33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ)

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2022

Met deze brief licht ik uw Kamer in over de uitslag van de vergunningverlening voor het bouwen en exploiteren van een windpark op zee in kavel VI van het windenergiegebied Hollandse Kust (west). Met de bouw van dit windpark wordt weer een flinke stap gezet in de verduurzaming van Nederland en volgt een maand na mijn bekendmaking van de uitslag van het aangrenzende windpark in kavel VII (Kamerstuk 33 561, nr. 55). Het windpark dat op dit kavel wordt gebouwd zal per jaar voldoende elektriciteit produceren om ongeveer 3% van de Nederlandse elektriciteitsvraag te verduurzamen – ongeveer dezelfde hoeveelheid als een miljoen huishoudens gebruiken. Het windpark draagt bij aan de ecologie van de Noordzee door met tientallen innovatieve experimenten en oplossingen een beweging in gang te zetten richting windparken op zee met een netto positieve impact op de natuur. Met een natuurinclusief ontwerp, innovatieve hei-technieken en multidisciplinair onderzoek op het snijvlak van windenergie op zee en ecologie, investeert dit windpark niet alleen in een duurzame energievoorziening, maar ook in de veerkracht van de natuur op de Noordzee.

Het behouden van een robuust en gezond ecosysteem en de biodiversiteit op de Noordzee is van groot belang. Natuur en economische activiteiten zoals scheepvaart, visserij en windenergie op zee moeten in balans zijn. Dit vraagt om investeringen. In deze brief zal ik daarom kort ingaan op de bredere maatregelen die ik tref zodat de duurzame energietransitie op de Noordzee, als één van deze activiteiten, bijdraagt aan deze balans. Behoud van biodiversiteit en beperken van negatieve effecten op biodiversiteit zijn tevens in lijn met de Nederlandse inzet op de COP 15 in Montreal, de VN-conferentie van partijen bij het Biodiversiteitsverdrag (CBD).

Kavel VI Hollandse Kust (west) – ecologie

Kavel VI van het windenergiegebied Hollandse Kust (west) ligt 53 kilometer van de Nederlandse kust en is daarmee niet zichtbaar vanaf het strand. De kavel biedt ruimte voor een capaciteit van ruim 700 megawatt en het windpark wordt naar verwachting in 2026 in gebruik genomen. Kavel VI is vergund met de procedure van een vergelijkende toets met financieel bod, zoals uitgewerkt in de Regeling vergunningverlening windenergiegebied Hollandse Kust (west), kavel VI (Stcrt. 2022, nr. 7101). In de vergunningverlening van deze kavel ligt het accent – naast het primaire doel dat het windpark wordt gerealiseerd – op de bijdrage aan de ecologie van de Noordzee vanuit dit windpark. Dit is, samen met de vergunningverlening van Hollandse Kust (west), kavel VII, de eerste vergunningverlening met de procedure van een vergelijkende toets met financieel bod. Half mei jl. sloot de inschrijftermijn. Er was veel animo om dit windpark te bouwen: 8 partijen/consortia hebben aanvragen ingediend.

Uitslag: Ecowende

Om te kunnen bepalen welke partij/consortium de vergunning krijgt, heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) – samen met een onafhankelijke expertcommissie – de binnengekomen aanvragen beoordeeld. Ecowende (een joint venture van Shell en Eneco) heeft de meeste punten verkregen en aan deze partij heb ik dan ook de vergunning verleend.

Ecowende heeft de maximaal haalbare punten gescoord op de criteria; de hoogte van het financieel bod, de zekerheid van realisatie van het windpark en de bijdrage van het windpark aan de energievoorziening. Naast het financieel bod dat 50 miljoen euro bedroeg, komen net als bij de vergunningverlening van Hollandse Kust (west), kavel VII, de kosten van de milieueffectrapportages en locatiestudies van 13,5 miljoen euro ten laste van degene aan wie de vergunning wordt verleend.

Naast het produceren van elektriciteit heeft het kabinet in deze vergunningsprocedure partijen uitgedaagd om, bovenop de voorgeschreven milieumaatregelen in het kavelbesluit, oplossingen te bedenken die bijdragen aan de van nature in de Nederlandse Noordzee voorkomende biodiversiteit. Op het criterium «de bijdrage aan de ecologie van de Noordzee» scoorde de aanvraag van Ecowende het hoogst van alle aanvragen. Zo beoogt Ecowende, via 40 innovatieve experimenten en oplossingen gezamenlijk met ecologische experts van academische, non-profit- en commerciële partners, impact te maken en kennis te vergaren om te analyseren welke maatregelen het meest effectief zijn. Het ontwerp van het windpark is natuurinclusief, met bijvoorbeeld een vogelcorridor – waar windturbines extra ver uit elkaar zijn gezet. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende hei-technieken om zo ook de impact op het onderwaterleven te meten en te minimaliseren. Daarnaast richt Ecowende zich op het significant beperken van aanvaringen van vogels en vleermuizen met windturbines door middel van nieuwe regeltechniek. Ook wordt er een stimulans gegeven aan de biodiversiteit onder water door bijvoorbeeld natuurlijke rifstructuren op de zeebodem te plaatsen. Om de effectiviteit van de maatregelen tussentijds te toetsen wordt onder andere een expert-klankbordgroep geconsulteerd. Ecowende zal met een multidisciplinair team met kennis van offshore-activiteiten en ecologie, dat ernaar streeft een bijdrage leveren aan het vullen van de kennisleemtes op het gebied van de ecologische impact van windturbines op zee, een breder publiek meenemen en verder (academisch) onderzoek stimuleren dat ook internationaal relevant zal zijn.

Ecologie en windenergie op zee

Vanwege het blijvende grote belang van een robuust en gezond ecosysteem op de Noordzee, maar ook de positieve reacties uit de maatschappelijke en private sectoren op deze vergunningsprocedures voor windenergie op zee met focus op ecologie, zal ik ook bij de IJmuiden Ver tenderronde (kavels I – IV) een aanvullend criterium voor ecologie opnemen. Dit heb ik reeds aangekondigd in mijn brief over de vergunningverlening windenergie op zee IJmuiden Ver (4GW) (Kamerstuk 35 092, nr. 33). In de vormgeving van dit ecologiecriterium zullen de lessen en resultaten van Hollandse Kust (west) kavel VI worden meegenomen.

Echter, de vergunningsprocedure is slechts één van de instrumenten die ik inzet om ervoor te zorgen dat de energietransitie past binnen de ecologische draagkracht van de Noordzee, zoals afgesproken in het Noordzeeakkoord. Ook zorgt het kabinet ervoor in het integrale afwegingsproces van het Programma Noordzee dat windparken buiten beschermde natuurgebieden worden gepland. Eveneens zet het kabinet in op vier aanvullende sporen:

  • 1. Kennisontwikkeling

    Het doel hiervan is de effecten van windenergie op zee beter te begrijpen en doelmatige maatregelen te identificeren. Tot 2016 waren onderzoek en monitoring de verantwoordelijkheid van de windparkeigenaar. Hierna is het centraal en overkoepelend door Rijkswaterstaat, in opdracht van mijn departement, opgepakt in het Wind op zee ecologisch programma (Wozep). Het onderzoek heeft tot nu toe belangrijke inzichten opgeleverd over de effecten van windparken op vogels, vleermuizen en zeezoogdieren. Waar mogelijk wordt de kennis die in Wozep wordt opgedaan toegepast in de vergunningsvereisten of criteria. Mede in het kader van Wozep loopt er een onderzoek naar de ecologische effectiviteit, veiligheid en technische haalbaarheid van een zwart rotorblad om aanvaringsslachtoffers onder zeevogels te beperken. De bevindingen van dit onderzoek worden naar verwachting eind 2024 gedeeld (Kamerstuk 35 092, P).

  • 2. Internationale samenwerking

    De natuur noch de effecten van menselijke activiteiten op de Noordzee houden zich aan geografische grenzen. Het is daarom van groot belang dat de verschillende Noordzeelanden samen werken aan het vraagstuk hoe de verdere uitrol van windenergie op zee plaats kan vinden binnen ecologische kaders. Dit gebeurt onder andere door deelname aan OSPAR1 en de North Seas Energy Cooperation (NSEC)2. Nederland is in 2023 voorzitter van de NSEC en heeft hierin drie speerpunten bepaald, waarvan één de verschillende transities op de Noordzee met nadruk op de samenhang en uitdagingen tussen de natuur en de energietransitie. Hiermee zet ik erop in dat de Noordzeelanden hun gezamenlijke kennisbasis kunnen versterken en we gezamenlijke maatregelen kunnen nemen om de natuur nog beter te beschermen en tegelijkertijd onze duurzame energieambities te realiseren.

  • 3. Mitigerende maatregelen in de kavelbesluiten van de windparken ter beperking van negatieve gevolgen voor de natuur

    In het kavelbesluit worden milieumaatregelen opgenomen die reeds zijn bewezen en daarmee geëist kunnen worden, soms voortkomend uit Wozep-onderzoeken. Zoals een strengere norm voor onderwatergeluid bij heiwerkzaamheden, een stilstandvoorziening voor vleermuizen en voorschriften voor het minimale vermogen per windturbine en maximale aantal windturbines. Bij elk kavelbesluit wordt opnieuw gekeken welke nieuwe inzichten er zijn en worden indien relevant de milieueisen in het kavelbesluit aangescherpt.

  • 4. Natuurversterking om de robuustheid van de natuur op zee te vergroten

    Het komende jaar ontwikkelen de Minister voor Natuur en Stikstof en ik een gezamenlijk programma uit om de natuur in de Noordzee en Waddenzee te versterken. Vooruitlopend daarop wordt op dit moment verkend of en welke maatregelen op de korte termijn alvast mogelijk zijn ter versterking van de populaties van een aantal vogelsoorten.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven