33 623 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht

J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 5 januari 2017

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft in haar vergadering van 29 september 2015 gesproken over een eventuele voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht (33 623). De plenaire behandeling van dit voorstel vond plaats op 18 februari 2014 en werd op 1 april 2014 hervat. Gelet op de bezwaren van enige fracties, verzocht de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Kamer echter om uitstel van de behandeling.

Naar aanleiding hiervan heeft de commissie de Minister op 7 oktober 2015 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 21 december 2016 gereageerd op deze – op 15 oktober 2015 ontvangen – brief.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 7 oktober 2015

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft in haar vergadering van 29 september 2015 gesproken over een eventuele voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht (33 623). De plenaire behandeling van dit voorstel vond plaats op 18 februari 2014 en werd op 1 april 2014 hervat. Gelet op de bezwaren van enige fracties, verzocht u de Kamer echter om uitstel van de behandeling.

Ruim een jaar later, op 26 mei 20152, gaf u te kennen nog steeds te hechten aan het wetsvoorstel inzake minimumloon voor werken onder overeenkomst van opdracht, maar het zinvol te vinden pas bij de herziening van de Wet minimumloon opnieuw met de Kamer van gedachten te wisselen over het voorstel. Daarbij sprak u de verwachting uit dat de voorstellen om de Wet minimumloon te herzien dit najaar beschikbaar zouden zijn.

De leden van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid vernemen dan ook graag de laatste stand van zaken. Zij stellen tevens prijs op een schets van de laatste ontwikkelingen en voornemens op dit gebied, zodat zij kunnen bepalen wanneer heropening van de beraadslagingen over het wetsvoorstel weer aan de orde zou kunnen zijn.

De leden van de commissie zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Rinnooy Kan

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2016

Bij brief van 15 oktober 2015 heeft de voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij verzocht om de laatste ontwikkelingen rond de aangekondigde herziening van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) te schetsen, zodat de leden van de commissie kunnen bepalen wanneer de heropening van de beraadslagingen over het wetsvoorstel over het van toepassing verklaren van de WML op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht aan de orde zou kunnen zijn.

Hierbij deel ik u mede dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal onlangs het Wetsvoorstel wijziging WML en enige andere wetten in verband met de verlaging van de leeftijd waarop men recht heeft op het volwassenminimumloon, in verband met stukloon en meerwerk en enige andere wijzigingen onlangs heeft aanvaard en dit wetsvoorstel voor behandeling zal doorgeleiden naar uw Kamer.

Met het oog hierop geef ik u in overweging om de behandeling van het aangehouden wetsvoorstel te hervatten, zodat de beide wetsvoorstellen in onderlinge samenhang kunnen worden beoordeeld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Samenstelling: Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Ester (CU), (vicevoorzitter), De Grave (VVD), Hoekstra (CDA), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Kok (PVV), Kops (PVV), Dercksen (PVV), Don (SP), Bruijn (VVD), Van Kesteren (CDA), Krikke (VVD), Lintmeijer (GL), Meijer (SP), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Rinnooy Kan (D66), (voorzitter), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), vacature (PvdA) en Köhler (SP).

X Noot
2

Behandeling van de Wet aanpak schijnconstructies (34 108) (Handelingen I 2014/15, nr. 32, item 11, p. 11)

Naar boven