33 619 Aanpassingen van de Wet op de jeugdzorg en enkele andere wetten ten behoeve van de professionalisering van de jeugdzorg

Nr. 6 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2013

In overleg met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heb ik op 25 april 2013 het wetsvoorstel professionalisering bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 33 619). Bij brief van 1 mei 2013 (Kamerstuk 31 839, nr. 288) liet ik u weten dat u voor de zomer in het kader van de voorhangprocedure op grond van artikel 109 van de Wet op de jeugdzorg het concept van de algemene maatregel van bestuur tegemoet kunt zien met een nadere invulling van dit wetsvoorstel. Deze termijn wordt niet gehaald.

Redenen hiervoor zijn dat de afstemming met het veld meer tijd in beslag neemt dan verwacht en dat, zoals ook aangekondigd in het nader rapport bij het wetsvoorstel (Kamerstuk 33 619, nr. 4), conform artikel 34, tweede lid, van de Comptabiliteitswet een adviesvraag wordt gedaan bij de Algemene Rekenkamer over het doen oprichten van de stichting die het kwaliteitsregister gaat beheren. Dit advies is in voorbereiding.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en ik streven er naar de amvb zo spoedig mogelijk voor te hangen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven