33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ)

D/ Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ter Griffie van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 13 november 2015.

Indien geen van beide Kamers op uiterlijk 11 december 2015 een besluit heeft genomen over de behandeling, worden beide Kamers geacht met het toegezonden besluit te hebben ingestemd.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2015

Conform artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) stuur ik uw Kamer hierbij het besluit, waarin ik de Rijkscoördinatieregeling van toepassing verklaar op de voorbereiding van het project transmissiesysteem op zee Hollandse Kust Zuid1.

Nationaal belang

In het Energieakkoord voor duurzame groei (Kamerstuk 30 196, nr. 202) is afgesproken om het operationeel windvermogen op zee op te schalen naar 4.450 MW in 2023. Om dit mogelijk te maken is op 1 juli 2015 de wet, houdende regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee, Stb. 2015, 261) in werking getreden. Op 26 september 2014 heeft het kabinet besloten de opgave voor windenergiegebieden in drie gebieden te realiseren, te beginnen met windenergiegebied Borssele, gevolgd door Hollandse Kust Zuid en Hollandse Kust Noord (Kamerstuk 33 561, nr. 11).

Het kabinet heeft op 18 juni 2014 een richtinggevende beslissing genomen dat er een net op zee komt en dat de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet TenneT, ook als beheerder van het net op zee wordt aangewezen (Kamerstuk 31 510, nr. 49). Het kabinet heeft hiertoe regels opgenomen in het voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits- en gaswet), zoals door het kabinet aangeboden aan de Tweede Kamer op 8 mei 2015 (wetsvoorstel STROOM, Kamerstuk 34 199, nr. 2). De Tweede Kamer heeft 13 oktober 2015 ingestemd met het wetsvoorstel STROOM, maar het wetsvoorstel zal, afhankelijk van de instemming van de Eerste Kamer, niet eerder dan 1 januari 2016 kracht van wet krijgen en in werking treden.

In het wetsvoorstel STROOM wordt bepaald dat op projecten ter realisatie van deze netaansluitingen de Rijkscoördinatieregeling, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening op deze projecten van toepassing is.

Door het onderhavige besluit wordt de Rijkscoördinatieregeling van toepassing op de voorbereiding van het project transmissiesysteem op zee Hollandse Kust Zuid vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Elektriciteits- en gaswet. Hiermee wordt de besluitvorming ten aanzien van het project versneld. Dit is nodig om het tijdpad voor de uitrol van wind op zee zoals vastgelegd in het Energieakkoord te halen. Het is daarom gerechtvaardigd om vooruitlopend op de wet de Rijkscoördinatieregeling van toepassing te verklaren op dit project, net zoals dit vorig jaar voor het transmissiesysteem op zee Borssele is besloten.

Besluit

Het transmissiesysteem op zee is juridisch gezien geen onderdeel van het landelijk hoogspanningsnet of de aansluiting van het windpark op zee. Voor uitbreiding van het landelijk hoogspanningsnet voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 220 kV of hoger is op grond van de Elektriciteitswet 1998 de Rijkscoördinatieregeling van de Wro van toepassing, omdat elektriciteitstransport door middel van deze netten in het algemeen van nationaal belang is. Dit geldt op grond van de Elektriciteitswet 1998 ook voor windparken en aansluitingen met een capaciteit van ten minste 100 MW. Voor een transmissiesysteem op zee is er momenteel geen wettelijke coördinatie vanuit het Rijk. De Minister van Economische Zaken kan – in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad – op grond van artikel 3.35, eerste lid, van de Wro ambtshalve door middel van een separaat besluit om redenen van verwezenlijking van onderdelen van het nationaal ruimtelijk beleid de Rijkscoördinatieregeling van toepassing verklaren.

Tegen de achtergrond van het voorgaande wordt op grond van artikel 3.35, eerste lid, Wro de Rijkscoördinatieregeling ook toegepast op het transmissiesysteem op zee Hollandse Kust Zuid. Dientengevolge zal voor het transmissiesysteem op zee een inpassingsplan opgesteld worden, de voorbereiding en vaststelling daarvan via één procedure verlopen en zullen alle benodigde vergunningen zoveel mogelijk in een gecombineerde procesgang worden verleend.

Op grond van artikel 3.35, eerste en negende lid, van de Wro is dit besluit genomen in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad en wordt aan het besluit geen uitvoering gegeven dan nadat beide Kamers der Staten-Generaal daarmee hebben ingestemd. Met het besluit wordt geacht te zijn ingestemd indien geen van beide Kamers binnen vier weken na de toezending van dat besluit een besluit heeft genomen omtrent de behandeling daarvan.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven