33 576 Natuurbeleid

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 365 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2024

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij gevraagd2 om voor de begrotingsbehandeling een brief te sturen over de invulling van de motie Tjeerd de Groot (Kamerstuk 35 334, nr. 273). Met deze brief geef ik invulling aan dat verzoek en de motie.

De monitoringsrapportage van 2023 over de uitstoot en depositie van stikstof op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden heeft laten zien dat er een forse opgave ligt om te voldoen aan de wettelijke doelstellingen van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering, die nu is opgegaan in de Omgevingswet. In eerdere analyses en rapportages lag het doel voor 2025 binnen bereik: de ramingen uit het najaar van 2022 lieten zien dat in 2025 naar verwachting 39% van het areaal zich onder de KDW zou bevinden. Sindsdien weten we echter uit de wetenschap dat de natuur in veel gevallen gevoeliger is voor stikstofdepositie, wat tot uitdrukking is ggebracht in bijgestelde KDW’s. Deze herziening van de KDW en de actualisatie van AERIUS maakt dat een aanmerkelijk grotere daling in de stikstofdepositie noodzakelijk is dan eerder was voorzien. In de monitoringsrapportage 2023 wordt nu geraamd dat de depositie in 29% van het stikstofgevoelige areaal onder de KDW zal zijn gebracht3. De doelstelling voor 2025 staat als gevolg daarvan sterk onder druk, wat eens te meer laat zien dat forse inspanningen nodig zijn om stikstofdeposities terug te dringen.

Sturen op stikstofdepositie gerelateerd aan de KDW is een bemoeilijkende factor voor beleid en leidt tot onzekerheid of onduidelijkheid bij boeren en andere ondernemers. Dit benadrukt wat mij betreft om te kijken naar systematieken waarin op termijn sturing op emissies centraal komt te staan. Als hiervoor gekozen wordt kan meer duidelijkheid worden geboden aan ondernemers over de te bereiken doelen en de bijbehorende maatregelen die deels door de overheid maar ook door ondernemers genomen dienen te worden.

In deze brief ga ik in op de effecten waarmee reeds ingezet beleid leidt tot aanvullende reductie van stikstofemissies en welke opties er zijn voor toekomstig aanvullend beleid.

Reeds ingezet beleid

Het kabinet heeft in diverse sectoren langs verschillende sporen beleid in gang gezet dat leidt tot de reductie van stikstofemissies. Via onder meer het Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering (Psn) en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft dit kabinet een aanpak ingezet waarmee gericht wordt gestuurd op de vermindering van stikstofemissies.

In het Psn zijn diverse bronmaatregelen genomen om tot emissiereductie in de landbouw, mobiliteit en industrie te komen. Provincies hebben daarnaast in het kader van het NPLG maatregelen uitgewerkt in hun gebiedsprogramma’s en samen met hen werk ik aan versnelling van financiering en implementatie van diverse koplopersprojecten uit deze programma’s. Zo heb ik uw Kamer op 23 januari geïnformeerd over de reservering van middelen voor de financiering van diverse provinciale voorstellen met een omvang van 1,28 miljard euro (Kamerstuk 34 682, nr. 186). Via de aanpak piekbelasting wordt daarnaast gestreefd om op korte termijn te komen tot significante reductie van stikstofdeposities via onder andere de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties plus (Lbv-plus) en is additionele financiering vrijgemaakt om alle aanvragen voor beëindiging onder de Lbv te kunnen honoreren (Kamerstuk 30 252, nr. 149).

Ook ander beleid heeft effect op het terugbrengen van de stikstofemissies. Het vervallen van de derogatie en de implementatie van de afspraken uit de derogatiebeschikking zal leiden tot een daling van emissies (Kamerstuk 33 037, nr. 501). Tijdens de Voorjaarsbesluitvorming heeft het kabinet besloten tot een pakket aan maatregelen in de sectoren industrie en mobiliteit ten aanzien van de klimaatopgave en die ook een bijdrage leveren aan de stikstofopgave. Ook kijkt het kabinet nog naar de concrete inzet van de in de Kamerbrief van 25 november 2023 aangekondigde extra in te zetten 200 miljoen voor maatregelen in deze sectoren4. Uit de ramingen van van het PBL uit februari 2023 jl. blijkt dat de sectoren industrie en mobiliteit op koers liggen om de indicatieve sectorale doelstellingen zoals die in die begin vorig jaar zijn vastgesteld te behalen5.

Niet voor alle recent ingezette maatregelen is reeds inzichtelijk wat deze uiteindelijk zullen opbrengen. De tweejaarlijkse monitoringsrapportage van het kennisconsortium zal meer inzicht geven in de voortgang en effecten van de maatregelen van het Psn en voor zo ver mogelijk ook van andere maatregelen, en hiermee inzichtelijk maken hoe groot de resterende opgave is. Ik verwacht deze rapportage eind februari en zal de Kamer daarover ook informeren.

Keuzes voor toekomstig beleid

Naast de mogelijkheid tot intensivering van een aantal bestaande maatregelen zullen aanvullende maatregelen nodig zijn. Er zijn diverse sporen waarlangs toekomstig beleid kan worden vormgegeven dat kan bijdragen aan de invulling van de resterende stikstofopgave en aan verduurzamingsopgaves ten aanzien van waterkwaliteit (2027) en klimaat (2030). De afgelopen periode zijn hiertoe door onder andere kennisinstellingen verschillende opties in kaart gebracht6. Normerende, beprijzende en stimulerende maatregelen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de noodzakelijke geborgde, significante daling van de emissie en depositie.

De bijgesloten tabel bevat verschillende opties voor maatregelen in zowel de landbouw als de sectoren industrie en mobiliteit. Hierbij geldt dat de opbrengsten van deze maatregelen onder andere afhangen van keuzes omtrent onder andere maatvoering, budget en vormgeving. Daarnaast geldt dat het moment waarop maatregelen daadwerkelijk effect sorteren afhankelijk is van implementatietermijnen die ondere andere te maken hebben met de benodigde wijzingen van wet- en regelgeving en de uitvoerbaarheid.

Gegeven de demissionaire status van het kabinet acht ik het aan het nieuwe kabinet om hier keuzes in te maken en tot verdere besluitvorming te komen.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

BIJLAGE 1 Sporen voor toekomstige beleidsopties gericht op reductie stikstofemissies (direct of indirect).

Landbouw

Bron

Volumemaatregelen veehouderij

a. Uitbreiding vrijwillige beëindigingsregelingen

b. Afroming fosfaat- en productierechten bij verhandeling

c. Generieke korting van fosfaat- en productierechten

a. [7]

b. [1,3,4,7]

c. [1, 3]

Emissiesturing

a. Invoering rechtenstelsel voor stikstofemissies

b. Invoering emissieheffing

a. [1]

b. [1,4]

Innovatie en managementmaatregelen

a. Subsidiering innovatieve staltechnieken i.c.m. aanscherping stalnormering.

b. Stimulering onderzoek en ontwikkeling en brede toepassing stal en management-maatregelen via Sbv

c. Stimuleren nieuwe bemestingstechnieken

a. [2,3,7]

b. [2,3]

c. [3,6]

Omschakelen/extensiveren

a. Landelijke norm voor grondgebondenheid

b. Vergoeding voor ecosysteemdiensten

c. Afwaarderen van landbouwgronden

a. [1,2,3]

b. [7]

c. [8]

Industrie

 

a. Invoering NOx-heffing industrie

b. Aanscherping BBT voor industie

a. [1]

b. [1]

Mobiliteit

 

a. Onderzoek invoering normering voor de binnenvaart

b. Betalen naar Gebruik voor personen en bestelauto’s

c. Combinatie van maatregelen in de Motorrijtuigenbelasting (fijnstof en dieseltoeslag) gericht op versnelde uitstroming van oudere en meest vervuilende dieselvoertuigen.

a. [1]

b. [1]

c. [1]

Bronvermelding:

[1] ABD Topconsult juni 2023 – Normeren en Beprijzen Stikstofemissies

[2] WUR-IPO rapport april 2023 – Aanvullende generieke stikstof- en klimaarbeleidsmaatregelen

[3] WUR-NPLG studie juni 2023 – Scenariostudie naar doelen en doelrealisatie in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied: een integrale verkenning van regionale water-, klimaat- en stikstofdoelen en maatregelen in de landbouw

[4] Scherpe doelen, scherpe keuzes – IBO aanvullend normerend en beprijzend beleid voor 2030 en 2050

[5] WUR -perspectieven op landbouw, voedsel en natuur, oktober 2023

[6] Programma bemest op zn best https://www.verantwoordeveehouderij.nl/nl/bemestopznbest.htm

[7] Concept Landbouwakkoord

[8] IBO Biodiversteit – snel aan de slag


X Noot
1

i.v.m. toevoegen bijlage 1

X Noot
2

Uw kenmerk: 33 576, nr. 362/2024D01259

X Noot
4

Kamerbrief over voortgang integrale aanpak landelijk gebied en opvolging Porthos-uitspraak RvS (Kamerstuk 34 682, nr. 108).

X Noot
6

ABD Topconsult «normeren en beprijzen stikstof», WUR IPO-studie, IBO Klimaat, WUR NPLG-studie, WUR -perspectieven op landbouw, voedsel en natuur; https://www.verantwoordeveehouderij.nl/nl/bemestopznbest.htm; https://www.innovatie-netwerk-landbouw.nl/

Naar boven