33 576 Natuurbeleid

Nr. 191 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 juni 2020

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 6 december 2019 over de reactie op verzoek commissie over zorgen om het projectplan «Een evenwichtig project» op Bonaire (Bolivia).

De vragen en opmerkingen zijn op 23 januari 2020 aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 2 juni 2020 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Paternotte

De griffier van de commissie, De Lange

Vragen en opmerkingen van uit de fracties en de reacties van bewindspersoon

1. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties over zorgen over het projectplan «Een evenwichtig project» op Bonaire (Bolivia) en willen nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de D66-fractie zouden graag vernemen of ik ermee bekend ben dat de voormalige Plantage Bolivia op Bonaire – in totaal 10% van de totale oppervlakte van Bonaire – door een Nederlandse ondernemer is aangekocht. Voornoemde leden vernemen eveneens graag of ik ermee bekend ben met dat uit recente wetenschappelijke publicaties (onder andere in opdracht van de Nederlandse overheid) blijkt dat deze plantage een gebied is met grote ecologische waarde voor zowel de fauna als flora voor de Benedenwindse eilanden?

De aan het woord zijnde leden vernemen graag of ik ermee bekend ben dat in de afgelopen jaren op Bonaire 30 hectare is herbebost met subsidie van Nederland en in opdracht van het Openbaar Lichaam Bonaire en dat mogelijke ontwikkeling van Bolivia de vernietiging van 3.000 hectare uniek en zeldzaam droog tropisch bos met zich mee zal brengen.

De leden van de D66-fractie vragen of ik kan bevestigen of de nieuwe eigenaar voornemens is de plantage te ontwikkelen en daar 1.500 woningen wilt bouwen, het gebied te verkavelen en mogelijk door derden wilt laten ontwikkelen. Voornoemde leden vragen mij toe te lichten hoe ik deze ontwikkelingen beoordeel tegen de achtergrond van de natuurwaarde van het gebied.

De leden van de D66-fractie vernemen graag of ik bekend bent met de Strategische Milieu Beoordeling 2010 en het daarop gebaseerde Ruimtelijke Ontwikkelingsplan van Bonaire. Deze leden willen weten of ik ermee bekend ben dat er in deze Strategische Milieu Beoordeling zeven locaties zijn aangewezen met een totale capaciteit van 3.980 woningen, om de noodzakelijke woningbouw op Bonaire te realiseren en dat slechts twee van deze locaties nodig zijn om aan de verwachte capaciteitsvraag tegemoet te komen.

De aan het woord zijnde leden vernemen graag of ik er bekend mee ben dat er binnen de Strategische Milieu Beoordeling, in relatie tot woningbouw, wordt gesproken over «inbreien» en aansluiten aan bestaande bebouwing bij Kralendijk en Rincon. Deze leden zouden graag van mij vernemen hoe ik de voorgenomen bouw van 1.500 woningen in Bolivia beoordeel tegen deze achtergrond.

De leden van de D66-fractie vragen of ik kan toelichten of de lokale natuurorganisaties, die voornamelijk uit vrijwilligers bestaan, door de schaal van de voornemens van de ontwikkelaar, voldoende bij machte zijn de voorgenomen ontwikkeling van Bolivia voldoende kritisch te kunnen volgen. Tevens vernemen deze leden graag of ik vind dat de commissie Natuurbeheer, bestaande uit vijf leden, met het huidig budget, voldoende is toegerust om haar kerntaken te kunnen vervullen.

Tot slot vernemen de aan het woord zijnde leden graag wat mijn rol is bij de mogelijke wijziging van het bestemmingsplan voor Bolivia en op welke wijze ik toezie op een correcte toepassing van de procedure met betrekking tot de wijziging van het bestemmingsplan, indien deze aan de orde komt.

Antwoord 1

Plantage Bolivia was en is in particulier bezit. Ik ben bekend met de berichtgeving dat de aandelen daarvan grotendeels zijn overgenomen en er mogelijk plannen zijn om het terrein te ontwikkelen. De eigenaar zou plannen hebben om het gebied duurzaam te ontwikkelen en een aantal woningen te realiseren. De mogelijke vernietiging van 3.000 hectare zeldzaam droog tropisch bos is zover mij bekend geen onderdeel van het plan voor Bolivia. Het bestuurscollege van het OLB heeft mij geïnformeerd dat er vooralsnog geen concrete aanvraag voor de realisering van de ontwikkeling van Plantage Bolivia is ingediend.

Daarnaast heb ik kennis genomen van het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan van Bonaire van 8 oktober 2010 (ROB). Het ROB is een eilandelijke aangelegenheid. De eilandsraad stelt het ROB vast zonder tussenkomst van het Rijk. Het ROB geeft de visie op de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkelingen en biedt een (juridisch) toetsingskader voor initiatieven.

Ten behoeve van het ROB is destijds in 2010 een Strategische Milieubeoordeling (SMB) gemaakt. In de SMB zijn op hoofdlijnen de milieueffecten in beeld gebracht van mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen op Bonaire en zijn enkele ontwikkelingen op het gebied van woningbouw, recreatie en bedrijven onderzocht op hun gevolgen voor het milieu. De SMB zelf bevat geen besluiten. De SMB vormt de onderbouwing op het gebied van milieu voor de ontwikkelingen die in het ROB zijn opgenomen.

Het bestuurscollege van het openbaar lichaam Bonaire (OLB) heeft mij geïnformeerd dat ingevolge het ROB op het gebied Bolivia de bestemming «open landschap» geldt. Daarnaast geeft het OLB aan dat voor de aanwezige grotten en archeologisch waardevolle aspecten een specifiek beschermingsregime is opgenomen, dat sinds inwerkingtreding van het ROB op 8 oktober 2010 niet meer is gewijzigd.

Wanneer een projectplan formeel wordt ingediend, is het aan het OLB om dit te toetsen. Het OLB beoordeelt of een (bouw)vergunning kan worden verleend, of het plan in het ROB past en welke ruimtelijke ordeningsprocedure eventueel nodig is. Of er een kapvergunning nodig is wordt hierin meegenomen. Eén van de mogelijke ruimtelijke ordeningsprocedures, is een wijziging van het ROB of van een in het ROB vastgestelde bestemming. Deze wijzigingsbevoegdheid en de voorwaarden waaronder daarvan gebruik mag worden gemaakt, zijn neergelegd in het ROB. Het Bestuurscollege stelt een wijziging van het ruimtelijk ontwikkelingsplan pas vast nadat een ontwerpbesluit vijftien dagen voor een ieder ter inzage heeft gelegen met de mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen. De terinzagelegging wordt bekend gemaakt in alle in het Nederlands en in het Papiamentu verschijnende dag- en nieuwsbladen, die in het eilandgebied verspreid worden.

Het is aan het OLB te beslissen over wenselijke ontwikkelingen op het eiland. Een ruimtelijk ontwikkelingsplan is bedoeld om ontwikkelingen in goede banen te leiden. Het is de uitdaging om een juiste balans te vinden tussen ontwikkelingen en behoud van de aanwezige natuurwaarden. Dit is tevens in lijn met het rapport Staat van de natuur Caribisch Nederland 2017 (Wageningen University & Research 2018), dat aanbevelingen doet op het gebied van duurzaam bouwen en handhaving – ook ten aanzien van de kwetsbare tropische bossen en grotten die voor Bolivia kenmerkend zijn.

Tegen die achtergrond speelt ook de commissie natuurbeheer Bonaire een rol. Deze commissie heeft onder meer de taak om het bestuurscollege bij natuurvergunningverlening te adviseren. De commissie bestaat uit ten minste drie en uit maximaal 9 leden. Verder heeft de Minister van LNV op 23 april jl. mede namens de Staatssecretaris van IenW en mijzelf, het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 33 576, nr. 190). Het doel van dit plan is om de natuur van Caribisch Nederland te behouden, te beschermen en op duurzame wijze te benutten. Goed ruimtelijk beleid is daarbij essentieel. In dat kader zal het Rijk onderzoeken op welke wijze de Wet ROP BES ter ondersteuning en versterking van het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland en lokale ruimtelijke ordeningsplannen kan dienen. Ten behoeve van de uitvoering is er een stuurgroep Land en Water ingesteld met betrokkenheid van het Rijk en het OLB, waarin er aandacht is voor de lokale uitvoering en capaciteit.

2. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie

De leden van de SP-fractie uiten hun zorgen over het feit dat de bevolking van Bonaire zo snel groeit en dat die groei zo onevenwichtig is, waarbij de sociaaleconomische verschillen toenemen en oorspronkelijke bewoners zich steeds meer een vreemde voelen op hun eigen eiland. Welke verantwoordelijkheid heeft het lokale bestuur en welke heeft de regering ten aanzien van dit project? Klopt de inschatting van voornoemde leden dat de voorgenomen inpassing door het lokaal bestuur van dit project in de «Blue Destination»-politiek evengoed kan betekenen dat vele huizen worden gebouwd die voor de armere lokale bevolking niet toegankelijk zijn, maar wel voor rijke mensen van buiten het eiland? Is een referendum mogelijk door de bevolking van Bonaire over dit (vastgoed)project?

Antwoord 2

Beslissingen over het houden van een raadplegend referendum, de vraagstelling, de voorlichting en de organisatie behoren tot de autonome taak van het OLB. Het openbaar lichaam kan desgewenst een referendum organiseren. Dit vloeit voort uit artikel 124 van de Grondwet en de Wet openbaar lichaam BES. De Eilandsraad heeft de bevoegdheid om een referendumverordening vast te stellen. Hierin worden de regels voor een volksraadpleging bepaald. Ook de onderwerpen waarover een referendum gehouden kan worden, zijn daarin bepaald. Dit kunnen in ieder geval alle onderwerpen zijn die tot de autonome sfeer van het openbaar lichaam behoren.

Het thema natuurbehoud wordt overigens door het Bestuurscollege van Bonaire betrokken bij de eigen bestuurlijke ambities. Zo is het Bestuurscollege van Bonaire tot eind 2020 bezig met het opzetten van het zogenaamde Masterplan Bonaire 2030. Het is beoogd dat hierin het concept «Blue Destination» wordt geconcretiseerd door het OLB. Dit onderwerp staat ook gemarkeerd in het Bestuursakkoord dat ik met het Bestuurscollege in 2018 heb gesloten. Voor zover ik heb begrepen, wordt met dit concept vooral voorzien in het ontwikkelen van Bonaire als duurzame toeristische bestemming, met respect voor en met behoud van natuur en milieu. Ook hier geldt dat het aan het OLB is te besluiten over de invulling van het «Blue Destination»-concept.

Naar boven