33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2019

Mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport (MZS) bied ik de onderzoeksrapporten van de Auditdienst Rijk (ADR) over de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aan1. In het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) staat de afspraak dat ik een onderzoek laat uitvoeren naar de kosteneffectiviteit en efficiëntie. Ik heb dit onderzoek in overleg met uw Kamer uitgebreid met een onderzoek naar de kostenopbouw van de tarieven van de NVWA.

De ADR-rapporten geven nog niet op alle vragen van uw Kamer en mijzelf voldoende helderheid. Het gaat dan onder andere om de vergelijking middels de benchmark, de mate waarin de tarieven kostendekkend zijn en de mogelijkheid om gemeenschappelijke prikkels in te voeren in het systeem voor het bedrijfsleven en de NVWA samen. Met de ADR zal ik evalueren hoe het zo gelopen is dat de onderzoeken niet de resultaten hebben opgeleverd die we er van verwacht hadden. Om de openstaande punten beantwoord te krijgen, stel ik een vervolgonderzoek in. Hieronder treft u hierop een toelichting.

Vervolgens ga ik in op de aanbevelingen uit de ADR-rapporten. Voor deze aanbevelingen geldt dat ik hierop zo snel mogelijk acties zet om tot verdere verbeteringen te komen.

Vervolgonderzoek

Onderdeel van de ADR-onderzoeken was het uitvoeren van een benchmark. De ADR constateert dat het dienstenpakket van de NVWA, de omvang en de schaalgrootte en daarvoor benodigde ondersteunende staforganisatie en ICT, zeer beperkt te vergelijken is met andere organisaties. Desondanks houd ik de behoefte om het kostenniveau in perspectief te zien tot zowel andere organisaties als tot het geheel van de taken waar de NVWA voor staat gesteld. Een integrale benchmark van de NVWA als organisatie blijkt niet mogelijk. Ik wil een benchmark laten uitvoeren op componenten als de bedrijfsvoering(-processen) en overhead. Naast de benchmark op de bedrijfsvoering ga ik na in hoeverre een extern onderzoek een objectief beeld kan geven over de kosten van de NVWA in relatie tot haar takenpakket.

De ADR constateert dat de tarieven van de NVWA niet kostendekkend zijn. Zo zijn onder andere de kosten van ICT niet volledig in de kostprijs opgenomen. Dit is het gevolg van politieke keuzes om de tarieven niet te veel te laten stijgen. De ADR-rapporten geven wat betreft de verdeling van de kosten tussen bedrijven en overheid onvoldoende helderheid. Het vervolgonderzoek zal expliciet ingaan op de verdeling tussen de kosten gedragen door het bedrijfsleven en de overheid. Onderdeel hiervan zijn de eventuele aanpassingen die volgen uit de invoering van de nieuwe Europese Controle Verordening.

Het ADR-onderzoek naar de kostenopbouw van de retributies laat zien dat er bij de tariefstelling weliswaar onderscheid wordt gemaakt naar branches of sectoren, maar dat dit nog verder uitgewerkt kan worden. Het bedrijfsleven heeft hier behoefte aan. Met een vervolgonderzoek wil ik nagaan of een dergelijke verdeling verder is te specificeren en tegen welke administratieve lasten. Bij voorgaande wijzigingen is – mede op verzoek van het bedrijfsleven – juist gestreefd naar versimpeling. Ook wil ik onderzoek naar meer efficiëntie in de processen tussen het bedrijfsleven en de NVWA en welke prikkels daarvoor het meest geschikt zijn.

Zowel bij de opzet als bij de uitvoering van het vervolgtraject zal ik nauw optrekken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Om tot een afgewogen totaalbeeld te komen verwacht ik op zijn vroegst in het najaar van 2019 de onderzoeksresultaten van het vervolgonderzoek met uw Kamer te kunnen delen.

Aanbevelingen ADR-rapporten

De aanbevelingen van de ADR dragen bij aan het verbeteren van de sturing van de NVWA en het inzichtelijk maken van de opbouw van de tarieven. Hieronder ga ik specifiek in op de aanbevelingen over het resultaatgerichte model en het overleg met het bedrijfsleven.

De ADR adviseert om het resultaatgerichte sturingsmodel met opdrachtgever en eigenaar nader in te vullen en met de NVWA meerjarige afspraken te maken. Belangrijk hierbij is het maken van verdere afspraken over de inrichting van de informatievoorziening, waaronder de gewenste stuur- en managementinformatie. Het afgelopen jaar zijn hiertoe al acties ondernomen. Deze worden de komende tijd verder uitgewerkt zodat de resultaatgerichte sturing verder gestalte krijgt. De opvolging van het BIT-advies2 kan gevolgen hebben voor het tempo waarin de aanbevelingen geïmplementeerd worden. Dit is onder andere het geval bij de ontwikkeling van de Kritische Prestatie Indicatoren.

De NVWA voert periodiek overleg met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in de zogenaamde keten- en thema-overleggen. Ik constateer dat naast deze bestaande overleggen het bedrijfsleven meer betrokken wil zijn bij onder andere het proces van de totstandkoming van de tarieven. Naast een intensivering van de reeds bestaande overleggen met het bedrijfsleven richt ik onder voorzitterschap van de eigenaar (SG LNV) een platform met het bedrijfsleven in. Ik zie de invulling van de overleggen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en bedrijfsleven.

Uitwerking bestedingenplan NVWA

Bij de Begrotingsbehandeling 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 18, item 10) heb ik toegezegd om na de afronding van de ADR-onderzoeken uw Kamer te informeren over de besteding van de overige middelen uit het regeerakkoord. Momenteel ben ik met het Ministerie van Financiën in gesprek over de uitwerking van het bestedingenplan tweede tranche voor de NVWA.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Het BIT-advies is separaat aan uw Kamer toegezonden, Kamerstuk 33 835, nr. 117.

Naar boven