33 763 Toekomst van de krijgsmacht

Nr. 139 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2018

Inleiding

Hierbij informeer ik u over de stand van zaken van de vastgoedmaatregelen die voortvloeien uit de beleidsbrief 2011, zoals vastgelegd in het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (HVD), en uit de nota In het belang van Nederland (Kamerstuk 33 763, nr. 1) van 2013. Zoals aangekondigd in de brief over de jaarplanning 2018 van 12 januari jl. is dit de laatste voortgangsrapportage vastgoed en zal voortaan over vastgoed worden gerapporteerd in het Materieelprojectenoverzicht, dat u in de maand september ontvangt.

In deze brief ga ik in op de wijzigingen ten opzichte van de vorige rapportage (Kamerstuk 33 763, nr. 122 van 6 december 2016). Ook sta ik stil bij de verzoeken die aan de orde zijn gekomen tijdens het algemeen overleg Vastgoed op 23 februari 2017.

In de vorige rapportage is bij enkele projecten gemeld, dat financiële inpassing in het investeringsplan nader wordt onderzocht. Dat betrof de herhuisvesting van de Surface Assault and Training Group (SATG) en de Netherlands Maritime Special Operations Forces (NLMARSOF) en de verplaatsing van het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO). Voor de verplaatsing van de gevechtsleiding van Air Operations Control Station (AOCS) was nog een onderzoek gaande naar de gevolgen voor de IT en de kosten daarvan. Over deze projecten worden besluiten genomen in of gelijktijdig met de nieuwe Defensienota. Ook over het al dan niet aanhouden van enkele defensielocaties zullen in het kader van de actualisatie van het huisvesting- en investeringsplan besluiten worden genomen. De Kamer zal over deze besluiten en over de gevolgen voor de totale investeringsbehoefte en voor de exploitatie-opbrengsten in het voorjaar van 2018 worden geïnformeerd.

Vastgoedrapportage

In reactie op een aanbeveling van de Algemene Rekenkamer is toegezegd dat Defensie voor het geraamde totale investeringsbedrag gaat werken met een bandbreedte. De wijze waarop de bandbreedte wordt bepaald, is beschreven in de schriftelijke antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Defensie over de voortgangsrapportage vastgoed Defensie van 15 februari 2017 (Kamerstuk 33 763, nr. 127).

Voortgang maatregelen1

Sinds de vorige vastgoedrapportage zijn vier maatregelen voltooid. Dat zijn de afstoting van splinterlocaties, de herbelegging van de KMarbrigade Noord-Holland/Post Den Helder, de herbelegging van de Luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel en de herbestemming/afstoting van de KMarpost De Peel in Vredepeel.

Financiën Herbelegging Vastgoed Defensie/In het belang van Nederland

Investeringen

Van de investeringen is nu € 319 miljoen gerealiseerd of in uitvoering en voor een bedrag van € 249 miljoen zijn projecten en plannen in voorbereiding. Het totaal geraamde investeringsbedrag komt hiermee op € 568 miljoen. Over projecten in voorbereiding en in uitvoering is op basis van het risicomanagement een risicoreservering ter bepaling van de bandbreedte van € 45 miljoen berekend.

Exploitatie

De exploitatieopbrengst neemt toe met € 0,3 miljoen. De maximale opbrengst van € 64,6 miljoen wordt niet in 2025 maar in 2027 bereikt. De vertraging is het gevolg van het in de inleiding genoemde uitstel in de besluitvorming over een aantal projecten2.

Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne

De aanbesteding van de kazerne is begin 2017 begonnen met een aankondiging voor de markt en de selectie van drie consortia. Deze consortia worden nu doorgelicht om vast te stellen of ze voldoen aan de veiligheidseisen die Defensie aan leveranciers stelt. In het voorjaar van 2018 zal met deze drie consortia de concurrentiegerichte dialoog beginnen, waarna de consortia hun inschrijvingen kunnen indienen.

In de media is bericht dat er sprake zou zijn van een «uitgekleed model», waaruit een schietbaan en een helikopterplatform zouden zijn geschrapt. Deze uitspraken herken ik niet. De zgn. «outputspecificaties» voorzien zelfs in twee schietbanen en in een helikopter landingsplaats op het terrein van de kazerne. Einddoel blijft een moderne, duurzame en toekomstbestendige kazerne, die voldoet aan de operationele eisen van het Korps mariniers en aan de geldende normen voor vastgoed en infrastructuur. De behoeftestelling die op 31 augustus 2012 aan de Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33 358, nr. 1) is nog steeds maatgevend voor de uitwerking van de plannen voor de kazerne.

Zoals in het algemeen overleg Vastgoed van 23 februari 2017 is gemeld, is de ingebruikneming van de nieuwe kazerne voorzien vanaf de zomer 2021. De gehele verhuizing loopt door tot in 2022.

Na de ingebruikneming van de Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne kan de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn worden afgestoten. Dan moet ook voor de Netherlands Maritime Special Operations Forces (NLMARSOF) alternatieve huisvesting zijn gevonden. Momenteel wordt de samenwerking en een mogelijke co-locatie van NLMARSOF-eenheden met de Dienst Speciale Interventies van het Korps Landelijke Politiediensten onderzocht.

Risicomanagement

De systematiek voor risicobeheersing wordt inmiddels toegepast in nieuwe projecten. Dat betekent dat voor ieder nieuw project een risico- en een onzekerheidsreservering wordt vastgesteld en in de financiële plannen opgenomen. Ook bij de herijking van bestaande projecten, die een standaardpost van 2,5 tot 5 procent voor onvoorziene uitgaven bevat, worden deze reserveringen indien nodig opgenomen.

Samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

De afstoting van defensievastgoed volgens het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) verloopt nu beter. De inkomsten uit afstoting stegen van € 8,8 miljoen in 2015 naar € 35 miljoen in 2016. Ook in het jaar 2017 ligt het resultaat aanzienlijk boven dat van 2015. Punt van aandacht blijft de afstemming van de vraag van Defensie en de capaciteit van het RVB. In onderling overleg wordt gezocht naar werkbare oplossingen om de knelpunten aan te pakken.

Brandveiligheid legeringsgebouwen

Tussen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Defensie zijn afspraken gemaakt over de aanpak van de brandveiligheid van legeringsgebouwen vóór 31 december 2018. De Kamer is hierover geïnformeerd in de brief van 21 januari 2015 (Kamerstuk 33 763, nr. 67 en in de Voortgangsrapportage Vastgoed Defensie van 6 december 2016 (Kamerstuk 33 763, nr. 122). Een eerste groep van 83 gebouwen wordt nu aangepast aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit. De opdracht voor de aanpassing van de tweede groep van 130 gebouwen ligt inmiddels bij het RVB, dat nu nog de aanbesteding voorbereidt, zodat de aanpassing niet eerder dan in de zomer van 2018 kan beginnen. De aan te passen gebouwen moeten daarvoor leeg zijn en het betrokken personeel moet dus tijdelijk elders worden ondergebracht. Er wordt nu in samenwerking met het RVB intensief gewerkt aan een oplossing, waarbij de betrokken gebouwen fasegewijs worden aangepakt. In totaal 112 gebouwen zijn niet klaar voor 31 december 2018. Enkele tientallen van deze gebouwen vallen onder de afspraken met ILT, voor de overige gebouwen zijn gemeenten het bevoegd gezag. Voor al deze gebouwen zal Defensie in overleg met het RVB alternatieve maatregelen nemen, waarbij acute problemen onmiddellijk worden aangepakt.

Brandveiligheid overige gebouwen

Voor een onderzoek naar de brandveiligheid van ongeveer 650 overige gebouwen is een aanbesteding gaande. De gunning is voorzien in het tweede kwartaal van dit jaar. Onderdeel van de opdracht zal zijn dat urgente maatregelen die uit het onderzoek naar voren komen direct worden aangepakt. Dit onderzoek en de urgente maatregelen moeten uiterlijk eind 2021 zijn uitgevoerd. De overige onvolkomenheden die in dit onderzoek aan het licht komen, zullen in een afzonderlijk programma worden aangepakt.

Trip van Zoutlandtkazerne

Bij een van de legeringstorens-in-aanbouw van de Trip van Zoutlandtkazerne in Breda heeft de aannemer onderzoek laten doen naar de gevelbeplating. Daaruit bleek dat deze niet voldoet aan de brandveiligheidseisen die voortvloeien uit het Bouwbesluit. De legeringstoren die al in gebruik was, is daarop meteen ontruimd. Het RVB overlegt nu met de aannemer over een tijdelijke oplossing, zodat de reeds bewoonde toren weer veilig kan worden gebruikt, vooruitlopend op een definitieve oplossing, ook voor de torens twee en drie.

Verscherpt toezicht Inspectie Leefomgeving en Transport

In de brief van 22 december 2016 (Kamerstuk 33 763, nr. 124) over het verscherpt toezicht door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op een aantal locaties van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) is toegezegd de Kamer op de hoogte te houden van de vorderingen in het bereiken van een betere naleving van de Wabo-regelgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsvergunningen).

Uit een recente inspectie door de ILT blijkt dat het CZSK de wet- en regelgeving voor milieu en brandveiligheid beter naleeft. De verschillende bedrijven van het CZSK hebben veel opgeruimd, (gevaarlijk) afval afgevoerd en hebben gebouwen aangepast. De makkelijk op te lossen overtredingen zijn grotendeels opgepakt.

Hoewel de ILT positief is over de het afgelopen jaar bereikte resultaten is het CZSK nog niet zo ver dat het verscherpte toezicht kan worden opgeheven. De ILT stelt nu vast dat de medewerkers beter beseffen dat de naleving van de regels belangrijk is. Daarmee is sprake van een begin van een cultuuromslag. De ingezette aanpak moet naar de mening van de ILT worden vastgehouden en verder uitgebouwd om op het benodigde nalevingniveau te komen.

De nog openstaande manco’s betreffen vooral punten die met het RVB moeten worden opgepakt. Met het RVB is afgesproken dat deze met voorrang, nog dit jaar, worden uitgevoerd. Ook heeft het personeel aanvullende opleidingen gevolgd om de lokaal aanwezige kennis en kunde van veiligheid en milieu te vergroten.

Ten slotte

Het dossier brandveiligheid en het verscherpt toezicht door ILT onderstrepen de noodzaak tot investeringen in veiligheid, kennis, expertise en bestuurlijke aandacht. Zowel aan de praktische maatregelen als aan de noodzakelijke cultuuromslag wordt gewerkt, onder meer door de aanstelling van een kwartiermaker voor de nieuwe functie van toezichthouder veiligheid en andere aanbevelingen uit het rapport van de commissie Van der Veer. Wij zijn ons terdege bewust van de aandacht die veiligheid verdient in de gehele defensieorganisatie, zoals ook zal blijken uit het plan voor een integrale aanpak veiligheid en integriteit, dat u in maart 2018 ontvangt.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven