33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 augustus 2014

Naar aanleiding van het verzoek van de Tweede Kamer (motie van het lid De Caluwé, Kamerstuk 33 625, nr. 101 van 13 mei 2014) ontvangt u hierbij een nadere uitwerking van het Meerjarig Strategisch Plan (MJSP) Mali 2014–2017. Conform de toezegging gedaan bij het AO MINUSMA d.d. 21 mei 2014 (Kamerstuk 29 521, nr. 250) wordt een toelichting gegeven op het beleid voor Veiligheid & Rechtsorde. Daarbij komt ook de samenwerking met de EU aan de orde. In september zal de Kamer via de resultaatsfiches worden geïnformeerd over de in 2013 behaalde resultaten.

De context en beleidswijzigingen

Ruim een jaar geleden informeerde het kabinet de Kamer over de positie van het kabinet ten aanzien van de Nederlandse steun aan Mali (Kamerstuk 32 605, nr. 122). Op dat moment werd de hulp langzaam hervat, onder strikte voorwaarden en in lijn met het beleid van andere partners zoals de EU en de VN. Deze steun verliep vooral via maatschappelijke organisaties en de decentrale overheid. Voor hervatting van directe steun aan de centrale Malinese overheid achtte ik het destijds nog te vroeg.

Politiek

Sindsdien hebben zich in Mali zowel bemoedigende als verontrustende ontwikkelingen voorgedaan. Dankzij succesvol verlopen presidents- en parlementsverkiezingen is de constitutionele orde hersteld. De overheid heeft bovendien ambitieuze plannen in gang gezet op terreinen als anti-corruptie, rechtsstaatontwikkeling en het leveren van basisdiensten. Daar staat tegenover dat de situatie in het Noorden van Mali instabieler is geworden. De regering heeft te weinig ondernomen om tot succesvolle onderhandelingen met rebellerende groeperingen in het Noorden te komen. Het besef dat er geen militaire oplossing voor het conflict bestaat is pas doorgedrongen na de nederlaag van het Malinese leger in Kidal in mei jl. Pas daarna werd de weg naar onderhandelingen geopend. De besprekingen in Algiers hebben een door alle aanwezige partijen ondertekende routekaart opgeleverd. De verdere inhoudelijke besprekingen starten waarschijnlijk medio augustus.

Begroting

Recentelijk zijn twijfels gerezen over de oprechtheid van de door de regering geïnitieerde transparantie- en anti-corruptie initiatieven. De extra-budgettaire aanschaf van een regeringsvliegtuig en een bankgarantie voor de aankoop van uitrusting voor het leger gaven hiertoe aanleiding. Kritiek van het Internationale Monetaire Fonds op het gevoerde Malinese financiële beleid heeft ertoe geleid dat de Wereldbank en EU geplande betalingen hebben opgeschort. Nederland ondersteunt deze kritische lijn. In september zal blijken of het IMF de uitvoering van de door de Malinese regering aangekondigde verbetermaatregelen voldoende vindt. Het kabinet volgt dit op de voet.

De begrotingssteun van de EU is naar aanleiding van de crisis in Mali vervat in een State Building Contract waarin scherpe voorwaarden zijn verbonden aan betalingen. De resterende betaling voor 2014 is opgeschort n.a.v. bovengenoemde problemen. Toezicht vindt plaats op basis van meetbare indicatoren in sectoren als gezondheidszorg, water en voedselzekerheid. Nederland heeft eerder als specifieke indicator het aannemen van een anti-corruptie wet ingebracht. Inmiddels is door het Malinese parlement een anti-corruptie wet aangenomen.

Om de kritische dialoog met de Malinese overheid aan te kunnen gaan moet de internationale gemeenschap laten zien dat we de regering serieus willen ondersteunen bij de moeizame en langdurige hervormingen. Het is noodzakelijk om de enorme kloof tussen burger en staat te overbruggen. De capaciteit van de Malinese overheid dient daartoe te worden versterkt. Hiertoe worden concrete projecten ondersteund, die de Malinese ministeries in staat stellen hun taken in de vorm van levering van basisdiensten zoals distributie van zaaigoed, onderwijs en gezondheidszorg beter uit te voeren.

Afstemming NL – EU

De EU en de lidstaten hebben op basis van een gemeenschappelijke analyse een gezamenlijke programmering opgesteld. Hierbij is de analyse van het Nederlandse MJSP overgenomen. Na goedkeuring in Brussel en bespreking met de Malinese autoriteiten zal deze Joint Programming opgenomen worden in de Stratégie Conjointe de l’Aide Publique (SCAP), het Malinese document voor de coördinatie van alle hulp. Dit SCAP zal naar verwachting in september in Parijs gepresenteerd worden.

De benadering die Nederland en de EU hanteren vloeit voort uit de New Deal betreffende fragiele staten. Door op beleidsterreinen zowel direct met maatschappelijke organisaties als met de overheid te werken wordt synergie gecreëerd.

De inzet van financiële middelen door Nederland via het zogenaamde Fonds National pour la Stabilisation Economique et Social is complementair aan de ondersteuning door de EU.

Aanpassing MJSP

De huidige situatie vereist een grotere aandacht voor het functioneren van de rechtsstaat, het verbeteren van de toegang tot recht voor de Malinese burger en de bestrijding van corruptie en straffeloosheid. Daarom heeft het kabinet besloten Veiligheid en Rechtsorde als speerpunt toe te voegen aan het Meerjarig Strategisch Plan voor Mali (onderstaand uitgebreid).

De programma’s van de speerpunten Water (in combinatie met voedselzekerheid) en Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten zijn zoveel mogelijk voortgezet, daar waar het niet om directe steun aan de centrale overheid gaat. Naar aanleiding van de crisis wordt binnen deze programma’s meer nadruk gelegd op het verminderen van conflicten tussen bevolkingsgroepen.

Een goed voorbeeld hiervan vormt de financiering van een project van de Near East Foundation. In dit project worden gemeenschappen in Noord-Mali gestimuleerd om onderlinge afspraken te maken over aanleg en gebruik van gemeenschappelijke watervoorzieningen. Dit draagt bij aan een duurzamere voedselvoorziening en ook aan het voorkomen van conflicten tussen die gemeen-schappen. Verder is naar aanleiding van de crisis de geografische focus van het Nederlandse OS-programma aangepast. Behalve op de regio’s Mopti en Ségou is deze nu ook gericht op Gao en Timboektoe.

Verder heeft het kabinet middelen die vorig jaar vrijvielen door de bevriezing van directe steun aan de centrale Malinese overheid ingezet om dialogen op gemeenschapsniveau op gang te brengen en de voorbereiding van de verkiezingen te ondersteunen. Via een bijdrage aan UNDP werd de organisatie van de verkiezingen gefinancierd. Oxfam-Novib versterkte, dankzij een bijdrage van Nederland, via lokale organisaties de verkiezingswaarneming bij de presidentiële verkiezingen. Daarnaast werd de gezondheidszorg in oorlogsgebieden ondersteund, kreeg een NGO op het gebied van mensenrechten financiële hulp en droeg de ambassade bij aan het redden van de manuscripten uit Timboektoe.

Het Veiligheid & Rechtsorde programma

Voor het nieuwe speerpunt Veiligheid en Rechtsorde is een bilateraal programma ontwikkeld dat nauw aansluit bij de Nederlandse positie in Mali, bij de geïntegreerde benadering die het kabinet voorstaat en de aanzienlijke bijdrage aan MINUSMA. Tegelijkertijd volgt het programma de beginselen van de New Deal voor fragiele staten en sluit het nauw aan bij de inzet van de EU.

Voor de herziening van het MJSP is een nieuwe contextanalyse opgesteld. Verder zijn studies uitgevoerd naar het functioneren van de strafrechtketen en naar de perceptie van de bevolking ten aanzien van justitie en verzoening. Deze onderzoeken werden door lokale experts uitgevoerd en begeleid door de Nederlandse NGO’s Centre for International Legal Cooperation (CILC) en het Hague Institute for Internationalization of Law (HiiL).

Op basis van deze analyses is een programma ontwikkeld waarin rechtsstaatontwikkeling centraal staat. Hierbinnen bestaat speciale aandacht voor versterking van de strafrechtketen en het bevorderen van toegang tot het recht voor de burger. Gezien het gebrek aan vertrouwen van de bevolking in de overheid is de grootste winst juist op het decentrale niveau te behalen. Een functionerende rechtsorde moet op termijn ook de condities creëren voor het vertrek van MINUSMA. Het programma sluit aan bij de overige inzet van Nederland in Mali in de regio’s Ségou, Mopti, Timboektoe en Gao.

Het Veiligheid en Rechtsorde programma heeft drie aandachtsgebieden:

Versterken van de strafrechtketen: In september zal Nederland op basis van de genoemde CILC-studie samen met MINUSMA consultaties organiseren op regionaal niveau. Deze moeten resulteren in een breed gedragen programma om de strafrechtketen op decentraal niveau te versterken. De professionals uit de strafrechtketen in de betreffende regio’s, het Malinese Ministerie van Justitie, UNDP en lokale NGO’s zijn betrokken bij dit proces. Het programma zal onder andere bijdragen aan de operationele capaciteit van rechtbanken en openbaar ministerie en een betere samenwerking in de strafrechtketen.

Vergroten van toegang tot het rechtssysteem: Terugkeer van de rechterlijke macht naar het Noorden is een eerste voorwaarde om toegang tot recht mogelijk te maken. Gerechtsgebouwen die beschadigd zijn door de gevechten in het Noorden worden hersteld zodat rechters en officieren van justitie terug kunnen keren. In alle gerechtsgebouwen wordt een plek ingericht voor onafhankelijk juridisch advies dat zal worden verstrekt door Malinese NGO’s, met Nederlandse financiering. Dit programma richt zich ook breder op de doorwerking van het statelijke recht op lokaal niveau en op het leveren van basis juridische dienstverlening aan de bevolking in het noorden. Hierbij hoort ook het versterken van de rol van civil society organisaties als tegenwicht voor de actoren van de strafrechtketen en bij corruptiebestrijding.

Bevorderen van inclusieve politieke processen: Het functioneren van de rechtsstaat is niet alleen een verantwoordelijkheid van de juridische instituties. Politiek leiderschap en een politiemacht die op lokaal niveau oog hebben voor de behoeften van de bevolking zijn minstens zo belangrijk. Nederland financiert daarom ook de training van burgemeesters en raadsleden, opdat zij een constructievere rol kunnen spelen in zowel de strafrechtketen als bij verzoeningsprocessen. Voorts zal een programma op het gebied van «community policing» worden uitgevoerd om de relatie tussen politie en bevolking te verbeteren. De positie van vrouwen bij de politie krijgt hierbij bijzondere aandacht.

De komende jaren wil Nederland via het Veiligheid en Rechtsorde programma werken aan de volgende resultaten:

  • Meer operationele capaciteit van rechtbanken en openbaar ministeries;

  • Bewustwording bij burgers over hun rechten en hoe die op te eisen;

  • Betrokkenheid van burgers bij het bestrijden van corruptie;

  • Berechting van mensenrechtenschendingen begaan tijdens de crisis met nadrukkelijke aandacht voor geweld tegen vrouwen en meisjes.

Het ontwikkelingsbeleid heeft zich in de afgelopen periode aangepast aan de nieuwe situatie. Veiligheid & Rechtsorde is daarin een belangrijk thema geworden, maar de andere speerpunten zijn minstens zo belangrijk. Zij maken een integraal onderdeel uit van het streven naar duurzame stabiliteit en ontwikkeling in Mali. In afstemming met de EU en de VN positioneert Nederland zich daarbij als kritische doch betrouwbare partner van Mali.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven