeft afgerond. Dit waren zowel kleine tot (middel)grote onderzoeken, rechtshulpverzoeken en financiële onderzoeken. De onderwerpen van deze IOD-onderzoeken zijn divers en gaan over het brede scala van publieke belangen die de NVWA behartigt. Van deze onderzoeken zijn er 26 ingeleverd bij het Functioneel Parket. Drie onderzoeken zijn in overleg met het Openbaar Ministerie niet ingeleverd omdat het strafrechtelijk onderzoek niet heeft geleid tot voldoende bewijs ten aanzien van de verdenking in die onderzoeken. Vanwege de vertrouwelijkheid en bescherming van opsporingsinformatie wordt zonder wettelijke grondslag geen nadere informatie over deze zaken buiten de opsporing gedeeld.

111

Waar zijn de resultaten die hier niet gepresenteerd worden terug te vinden, aangezien er bij de verantwoording voor gekozen is om niet uitputtend te zijn omdat de opbouw van het Jaarplan 2019 nog was gericht was op 23 domeinen en nog niet op de nieuwe opzet van verantwoordingsinformatie op basis van de zeven publieke belangen?

112

Kunt u toelichtingen of de verantwoordingsinformatie vanaf 2020 wel uitputtend is?

113

Op basis waarvan wordt bepaald wat de belangrijkste resultaten zijn?

Antwoord 111 t/m 113

In de opzet van deze rapportage is aangesloten bij de afspraken die gemaakt zijn met de vaste Kamercommissie voor LNV om de informatie meer op hoofdlijnen en langs de zeven publieke belangen te kunnen volgen. Omdat de opbouw van het Jaarplan 2019 nog was gericht op 23 domeinen en nog niet op de nieuwe opzet op basis van de 7 publieke belangen, is er bij deze verantwoording voor gekozen een selectie van de volgens de NVWA belangrijkste resultaten in deze rapportage op te nemen. Bij deze keuze heeft onder andere meegewogen welke onderwerpen politiek/maatschappelijk in de belangstelling hebben gestaan. In de volgende rapportage over het Jaarplan 2020 zal de NVWA zich verantwoorden over alle resultaten die bij de publieke belangen in het jaarplan staan benoemd.

114

Onder welk kopje valt «horeca» en kunt u de procentuele urenverdeling van 49% per publiek belang uitsplitsen?

Antwoord

Werkzaamheden binnen het domein Horeca en ambachtelijke productie vallen onder het publiek belang Voedselveiligheid. 19% van de uren binnen dit publiek belang ging naar werkzaamheden voor het domein Horeca en ambachtelijke productie. De onderverdeling is te vinden in onderstaande tabel.

Domein

Percentage binnen publiek belang Voedselveiligheid

Bijzondere eet- en drinkwaren

3%

Diergeneesmiddelen

3%

Dierlijke bijproducten

4%

Diervoeder

3%

Horeca en ambachtelijke productie

19%

Industriële productie

15%

Microbiologie

6%

Vleesketen en Voedselveiligheid

47%

115

Acht u het aandeel in de procentuele urenverdeling op het gebied van de publieke belangen dierenwelzijn en diergezondheid voldoende?

Antwoord

Binnen de beschikbare capaciteit moeten keuzes worden gemaakt. De NVWA zet haar capaciteit vooral in daar waar de risico’s het grootst zijn. De ruimte om keuzes te maken wordt daarbij beperkt door onder andere het aandeel (EU)verplichte werkzaamheden die de toezichthouder moet uitvoeren. Met de beschikbare capaciteit beoog ik het toezicht op dierenwelzijn en diergezondheid evenals op alle andere domeinen zo goed mogelijk vorm te geven. Ik heb uw Kamer op 16 oktober 2020 geïnformeerd over de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek naar de taken en middelen van de NVWA dat in mijn opdracht is uitgevoerd.

116

Op welke terreinen is de extra capaciteit voor het borgen van dierenwelzijn ingezet en wordt deze groei over 2020 voortgezet?

Antwoord

De extra capaciteit die in 2019 beschikbaar was voor het intensiveren van toezicht op dierenwelzijn is vooral ingezet op cameratoezicht in slachthuizen, voor het toezicht op primaire bedrijven en toezicht op diervervoer; verder is ingezet op het uitvoeren van administratieve controles onder andere op overbezetting bij pluimvee en op het uitvoeren van audits bij private kwaliteitssystemen. In 2020 is voor deze onderwerpen nog aanvullende capaciteit beschikbaar gesteld, inclusief voor toezicht op gezelschapsdieren.

117

Hoe vaak heeft de NVWA in 2016, 2017, 2018 en 2019 partijen kangoeroeproducten bemonsterd en geanalyseerd op de aanwezigheid van pathogenen?

Antwoord

Er zijn geen partijen kangoeroeproducten bemonsterd en geanalyseerd op de aanwezigheid van pathogenen.

118

Bij hoeveel procent van het geanalyseerde kangoeroeproduct werden pathogenen aangetroffen?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 117.

119

Bij hoeveel procent van het geanalyseerde kangoeroeproduct werd E. coli aangetroffen tussen 2016 en 2019 en wat was het percentage aangetroffen salmonella tussen 2016 en 2019?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 117.

120

Is het feit dat er geen opsporingscapaciteit is ingezet voor het toenemend aantal meldingen van fraude ten aanzien van voedselintegriteit (waaronder Beter Leven, fair trade, oorsprong) waarbij de veiligheid van het voedsel niet in het geding was (alleen) een kwestie van capaciteit of spelen hierbij ook andere factoren?

Antwoord

Bij de beoordeling van potentiële nieuwe opsporingsonderzoeken wordt een afweging gemaakt. Daarbij wordt gekeken naar de aard en omvang van het strafbare feit en naar de persoon van de dader. Gelet op de beschikbare opsporingscapaciteit van de NVWA-IOD moeten prioriteiten worden gesteld. Dit doet de NVWA risicogericht. Bij fraude ten aanzien van voedselintegriteit, krijgen zaken met risico’s voor de voedselveiligheid daarom voorrang op de risico’s voor de integriteit van het voedsel.

121

Wat is ervoor nodig om ook voor voedselintegriteit opsporingscapaciteit in te kunnen zetten?

Antwoord

Bij onderzoek naar de zwaardere vormen van criminaliteit wordt prioriteit gegeven aan voedselveiligheid boven voedselintegriteit vanwege de hogere risico’s van dit type criminaliteit voor de volksgezondheid. Binnen de bestaande capaciteit ligt herprioritering van de inzet ten gunste van voedselintegriteit niet voor de hand. Ik heb uw Kamer op 16 oktober 2020 separaat geïnformeerd over de herbezinning die de NVWA heeft uitgevoerd en over de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek naar taken en middelen van de NVWA dat in mijn opdracht is uitgevoerd.

122

Welke importeurs waren betrokken bij de import van kangoeroeproducten waarbij pathogenen werden aangetroffen en waren dit dezelfde importeurs die na steekproeven in 2014 en 2015 verzocht werd om maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 117.

123

Kunt u de toezichtsintensiteit voedselveiligheid nader toelichten, bijvoorbeeld wat de toezichtsintensiteit van 7% zegt in relatie tot de veiligheid van ons voedsel?

Antwoord

Met de informatie-indicator toezichtintensiteit laat de NVWA zien hoeveel bedrijven de NVWA bezoekt binnen het totaal van de doelgroep (bedrijven of producten) waar het toezicht zich op richt. Hierbij zijn inspectiegegevens van de NVWA afgezet tegen cijfers over de totale omvang van de doelgroep, hoofdzakelijk gebaseerd op informatie van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS).

124

Hoeveel pluimveevlees, uitgesplitst naar soort, is er in 2019 afgekeurd voor menselijke consumptie en hoeveel is dat van het totaal?

Antwoord

De NVWA houdt geen systematische gegevens bij van hoeveelheden afgekeurd pluimveevlees, maar wel van het aantal dood aangevoerde dieren en de bij de post mortem keuring afgekeurde dieren. Zie mijn antwoord op vraag 126.

125

Hoeveel roodvlees, uitgesplitst naar soort, is er in 2019 afgekeurd voor menselijke consumptie en hoeveel is dat van het totaal?

Antwoord

De NVWA houdt geen systematische gegevens bij van hoeveelheden afgekeurd roodvlees, maar wel van de totale aantallen afgekeurde dieren. Zie mijn antwoord op vraag 127.

126

Hoeveel dieren zijn er, uitgesplitst naar diersoort, ante mortem en post mortem afgekeurd voor menselijke consumptie in pluimveeslachthuizen in 2019?

Antwoord

De NVWA houdt geen systematische gegevens bij ten aanzien van het pluimvee dat bij de ante mortemkeuring is afgekeurd, wel voor wat betreft het aantal dood aangevoerde dieren en de bij de post mortem keuring afgekeurde dieren. Alleen de afkeuringen bij de post mortemkeuring worden gespecificeerd bijgehouden.

In 2019 zijn er volgens gegevens van de NVWA in totaal 634 miljoen dieren op de slachthuizen aangevoerd, waarvan 650.000 dieren (0,1%) dood werden aangevoerd en niet voor slachting in aanmerking kwamen. Van de 633,4 miljoen levend aangevoerde dieren werden in totaal 6,9 miljoen dieren (1,1%) afgekeurd bij de post mortemkeuring. Een specificatie van de afkeuringen bij de post mortemkeuring per diersoort vindt u in onderstaande tabel.

Post mortemkeuring per diersoort (2019)

Eenden

42.225

Kippen

159.931

Vleeskuikens

6.698.273

Totaal

6.900.429

127

Hoeveel dieren zijn er, uitgesplitst naar diersoort, ante mortem en post mortem afgekeurd voor menselijke consumptie in roodvleesslachthuizen in 2019?

Antwoord

De NVWA houdt de totale aantallen afgekeurde dieren bij, zonder onderscheid in afkeur bij de ante- of post mortem keuring.

Diersoort

Aantal aangeboden

Totaal Afgekeurd

Eenhoevig dier

1.959

25

Geit

167.449

1.019

Gekweekt damhert

1.582

1

Gekweekt edelhert

586

0

Kalf

1.591.750

4.440

Lama

9

0

Rund

473.893

9.009

Schaap

559.648

657

Varken

15.685.558

66.409

Totaal

18.482.434

81.560

128

Waarom kiest de NVWA voor de lage toezichtintensiteit op diergeneesmiddelen?

Antwoord

De inzet van de NVWA op het domein diergeneesmiddelen is voornamelijk risicogericht en meldings- en incident gestuurd. Andere werkzaamheden voor het domein diergeneesmiddelen worden prioritair uitgevoerd op basis van urgente meldingen en incidenten, en verplichte toezichtwerkzaamheden voor de toekenning van (Europese) subsidies.

129

Hoeveel kangoeroevlees is er vanuit Australië geïmporteerd in 2018 en 2019, hoeveel hiervan was bestemd voor de Nederlandse markt en hoeveel is doorgevoerd naar andere landen?

Antwoord

In 2018 zijn er 46 zendingen (562ton in kg) kangoeroevlees geïmporteerd, waarvan 34 zendingen (355 ton) Nederland als bestemming hadden, 5 zendingen (97 ton) voor België bestemd waren, 2 zendingen (31 ton) voor Duitsland en 5 zendingen (79 ton) voor Frankrijk.

In 2019 zijn er 31 zendingen (461ton in kg) kangoeroevlees geïmporteerd, waarvan 19 zendingen (261 ton) Nederland als bestemming hadden, 6 zendingen (103 ton) voor België bestemd waren, 2 zendingen (31 ton) voor Duitsland en 4 zendingen (66 ton) voor Frankrijk.

130

Hoeveel foie gras werd er geïmporteerd in 2018, 2019 en 2020?

Antwoord

Er werd in 2018, 2019 en 2020 geen foie gras geïmporteerd vanuit derde landen. Van eventuele handel in foie gras binnen de EU zijn er geen gegevens bekend, aangezien hiervoor geen registratie is vereist.

131

Kunt u uitsplitsen welk deel van de geïmporteerde kangoeroeproducten voor de diervoedingsindustrie was bedoeld in 2018 en 2019?

Antwoord

Geen van de geïmporteerde kangoeroeproducten was bedoeld voor de diervoedingsindustrie. Alles was bestemd voor humane consumptie.

132

Wat verstaat de NVWA onder een overtreding? Kunt u heel specifiek toelichten wanneer de NVWA het onderscheid maakt om over te gaan tot een waarschuwing, een overtreding et cetera?

Antwoord

De NVWA heeft een algemeen interventiebeleid en per domein een specifiek interventiebeleid. Deze zijn gepubliceerd op haar website.9 Het interventiebeleid is er op gericht duidelijkheid te geven over hoe de NVWA intervenieert als zij overtredingen constateert. Het algemeen interventiebeleid bevat een algemene klasseindeling en beschrijft de mogelijke interventies per klasse. Hierin wordt een overtreding als volgt gedefinieerd: een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen. Het specifiek interventiebeleid beschrijft de interventies bij specifieke overtredingen per toezichtsdomein. Dit kan zijn een schriftelijke waarschuwing, een sanctionerende- en/of een corrigerende interventie. Bij het bepalen van de juiste interventie wordt rekening gehouden met: a) de ernst, omvang en het karakter van de overtreding; b) de feiten en omstandigheden waaronder de overtreding is begaan; c) de voorgeschiedenis van degene die met een interventie te maken krijgt; d) het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel: de aard en de zwaarte van de interventie zijn afgestemd op geconstateerde overtredingen en de specifieke feiten en omstandigheden.

133

Kunt u per publiek belang een toelichting geven op de datakwaliteit van een, twee of drie blokjes, waar is dit op gebaseerd, wat zegt dit over de data en op welke manier werkt de NVWA toe naar een datakwaliteit van drie blokjes?

Antwoord

Voor het publiek belang voedselveiligheid zijn al langer relevante data beschikbaar voor het gehele werkveld (zie de Staat van Voedselveiligheid, bijlage bij Kamerstuk 26 991, nr. 525). Ook zijn de KPI’s al langer geborgd in de ICT systemen van de NVWA. Voor dit publieke belang is daarom gekozen voor datakwaliteit «middel». Voor de overige publieke belangen zijn de data pas recentelijk beschikbaar, of nog niet beschikbaar voor de volledige doelgroep. Voor deze publieke belangen is daarom gekozen voor datakwaliteit «laag».

134

Hoeveel varkenshouders hebben zich aangesloten bij een kwaliteitssysteem gericht op zelfcontrole verplichting van diergeneesmiddelen?

Antwoord

De NVWA beschikt niet zelf over informatie omtrent het aantal aangeslotenen bij de private kwaliteitssystemen. Op basis van aangeleverde gegevens van de private kwaliteitssystemen heeft de NVWA vastgesteld dat het aantal aangesloten is gestegen ten opzichte van het aantal aangeslotenen ten tijde van de inwerkingtreding van de zelfcontroleverplichting. Echter, de specifieke bijdrage van de zelfcontroleverplichting in relatie tot het aantal aangeslotenen is niet bekend. De NVWA heeft geen onderzoek uitgevoerd c.q. laten uitvoeren naar de motivatie van deelname.

135

Hoeveel uitbraken van hoogpathogene vogelgriep (HPAI) zijn er tussen 2014 en 2018 in totaal geweest op kippenbedrijven als meerdere uitbraken op de 17 bedrijven waar een uitbraak is geweest tussen 2014 en 2018, afzonderlijk worden meegerekend?

Antwoord

Er waren op 15 unieke bedrijven in totaal 17 uitbraken. Op één uniek bedrijf zijn drie uitbraken geweest tussen 2014 en 2018.

136

Hoeveel van het totale aantal uitbraken van HPAI tussen 2014 en 2018 vond plaats op gesloten bedrijven zonder vrije uitloop?

Antwoord

Alle uitbraken vonden plaats op gesloten bedrijven zonder vrije uitloop.

137

Hoeveel ouderdieren zijn er sinds 2017 jaarlijks geruimd vanwege salmonellabesmetting?

Antwoord

Het aantal ouderdieren dat jaarlijks sinds 2017 geruimd is, is weergegeven in onderstaande tabel. De peildatum voor 2020 is 9 september 2020.

2017

2018

2019

2020

28.722

18.450

71.882

125.2721

X Noot
1

Sinds 1 januari 2020 vindt er op aanwijzing van de Europese Commissie geen verificatie-onderzoek meer plaats door de NVWA. Bij een positieve uitslag van door de pluimveehouder ingestuurde monsters vindt, onder toezicht van de NVWA, direct ruiming plaats door middel van vervroegde slacht en behandeling. Daarnaast heeft de NVWA de erkende veterinaire laboratoria die het onderzoek op zoönotische salmonella mogen uitvoeren verzocht om positieve uitslagen zo volledig en snel mogelijk te rapporteren. Dit kan hebben geleid tot een hoger aantal meldingen.

138

Hoeveel geregistreerde gevallen van zoönosen zijn er in relatie tot het houden van exotische huisdieren?

Antwoord

In totaal zijn er in 2019 14 gevallen van zoönosen geregistreerd die in relatie stonden tot het houden van exotische huisdieren.

139

Hoe verklaart u de stijging van het aantal besmettingen van zoönotische salmonella ten opzichte van 2018?

Antwoord

Hiervoor is geen duidelijke verklaring te geven. Deze stijging kan veroorzaakt worden door verschillende oorzaken, zoals intensivering van de twee wekelijkse monitoring en de leeftijd van het koppel op dat moment.

140

Hoeveel exporten zijn er in de eerste helft van 2020 niet gecertificeerd omdat de verwachte temperatuur op de route hoger was dan 30 graden Celsius?

Antwoord

Met ingang van 2 juli 2020 is de NVWA gestart met de controle vooraf of exporten met een geplande reistijd van langer dan acht uur niet door een gebied gaan waar de verwachte temperatuur boven de 30 graden was.

141

Van hoeveel transporten heeft de NVWA in de eerste helft van 2020 de GPS- en temperatuurdata ontvangen om te evalueren hoe het temperatuurverloop in de wagen is bij omgevingstemperaturen van 27 graden Celsius of hoger?

Antwoord

De NVWA vraagt momenteel de GPS- en temperatuurdata op van transporten in de periode juli tot en met september om deze te evalueren. Als deze evaluatie afgerond is, zal ik uw Kamer hierover informeren.

142

Hoeveel standaard en extra capaciteit heeft de NVWA in 2019 en in de eerste helft van 2020 ingezet op warme dagen (vanaf 27 graden Celsius) om veetransporten te controleren, hoeveel veewagens zijn in deze periode gecontroleerd en hoe verhoudt zich dit tot het aantal gecontroleerde wagens in een niet-warme periode? Was de huidige capaciteit voldoende om een goede toezichtgraad te bereiken of is meer personele inzet nodig?

Antwoord

Toezicht op hittestress bij dieren die worden getransporteerd is onderdeel van het reguliere takenpakket van de NVWA. In de zomer wordt tijdens een periode waarbij het warmer is dan 27 graden prioriteit gegeven aan inspectie van veetransporten. Op jaarbasis is dit in ruim 2 fte uit te drukken, in de zomer zijn naar inschatting op één dag maximaal 18 medewerkers beschikbaar. Bij de levende keuring van dieren bij aanvoer op slachthuizen geeft de NVWA extra aandacht aan mogelijke verschijnselen van hittestress. De levende keuring van dieren voor de slacht wordt echter altijd uitgevoerd, zodat dit niet tot extra inzet leidt. Wel kan er sprake zijn van aangepaste uren waarop de keuring plaatsvindt, indien besloten wordt tot aangepaste slachttijden. Ook bij de keuring en certificering van dieren voor de levende export kan sprake zijn van aangepaste tijden waarop deze plaatsvinden (»s morgens extra vroeg of ’s avonds) als het overdag warmer wordt dan 27 graden. Daarnaast wordt bij de zogenaamde «voorscreening» van dieren voor levende export gedurende de gehele zomer 2 fte extra ingezet om ingediende aanvragen te beoordelen. Indien geplande transporten van langer dan 8 uur door een gebied gaan waar het overdag boven de 30 graden wordt, moet de planning zodanig zijn dat het transport hier niet doorheen gaat. Dat kan door de route en/of de tijdplanning aan te passen (»s nachts rijden als het dan koeler is).

In 2019 en 2020 zijn er tijdens warme dagen respectievelijk 126 en 146 inspecties uitgevoerd door de vervoersteams op veetransporten. Over geheel 2019 zijn 1243 inspecties op veevervoermiddelen uitgevoerd.

143

Wat waren de overtredingen die de NVWA in 2019 in de eerste helft van 2020 heeft geconstateerd bij veetransporten en slachthuizen op warme dagen en kunt u per overtredingscategorie aangeven tot hoeveel rapporten van bevindingen en boetes dit heeft geleid?

Antwoord

In 2019 was bij 13 gecontroleerde veetransporten sprake van hittestress bij de vervoerde dieren. Deze constateringen hebben geleid tot 2 mondelinge mededelingen, 7 schriftelijke waarschuwingen en 4 rapporten van bevindingen. In 2020 was bij 8 gecontroleerde veetransporten sprake van hittestress bij de vervoerde dieren. Deze constateringen hebben geleid tot 2 mondelinge mededelingen en 6 rapporten van bevindingen.

144

Hoeveel pluimveebedrijven houden biologische vleeskuikenouderdieren en hoeveel dieren worden hier gehouden?

Antwoord

Er zijn vier bedrijven bekend die biologisch ouderdieren houden, waarbij in het systeem geen onderscheid gemaakt wordt tussen vleeskuikenouderdieren en legouderdieren. Deze bedrijven hebben in de landbouwtelling 2020 opgegeven dat zij 18.833 dieren houden.

145

Hoeveel pluimveebedrijven houden biologische opfokvleeskuikenouderdieren en hoeveel dieren worden hier gehouden?

Antwoord

Er is één bedrijf bekend dat biologische opfokdieren houdt. Omdat de gegevens herleidbaar zijn naar een enkel bedrijf, kan ik de gevraagde aantallen niet verstrekken.

146

Gelden er aanvullende eisen voor de huisvesting en verzorging van biologische (opfok)vleeskuikenouderdieren ten opzichte van de gangbare vleeskuikenouderdieren? Zo ja, welke zijn dat?

Antwoord

Biologische (opfok)vleeskuikenouderdieren vallen onder de scope van de Europese verordening inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten. In aanvulling op de eisen voor gangbare (opfok)vleeskuikenouderdieren gelden hiervoor tevens de algemene beginselen en principes van de biologische veehouderij waaronder de regels van huisvesting, verzorging en uitloop. De stallen en uitlopen moeten bijvoorbeeld zo worden ingericht dat het pluimvee zich zo natuurlijk mogelijk kan gedragen. Ook kunnen de dieren altijd naar buiten, tenzij dit wordt verhinderd door weers-, bodem- of gezondheidsomstandigheden. De hoofdregels voor de biologische veehouderij staan beschreven in artikel 14 van verordening (EG) 834/2007. Specifieke huisvestingsvoorschriften en dierhouderijpraktijken voor pluimvee zijn uitgewerkt in artikel 12 van verordening (EG) 889/2008. Regels voor de uitloop van pluimvee zijn uitgewerkt in art. 14 lid 5 en 6 van verordening (EG) 889/2008. Bijlage III van verordening 889/2008 (minimumoppervlakte van de binnen- en buitenruimten) bevat geen specifieke regels voor de opfok van dit type pluimvee. Skal past de normen voor legpluimvee toe voor ouderdieren.

147

Komen biologische vleeskuikenouderdieren buiten?

Antwoord

Op dit moment zijn er in Nederland geen biologisch gecertificeerde vleeskuikenouderdieren voorhanden. In geval vleeskuikenouderdieren op grond van artikel 42 van verordening (EG) 889/2008 worden benut bij de productie van biologisch slachtpluimvee dienen de regels voor gangbare vleeskuikenouderdieren te worden nageleefd.

148

Kunt u bevestigen dat er in 2019 geen reguliere welzijnscontroles zijn uitgevoerd door de NVWA in de konijnenhouderij?

Antwoord

Ja, dit kan ik bevestigen.

149

Worden de naleefmetingen op dierenwelzijnsregels die in 2020 bij ongeveer de helft van de houders van voor productie gehouden konijnen zouden worden uitgevoerd maar door de coronaregels werden uitgesteld, dit jaar alsnog uitgevoerd nu de coronaregels zijn versoepeld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het proces waarin beoordeeld wordt of in 2020 geplande, maar in verband met coronaregels uitgestelde, inspecties alsnog kunnen worden uitgevoerd is nog gaande. Ik kan hier daarom nog geen antwoord op geven.

150

Wat is de stand van zaken van uw toezegging om in gesprek met de konijnensector in te zetten op een centrale registratie van sterftecijfers. Wanneer en hoe wordt deze centrale registratie geïmplementeerd?

Antwoord

Dit najaar zijn er gesprekken met de konijnensector over hun visieplan en het Programma Welvarende Konijnen. Hierbij zet mijn ministerie sterk in op onder andere vitaliteit van jonge dieren en het voorkomen van uitval en een centrale registratie van sterftecijfers. Daarnaast onderzoek ik de juridische mogelijkheid voor een verplichte centrale registratie van sterftecijfers en hoe dit kan worden vormgegeven.

151

Wat betekent de uitbreiding van de ureninzet van de NVWA voor dierenwelzijn van 6% in 2018 naar 8% in 2019 concreet in het aantal uren dat beschikbaar was voor het toezicht, dus hoeveel uur was in 2018 beschikbaar voor toezicht op dierenwelzijn en hoeveel uur was hiervoor beschikbaar in 2019?

Antwoord

In 2019 was ruim 143.000 uur beschikbaar voor toezicht op dierenwelzijn. In 2018 was ruim 130.000 uur beschikbaar voor toezicht op dierenwelzijn. Het absolute aantal uren is in 2019 met 10% gegroeid ten opzichte van 2018. Echter, de relatieve groei voor toezicht op dierenwelzijn ten opzichte van de totaal beschikbare toezichtcapaciteit van de NVWA is ook afhankelijk van andere factoren, namelijk de groei of krimp van andere domeinen. De relatieve groei in uren is daardoor geringer.

152

Hoe zijn de uren die in 2019 beschikbaar waren voor toezicht op dierenwelzijn verdeeld over de verschillende typen veehouderijen?

Antwoord

Toezicht op dierenwelzijn heeft in 2019 projectmatig plaatsgevonden bij melkveebedrijven, varkensbedrijven, bedrijven met vleeskuikens en bedrijven met melkgeiten en bokkenmesters (voor meer informatie zie «inspectieresultaten dierenwelzijn geitenbokjes, vleesvarkens, vleeskuikens, risicobedrijven en verscherpt toezicht 2019»10). Daarnaast zijn 691 inspecties uitgevoerd bij diverse typen veehouderijbedrijven naar aanleiding van meldingen (voor meer informatie zie «inspectieresultaten meldingen dierenwelzijn landbouwhuisdieren 2019»11). Het aantal meldingen dierenwelzijn is in 2019 met 3% gestegen ten opzichte van 2018 en met 32% ten opzichte van 2017. Meldingen nemen een groot deel van de beschikbare jaarlijkse capaciteit voor toezicht op dierenwelzijn in beslag. In 2019 is 15% van de geplande capaciteit besteed aan de afdoening van meldingen met betrekking tot dierenwelzijn. In 2018 lag dit percentage op 14%.

153

Hoeveel verrijkte kooileghenbedrijven waren er in 2019 in Nederland en hoeveel koloniekooileghenbedrijven waren er in 2019 in Nederland?

Antwoord

Er waren in 2019 10 verrijkte kooileghenbedrijven en 30 koloniekooi-leghenbedrijven.

154

Welk percentage van de in Nederland gehouden leghennen wordt gehouden in verrijkte kooien, welk percentage in koloniekooien, welk percentage in scharrelschuren zonder uitloop en welk percentage op biologische bedrijven?

Antwoord

In onderstaande tabel staan gegevens over het aantal gehouden leghennen in 2019.

2019

Soort bedrijf

Aantal locaties

Aantal dieren

% dieren

Leg biologisch

148

2.112.156

7%

Leg vrije uitloop

213

5.788.835

18%

Leg scharrel

404

19.666.830

61%

Kooi leg

40

4.524.392

14%

Totaal

 

32.092.213

100%

155

Zijn er in 2019 en het eerste halfjaar van 2020 overtredingen geconstateerd rond olifant Buba, die nog altijd wordt gehouden bij Circus Freiwald? Zo ja, wat waren de sancties?

Antwoord

Er zijn geen overtredingen geconstateerd bij Circus Freiwald ten aanzien van olifant Buba.

156

Hoe vaak heeft de NVWA onaangekondigde inspecties uitgevoerd bij Dolfinarium Harderwijk in 2018 en 2019?

Antwoord

In 2018 en 2019 zijn geen onaangekondigde inspecties uitgevoerd bij het Dolfinarium.

157

Hoe vaak heeft de NVWA aangekondigde inspecties uitgevoerd bij Dolfinarium Harderwijk in 2018 en 2019?

Antwoord

In 2019 is één aangekondigde inspectie uitgevoerd bij het dolfinarium.

158

Zijn er de afgelopen twee jaar meldingen van misstanden bij Dolfinarium Harderwijk gedaan? Zo ja, wat was de inhoud van deze meldingen, zijn hierop inspecties uitgevoerd, zijn er overtredingen geconstateerd en wat waren daarbij dan de opgelegde sancties?

Antwoord

In deze periode zijn twee unieke meldingen binnengekomen over mogelijke misstanden bij het dolfinarium. Een melder heeft meerdere malen dezelfde melding gedaan. De meldingen hadden betrekking op mogelijke overdracht van zoönoses, gebruik van medicatie en het gedrag van de dieren en de door de RVO afgegeven vergunning in relatie tot de leefomstandigheden van de dieren. De punten uit deze meldingen zijn meegenomen in de inspectie. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd.

159

Welk deel van de uren die in 2019 beschikbaar waren voor toezicht op dierenwelzijn is besteed aan administratieve controles en welk deel aan fysieke controles bij primaire bedrijven in de veehouderij?

Antwoord

Er wordt bij de urenbesteding ten behoeve van het toezicht op dierenwelzijn geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen uren die besteed worden aan administratieve controles of aan fysieke controles. Ik kan daarom geen antwoord geven op deze vraag.

160

Welk deel van de uren die in 2018 beschikbaar waren voor toezicht op dierenwelzijn is besteed aan administratieve controles en welk deel aan fysieke controles bij primaire bedrijven in de veehouderij?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 159.

161

Kunt u een overzicht opstellen van de «open normen» – waarvan de NVWA meldt dat de vele open normen risico’s met zich meebrengen ten aanzien van de handhaving op het gebied van dierenwelzijn – die het vaakst voor problemen zorgen tijdens de handhaving en bent u bereid om deze regels vervolgens te evalueren?

Antwoord

Ik zal uw Kamer binnenkort informeren over de opvolging het rapport van ABDTOPConsult «De NVWA: bewaker, ook beleidsmaker? Rol- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen NVWA en departementen over beleid(sregels)» dat ik uw Kamer op 18 april 2019 heb aangeboden (Kamerstuk 33 835, nr. 121). Ik zal hierin ook ingaan op het proces rondom de invulling van open normen.

162

Hoeveel meldingen en klachten heeft de NVWA in 2019 ontvangen inzake dierenwelzijn en diergezondheid?

Antwoord

In 2019 heeft het Klantcontactcentrum van de NVWA 3806 meldingen ontvangen inzake dierenwelzijn en/of diergezondheid, en 12 klachten inzake dierenwelzijn en diergezondheid.

163

Kunt u een top tien verschaffen van meldingen en een top tien van klachten inzake dierenwelzijn, inclusief diergezondheid?

Antwoord

De NVWA kan geen top tien verschaffen van klachten inzake dierenwelzijn en/of diergezondheid, omdat er geen sub categorisering van klachten plaatsvindt. Aflopend in volgorde van meeste meldingen naar minste meldingen zijn de meldingen dierenwelzijn en diergezondheid als volgt in te delen: dierenwelzijn landbouwhuisdieren, dierenwelzijn en diergezondheid gezelschapsdieren, meldingen van melkweigering.

164

Waardoor heeft de NVWA geen van de in het jaarplan 2019 aangekondigde doelen op het gebied van dierenwelzijn behaald?

Antwoord

De NVWA heeft de in het jaarplan 2019 aangekondigde doelen op het gebied van dierenwelzijn niet volledig behaald. Naast de redenen zoals genoemd in de verantwoordingsrapportage, geldt voor wat de naleefmeting in de pluimvee- en varkenshouderijsector betreft dat de geplande uren voor het uitvoeren van de beoogde inspecties in 2019 niet overeen bleken te komen met de daadwerkelijk benodigde uren voor deze inspecties. Hierdoor is het aantal inspecties voor de naleefmeting iets lager uitgevallen dan gepland.

165

Hoe wordt onderscheid gemaakt in de controle van slachthuizen in publiek belang, aangezien slachthuizen zowel onder dierenwelzijn als onder voedselveiligheid vallen?

Antwoord

Op slachthuizen wordt het toezicht dat de NVWA uitoefent uitgevoerd door dezelfde toezichthouders, maar bij de inspecties wordt gebruikgemaakt van aparte inspectielijsten voor dierenwelzijn en voedselveiligheid. Bij de dagelijkse controlelijsten waar beide onderwerpen aan de orde komen, worden de vragen (plus antwoorden) uitgesplitst per publiek belang.

166

Zijn de roodvlees- en pluimveeslachthuizen die in 2018 geen 100%-naleving scoorden in 2019 extra gecontroleerd op de punten waarop zij tekortkomingen vertoonden? Zo ja, wat waren hierbij de belangrijkste bevindingen? Zo nee, bent u bereid om hier alsnog navolging op te laten uitvoeren?

Antwoord

In het algemeen worden de inspectieresultaten (nalevingspercentages) van het voorgaande jaar gebruikt bij de vaststelling van de inspectiefrequentie voor het komende jaar. Zo zal een slechte score voor een bepaald onderdeel in het volgende jaar automatisch leiden tot meer geplande controles voor dat onderdeel van het toezicht. De meest voorkomende bevinding bij het onderdeel hygiënisch werken is verontreiniging van karkassen. Als een tekortkoming zo ernstig is dat er een rapport van bevindingen wordt opgemaakt, leidt dat altijd tot het uitvoeren van een herinspectie.

167

Wat is de reden dat slechts 89% van het aantal beoogde inspecties op hokverrijking en het couperen van staarten bij varkens heeft plaatsgevonden?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 164.

168

Hoe kan het dat de totale doelgroep voor dierenwelzijnscontroles niet goed in beeld is, waardoor de toezichtintensiteit voor dierenwelzijn lastig vast te stellen is?

Antwoord

Niet van alle doelgroepen vindt (verplichte) registratie plaats waardoor voor subdoelgroepen de precieze omvang niet bekend is. Zo dient een veehouder zich te registreren, maar een particulier die huisdieren houdt niet. Daardoor kan de toezichtintensiteit voor die groepen slechts geschat worden. Bij de doelgroep exotische gezelschapsdieren is bijvoorbeeld niet bekend hoeveel er zich in Nederland bevinden.

169

Wat wordt er verstaan onder «overige doelgroepen»?

Antwoord

Onder de «overige doelgroepen» vallen onder andere bedrijfsmatige houders van paarden, geregistreerde bedrijfsmatige houders van honden en katten, particuliere houders en fokkers van honden en katten en houders van andere (exotische) gezelschapsdieren.

170

Hoe vaak zijn in 2019 dieren gestikt door het uitvallen van de ventilatie in de stallen en hoe vaak heeft dit in 2019 geleid tot een boete?

Antwoord

Er zijn geen exacte cijfers beschikbaar met betrekking tot de verstikking van dieren als gevolg van het uitvallen van ventilatie in stallen in 2019. Zoals vermeld in de antwoorden op de Kamervragen van lid Ouwehand over sterfte van varkens en kippen in hun stal als gevolg van hitte (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3893), zijn er twee incidenten gemeld bij de NVWA. Voor één van deze twee meldingen is na onderzoek een proces verbaal opgemaakt.

171

Hoe vaak, op welke data en locaties heeft de NVWA onaangekondigde inspecties uitgevoerd naar handel in en huisvesting van exotische dieren in 2018 en 2019?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 42.

172

Hoe vaak, op welke data en locaties heeft de NVWA aangekondigde inspecties uitgevoerd naar handel in en huisvesting van exotische dieren in 2018 en

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 42.

173

Wat waren de bevindingen bij elk van deze aangekondigde en onaangekondigde inspecties in 2018 en 2019 en wat waren de consequenties voor handelaar en exotisch dier?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 44. De consequenties bij het vaststellen van een overtredingen zijn vastgelegd in het specifiek interventiebeleid Wet Natuurbescherming. Deze kunnen variëren van een schriftelijke waarschuwing voor een kleine, te herstellen omissie, tot een proces-verbaal en in beslag- of in bewaringneming van het dier.

174

Hoeveel en op welke data zijn er in 2018 en 2019 exotische dieren inbeslaggenomen door handhavingsinstanties (uitgesplitst naar NVWA, douane, politie, LID) en op grond waarvan?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 45.

175

Welke importeur/exporteur was betrokken bij inbeslagname van exotische dieren in 2018 en 2019?

Antwoord

Er zijn meerdere importeurs/exporteurs waarbij exotische dieren in beslag zijn genomen in 2018 en 2019.

176

Hoeveel van de in beslag genomen exotische huisdieren zijn in 2018 en 2019 opgevangen, hoeveel geëuthanaseerd en in wat voor conditie verkeerden deze dieren?

Antwoord

Het is niet mogelijk om aan te geven of de in bewaring of in beslaggenomen levende dieren, zoals weergegeven in het overzicht bij mijn antwoord op vraag 45, specifiek «huisdieren» betrof. Al deze dieren zijn opgevangen, enkel de in 2018 in bewaringgenomen bloedzuigers zijn destijds geëuthanaseerd. Deze waren niet bedoeld voor de huisdierenhandel. De conditie van de bloedzuigers was goed, maar herplaatsing bleek niet mogelijk.

177

Welke luchtvaartmaatschappijen waren betrokken bij het transport van in beslag genomen exotische dieren in 2018 en 2019?

Antwoord

Er zijn meerdere luchtvaartmaatschappijen die dieren hebben vervoerd die in beslag zijn genomen. Dieren kunnen bij import in beslag of bewaring worden genomen omdat het vervoer niet juist is uitgevoerd, of omdat de veterinaire documenten of de Cites-documenten niet in orde zijn.

178

Hoeveel meldingen van misstanden werden de afgelopen drie jaar gedaan over handel in en huisvesting van exotische dieren?

Antwoord

Het aantal meldingen over mogelijke misstanden met betrekking tot handel in beschermde of invasieve dieren betrof in 2017 130, in 2018 195 en in 2019 90. Het aantal meldingen over mogelijke misstanden bij het houden en huisvesten van dieren betrof in 2017 95, in 2018 155 en in 2019 150. Bij deze meldingen inzake huisvesting en handel wordt niet geregistreerd of het dier mogelijk een exoot is, omdat het begrip exoot geen vast afgebakende groep dieren betreft. Het betreft dus meldingen over zowel in Nederland van nature voorkomende diersoorten als diersoorten die van nature elders voorkomen.

179

Hoeveel meldingen van misstanden werden de afgelopen drie jaar gedaan over het gebruik van exotische dieren met als voornaamste doel vermaak (circussen, tv-programma’s, theater, dierentuin et cetera), hoeveel dierenwelzijnsinspecties hebben plaatsgevonden in deze diercategorie en wat waren daarbij de bevindingen en consequenties?

Antwoord

Het aantal meldingen over mogelijke misstanden bij dierentuinen, dierparken en bij optredens of verhuur van dieren betrof in 2017 15, in 2018 32 en in 2019 39. Bij de registratie van inspecties wordt geen onderscheid gemaakt naar de reden van het houden van de dieren. De NVWA houdt geen registratie bij over hoeveel inspecties in deze categorie hebben plaatsgevonden. Ten algemene wordt bij overtredingen van de Wet dieren het specifiek interventiebeleid dierenwelzijn gevolgd. Overtredingen kunnen gelet op ernst en omvang leiden tot een schriftelijke waarschuwing, een herstelmaatregel, een bestuurlijke boete of een proces-verbaal.

180

Hoe verloopt de implementatie van cameratoezicht in middelgrote en kleine slachthuizen?

Antwoord

Het afgelopen jaar heeft de NVWA zich in samenwerking met de brancheverenigingen ingezet om de middelgrote slachthuizen mee te laten werken aan vrijwillig cameratoezicht. Alle circa 50 benaderde middelgrote slachthuizen (>10 GVE per week gemiddeld) hebben inmiddels aangegeven aan cameratoezicht mee te werken. Als tijdens controles blijkt dat het cameratoezicht in een slachthuis niet aan alle voorwaarden voldoet, voert de NVWA een corrigerende actie uit. Uiteindelijk kan dit leiden tot het instellen van intensiever of permanent toezicht op deze bedrijven. De kosten van dit extra toezicht worden aan de desbetreffende slachthuizen doorberekend.

181

In hoeveel slachthuizen is inmiddels cameratoezicht gerealiseerd en in hoeveel slachthuizen is dit nog niet geïmplementeerd?

Antwoord

Alle circa 40 grote slachthuizen met permanent toezicht en de circa 50 benaderde middelgrote slachterijen hebben aangegeven mee te werken aan cameratoezicht. De inspecties ten aanzien van cameratoezicht zijn in het najaar weer begonnen nadat deze eerder als gevolg van corona waren afgeschaald.

182

Wanneer kan de Kamer de evaluatie verwachten van de pilot verscherpt toezicht op slachthuizen, die in 2019 is gestart?

Antwoord

Een inhoudelijke NVWA-interne evaluatie van het verscherpt toezichtbeleid op slachthuizen heeft nog niet plaatsgevonden. Wel kan worden aangegeven dat verscherpt toezicht in het afgelopen jaar op enkele slachthuizen is ingesteld. In een enkel geval heeft het betreffende slachthuis besloten tot bedrijfsbeëindiging. Om structurele effecten van verscherpt toezicht te kunnen waarnemen is een langer tijdsbestek nodig. In het kader van de versterking van het toezicht op de vleesketen zal ik uw Kamer hierover nader informeren.

183

Hoeveel onderzoeken zijn er gestart in 2019 en hoeveel van deze in 2019 gestarte onderzoeken zijn afgerond?

Antwoord

In 2019 zijn er 21 IOD-onderzoeken gestart. Het merendeel van deze onderzoeken is nog niet afgerond en loopt door in 2020. Het is niet ongebruikelijk dat IOD-onderzoeken over een jaargrens/jaargrenzen heen lopen.

184

Wat is de definitie van een afgerond onderzoek?

Antwoord

Wanneer in de verantwoording(srapportage) wordt gesproken over afgeronde onderzoeken, dan worden de onderzoeken bedoeld waarover NVWA-IOD en het Functioneel Parket in gezamenlijkheid hebben besloten dat het onderzoek ten einde is met als resultaat een bij het Functioneel Parket ingeleverd onderzoeksdossier dan wel een beëindiging van het onderzoek zonder proces-verbaal.

185

Wat is de gemiddelde looptijd van een afgerond onderzoek in 2019, wat is het snelste onderzoek en wat is de duur van het langste onderzoek?

Antwoord

De looptijd van de opsporingsonderzoeken van de IOD loopt (sterk) uiteen. Dit heeft enerzijds te maken met de hoeveelheid beschikbare rechercheurs en eventuele spoedzaken die voorrang moeten krijgen boven een reeds lopend onderzoek, dat daardoor vertraging oploopt, en anderzijds met de omvang en complexiteit van het strafbare feit. Zo kan het zijn dat een opsporingsonderzoek start met een heterdaad en na een eenvoudige doorzoeking met een proces-verbaal wordt afgerond en ingeleverd bij het Functioneel Parket. Maar een onderzoek kan ook meerdere jaren duren vanwege inzet van verschillende bijzondere opsporingsbevoegdheden, grote hoeveelheden te onderzoeken (digitale) administratie en rechtshulpverzoeken. Zie ook mijn antwoord op vraag 187.

186

Hoeveel van de 29 afgeronde onderzoeken zijn gestart voor 2019?

Antwoord

Van de 29 IOD-onderzoeken zijn er 20 voor 2019 gestart.

187

Kunt u van de 29 afgeronde onderzoeken nader duiden in welke categorie zij vallen, bijvoorbeeld klein, middelgroot, groot, rechtshulpverzoeken, financiële onderzoeken enzovoorts, met daarbij een duiding wat een klein, middelgroot of groot onderzoek is?

Antwoord

Van de 29 onderzoeken is voor 26 onderzoeken een onderzoeksdossier ter verdere vervolging bij het Functioneel Parket ingeleverd. Deze 26 onderzoeken bevatten 4 rechtshulpverzoeken, 6 financiële onderzoeken en 16 IOD-onderzoeken, variërend van klein tot groot. De onderzoeken van de IOD worden niet specifiek gecategoriseerd in klein, middelgroot dan wel groot. Bij onderzoeken spelen meerdere aspecten rol, zoals het aantal uren dat aan een onderzoek wordt besteed, de doorlooptijd van het onderzoek, internationale aspecten etc. Zo kan het zijn dat een opsporingsonderzoek start met een heterdaad en na een eenvoudige doorzoeking met een proces-verbaal wordt afgerond en ingeleverd bij het Functioneel Parket. Maar een onderzoek kan ook meerdere jaren duren vanwege de inzet van verschillende bijzondere opsporingsbevoegdheden, grote hoeveelheden te onderzoeken (digitale) administratie en rechtshulpverzoeken.

188

Is bekend hoeveel personele capaciteit door de NVWA wordt ingezet om de beelden afkomstig van het cameratoezicht in de slachterijen te beoordelen en wordt hierbij gebruikgemaakt van «slim» cameratoezicht?

Antwoord

Voor 2020 heeft de NVWA 2.200 uur beschikbaar voor het uitlezen van camerabeelden. Daarbij worden camerabeelden steekproefsgewijs uitgekeken. De coronacrisis heeft voor vertraging in de voortgang gezorgd, waarbij het late moment waarop de laatste middelgrote bedrijven aangaven mee te willen werken meespeelde. Mogelijk worden daarom niet alle geplande uren gerealiseerd.

189

Kunt u een overzicht geven van alle onderzoeken uitgevoerd door de NVWA en ingediend bij het Functioneel Parket over de afgelopen vijf jaar (per jaar) en daarbij aangeven wat er met het onderzoek is gedaan en of er een strafrechtelijke vervolging heeft plaatsgevonden?

Antwoord

In 2015 zijn 690 NVWA-zaken bij het OM ingeleverd, van die zaken is in 285 gevallen de beslissing genomen om de verdachte te dagvaarden. In 2016 ging het om respectievelijk 653 en 277 zaken, in 2017 om respectievelijk 785 en 252 zaken, in 2018 om respectievelijk 546 en 252 zaken en in 2019 ging het om respectievelijk 459 en 227 zaken. In de overige zaken is een transactie of een OM-strafbeschikking aangeboden of een sepotbeslissing genomen, dan wel zijn zaken gevoegd bij een andere zaak tegen dezelfde verdachte of zijn zaken nog niet afgedaan.

190

Kan de NVWA reeds uitspraken doen over de ervaringen die zij als organisatie heeft met het ingevoerde cameratoezicht?

Antwoord

In het eerste kwartaal van 2021 zullen deze ervaringen intern worden geëvalueerd.

191

Hoeveel fte's zijn beschikbaar voor het domein Natuur en hoe is de tijd verdeeld per doelgroep? Wat en wie worden gecontroleerd en hoe vaak?

Antwoord

Er zijn 28 fte aan inspecteurs beschikbaar. De beschikbare capaciteit wordt verdeeld over de onderwerpen Cites, overige beschermde dieren en planten, EU-houtverordening en FLEGT12, Invasieve exoten, Nagoya protocol en de Wet dieren. Deze onderwerpen kennen een diversiteit aan doelgroepen en grootte daarvan. Per jaar wordt projectmatig een of meerdere doelgroepen geïnspecteerd om een beeld van de naleving te krijgen. Hoeveel tijd hiervoor nodig is, hangt onder meer af van de complexiteit van de inspectie en de omvang van de doelgroep. De toezicht intensiteit over het gehele domein is minder dan 1% vanwege de omvangrijkheid van de doelgroepen.

192

Wat is de reden dat de in integrale ketenanalyse visketen later wordt opgeleverd?

Antwoord

Het toezicht van de NVWA op de visketen is breed. Het gaat om vangst, kweek, aanlanding, vervoer, import, export, ver- en bewerking, verhandeling, verkoop en levering tot aan de consument van vis en visproducten (inclusief schaal- en schelpdieren). Daarbij wordt toezicht gehouden op meerdere publieke belangen, zoals duurzaamheid, natuur, diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid.

Bij het opstellen van de IKA Vis wordt gebruikgemaakt van een groot bestand van interne data die aan de visketen zijn gerelateerd. De analyse ervan vraagt meer tijd dan eerder was ingeschat. Daarnaast blijkt het opstellen van de wetenschappelijke risicobeoordeling van de visketen door bureau, die naast andere informatie van de NVWA wordt benut om de IKA vis op te stellen, complexer te zijn dan eerder was ingeschat. De verwachting is nu dat de IKA vis in de eerste helft van 2021 wordt gepubliceerd.

193

Hoe is het behoud van de bodem en waterkwaliteit gecontroleerd in 2019, hoe vaak, op welke plekken en wat waren de resultaten?

Antwoord

Andere organisaties dan de NVWA zijn belast met de controle op het behoud van de bodem- en waterkwaliteit, zoals de waterschappen.

194

Hoe wordt de datakwaliteit verbeterd in het kader van het beoordelen van dierenwelzijn?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 168. De NVWA kan de verplichting tot registratie van alle houders van dieren niet afdwingen. De NVWA heeft daarom geen invloed op deze datakwaliteit.

195

Wat zijn de meest voorkomende redenen voor het niet naleven (de naleving is 78%) van de derogatievoorwaarden voor meststoffen?

Antwoord

De meest voorkomende redenen voor niet-naleving waren onregelmatigheden met betrekking tot het bemestingsplan en de grondbemonstering, of een combinatie van beide.

196

Hoe is de instandhouding van biodiversiteit in Natura 2000-gebieden gecontroleerd in 2019, hoe vaak, op hoeveel hectare en wat is er gevonden?

Antwoord

De NVWA controleert niet de instandhouding van de biodiversiteit in Natura 2000-gebieden maar houdt toezicht op regelgeving die (onder andere) als doel heeft biodiversiteit te beschermen. Dit toezicht richt zich op de handel in beschermde dieren en planten, hout en genetische bronnen, op bescherming van natuurgebieden op zee, op het bevorderen van duurzame visserij, op het terugdringen van de uitstoot van mineralen (nitraat en fosfaat) en op het correct gebruik van en handel in gewasbeschermingsmiddelen. Handhaving van deze regelgeving heeft effect op onder andere de biodiversiteit in Natura 2000-gebieden. Voor Natura 2000-gebieden op land is vooral toezicht op de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen relevant, voor Natura 2000-gebieden op zee handhaving van regelgeving rondom visserij en gesloten gebieden. Het toezicht op de handel in beschermde dieren en planten en in hout betreft voornamelijk handel vanuit het buitenland.

197

Waar is de rest van de 437 controles uitgevoerd voor «gewasbescherming», aangezien vermeld wordt dat er 123 inspecties waren bij sierteelt onder glas en 83 in de akkerbouw?

Antwoord

De rest van de geïnspecteerde teelten betreft de bloembollenteelt, fruitteelt, groenteteelt onder glas, sierteelt onbedekt en vollegrond groenteteelt.

198

In welk percentage van de overtredingen werd handhavend opgetreden (uitgesplitst naar type overtreding), om welke straffen ging het en wat gebeurde er in de andere gevallen?

Antwoord

Zie hiervoor ook mijn antwoord op vraag 82. Een boeterapport kan leiden tot een bestuurlijke boete, bij een eerste overtreding door professionele telers kunnen die variëren van 50 tot 2.000 euro. Bij herhaalde overtreding kan een verdubbeling opgelegd worden. In het geval van strafrechtelijke overtredingen bepaalt de rechter de strafmaat. In het geval dat eerst een schriftelijke waarschuwing wordt gegeven, volgt geen sanctie, wel bij herhaling van de overtreding. Het interventiebeleid voor gewasbescherming is vastgelegd in het Specifieke Interventiebeleid Gewasbeschermingsmiddelen en is te raadplegen via de website van de NVWA.13

199

Zijn in 2019 895 derogatiebedrijven gecontroleerd, conform de EU-eisen? Zo ja, waarom wordt op pagina 33 gesproken van 236 derogatiecontroles?

Antwoord

De NVWA heeft de eerste maanden van een volgend jaar nodig om de derogatiecontroles van het jaar daarvoor af te ronden. De NVWA had gepland om in het eerste kwartaal van 2020 de derogatiecontroles van 2019 af te ronden. Deze planning is vanwege de corona-uitbraak niet volledig uitgevoerd. Als gevolg daarvan is de EU-eis van 5% fysieke inspecties van de derogatiebedrijven over 2019 niet gehaald en is blijven steken op 4,9%. Dit is ook gemeld in de Rapportage Nederlands Mestbeleid 2019 (bijlage bij Kamerstuk 33 037, nr. 370). De 236 derogatiecontroles die in de Verantwoordingsrapportage over 2019 van de NVWA zijn genoemd, gaf de situatie weer tot 1 september 2019.

200

Op basis waarvan wordt binnen het domein Meststoffen bepaald waar de NVWA een bezoek brengt en wat gebeurt er met bijvoorbeeld anonieme meldingen van mestfraude?

Antwoord

De uit te voeren mestcontroles door de NVWA vloeien grotendeels voort uit jaarplannen die worden opgesteld in samenwerking met RVO. Jaarlijks worden inspectieprojecten vastgesteld op basis van Europese of nationale verplichtingen en risico-afwegingen. Een deel van de controles gebeurt select (op basis van risico-analyses), een ander deel a-select. Ook worden inspecties uitgevoerd op basis van meldingen en signalen.

Anonieme meldingen van mestfraude worden ontvangen en verwerkt door het Klant Contact Centrum (KCC) van de NVWA. Daar wordt bepaald of deze melding wordt doorgezet aan de NVWA-Inspectie, de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de NVWA of een andere dienst, indien van toepassing. Anonieme meldingen van mestfraude die bij de NVWA-IOD binnenkomen worden hetzelfde behandeld als overige signalen. Het verschil is wel, dat er geen terugkoppeling kan plaatsvinden van de afhandeling van de anonieme meldingen.

201

Waarom zijn bij de inspecties voor de naleving van de meststoffenwet en regelgeving geen naleefmetingen uitgevoerd?

Antwoord

Binnen het mestdomein heeft de NVWA de afgelopen jaren de beperkt beschikbare capaciteit ingezet door prioriteit te geven aan risicogerichte controles. Het uitvoeren van een naleefbeeld hoeft geen jaarlijks terugkerend onderdeel van de aanpak te zijn.

202

Hoe voorkomt de NVWA dat het OM in de zeven risicogericht geselecteerde intermediairs waartegen een dossier wordt opgebouwd overgaat tot stopzetten van het onderzoek, zoals in juli 2020 gebeurde bij de strafzaak tegen overtredingen in de noordelijke slachthuizen?

Antwoord

Ik heb uw Kamer op 18 september jl. geïnformeerd over het onderzoek naar het verloop van de feiten en de acties die de Inspecteur-Generaal heeft ingezet naar aanleiding van het beëindigen van de strafrechtelijke onderzoeken naar slachthuizen in Noord-Nederland om de sturing op de uitvoering van dat type onderzoek bij de NVWA en de kwaliteitsborging te verbeteren (Kamerstuk 33 835, nr. 170).

203

Is de informatie over de uitgevoerde inspecties voor de producten warmtepompen en stofzuigers inmiddels gepubliceerd? Zo ja, waar is deze te vinden? Zo nee, wanneer worden deze gegevens gepubliceerd?

Antwoord

De informatie uit het project energielabels wordt momenteel voorbereid om te publiceren in de vorm van een factsheet en wordt in het vierde kwartaal van 2020 op de website van de NVWA verwacht. Het onderwerp stofzuigers komt hierin terug, evenals koel- en vrieskasten en vaatwassers. Het onderdeel warmtepompen is overgenomen door ILT.

204

Hoeveel meldingen zijn er bij de NVWA in 2019 binnengekomen over attracties en speeltoestellen, hoe ziet de nieuwe aanpak eruit, waarom was een nieuwe aanpak nodig en welke stappen kan de nieuwe aanpak wel zetten waar de oude aanpak tekortschoot?

Antwoord

Er zijn in 2019 275 individuele meldingen over attracties en speeltoestellen gedaan bij de NVWA. Dit is een flinke toename ten opzichte van eerdere jaren. Elke melding werd individueel bestudeerd en onderzocht door een inspecteur om vervolgens vast te stellen of er verdere opschaling noodzakelijk is.

Meldingen worden ingeschaald naar prioriteit. De aanpak van hoge prioriteit meldingen is gelijk gebleven. Dit betekent dat deze nog steeds individueel behandeld worden. De nieuwe aanpak houdt in dat informatie t.b.v. het afhandelen van lage prioriteit meldingen op afstand wordt opgevraagd (per brief). Daarmee wordt nu een deel van de verantwoordelijkheden in het onderzoek (aanleveren van informatie die de melding weerlegt) overgenomen door de onder toezicht gestelde. Op basis van de aangeleverde informatie besluiten inspecteurs of de melding afgehandeld kan worden of opschaling verdient. Dit levert een besparing op in de (tijds)belasting van inspecteurs door deze meldingen.

Er is al enige jaren een oplopend trend zichtbaar in het aantal meldingen. Gecombineerd met het uitgangspunt dat alle meldingen behandeld worden, legt dit steeds meer druk op de inspectie-organisatie. Als gevolg daarvan krijgen planmatige activiteiten, zoals inspecties in risicovolle sectoren, minder aandacht dan vooraf voorzien. Doordat in de nieuwe aanpak de druk om informatie aan te leveren verschuift van inspecteurs van de NVWA naar de onder toezicht gestelden, krijgen zowel nu als in de toekomst de meldingen afdoende aandacht en blijft daarnaast ook ruimte bestaan voor planmatig werk. Zie ook de brief van de Minister voor Medische Zorg en Sport d.d. 2 juli 2020, Kamerstuk 33 835, nr. 166.

205

Welke relatie bestaat er tussen de aanpak van het afhandelen van meldingen en het ontwikkelen van nieuwe handhavingsmixen?

Antwoord

Een handhavingsmix is een mix van instrumenten die het gewenste gedrag bij de onder toezicht gestelde kan bevorderen, vergemakkelijken of belonen en die ongewenst gedrag kan voorkomen of bestraffen. De handhavingsmix bestaat uit verschillende handhavingsinstrumenten die samen kansrijk en effectief zijn. Er bestaat geen directe relatie tussen de aanpak van het afhandelen van meldingen en het ontwikkelen van een nieuwe handhavingsmix. Inzichten die ontstaan in beide trajecten worden zo mogelijk breder toegepast binnen de NVWA om de effectiviteit van de inzet te verhogen.

206

Hoe treedt de NVWA op tegen de gecontroleerde fabrikanten van tabaksproducten die naar nu blijkt allemaal in overtreding zijn geweest en wat zegt dit over de aanwezigheid van verkoopbonussen in de tabakssector?

Antwoord

In 2019 heeft de NVWA een onderzoek verricht naar vergoedingen van de industrie aan speciaalzaken. Er zijn 67 rapporten van bevinding opgemaakt. Op basis van elk rapport kan een boete worden opgelegd, variërend van € 45.000,– tot € 450.000,–, in het geval van recidive. Daarnaast kunnen de onderzochte zaken een hercontrole verwachten. Op dit moment rondt de NVWA het onderzoek af naar vergoedingen aan supermarkten. Wanneer dit onderzoek is afgerond, zal de Staatssecretaris van VWS uw Kamer hierover informeren. Daarna zal de NVWA een vergelijkbaar onderzoek bij tankstations opstarten. Ook bij deze onderzoeken zal een boete worden opgelegd als sprake is van een overtreding.

207

Welke middelen heeft de NVWA om het gebruik van verkoopbonussen harder aan te pakken?

Antwoord

In geval van het overtreden van het reclame/sponsoringsverbod door de industrie, kan de NVWA op basis van de Tabaks- en rookwarenwet boetes opleggen met een maximum van 450.000 euro per overtreding.

208

Wat is de precieze reden dat een enkele rapportage betreffende controle subsidieregelingen later is aangeleverd dan 1 maart?

Antwoord

Het systeem cross-compliance kent twee soorten rapporten. Dit zijn rapporten naar aanleiding van de verplichte 1%-controles en de zogenaamde doormeldingen van niet-nalevingen uit de reguliere handhavingsprogramma’s die ook betrekking hebben op de randvoorwaarden cross-compliance. Zoals in de Verantwoordingsrapportage is vermeld, betreft het hier rapporten van complexe controles waarbij meer tijd nodig was voor vervolgonderzoek en de administratieve verwerking.

209

Is het inmiddels bekend of de medehandhavers de 1% controles gerealiseerd hebben? Zo nee, wanneer wordt dit wel bekend?

Antwoord

Ja, het is ondertussen bekend of de medehandhavers de 1% controles gerealiseerd hebben. Eén van de medehandhavers heeft de 1% controles niet volledig uitgevoerd. Deze is hierop schriftelijk aangesproken, waarbij tevens het belang en de tijdige uitvoering van deze controles nogmaals onder de aandacht zijn gebracht.

210

Hoe is het momenteel gesteld met het streven van de NVWA om voldoende dierenartsen te werven?

Antwoord

Sinds 2018 beschikt de NVWA over een dedicated recruiter/sourcer voor de werving van dierenartsen en is de NVWA door haar arbeidsmarktcommunicatie-activiteiten en -uitingen zichtbaarder onder de diergeneeskundestudenten en dierenartsen. De NVWA heeft in samenwerking met externe bureaus dierenartsen aangetrokken. Onderbezetting blijft echter, ook voor de komende jaren, een zorg voor de NVWA. Voor de komende tijd is de NVWA voornemens om de arbeidsmarktcommunicatie en recruitmentactiviteiten verder uit te bouwen en te intensiveren.

211

Wat is het streefpercentage van de NVWA voor het afhandelen van de bezwaarzaken?

Antwoord

Het streefpercentage van de NVWA voor het afhandelen van de bezwaarzaken over 2019 was 70%. De komende jaren laat de NVWA dat streefpercentage geleidelijk toenemen tot 75%.

212

Waarom wordt er geen verantwoording gegeven over de prijsontwikkeling van de producten van de NVWA die voor rekening komt van het bedrijfsleven en andere overheden?

Antwoord

De in het overzicht opgenomen kostprijs (Verantwoordingsrapportage NVWA, p. 54) is een gemiddelde kostprijs voor de producten Handhaven, Keuren certificering op afstand, Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten, en Keuren Import en geeft daarmee inzicht in de prijsontwikkeling van de producten van de NVWA voor de overheid. De NVWA publiceert jaarlijks een tarievenlijst en een toelichting op de totstandkoming van de tarieven. Gezien de omvang van deze tarievenlijst heb ik ervoor gekozen om in de verantwoordingrapportage NVWA slechts de ontwikkeling van de basiskostprijzen te laten zien. Voor de ontwikkeling van de meest voorkomende tarieven in de afgelopen jaren verwijs ik naar het antwoord op vraag 215.

213

Kunt u een uitgebreide toelichting geven op de ontwikkeling van de kostprijs?

Antwoord

In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de kostprijs over de jaren 2014 tot en met 2020 weergegeven, waarbij de invloed van de stijging van de loonkosten (inclusief pensioenlasten) separaat is vermeld.

Jaar

Gemiddelde kostprijs

Stijging

Ingerekende loonstijging

2014

€ 95,60

   

2015

€ 96,32

0,8%

1,2%

2016

€ 98,64

2,4%

2,1%

2017

€ 99,16

0,5%

1,0%

2018

€ 100,53

1,4%

1,0%

2019

€ 104,29

3,7%

4,5%

2020

€ 107,23

2,8%

2,5%

De totale kosten van de NVWA bestaan voor circa 60% uit loonkosten. De tariefstijgingen worden naast algemene inflatie dan ook voor een groot gedeelte veroorzaakt door de stijging van de loonkosten. Daarnaast wordt de ontwikkeling van de gemiddelde kostprijs beïnvloed door materiële kosten, waar onder ICT-kosten, huisvesting en dienstauto’s.

214

Kunt u een uitgebreide toelichting geven op maatregelen die kostprijsverlagend zouden moeten werken?

Antwoord

Voor de beantwoording van deze vraag refereer ik aan de potentiële efficiency verbeteringen die KPMG in haar rapport «kostentoerekening en doelmatigheid van de NVWA» heeft beschreven (zie Kamerstuk 33 835, nr. 160). KPMG stelt op basis van een benchmark met vergelijkbare toezichthoudende organisaties in Nederland vast dat de NVWA op hoofdlijnen binnen de bandbreedte van bedrijfsvoeringkosten beweegt en vergelijkbaar efficiënt is. Dit laat onverlet dat KPMG op onderdelen aanknopingspunten ziet voor verbeteringen, om bijvoorbeeld de productiviteit te verhogen. Zo kan de NVWA een efficiëntieverbetering doorvoeren door gerichter te sturen op het terugdringen van het ziekteverzuim. Een algemene verbeteroptie is dat de NVWA de door KPMG opgezette benchmark voortzet om samen met andere organisaties te blijven leren. Dit doet de NVWA door actieve deelname aan de Rijksbrede Benchmark Groep.

215

Kunt u een overzicht geven van de top 20 aan producten die voor rekening van het bedrijfsleven komen en daarbij de kostprijsontwikkeling over de afgelopen vijf jaar (inclusief 2019) aangeven?

Antwoord

De top 20 aan producten heb ik geïnterpreteerd als de tarieven waarmee de NVWA over de periode 2015–2019 de meeste omzet heeft gegenereerd. In de bijlage vindt u een overzicht van de tariefontwikkeling per tarief, de geïndexeerde ontwikkeling, waarbij aangenomen is dat 2015=100%, en tot slot de gemiddelde omzet per tarief in deze 5 jaren14.

216

Op welke manier worden binnen de NVWA verbeteringen in de communicatie opgepakt en op welke specifieke onderdelen van de communicatie met de burger worden welke verbeteringen aangebracht?

Antwoord

De NVWA intensiveert het contact met stakeholders. Hiermee wordt een impuls gegeven aan communicatie met de belangrijkste externe doelgroepen waaronder branche- en beroepsverenigingen, en zeker ook de burger. De NVWA vindt het belangrijk om deze doelgroepen op een adequate manier te informeren over actuele ontwikkelingen en achtergronden. Hierbij gaan ook de digitale en interactieve mogelijkheden een nog belangrijkere rol spelen dan nu het geval is.

217

Hoeveel kalfjes zijn er in 2019 gedood op melkveebedrijven en afgevoerd naar een destructiebedrijf?

Antwoord

RVO houdt de meldingen van dode kalveren bij; de oorzaak van de dood wordt niet apart geregistreerd. In onderstaande tabel staan de aantallen doodmeldingen (exclusief doodgeboortes) per leeftijdscategorie die zijn geregistreerd in het Identificatie & Registratie (I&R)-systeem in het jaar 2019. Kalfjes dienen binnen 3 werkdagen geoormerkt te worden. Als een kalfje levend geboren is, maar sterft voor het geoormerkt is, wordt het tot de doodgeboren kalfjes gerekend.

Leeftijdscategorie

Aantal doodmeldingen

Sterfte op dag 0

1.548

Sterfte tussen 1 en 7 dagen

17.288

Sterfte tussen 7 en 14 dagen

26.627

Sterfte tussen 14 en 28 dagen

23.319

Sterfte tussen 28 en 180 dagen

61.606

Totaal

130.388

218

Hoeveel eendagshaantjes zijn er in 2019 in Nederland gedood en hoeveel daarvan voor de export van leghenkuikens?

Antwoord

De NVWA houdt hiervan geen registratie bij.

219

Zijn er bij de NVWA pluimveeslachterijen bekend die in 2019 onbedwelmd hebben geslacht? Zo ja, om hoeveel slachterijen gaat dit?

Antwoord

Nee. Er zijn geen aanvragen geweest van pluimveeslachterijen bij de NVWA om pluimvee onbedwelmd te slachten. Alle slachtingen van pluimvee zijn met voorafgaande bedwelming uitgevoerd.

220

Hoeveel kalfjes zijn er in 2019 geëxporteerd en naar welke landen?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn antwoorden op feitelijke vragen bij de slotwet 2019 van LNV (Kamerstuk 35 470 XIV, nr. 6, antwoord 12), zijn er in 2019 10.538 kalfjes geëxporteerd vanuit Nederland (bron RVO.nl). Er zijn geen gegevens beschikbaar over de landen waarnaar deze kalfjes zijn geëxporteerd omdat in het systeem waarin deze exportcijfers worden bijgehouden (Trade Control and Expert System, Traces) geen onderscheid gemaakt wordt naar de leeftijd van runderen (zie ook antwoord 222).

221

Hoeveel vlees (uitgesplitst naar diersoort) van in Nederland geslachte dieren werd geëxporteerd in 2019?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn antwoorden op feitelijke vragen bij de slotwet 2019 van LNV (Kamerstuk 34 470 XIV, nr. 6, antwoord 63) vindt veruit het grootste deel van de vleesexport plaats naar landen binnen de Europese Unie. Binnen de Europese Unie vindt geen registratie plaats van de hoeveelheid geëxporteerd geslacht of verwerkt vlees. Er zijn in 2019 ongeveer 55.000 zendingen vlees, geslacht en verwerkt vanuit Nederland geëxporteerd naar ongeveer 20 derde landen, het merendeel naar China en de Filippijnen. Het betreft vlees van alle diersoorten: ongeveer 35.000 zendingen varkensvlees(producten), ongeveer 13.000 zendingen pluimveevlees(producten) en ongeveer 2900 zendingen rundvlees(producten).

222

Hoeveel runderen zijn er in 2019 geëxporteerd en naar welke landen?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn antwoorden op feitelijke vragen bij de slotwet 2019 van LNV (Kamerstuk 34 470 XIV, nr. 6, antwoord 59) zijn er in 2019 ongeveer 110.000 runderen geëxporteerd vanuit Nederland. Ongeveer 4% hiervan betrof export naar landen buiten de Europese Unie. Het overgrote deel van de runderen had een bestemming binnen de Europese Unie (inclusief Noorwegen, Oekraïne en Zwitserland). Het grootste deel daarvan ging naar België, Polen en Spanje. Buiten de Europese Unie betrof het ruim vijftien verschillende landen, waarbij Rusland en Oezbekistan het grootste aantal ontvingen. Dit betreft cijfers over exportcertificering op basis van het systeem Traces. In dit systeem wordt geen onderscheid gemaakt naar leeftijd van runderen, dus de gegevens zijn inclusief kalveren (zie ook vraag 220).

223

Hoeveel varkens zijn er in 2019 geëxporteerd en naar welke landen?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn antwoorden op feitelijke vragen bij de slotwet 2019 van LNV (Kamerstuk 34 470 XIV, nr. 6, antwoord 57) zijn er in 2019 ongeveer 4,5 miljoen varkens geëxporteerd vanuit Nederland. Ongeveer 0,2% hiervan betrof export naar landen buiten de Europese Unie. Het overgrote deel van de varkens had een bestemming binnen de Europese Unie (inclusief Noorwegen, Oekraïne en Zwitserland). Het grootste deel daarvan ging naar Duitsland, Spanje en België. Buiten de Europese Unie naar Albanië, Rusland, Moldavië en Israël.

224

Hoeveel schapen zijn er in 2019 geëxporteerd en naar welke landen?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn antwoorden op feitelijke vragen bij de slotwet 2019 van LNV (Kamerstuk 34 470 XIV, nr. 6, antwoord 62) zijn er in 2019 ongeveer 140.000 schapen geëxporteerd vanuit Nederland. Ongeveer 0,02% hiervan betrof export naar landen buiten Europa. Het overgrote deel van de schapen had een bestemming binnen de Europese Unie (inclusief Noorwegen, Oekraïne en Zwitserland). Het grootste deel daarvan ging naar België, Duitsland en Frankrijk. Buiten de Europese Unie betrof het Vietnam (bron: Traces).

225

Hoeveel geiten zijn er in 2019 geëxporteerd en naar welke landen?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn antwoorden op feitelijke vragen bij de slotwet 2019 van LNV (Kamerstuk 34 470 XIV, nr. 6, antwoord 61) zijn er in 2019 ongeveer 8000 geiten geëxporteerd vanuit Nederland. Ongeveer 8% hiervan betrof export naar landen buiten de Europese Unie. Het overgrote deel van de geiten had een bestemming binnen de Europese Unie (inclusief Noorwegen, Oekraïne en Zwitserland). Het grootste deel daarvan ging naar België en Bulgarije. Buiten de Europese Unie betrof het Rusland (bron: Traces).

226

Hoeveel standaard en extra capaciteit heeft de NVWA in 2019 in de eerste helft van 2020 ingezet op warme dagen (vanaf 27 graden Celsius) om veestallen te controleren, hoeveel bedrijven zijn in deze periode gecontroleerd en hoe verhoudt zich dit tot het aantal gecontroleerde bedrijven in een niet-warme periode? Was de capaciteit voldoende om een goede toezichtgraad te bereiken, of is meer personele inzet nodig?

Antwoord

Toezicht op het eventueel optreden van hittestress bij dieren in stallen en weiden is onderdeel van het reguliere takenpakket van de NVWA. In de zomer wordt tijdens een hitteperiode de nadruk van de inspectiewerkzaamheden binnen dit domein gelegd op inspecties naar aanleiding van meldingen in het kader van hittestress op veehouderijen. In de zomer zijn op één dag maximaal 30 tot 75 medewerkers beschikbaar voor de beoordeling en afhandeling van deze meldingen. Op jaarbasis is dit in 11 fte uit te drukken.

Gemiddeld ontvangt de NVWA voor het domein dierenwelzijn 200 meldingen per maand, waarbij de maand juli 2019 uitschieters had tot 600 meldingen. In de warme periode in 2019 zijn 34 bedrijven gecontroleerd en in de eerste helft van 2020 zijn op warme dagen in totaal 118 bedrijven gecontroleerd. Jaarlijks worden gemiddeld, bij normale temperaturen, 2 tot 4 meldingen per dag fysiek geïnspecteerd naar aanleiding van meldingen. In geval van hoge temperaturen (vanaf 27 graden Celsius) worden dagelijks 6 tot 7 meldingen fysiek geïnspecteerd. Tijdens perioden van hitte wordt voor het primair bedrijf alleen geacteerd op basis van meldingen.

Naar boven