33 576 Natuurbeleid

Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2020

Op 20 mei informeerde ik u over mijn voornemen om een Bossenstrategie te ontwikkelen (Kamerstuk 33 576, nr. 163). Deze strategie is nodig om meer samenhang te brengen in het bossen-, natuur-, en klimaatbeleid. En om met de samenleving en betrokken partijen tot een beleid te komen waarin mensen zich herkennen en dat ten goede komt aan zowel natuur als klimaat. Bijgaand vindt u de ambities en doelen van de Bossenstrategie1. Voor het einde van het zomerreces van 2020 wil ik samen met provincies een complete Bossenstrategie met een uitvoeringsprogramma en de daarbij behorende instrumenten vaststellen.

In deze brief en haar bijlage ga ik ook in op de volgende toezeggingen en verzoeken: aan de leden Bromet en Futselaar en uw vaste commissie LNV ((initiatiefnota Nationaal Bomenplan (Kamerstuk 35 309, nr. 2)), het lid Dik-Faber (voorstel babyboom (Handelingen II 2019/20, nr. 11, item 8))) en de leden Weverling, Futselaar en Wassenberg ((toezeggingen over de Bossenstrategie uit het algemeen overleg natuur van 12 september 2019 (Kamerstuk 33 576, nr. 169)).

Gezamenlijke Bossenstrategie Rijk en provincies

In het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 342) is afgesproken dat Rijk en provincies werken aan een gezamenlijke Bossenstrategie. Een gezamenlijke strategie, met gezamenlijk afgestemde doelen en instrumenten, zorgt voor meer slagkracht.

In de afgelopen maanden ben ik samen met provincies voortvarend gestart met het ontwikkelen van deze strategie. We spraken met veel verschillende partijen en organiseerden twee openbare werkconferenties in Den Bosch en in Zwolle. Ook zijn er veel schriftelijke bijdragen geweest, waaronder het Bomenplan namens GroenLinks en de SP. Deze stukken zijn met belangstelling gelezen en meegenomen in de ambities en doelen van de Bossenstrategie.

Eerste stap in strategie: ambities en doelen

In de eerste stap van de Bossenstrategie hebben het Rijk en de provincies de hoofdlijnen geformuleerd voor de Bossenstrategie en beschrijven we onze gezamenlijke ambities en doelen. Deze hoofdlijnen hebben we deels gebaseerd op de hiervoor genoemde gesprekken, bijdragen en werkconferenties. Het is daarmee een eerste stap. De komende maanden werken we deze verder uit tot een complete strategie, in overleg met betrokken partijen. Zo willen we medio 2020 komen tot een breed gedragen Bossenstrategie met een uitvoeringsprogramma en de daarbij behorende instrumenten.

We schetsen in de notitie de urgentie en beschrijven de hoofdlijnen en kernelementen van de strategie op het gebied van bosuitbreiding, bosbeheer, het landschap en het gebruik. Daarbij beschrijven we welke ambities we nastreven en welke dilemma’s daarbij spelen. Het internationale deel van de bossenstrategie zal in de complete strategie worden uitgewerkt, in samenwerking met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ik geef uw Kamer hieronder de belangrijkste hoofdpunten. In de bijlage vindt u de volledige tekst van de ambities en doelen van de Bossenstrategie, die instemming heeft van de provincies.

  • De hoofdambitie is om het bos met haar verschillende functies door te geven aan toekomstige generaties. Dat vraagt een beleid dat het mogelijk maakt om ook in de toekomst keuzes te maken en een langjarige koers.

  • We streven naar een netto uitbreiding van het areaal bos in Nederland met 10% in 2030, wat neerkomt op ongeveer 37.000 hectare. Dat is nodig voor herstel van de biodiversiteit en de afspraken uit het Klimaatakkoord. Ruimte voor bosuitbreiding zoeken we binnen het Natuurnetwerk Nederland en daarbuiten. Binnen het Natuurnetwerk vraagt dit een zorgvuldige ecologische afweging door provincies en terreinbeheerders. Buiten het Natuurnetwerk zoeken we kansen om aanleg van nieuw bos te combineren met andere functies zoals het opwekken van energie of woningbouw. Staatsbosbeheer zal in dezelfde periode invulling geven aan ambitie om tot 5.000 hectare meer bos op rijksgrond te komen.

  • De vitaliteit en kwaliteit van onze bossen staat onder grote druk, met name op de armere zandgronden. Het veranderende klimaat, de hoge stikstofdepositie en verdroging zijn daarvan belangrijke oorzaken. Om ook in de toekomst te kunnen genieten en profiteren van bos in Nederland moet het bos weerbaarder worden. Vitaal bos is een randvoorwaarde om te kunnen voorzien in behoeften van toekomstige generaties. Op hoofdlijnen is het daarvoor van belang dat het bos completer (alle ontwikkelingsstadia) en meer divers (verschillende bostypen en boomsoorten) wordt. Het bosbeheer zal zich de komende decennia vooral moeten richten op biodiversiteit, klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Daarbij is van belang dat toekomstige generaties ook ruimte blijven houden voor houtoogst voor hoogwaardige toepassing.

  • We zetten vanuit de Bossenstrategie in op een toename van het aantal houtige landselementen (zoals houtwallen, struiken, heggen, losse bomen) in het landelijk gebied. Ze dragen bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en -mitigatie en de landschappelijke kwaliteit. De synergie tussen deze functies wordt sterker als de landschapselementen onderling verbonden zijn en goed beheerd worden. We organiseren een proces om samen met betrokken partijen tot een «aanvalsplan versterking landschappelijke identiteit via landschapselementen» te komen, zoals aangekondigd in het Klimaatakkoord. We zetten ook in op meer bomen in en rond het stedelijk gebied. We gaan met gemeenten in gesprek hoe we de afspraken die hierover zijn opgenomen in het Klimaatakkoord concreet kunnen maken.

  • Het bos moet ook voor toekomstige generaties ruimte bieden voor verschillende vormen van gebruik. Recreatie, beleving en educatie zijn belangrijke doelen van bos. Daarnaast moet er ruimte zijn voor een lichte toename van de houtoogst. Goed beheer gericht op versterking van de biodiversiteit is een randvoorwaarde. En bij gebruik geldt het principe van cascadering. Dat betekent dat hoogwaardige langjarige toepassing, zoals bijvoorbeeld gebruik van hout bij bouw van huizen, voor gaat. Dat draagt bij aan de klimaatopgave en de ontwikkeling van een circulaire economie. We bouwen het gebruik van hout voor energie af.

Ontbossing in het kader van herstelmaatregelen stikstof wordt gecompenseerd

We werken de Bossenstrategie het komende half jaar verder uit. Tegelijkertijd is het nodig om op korte termijn herstelmaatregelen uit te voeren om stikstofgevoelige natuur te versterken. Onderdeel van deze maatregelen is ook omvorming van (naald)bos naar andere natuurtypes, zoals heide en stuivend duin. Daarmee werken we aan herstel van biodiversiteit en waardevolle natuur.

Gezien de urgentie op het stikstofdossier geven we de uitvoering van deze maatregelen voorrang. Ons uitgangspunt is dat we deze maatregelen alleen uitvoeren als ze echt noodzakelijk zijn.

We gaan de uitvoering van compensatie goed regelen. Ontbossing die is uitgevoerd in het kader van Natura 2000 en de komende tijd moet worden uitgevoerd gaan we met terugwerkende kracht ruimhartig compenseren (het gaat om kap die niet is gecompenseerd sinds 2017).

Voor de zomer werken we de aanpak uit en maken we afspraken over de financiering.

Kapvlakten

Ook over de grootte van kapvlakten is veel te doen geweest het afgelopen jaar. Doordat veel Nederlandse boomsoorten afhankelijk zijn van voldoende licht, is kap van belang voor de biodiversiteit. Dat geldt ook in natuurbossen. Dit leidt in regulier bosbeheer tot kapvlaktes tot ongeveer 0,5 hectare. Voortaan hanteren we dit maximum als uitgangspunt bij regulier bosbeheer.

Incidenteel zijn grotere kapvlaktes tot 2 of 3 hectare nodig, bijvoorbeeld in het geval van calamiteiten of ziektes. De praktijk laat zien dat er gemiddeld jaarlijks zo’n 275 hectare aan grotere vlakten (meer dan een halve hectare) worden gekapt.

Vanwege maatschappelijke onrust die kan ontstaan is bij grotere kapvlaktes een zorgvuldige afweging nodig. En het is van belang om vooraf goed met omwonenden te overleggen. Dit zal worden uitgewerkt in de daartoe bestemde regelingen.

Nationaal Bomenplan GroenLinks en SP

Ik heb u toegezegd bij de Bossenstrategie ook te reageren op de initiatiefnota van GroenLinks en SP, het Nationaal Bomenplan. Zoals al gemeld tijdens de begrotingsbehandeling, heb ik veel waardering voor dit initiatief van de leden Bromet en Futselaar. Voor vrijwel alle voorstellen uit de initiatiefnota geldt dat deze ofwel zijn meegenomen in de ambities en doelen van de Bossenstrategie ofwel al in uitvoering zijn. Zo is er aandacht voor de schaal van bosbeheer, natuurbos, educatie, landschapselementen, overleg met omwonenden en een forse ambitie voor meer bomen en bos in Nederland. Aan een aantal voorstellen wordt elders gewerkt, zoals een biomassa duurzaamheidskader van de SER en de nieuwe Gedragscode Soortenbescherming en Bosbeheer. Voorstellen ten aanzien van «gemeentelijk groen» en «tiny forests» heb ik niet meegenomen, omdat die onderwerpen op het terrein van gemeenten liggen. Ik dank de indieners voor deze inspirerende bijdrage.

Kinderbomen

In de bossenstrategie geven we aan dat we streven naar een situatie waarin ieder kind op school een boom plant. Dit initiatief sluit aan bij het plan van het lid Dik-Faber (CU). De ambitie is om hier in 2020 aan bij te dragen door de recordpoging van de Nationale Boomfeestdag te steunen door 250.000 bomen bij te dragen.

Vervolgstappen: concretiseren ambities en uitwerking instrumenten

De ambities en doelen die we in de bijlage op hoofdlijnen beschrijven zijn een eerste stap richting een complete Bossenstrategie van Rijk en provincies. Bij het uitwerken van deze ambities zoeken we verbinding met andere ambities voor de fysieke leefomgeving, zoals verwoord in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het gaat bijvoorbeeld om woningbouw, kringlooplandbouw, de energieopgave, circulaire economie en klimaatadaptatie. Programma’s kunnen elkaar wederzijds versterken en versnellen.

De Bossenstrategie is alleen succesvol als deze ook breed wordt gesteund door betrokken partijen en herkenbaar is voor mensen die zich op een of andere wijze verbonden voelen met bos. We kunnen en willen als Rijk en provincies de ambities niet waarmaken zonder samenwerking met andere overheden en andere partijen. We nodigen betrokken partijen daarom uit om actief mee te denken en een bijdrage te leveren. In de Bossenstrategie maken we helder welke instrumenten Rijk en provincies inzetten en hoe we samenwerken met andere partijen. Dit kan worden overgenomen in Omgevingsagenda´s die Rijk en provincies de komende jaren per landsdeel opstellen.

We organiseren hiertoe werkbijeenkomsten met deskundigen en belanghebbenden. We vragen het Nationaal Groenfonds advies bij het uitwerken van nieuwe concepten voor boscompensatie. In onze ambitie leggen we sterk de nadruk op de landschappelijke kwaliteit van bos en bomen in natuurgebieden en daarbuiten. We vragen het College van Rijksadviseurs (CRa) om ons hierop te adviseren. Omdat we geconstateerd hebben dat op bepaalde onderwerpen kennis ontbreekt, stellen we ook een kennisagenda op. Daarbij werken we samen met maatschappelijke initiatieven zoals de Landschapstriënnale 2020.

Daarnaast bespreken we tussenproducten met de werkgroep Bomen, Bos en Natuur die een rol heeft bij de implementatie van de afspraken over landbouw en landgebruik uit het Klimaatakkoord. Deze groep vervult daarmee de rol van klankbordgroep in het kader van de bossenstrategie. Hierin zijn onder andere terreinbeherende organisaties, landbouw- en natuurorganisaties vertegenwoordigd.

Ik verwacht dat ik u de complete Bossenstrategie van Rijk en provincies medio 2020 kan aanbieden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven