33 529 Gaswinning

Nr. 639 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2019

De maatschappelijke impact van de aardbevingen door gaswinning in Groningen is groot. De aardbevingen hebben geleid tot gevoelens van onveiligheid en machteloosheid. Rijk en regio erkennen gezamenlijk dat dit zo niet langer kan. Daarom is de afgelopen maanden gezocht naar versnellingsmogelijkheden voor de schadeafhandeling, de versterking van woningen en de afbouw van de gaswinning. De beving die op 22 mei jl. plaatsvond bij Westerwijtwerd heeft de noodzaak tot versnelling opnieuw onderstreept.

Ik zie het als mijn taak om in samenwerking met de regionale bestuurders, met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en mijn andere collega’s in het kabinet, op korte termijn alle mogelijke maatregelen te treffen om tot versnelling op deze drie gebieden te komen. Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) informeer ik uw Kamer over de maatregelen die worden genomen en wat dit betekent voor de inwoners van Groningen. In deze brief schetsen wij de belangrijkste maatregelen op hoofdlijnen. In bijlage 1 worden alle maatregelen nader toegelicht1.

Begin 2018 heeft het kabinet besloten de gaswinning af te bouwen naar nul en NAM uit het gehele proces te halen. De gaswinning bleek sneller te kunnen dalen dan toen verwacht, maar we willen nog sneller. NAM uit alle stappen van het systeem halen is op belangrijke punten gerealiseerd maar bleek ook taaier dan verwacht en gaat nog niet snel genoeg.

In de regio is door velen de schadeafhandeling en de versterking in het verleden beleefd als een ongelijk gevecht van de bewoner tegen de NAM. In het ontwerp van de nieuwe schadeafhandelings- en versterkingsprocessen is daarom vorig jaar voorrang gegeven aan zorgvuldigheid en onafhankelijke oordeelsvorming. Dat heeft geleid tot procedures met veel juridische waarborgen, technische precisie, ruime mogelijkheden voor maatwerk en een zo breed mogelijk draagvlak. Gaandeweg is echter duidelijk geworden dat al die gestapelde zorgvuldigheid te veel ten koste gaat van de snelheid en leidt tot onvoldoende resultaten. En zeker na de laatste aardbeving is de roep om snelheid groter dan ooit – de situatie wordt ervaren als een crisis in slow motion. Bij het opstellen van dit versnellingspakket is dan ook gezocht naar een betere balans tussen perfectie en vaart.

Schade

In januari 2018 heb ik, na overleg met provinciale en gemeentelijke bestuurders, in het Besluit Mijnbouwschade Groningen een nieuwe manier van afhandeling van schades vastgelegd2. Schades die zijn gemeld na 31 maart 2017 worden afgehandeld door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG). Het doel van deze publieke schadeafhandeling was om tot een betere, rechtvaardigere, ruimhartigere en zorgvuldigere schadeafhandeling te komen. Er is veel waardering voor de zorgvuldigheid van de afhandeling, maar de snelheid is onvoldoende, zeker gezien de werkvoorraad.

Bij de start nam de TCMG 13.472 meldingen over van het Centrum Veilig Wonen (CVW) en daar kwamen er wekelijks zo’n 200 bij. De beving van 22 mei jl. heeft tot nu toe geresulteerd in nog eens ruim 3.000 nieuwe meldingen. De TCMG heeft snel opgeschaald door de capaciteit te vergroten naar 400 opnames per week en andere versnellingsmaatregelen te treffen, zoals de aannemersvariant3. Het tempo van de schadeafhandeling is, ondanks deze maatregelen, nog niet hoog genoeg. De TCMG en ik zijn het daarover eens en voelen de noodzaak om extra maatregelen te nemen.

Het stuwmeer van schademeldingen wordt weggewerkt met een onorthodoxe maatregel

Ik heb de TCMG gevraagd na te denken over onorthodoxe opties om het «stuwmeer» aan schademeldingen zo snel mogelijk weg te werken. Het uitgewerkte voorstel van de TCMG gaat als bijlage 2 bij deze brief4. Hiermee wordt een belangrijk deel van het stuwmeer van de schadeafhandeling bij de TCMG weggewerkt en krijgen velen die al lang wachten op de afhandeling van hun schade een vergoeding. Mensen die geruime tijd wachten op hun schadeafhandeling ontvangen overigens een standaard vergoeding als compensatie voor deze wachttijd. Voor versterking wordt bezien of een vergelijkbare voorziening kan worden getroffen voor het overschrijden van termijnen.

De TCMG zal ruwweg 9.000 gedupeerden die langere tijd wachten een aanbod doen. Dit is een omvangrijke en vergaande maatregel, maar ik vind dat de wachttijd een dergelijke radicale maatregel rechtvaardigt. Op dit moment werk ik aan een besluit waarmee de uitvoering van dit voorstel mogelijk wordt gemaakt. Op deze wijze geef ik uitvoering aan de gewijzigde motie-Sienot c.s.5.

Tempo van afhandeling gaat structureel omhoog

Het tempo van de afhandeling van schade zal sterk omhoog moeten om te voorkomen dat er een nieuw stuwmeer ontstaat. We willen daarom het afhandelingsproces verbeteren met positieve gevolgen voor de beschikbare capaciteit en doorlooptijd. De TCMG werkt hiervoor aan een combinatie van het versimpelen en optimaliseren van de procedure voor afhandeling van schade en het ophogen van capaciteit, door nog meer schademeldingen zonder deskundige (maar door aannemers) te laten afhandelen. Daarnaast worden in de huidige procedure, die ik in breed overleg met alle belanghebbenden heb vastgesteld, de waarborgen opnieuw bekeken en waar mogelijk teruggevallen op de waarborgen van bezwaar en beroep die normaliter gelden voor bestuursrechtelijke beslissingen. Gedupeerden moeten dit gaan merken door een snellere afhandeling van hun schade.

Oude schadegevallen worden dit jaar opgelost

Met de gewijzigde motie-Beckerman c.s.6 heeft uw Kamer verzocht alles in het werk te stellen om schades van voor 31 maart 2017 voor 1 januari 2020 af te handelen, zonder in de rechtsgang te treden, waarbij gedupeerden een passende schadeloosstelling krijgen.

Er resteren momenteel nog 459 schademeldingen bij de Arbiter Bodembeweging. Ik zie het als mijn taak om ervoor zorg te dragen dat resterende meldingen voor 1 januari 2020 ook kunnen rekenen op een soepele en spoedige afhandeling. Ik kan u melden dat de Arbiters Bodembeweging op schema liggen ten aanzien van de afhandeling van de laatste zaken. Bij alle gevallen zal per 1 september een schouw hebben plaatsgevonden en de verwachting is dat er voor het eind van het jaar in alle gevallen een uitspraak is.

Om mijn inspanning gericht op afhandeling van de oude schade schademeldingen voor 1 januari 2020 kracht bij te zetten heb ik de NAM een oproep gedaan. Ik heb de NAM gevraagd zich maximaal in te zetten voor een snelle afronding van de openstaande schademeldingen en voortvarende opvolging van de uitspraken bij Arbiter en rechter. Een vlotte afhandeling is essentieel om een snelle en rechtvaardige schadeafhandeling te realiseren. Daarnaast zal ik de komende tijd ook in gesprek blijven met NAM om de tijdige afhandeling van oude schademeldingen te monitoren. Als gedupeerden constateren dat NAM een uitspraak van de Arbiter niet vlot uitvoert dan kunnen zij dit melden bij de Arbiter die dit signaal naar mij doorgeleidt.

Versterken

De versterking is met de nieuwe aanpak op basis van het advies van de Mijnraad en het plan van aanpak van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), vanaf november vorig jaar gericht op de meest risicovolle huizen. Het advies van de Mijnraad was om deze huizen, gelet op de verlaging van de gaswinning en de snelle daling van het risico, met de grootst mogelijke spoed te versterken. Deze risicoprioritering ligt ook ten grondslag aan de plannen van aanpak die de gemeenten, als bestuurslaag die het dichtst bij de bewoner staat, hebben opgesteld. Voor de volgorde van opname en beoordeling zijn deze plannen leidend. Deze aanpak komt echter nog onvoldoende op stoom. Het proces om tot een versterkingsadvies voor elk huis te komen kent teveel stappen, er ligt teveel nadruk op precisie en te weinig op standaardisatie, waardoor bewoners te lang moeten wachten tot zij weten waar zij aan toe zijn.

Met de regionale bestuurders werken wij sinds maart aan een pakket aan versnellingsmaatregelen die dit moeten gaan verhelpen. Als Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heb ik daarbij een eigenstandige verantwoordelijkheid ten aanzien van de veiligheid. De aanbevelingen voor de versterking die Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) naar aanleiding van de aardbeving van 22 mei jl. heeft gedaan sluiten hierop aan. De ambitie blijft om dit jaar alle meest risicovolle huizen op te nemen en te beoordelen. Vanaf volgend jaar moeten jaarlijks 4000 opnames en beoordelingen worden uitgevoerd. Deze ambitie kan alleen waar gemaakt worden als Rijk en regio met vereende inzet al deze maatregelen tot een succes maken.

Er komt één uitvoeringsorganisatie met volledig mandaat

Voorheen had NAM via haar opdrachtrelatie met CVW nog altijd een rol in de versterkingsoperatie. Hoewel dit geen inhoudelijke sturing betrof leidde dit tot een ingewikkelde keten die nodig was om het CVW publieke opdrachten te geven: de gemeenten gaven aan de hand van hun lokale plannen NCG opdracht tot uitvoering van opnames en beoordelingen; NCG geleidde dit verzoek door naar het Ministerie van EZK; EZK instrueerde NAM een opdracht («workorder»); die NAM tot slot moest geven aan CVW. Met het besluit van 17 mei jl.7 zijn zowel EZK als de NAM uit deze aansturingsketen gehaald. De NCG kan nu direct het CVW aansturen. Ondertussen wordt hard gewerkt aan één centrale uitvoeringsorganisatie die de huidige taken van NCG en CVW uitvoert en die daarbij zo nodig een beroep kan doen op externe partijen. Deze organisatie krijgt een ruim mandaat en heeft de benodigde financiële armslag om vlot te kunnen doorpakken.

We gaan meer vaart maken door minder rekenen, minder precisie en meer standaardisering

Om de beschikbare capaciteit optimaal uit te nutten is standaardisatie noodzakelijk. Deze aanpak is op dit moment nog niet voor alle huizen uitontwikkeld, maar voor die typen huizen waarvoor het mogelijk is starten we direct. Voor een huis-aan-huis-aanpak is gewoonweg onvoldoende capaciteit om het gewenste tempo te bereiken. Voor de bewoner betekent dit eerdere duidelijkheid over de mogelijke noodzaak tot versterken van het huis. Daarnaast wordt gehoor gegeven aan de wens dat bewoner ook zelf de regie kan nemen over de versterking van zijn of haar huis. Het kabinet wil helder zijn over de afwegingen: mogelijk leveren we hiermee in aan precisie en procedurele waarborgen. De regionale overheden en het kabinet zijn het er over eens dat dit een aanvaardbare uitruil is die past bij een crisisaanpak.

De bouwcapaciteit in de markt wordt gemaximaliseerd

Bewoners hebben behoefte aan een langetermijnperspectief op hun toekomst. Voorkomen moet worden dat een nieuw knelpunt ontstaat bij de uitvoeringscapaciteit van bouwbedrijven. We zullen de markt in moeten zetten om ook daar de capaciteit te maximaliseren. Om de noodzakelijke capaciteit ook op de langere duur hiervoor te kunnen reserveren heeft de bouwsector voor langere tijd zekerheid nodig. Daarom is de Minister van BZK in overleg met marktpartijen over een meerjarenplanningen voor de operatie waarmee langdurige contracten kunnen worden aangegaan. Wij beogen te komen tot een Gronings Bouwakkoord om de bouwcapaciteit voor dit doel te optimaliseren.

De voortgang wordt transparant gemaakt

Tot nu toe was er voor bewoners, uw Kamer en de betrokken overheden onvoldoende inzicht in de voortgang. Dit geeft onzekerheid, niet in de laatste plaats bij bewoners. De voortgangscijfers van de door het CVW gerealiseerde opnames en beoordelingen waren onvoldoende transparant. Er is afgesproken dat er zo snel mogelijk duidelijkheid moet komen over de fase van versterking per gemeente of dorp. Er komt een meerjarenplanning en een «dashboard» met regelmatige updates, zodat eventuele knelpunten waar dan ook in de keten van opname, beoordeling en uitvoering snel in beeld zijn en kunnen worden aangepakt. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de motie-Van der Lee c.s.8

Doorzettingsmacht formaliseren met maatregelen uit crisisaanpak

De NCG heeft volledig mandaat om alles te doen wat nodig is voor veiligheid. Dit wordt op korte termijn nog eens expliciet geformaliseerd in een mandaatbesluit. Daarbij krijgt de NCG alle ruimte om de capaciteit in de uitvoering te vergroten. Er komen dus extra mensen bij, onder meer bewonersbegeleiders. De Minister van BZK onderzoekt of er mogelijkheden zijn voor versnellingsmaatregelen vergelijkbaar met de maatregelen van de crisis- en herstelwet, die toegepast kunnen worden op de specifieke Groningse situatie.

Uitvoering versterkingsadviezen van woningen met (licht) verhoogd risicoprofiel binnen batch 1.581

Eerder was al de uitvoering van de huizen binnen batch 1.581 met een verhoogd risicoprofiel (P50) overeengekomen, nu geldt dat ook voor huizen met een licht verhoogd risicoprofiel (P90). Aanvullend hierop toetsen we of een herbeoordeling van de overige huizen binnen deze batch wezenlijk nieuwe inzichten oplevert. Deze toets zal op korte termijn worden uitgevoerd. Op deze wijze wordt schaarse capaciteit beter benut, er wordt geen capaciteit ingezet voor uitgebreide herbeoordeling van woningen die al een versterkingsadvies hebben. Hiermee geef ik uitvoering aan het desbetreffende advies van SodM.

Gaswinning

Het kabinet heeft op 29 maart 2018 besloten tot de volledige en zo spoedig mogelijke afbouw van de winning uit het Groningenveld. Daarbij heeft het kabinet aangegeven te blijven zoeken naar mogelijkheden om de gaswinning sneller te verminderen. Dat heeft in het afgelopen jaar verschillende aanvullende maatregelen opgeleverd, zoals de extra inkoop van stikstof door Gasunie Transport Services B.V. (GTS) en de versnelde afbouw van de export naar Duitsland, waardoor de winning in het komende gasjaar 2019/2020 en de jaren daarna uitkomt onder het voorziene «basispad».

Volgens de raming van GTS van 1 februari 2019 komt het winningsniveau voor gasjaar 2020/2021 uit op 12,2 miljard Nm3. Met het gereed komen van de stikstoffabriek Zuidbroek in voorjaar 2022 is nog maar zeer beperkt volume nodig uit het Groningenveld. Voor het gasjaar 2021/2022 komen we daarmee volgens de laatste raming van GTS uit op 8,6 bcm en voor gasjaar 2022/2023 onder de 4 bcm. Als alle door het kabinet ingezette maatregelen slagen kunnen wij nog daaronder komen. In de jaren daarna komt de nul in zicht.

We lopen dus voor op schema, maar blijven zoeken naar verdere versnelling. Daarbij blijf ik inzetten op vraagreductie (bijvoorbeeld met het wetsvoorstel verplichte ombouw grootverbruikers) en het vergroten van alternatief aanbod van laagcalorisch gas. Daarbij is de beschikbaarheid van pseudo-Groningengas (hoogcalorisch gas dat door de toevoeging van stikstof is omgezet in laagcalorisch gas en daarmee gaswinning uit het Groningenveld kan vervangen) cruciaal.

We zetten maximaal in op aanvullende maatregelen om de afbouw verder te versnellen

Het zal een enorme uitdaging worden om voldoende maatregelen te vinden om ook in het komende gasjaar op het niveau van 12 miljard Nm3 uit te komen in een gemiddeld jaar, zoals SodM vorige week adviseerde.

Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 8 februari jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 580) ben ik al twee aanvullende maatregelen aan het voorbereiden voor een nog verdere vermindering van de winning en het zo snel mogelijk sluiten van het Groningenveld. Deze hebben echter pas effect na het gereedkomen van de stikstofinstallatie in Zuidbroek in 2022. Vanaf 2022 kan mogelijk het exportpunt Oude Statenzijl naar Duitsland beleverd worden met pseudo-Groningengas in plaats van Groningengas. Vanaf de stikstofinstallatie bestaat ook de mogelijkheid om gasopslag Norg te vullen met pseudo-Groningengas. Deze maatregelen ben ik momenteel aan het uitwerken in het kader van het operationeel afbouwplan.

Er wordt ook gewerkt aan nieuwe maatregelen om de winning al vanaf het komende gasjaar nog verder terug te brengen, dus onder het niveau van het geraamde winningsniveau van 15,9 miljard Nm3 in een gemiddeld jaar. Uit een tussentijdse evaluatie van het lopende gasjaar van GTS van de afgelopen weken blijkt dat er in de zomer een grotere hoeveelheid stikstof over is dan eerder voorzien. Dit komt door de beperkte vraag naar laagcalorisch gas in de zomer in combinatie met de extra inkoop van stikstof door GTS. Dit overschot aan stikstof kan gebruikt worden om pseudo-Groningengas te produceren, waarmee de Groningenproductie verder beperkt kan worden. Ik ben samen met de betrokken partijen aan het kijken naar maatregelen om deze extra stikstofcapaciteit zo goed mogelijk te benutten. Hierbij kan gedacht worden aan het versnellen van het beleveren van Oude Statenzijl met pseudo-Groningengas.

Alle mogelijke maatregelen voor het verder terugbrengen van de gaswinning in het komende jaar worden onderzocht. Medio juni, op het moment dat ik het ontwerpvaststellingsbesluit publiceer, zal ik uw Kamer informeren over de stand van zaken.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 33 529, nr. 423

X Noot
3

Kamerstuk 33 529, nr. 593

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 33 529, nr. 600

X Noot
6

Kamerstuk 33 529, nr. 594

X Noot
7

Kamerstuk 33 529, nr. 609

X Noot
8

Kamerstuk 33 529, nr. 557

Naar boven