33 750 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2014

Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2014

Zoals toegezegd in het Algemeen Overleg over de decentralisaties van 30 oktober 2013 (Kamerstuk 33 750 VII, nr. 14) stel ik u hierbij op de hoogte van het gesprek dat ik gehad heb met het College Bescherming Persoonsgegevens naar aanleiding van de brief die het College mij geschreven heeft op 29 oktober 2013.

Het gesprek heeft op 9 januari jongstleden plaatsgevonden. Het was een goed gesprek waarin het College zijn zorgen uiteengezet heeft met betrekking tot de gegevensuitwisseling en privacy in het kader van de decentralisaties. Daarbij is met name ingegaan op de gemeentelijke praktijk. Dit onderwerp heeft ook mijn aandacht. Zoals in verscheidene overleggen aan de Kamer gemeld, werkt een interdepartementale werkgroep onder leiding van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties momenteel aan een visie op dit vraagstuk. Dit gebeurt mede naar aanleiding van de Verkenning Informatievoorziening Sociaal Domein door Rijk en VNG. De werkgroep kijkt daarbij met name naar de sectoroverstijgende gegevensuitwisseling.

Het CBP heeft laten weten graag een Privacy Impact Assessment (PIA) uitgevoerd te zien over het sociale domein. Een PIA over het sociale domein kan mijns inziens het beste betrekking hebben op de gemeentelijke praktijk. De decentralisatiewetten bieden immers juist de ruimte aan gemeenten om dat domein zelf vorm te geven. We hebben het dan bijvoorbeeld over de integrale aanpak van multiprobleem situaties in sociale wijkteams. De wijze waarop gemeenten dat (willen) doen, is op dit moment nog onvoldoende uitgewerkt. De verwachting is dat zich in de komende maanden een beperkt aantal modellen uit zal kristalliseren. Het lijkt mij goed om wanneer deze wat meer geconcretiseerd zijn, een PIA uit te voeren op deze modellen. Ik zal hierin het voortouw nemen. Daaraan voorafgaand zal ik dit voorjaar een visie met richtlijnen voor de ontwikkeling van de gemeentelijke praktijk naar uw Kamer sturen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven