33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 165 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2015

De beelden van bootvluchtelingen gaan door merg en been. We zorgen daarom voor noodhulp: voedsel, kleding en onderdak, in de regio's waar de grootste stromen op gang komen. Ook bieden we humanitaire hulp vanuit het uitgangspunt dat vluchtelingen in staat moeten worden gesteld een nieuw bestaan op te bouwen. We investeren daarom in uitbreiding en verbetering van voorzieningen als onderwijs, gezondheidszorg, drinkwater en sanitatie in landen van opvang. Hierbij geven we naast de aandacht aan de kansen voor vluchtelingen ook aandacht aan de gevolgen van de aanwezigheid van vluchtelingen voor gastgemeenschappen. Wij constateren dat meer dan 90% van de Syrische vluchtelingen in de eigen regio is gebleven; minder dan een procent is doorgereisd naar Europa. Ook in andere gebieden, zoals bij de opvang van Eritreërs in Ethiopië, blijft een groot deel van de vluchtelingen in de eigen regio.

We doen dus al het nodige om de migratieproblematiek aan te pakken, als Nederland en in Europees verband, maar meer is noodzakelijk. Daarom informeer ik u via deze brief over de extra inspanning die het Kabinet gaat plegen om jonge mensen, die illegale migratie naar Europa overwegen, perspectief op een goede toekomst in eigen land te bieden.

Het Kabinet is voorstander van een brede aanpak van het migratievraagstuk, waarbij alle relevante beleidsmiddelen en instrumenten op een geïntegreerde wijze worden ingezet. Voor de aanpak van grondoorzaken van migratie, zoals armoede, onveiligheid, ongelijkheid en werkloosheid, is dit essentieel. In Europees verband werkt Nederland aan onmiddellijke maatregelen om humanitaire tragedies te voorkomen en de migratiedruk beter te beheersen, voortbouwend op de verklaring van de Europese Raad van 23 april jl. die geheel in het teken stond van de menselijke tragedies op de Middellandse Zee (Bijlage bij Kamerstuk 21 501-20, nr. 981). Daarnaast werken we aan structurele oplossingen om migratie beter beheersbaar te maken en de grondoorzaken van niet-reguliere migratie op te lossen. Graag verwijs ik in dit kader naar de Kabinetsappreciatie van de Europese Migratieagenda, die u op 26 mei heeft ontvangen (Kamerstuk 22 112, nr. 1968).

De aanpak van grondoorzaken is complex, maar een onmisbare schakel en een echte lange-termijn oplossing. Door mensen in eigen land perspectief op een goede toekomst te geven, creëren we alternatieven voor illegale migratie. Perspectief houdt in een veilige, stabiele maatschappij, waar je rechten worden gerespecteerd en waar je de mogelijkheid krijgt om je talenten te ontplooien.

Daarom werkt Nederland in herkomstlanden aan conflictpreventie- en beheersing, inclusieve economische groei, meer werkgelegenheid en rechtsstaatontwikkeling. Maar we moeten meer doen. Vooral voor die jonge mensen die nu nog als enig perspectief migratie naar Europa hebben. Ik heb daarom binnen mijn begroting geld vrijgemaakt voor het ondersteunen van jonge mensen in de regio bij het vinden van werk of het starten van een onderneming. Deze extra inzet bestaat concreet uit drie initiatieven.

Ten eerste gaan we jonge ondernemers in Afrika helpen bij het opstarten van een onderneming of het verder uitbouwen van hun bedrijf, om zo meer werkgelegenheid te creëren. Veel getalenteerde Afrikaanse ondernemers hebben moeite met het vinden van financiering. Ze vallen tussen wal en schip: ze zijn te klein om in aanmerking te komen voor financiering van banken en te groot voor een microkrediet. Via het Dutch Good Growth Fund (DGGF) heb ik reeds een samenwerking opgestart met een aantal lokale investeringsfondsen die gericht zijn op financiering van startende en doorgroeiende ondernemers. We verwachten daarmee duizenden banen te creëren in lage inkomenslanden in Afrika en Zuid-Azië. Ik ga nu nog actiever in Afrika werken in landen als Ethiopië, Ghana, Nigeria, Senegal of Mali om te zorgen dat startende bedrijven meer mogelijkheid tot financiering krijgen. Dit moet helpen jonge Afrikaanse ondernemers succesvoller te maken en daardoor meer lokale banen te creëren.

Ten tweede gaan we binnen het DGGF extra ondersteuning bieden aan Nederlandse ondernemers die wel kansen zien in Afrika, maar nog tegen teveel obstakels aanlopen. Dit doen we door passende financiering en technische assistentie aan te bieden. Ondernemers met belangstelling voor landen waar veel migranten vandaan komen bieden we bijvoorbeeld hulp bij het rondmaken van de business case en bij de training van lokale werknemers. De start van het DGGF heeft al laten zien dat je door het financieren van bedrijven veel banen kan creëren. Zo komen er door financiering van het DGGF in Ethiopië de komende jaren bijna 2000 nieuwe banen bij.

Binnen het DGGF maak ik binnen de huidige kabinetsperiode € 25 miljoen vrij voor bovenstaande twee initiatieven. Dit vanuit de nog niet gecommitteerde middelen binnen het fonds.

Daarnaast maak ik € 25 miljoen vrij uit de niet benutte reserve binnen de Faciliteit Opkomende Markten, voor een derde initiatief1.Met dit initiatief gaan we maatschappelijke organisaties en sociale ondernemers, die al actief zijn in de regio, uitnodigen voorstellen in te dienen die werkgelegenheid voor jongeren en ondernemerschap door jongeren stimuleren. Denk aan partijen die ondernemers bereiken in landen waar (soms tijdelijk) weinig andere investeerders en financiers zijn, zoals in Mali, Somalië en Eritrea. Met deze partijen gaan we ondernemers en hun medewerkers extra ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld door het trainen van jonge mensen die ondernemer willen worden met het opzetten van een bedrijf of met het trainen van hun werknemers.

Tijdens de Raad Buitenlandse zaken Ontwikkelingssamenwerking op 26 mei jl. sprak ik met mijn collega EU ministers over de ontwikkelingsaspecten van de EU-migratie agenda. Daarbij werd het belang van aanpak van de grondoorzaken van irreguliere migratie benadrukt, alsmede het belang landen van herkomst en doorreis te ondersteunen bij de aanpak van migratie- en vluchtelingenproblematiek. Veel collega’s onderstreepten met mij de noodzaak van het creëren van werkgelegenheid voor jongeren in ontwikkelingslanden, in het bijzonder in Afrika. De Raad verzocht de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie om een concrete aanpak uit te werken voor migratie en ontwikkeling. Daar zal ik graag aan bijdragen.

We hopen uiteraard dat de Nederlandse initiatieven door andere EU landen gevolgd gaan worden, want dat is hard nodig. Nederland is immers niet in staat om de oorzaken van migratie alleen weg te nemen, daarvoor zijn gecoördineerde samenwerking en financiële steun nodig van EU Lidstaten, internationale organisaties en landen in de regio.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Het vrijmaken van de niet benutte FOM-reserve wordt in de begroting als ontvangst verantwoord op artikel 1: Duurzame Handel en Investeringen

Naar boven