33 529 Gaswinning

Nr. 610 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2019

Op 16 januari heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanbevelingen van de Agrarische Tafel (Kamerstuk 33 529, nr. 552). De afgelopen periode heeft tussen de verschillende overheden en de leden van de Agrarische Tafel een aantal keer constructief overleg plaats gevonden over deze aanbevelingen. Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over de opvolging van de aanbevelingen.

De aardbevingsproblematiek raakt de agrariërs op een andere wijze dan andere huiseigenaren. Naast hun woning staat ook hun bedrijf onder druk door de aardbevingsproblematiek. De agrarische panden zijn daarnaast niet zelden onderdeel van het Gronings cultureel erfgoed en soms al meerdere generaties in bezit van dezelfde familie. Deze factoren vragen om bijzondere aandacht voor de problematiek van de agrarische sector, bij de aanpak van toekomstperspectief en de aanpak van schade en versterken voor alle bewoners van het aardbevingsgebied.

Ik ben de Agrarische Tafel erkentelijk voor de aanbevelingen die zij aan de overheden doet. Om invulling te geven aan de aanbevelingen geef ik hieronder aan welke acties ik nu of op korte termijn neem:

  • Allereerst zal ik twee onafhankelijke onderzoeken laten uitvoeren. Een eerste onderzoek wordt gedaan naar een causaal verband tussen gaswinning en de ongelijkmatige bodemdaling en tussen gaswinning en waterhuishouding. Het onderzoek zal daarbij ook de vergelijking maken tussen de Groningse bodem en andere, vergelijkbare, ondergronden in Nederland. Ook stel ik een onderzoek in naar het mogelijke verband tussen bodembeweging als gevolg van gaswinning en lekkende mestkelders. Ik zal de onderzoeksvragen en de onderzoeksopzet van beide onderzoeken afstemmen met de leden van de Agrarische Tafel.

  • De Agrarische Tafel heeft aangegeven behoefte te hebben aan één aanspreekpunt waar agrariërs met hun problematiek terecht kunnen. Deze één-loket-gedachte past goed binnen mijn voornemen één ZBO voor schadeafhandeling en de versterkingsoperatie in te stellen. Binnen het ZBO is het van belang dat mensen op de juiste wijze geholpen worden. Dat geldt niet alleen voor agrariërs, maar bijvoorbeeld ook voor mensen die anderszins een bedrijf hebben en erfgoedeigenaren. Binnen dit ZBO zal de loketfunctie voor deze specifieke problematiek worden ingericht.

  • Daarnaast bekijk ik samen met de provincie Groningen en betrokken gemeenten hoe de agrarische panden gebruik kunnen maken van de opkoopregeling van het woonbedrijf, binnen de afgesproken kaders. Ook zal ik met de regio bespreken welke mogelijkheden er zijn met betrekking tot regionale afspraken rondom asbestsanering en worden agrariërs toegevoegd aan de begeleidingsgroep voor de pilot tiltmeters.

  • Ik heb de verschillende leden van de Agrarische Tafel geadviseerd rechtstreeks te spreken met de NCG over de versterkingsoperatie en met de TCMG over de schadeafhandeling. Onder leiding van de Agrarische Tafel worden op dit moment gesprekken voorbereid met de NCG (over de versterkingsoperatie). De TCMG heeft daarnaast het initiatief genomen tot overleg met vertegenwoordigers van de agrarische sector. Hierbij is het bundelen van de relevante kennis vanuit de sector richting de TCMG en NCG zeer waardevol om de operatie zo toegesneden mogelijk te laten plaatsvinden en op termijn binnen het ZBO een plaats te geven.

Met bovenstaande aanbevelingen kan en ga ik meteen aan de slag. Voor de andere aanbevelingen in het rapport waarvoor ik als Minister van EZK aan zet ben kan ik nog geen reactie geven, omdat deze flankerend zijn aan stappen die nog moeten worden gezet, bijvoorbeeld het inrichten van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Ik heb de Agrarische Tafel toegezegd om op alle aanbevelingen terug te komen.

Voor overige aanbevelingen die niet direct betrekking hebben op de gevolgen van de gaswinning zijn andere organisaties verantwoordelijk, waaronder de Provincie Groningen en gemeenten. Daarom heb ik de Agrarische Tafel toegezegd de Tafel voorlopig voort te zetten zodat samenhang in de aanpak van de agrarische problemen kan worden versterkt en om ervoor te zorgen dat de ontwikkelingen met betrekking tot de agrariërs doorlopend zo snel mogelijk onder de aandacht van bestuurders van de drie overheden kunnen worden gebracht. Vanuit de regio hebben vier bestuurders aangegeven het aanspreekpunt te zijn voor de agrariërs en regelmatig met hen in gesprek te gaan. Bij deze gesprekken zullen ook EZK en LNV vertegenwoordigd zijn. Bovendien meld ik u graag dat in overleg met regionale bestuurders is besloten de agrariërs toe te laten treden tot het Bestuur NPG.

De afhandeling van schade en de nieuwe versterkingsoperatie zijn nog niet volledig uitgekristalliseerd. De stappen die in de komende tijd worden gezet, kunnen veranderingen betekenen voor bewoners van Groningen en mogelijk dus ook voor agrariërs. Daarom komt er ter ondersteuning van de Agrarische Tafel een werkgroep waarin de overheden en de agrarische sector samen de vinger aan de pols houden bij deze ontwikkelingen. Hiermee kan op tijd gereageerd worden op signalen van de agrariërs en kunnen oplossingen en koppelkansen gezocht worden. Over de concrete vormgeving vindt nog overleg plaats aan de Agrarische Tafel, waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is om huidige instanties te ondersteunen in hun werkzaamheden, maar niet extra instanties toe te voegen.

De Minister van LNV en ik zullen, vanuit onze respectievelijke verantwoordelijkheden voor de agrarische sector en de gevolgen van de gaswinning, de ontwikkelingen binnen de agrarische sector in Groningen blijven volgen en ons inzetten om knelpunten weg te nemen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven