33 552 Slachtofferbeleid

Nr. 81 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2020

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de lancering van het Ketenbreed Slachtofferportaal. Vanaf vandaag kunnen slachtoffers van criminaliteit op MijnSlachtofferzaak.nl op ieder moment van de dag via één ingang overzichtelijk informatie vinden over de voortgang van hun zaak. Hiermee is een belangrijke

mijlpaal bereikt van mijn Meerjarenagenda Slachtofferbeleid.1 Samen met de politie, het Openbaar Ministerie, Slachtofferhulp Nederland, Schadefonds Geweldsmisdrijven en het Centraal Justitieel Incassobureau is de afgelopen jaren hard gewerkt om deze verbetering in de informatievoorziening en aan de bejegening van slachtoffers mogelijk te maken.

Tevens stel ik uw Kamer met deze brief op de hoogte van de voortgang van de verbetering van de slachtoffervoorzieningen door de rechtspraak. Ook kom ik kort terug op de stand van zaken met betrekking tot de meldplicht voor besturen bij kennis van seksueel misbruik van minderjarigen. Tot slot informeer ik uw Kamer met deze brief over de start van de pilot Rechtsbijstand slachtoffers ernstige gewelds- en zedenmisdrijven, waarmee ik mijn toezegging daarover uit het begrotingsdebat van 2018 gestand doe.2

Ketenbreed Slachtofferportaal

In mijn Meerjarenagenda Slachtofferbeleid heb ik het Ketenbreed Informatieportaal voor slachtoffers van criminaliteit aangekondigd.3 Op 16 november 2020 is dit portaal onder de naam MijnSlachtofferzaak.nl officieel gelanceerd. Het portaal biedt slachtoffers een centraal digitaal loket waar zij op elk moment via één ingang informatie kunnen vinden over hun zaak.4 Aan de hand van een tijdlijn wordt de voortgang van de zaak getoond en kunnen slachtoffers alle ontvangen berichten van ketenpartners eenvoudig terugvinden.

Het portaal is een gezamenlijk project van de politie, het Openbaar Ministerie (hierna: OM), Slachtofferhulp Nederland (hierna: SHN), het Schadefonds Geweldsmisdrijven, het Centraal Justitieel Incassobureau en mijn ministerie. Het is een extra dienst naast de reguliere informatievoorziening van de ketenpartners richting slachtoffers. Slachtoffers zullen op verschillende manieren via de voorlichting door en in de communicatie met de ketenpartners gewezen worden op MijnSlachtofferzaak.nl.

De officiële lancering volgt op de proeflancering eerder dit jaar, waarbij een eerste versie van het portaal beschikbaar werd gesteld aan een beperkte groep slachtoffers. Zij gaven in de evaluatie aan dat het portaal meerwaarde heeft ten opzichte van de bestaande communicatie vanuit de afzonderlijke ketenpartners en gaven het gebruiksgemak een hoge waardering. Het portaal blijft ook in de toekomst in ontwikkeling. Bekeken wordt of extra functionaliteiten kunnen worden toegevoegd, zoals het weergeven van gedetailleerdere informatie. Daarnaast zal worden bekeken of bijvoorbeeld ook nabestaanden via het portaal inzage kunnen krijgen in hun zaak.

Voortgangsbrief voorzieningen voor slachtoffers in de rechtspraak

Het bijwonen van een zitting is een ingrijpende gebeurtenis voor slachtoffers. Om aanvullend leed zoveel mogelijk te voorkomen, is het van belang dat passende maatregelen worden genomen. Terecht heeft uw Kamer daarom aandacht gevraagd voor de voorzieningen voor en bejegening van slachtoffers in de rechtspraak.5 Mede naar aanleiding daarvan heeft de rechtspraak zich de afgelopen jaren ingezet om deze voorzieningen, en daarbij behorende processen, te verbeteren. Startpunt hiervoor was het onderzoek Slachtoffervoorzieningen in de rechtspraak van de Raad voor de rechtspraak (hierna: de Raad), dat ik in november 2018 aan uw Kamer heb doen toekomen.6 De bij deze brief gevoegde voortgangsbrief van de Raad geeft7, in aanvulling op de voortgangsrapportage uit 2019, weer hoe de gerechten uitvoering hebben gegeven aan de aanbevelingen uit het onderzoek.8

Een belangrijke aanbeveling waaraan de gerechten uitvoering hebben gegeven is uniformering van de processen. Ik hecht daar veel waarde aan, aangezien slachtoffers bij elk gerecht op eenzelfde niveau van dienstverlenging moeten kunnen rekenen. De in dit kader door het Landelijk Overleg Facilitair gemaakte afspraken zijn een belangrijke stap. Deze afspraken zien onder andere op informatiedeling met het OM, maatregelen ter voorkoming van ongewenste confrontatie met de verdachte en een goed uitgeruste zitplaats in de zittingszaal. Ook wordt per gerecht een vast contactpersoon aangewezen ten behoeve van de communicatie met het OM en SHN over de aanwezigheid van slachtoffers op zitting.

Het stemt mij positief dat de gerechten bij de uitwerking van de processen de aanbeveling «onderzoek of differentiatie mogelijk is» ter harte hebben genomen. Ik vind dit aspect van groot belang, omdat de wensen en behoeften van slachtoffers ten aanzien van de zitting zeer uiteenlopen. Neem bijvoorbeeld de plek in de zittingszaal: sommige slachtoffers nemen graag prominent vooraan in de zittingszaal plaats, anderen liever achterin de zaal of op de publieke tribune.

Doordat slachtoffers voorafgaand aan de zitting kennis kunnen nemen van de beschikbare voorzieningen, kunnen zij – al dan niet via het OM of SHN – tijdig laten weten welke behoeften zij hebben ten aanzien van het bezoek aan het gerecht. De gerechten kunnen dan voorbereidende maatregelen treffen, zoals het reserveren van een wachtruimte.

De gerechten hebben bovendien ook ingezet op verbetering van de dienstverlening aan slachtoffers die geen wensen kenbaar hebben gemaakt. Hiertoe is een uniform landelijk proces ingericht waarbij de bodes aan de hand van een checklist nagaan welke behoeften een slachtoffer heeft. Er wordt onder meer gevraagd naar de wensen ten aanzien van een aparte wachtruimte, zitplaats, het moment van betreden van de zittingszaal en het al dan niet benoemen van de aanwezigheid van het slachtoffer.

De bovenstaande afspraken waarborgen landelijke uniformiteit en bieden tegelijkertijd de mogelijkheid voor differentiatie op basis van de behoeften van een individueel slachtoffer. Hiermee heeft de rechtspraak belangrijke stappen gezet ter verbetering van de dienstverlening aan slachtoffers. De komende tijd zal de aandacht liggen op de praktische uitvoering van deze maatregelen. Dit zal ook een aandachtspunt zijn in mijn gesprekken met de Raad. In de reguliere voortgangsrapportages over de meerjarenagenda zal ik u informeren over de verdere voortgang.

Meldplicht bij kennis van seksueel misbruik minderjarigen

Tijdens het notaoverleg slachtoffers van 28 oktober jl. heeft het lid Van Wijngaarden gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de meldplicht voor besturen bij kennis van seksueel misbruik van minderjarigen. In mijn brief van 27 augustus jl. heb ik aangegeven dat er bij het vormgeven van een dergelijke meldplicht nog een aantal complexe vraagstukken speelt.9 Ook in voornoemd overleg heb ik daaraan gerefereerd. Alvorens ik de Kamer informeer over de uitkomst van de uitwerking wil ik daar overleg over hebben gevoerd met alle betrokken ketenpartners, waaronder ook Veilig Thuis en de relevante particuliere organisaties voor wie de meldplicht zou kunnen gaan gelden. Ik verwacht uw Kamer begin volgend jaar te informeren over de uitkomst van dit traject.

Pilot slachtofferadvocatuur

Op 14 september jl. is de pilot Rechtsbijstand slachtoffers ernstige gewelds- en zedenmisdrijven gestart. Deze pilot introduceert een piketdienst voor slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven. Ik doe daarmee de toezegging gestand die ik heb gedaan tijdens de behandeling van de Begroting Justitie en Veiligheid 2019.10 Het doel van de pilot is dat slachtoffers vanaf het begin van het strafproces kunnen worden ondersteund door een advocaat. Daarnaast dient de pilot ter verduidelijking van de taakverdeling tussen Slachtofferhulp Nederland en de slachtofferadvocaat. De pilot loopt in de regio’s Kennemerland en Gelderland-Midden en zal ongeveer een half jaar duren. De pilot wordt na afloop geëvalueerd, waarna ik uw Kamer over de uitkomst zal berichten.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 33 552, nr. 43.

X Noot
2

Handelingen II 2018/19, nr. 27, item 14.

X Noot
3

Kamerstuk 33 552, nr. 43; Kamerstuk 33 552, nr. 23.

X Noot
4

Het gaat hierbij om slachtoffers die direct betrokken zijn bij een zaak. Nabestaanden worden door enkele ketenpartners nu nog op een andere manier geïnformeerd. Het portaal geeft informatie weer over voortgang die heeft plaatsgevonden vanaf 1 februari 2020.

X Noot
5

Motie van het lid Groothuizen c.s. inzake knelpunten voor slachtoffers in de strafzitting;

Kamerstuk 33 552, nr. 38.

X Noot
6

Kamerstuk 33 552, nr. 51.

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
8

Kamerstuk 33 552, nr. 58.

X Noot
9

Kamerstuk 34 843, nr. 43.

X Noot
10

Handelingen II 2018/19, nr. 27, item 14.

Naar boven