33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ)

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 13 februari 2013.

De wens dat over de structuurvisie overleg gewenst wordt kan door of namens de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 13 maart 2013.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2013

Met deze brief breng ik u, mede namens de bewindslieden van het ministerie van Economische Zaken, op de hoogte van mijn voornemen tot het maken van een partiële herziening van het Nationale Waterplan (NWP) conform artikel 2.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), hierna te noemen: Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ). Het NWP is voor de ruimtelijke aspecten van de Noordzee een structuurvisie als bedoeld in de Wro. De SV WoZ vormt de invulling van de zoekopdrachten zoals geformuleerd in het NWP en de bijbehorende Beleidsnota Noordzee om binnen de zoekgebieden Hollandse Kust en Ten Noorden van de Waddeneilanden ruimte te vinden voor windenergie. Met de SV WoZ worden binnen deze zoekgebieden specifieke gebieden voor windenergie aangewezen. Deze gebieden liggen buiten de 12-mijlszone (dat wil zeggen minimaal 23 km uit de kust).

Windenergie op zee levert een belangrijke bijdrage aan de doelstelling van het kabinet om 16% van onze totale energievoorziening in 2020 duurzaam op te wekken. Het doel van het kabinet is om middels de aanwijzing van een aantal gebieden ruimte te bieden voor windparken op de Noordzee om zo uitbreiding naar, indien noodzakelijk, 6000 megawatt duurzame energie mogelijk te maken. In de energiemarkt is een substantiële vraag naar deze duurzame energiebron. In de vorig jaar gesloten «Green Deal Windenergie op zee» met de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA)1 is vastgelegd dat het voornemen van de overheid is om in 2012 respectievelijk uiterlijk 2015 te kunnen besluiten over de aanwijzing van extra ruimte voor windenergie voor de Hollandse Kust.

In het overleg dat de minister van EZ en ik medio december 2012 voerden met vertegenwoordigers namens het Interprovinciaal Overleg hebben we afgesproken dat, gelet op de kabinetsdoelstelling, het Rijk zich zal inzetten voor mogelijkheden voor windenergie binnen de 12-mijlszone in verband met het kostenaspect. Daarnaast heeft mijn collega tijdens de begrotingsbehandeling van EZ toegezegd de mogelijkheden te gaan verkennen voor de bouw van windparken in de 12-mijlszone. Parallel aan de totstandkoming van de SV WoZ voor de gebieden buiten de 12-mijlszone wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden van de windenergie binnen de 12 mijlszone. Hierbij wordt gekeken naar ruimtelijke mogelijkheden. Ook wordt onderzocht welke locaties in aanmerking komen uit oogpunt van kosteneffectiviteit en aansluiting op het elektriciteitsnet. Ik verwacht u rond de zomer te kunnen informeren over de uitkomsten van deze studie en de vervolgstappen.

Het Rijk is het enig bevoegd gezag op de Noordzee en daarmee verantwoordelijk voor het integrale Noordzeebeleid en -beheer (uitgewerkt in het NWP). De SV WoZ zal het kaderstellend beleidsinstrument voor windenergie op zee worden. De SV WoZ zal voor de aan te wijzen windenergiegebieden een kaart bevatten met specifieke locaties waar windenergie mogelijk is. In een begeleidende tekst zal ik de keuzes op hoofdlijnen beargumenteren, en in de realisatieparagraaf zal ik beschrijven hoe deze wijziging gerealiseerd wordt. Voor elk van de beide zoekgebieden wordt een plan-MER (inclusief Passende Beoordeling) opgesteld om de milieueffecten in kaart te brengen. Hierbij maak ik gebruik van de informatie die is verzameld bij de eerdere uitwerking van de zoekopdracht in 2009–2010, aangevuld met de uitkomsten van recent ecologisch onderzoek op de Noordzee, de zogeheten shortlist onderzoeken2.

De SV WoZ en de haalbaarheidsstudie worden in nauw overleg met betrokken partijen – de windsector, de scheepvaartsector, de visserijsector, de mijnbouwsector, natuurorganisaties, andere overheden en andere belanghebbenden – opgesteld.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 043 nr. 7 (bijlage 31).

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 400-A, nr. 22.

Naar boven