33 529 Gaswinning

Nr. 501 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2018

De afgelopen tijd zijn er veel ontwikkelingen geweest rondom de veiligheidsopgave in Groningen. Graag schep ik met deze brief zoveel mogelijk helderheid over de budgettaire consequenties van de kabinetsbesluiten om de veiligheid in de regio Groningen te garanderen.

Ook kom ik met deze brief tegemoet aan het verzoek van het lid Nijboer (PvdA) om een brief over de versterkingskosten (Handelingen II 2017/18, nr. 101, Regeling van Werkzaamheden). Tevens zal ik conform het verzoek van GroenLinks kort ingaan op het financiële effect van het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en ExxonMobil en mijn betrokkenheid daarbij (Handelingen II 2017/18, nr. 101, Regeling van Werkzaamheden).

1. Besluit gaswinning Groningen

In de Voorjaarsnota 2018 is gemeld dat het besluit van het kabinet om de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn volledig te beëindigen, wat naar de huidige inzichten leidt tot een verlaging van de gasbatenreeks met 150 miljoen euro in 2018, die oploopt tot 900 miljoen in 2022 (Kamerstuk 34 960, nr. 1). Daarnaast is er vanaf 2018 meerjarig een reservering getroffen van 200 miljoen euro. Deze reservering houdt onder meer verband met de gesprekken met de regio over het toekomstperspectief voor Groningen, de (mogelijke risico’s bij) publiekrechtelijke afhandeling van schademeldingen en de versterkingsaanpak en de organisatiekosten. Omdat nog niet alle gesprekken met de diverse partijen volledig zijn afgerond, kan het gereserveerde bedrag op dit moment niet nader worden uitgesplitst of toegelicht.

Beide posten zijn, conform begrotingsregels, onder het uitgavenplafond ingepast. Tabel 1 geeft inzicht in de meerjarige budgettaire doorwerking. De budgettaire opgave die hierdoor ontstaat wordt in 2018 gedekt uit meevallers en onderuitputting op de verschillende departementale begrotingen. Zoals in de Voorjaarsnota (Kamerstuk 34 960, nr. 1) al is aangegeven zal in de Miljoenennota 2019 een gedetailleerde en meerjarige invulling van de dekking van het gasbesluit worden opgenomen.

Tabel 1: Budgettaire consequenties gasbesluit op uitgaven Rijksbegroting

In miljoenen euro’s

2018

2019

2020

2021

2022

Volumebesluit gas

150

200

300

350

900

Reservering gas

200

200

200

200

200

Totaal

350

400

500

550

1.100

2. De financiële effecten van het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en ExxonMobil

N.a.v. het debat over het wetsvoorstel om de gaswinning te minimaliseren van 28 juni jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 100, debat over het wetsvoorstel Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld (34 957)) heeft de Minister van EZK uw Kamer een brief gestuurd over de financiële effecten van het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en ExxonMobil.

De Minister van EZK geeft in deze brief aan dat het Akkoord op Hoofdlijnen belangrijke winstpunten kent: 1) er komt geen claim voor het gas dat in de grond blijft zitten (totale waarde ca. 70 miljard euro); 2) NAM wordt financieel robuust gehouden en in het onwaarschijnlijke geval dat NAM haar verplichtingen niet kan nakomen, zorgen Shell en ExxonMobil door middel van garanties dat NAM wel aan de verplichtingen kan voldoen; 3) de leveringszekerheid is geborgd; en 4) NAM levert een bijdrage aan de economie en leefbaarheid van de regio. Tegenover deze zaken staat dat de bestaande financiële afspraken (o.a. de MOR-overeenkomst) worden vervangen door het wettelijk regime uit de Mijnbouwwet.

De bestaande afdrachtensystematiek, die bepaalt dat over het grootste deel van de opbrengst van het Groningengas de Staat 85% respectievelijk 95% ontvangt terwijl de Staat 64% van de kosten draagt, wordt vervangen door het wettelijke regime uit de Mijnbouwwet. Het bestaande systeem was immers niet houdbaar, in het licht van gewijzigde omstandigheden rond de Groninger gaswinning, omdat deze ertoe zou leiden dat de producerende bedrijven meer afdrachten aan de Staat verschuldigd waren dan de winst die zij maakten. De wijziging betekent concreet dat de Staat in plaats van 85 tot 90% van de winst, voortaan 73% van de winst uit het Groningenveld ontvangt (en daarmee 73% van de kosten draagt).

Door de werking van de nieuwe afdrachtensystematiek ontvangt de Staat dus minder aardgasbaten (niet-belastingmiddelen). Wel zorgt de nieuwe afdrachtensystematiek voor het Rijk voor hogere inkomsten uit de vennootschapsbelasting omdat er meer winst wordt gemaakt. Beide effecten zijn in de tabel hieronder opgenomen. De bedragen in de tabel zijn gebaseerd op de Voorjaarsnota ramingen en betreffen indicatieve bedragen op transactiebasis. Na 2022 worden de verschillen snel kleiner, doordat de winning van aardgas nog verder afneemt.

Tabel 2: Geïsoleerd effect op de aardgasbaten van de gewijzigde afdrachtensystematiek

In mln. euro’s

2018

2019

2020

2021

2022

Niet-belastingmiddelen

– 850

– 700

– 550

– 450

– 300

Vennootschapsbelasting

400

300

200

200

100

Totaal

– 450

– 400

– 350

– 250

– 200

De lagere gasbaten hoeven volgens de begrotingsregels niet te worden ingepast onder het uitgavenplafond. Wel leidt dit tot een verslechtering van het overheidssaldo en de overheidsschuld.

Een onderdeel van het Akkoord op Hoofdlijnen is de bijdrage aan de regio. De bijdrage ten behoeve van de economie en leefbaarheid in de regio Groningen bedraagt minimaal 1 miljard euro incidenteel. De NAM draagt 500 mln. bij wat leidt tot 365 miljoen lagere afdracht aan de Staat en de Staat draagt 500 mln. bij. De facto betekent dit een bijdrage van de Staat van ca. 865 mln. Het financiële effect van de bijdrage aan de regio is niet opgenomen in de tabel hierboven.

Tot slot wil ik op verzoek van het lid van der Lee (GroenLinks) ingaan op mijn betrokkenheid bij het Akkoord op Hoofdlijnen (Handelingen II 2017/18, nr. 101, Regeling van Werkzaamheden). Zoals voor ieder dossier met (potentiële) financiële gevolgen, geldt dat het Ministerie van Financiën betrokken is. Dat geldt in het bijzonder voor dit complexe dossier met substantiële budgettaire consequenties. Het kabinet heeft in gezamenlijkheid besloten over de inzet voor de onderhandelingen met Shell en ExxonMobil en ingestemd met het Akkoord op Hoofdlijnen van maandag 25 juni.

3. De kosten voor schade en versterken

De Mijnraad heeft op maandag 2 juli jl. de hoofdlijnen geschetst voor een nieuwe versterkingsaanpak (Kamerstuk 33 529, nr. 498). Gisteren heeft de Minister van EZK u mede namens de Minister van BZK geïnformeerd over hoe het kabinet opvolging geeft aan dit advies en welke gevolgen dit heeft voor de batches uit de huidige versterkingsopgave (Kamerstuk 33 529, nr. 502).

De kosten van de gemaakte afspraken tussen kabinet en vertegenwoordigers van de regio Groningen zullen voor het overgrote deel worden betaald door de NAM. De Minister van EZK heeft met de NAM de afspraak gemaakt dat zij alle kosten betalen voor batch 1467, het versterken van de door de Mijnraad als onveilig bestempelde huizen en huizen die met het hanteren van een extra veiligheidsmarge niet aan de norm voldoen. De eigenaren van de veilige woningen in batch 1581 worden in september geïnformeerd over het verdere verloop van het versterkingsproces.

Met het oog op de ontstane verwachtingen bij batch 1588 en het effect daarvan op de veiligheidsbeleving, zullen eigenaren van woningen die volgens de laatste inzichten veilig zijn, de keuze krijgen over het versterken van hun woning. Zoals door de Minister van EZK u heeft gemeld in zijn brief van gisteren, gaan het Rijk en de regionale partijen dit samen mogelijk maken. De dekking daarvoor wordt bij Miljoenennota 2019 bekend gemaakt.

Binnen het gasgebouw was eind 2017 al een totale voorziening opgenomen van ruim 1,4 miljard voor de kosten van aardbevingen (zoals de kosten voor schade en versterken). Deze voorziening is tot stand gekomen op moment dat het oude kostenregime (64% van de kosten voor rekening van de Staat) nog van kracht was. Eventuele toekomstige kosten bovenop deze reservering, leiden voor de NAM via lagere afdrachten (73% van de winst) tot lagere gasbaten. In navolging van de begrotingsregels hoeven deze kosten niet onder het uitgavenplafond te worden ingepast. Zij leiden wel tot een verslechtering van het overheidssaldo en de overheidsschuld.

4. Met de Miljoenennota 2019 zal een nieuwe raming van de gasbaten worden gegeven

Bovenstaande effecten zijn de partiële effecten van afzonderlijke maatregelen. In de praktijk beïnvloeden deze effecten elkaar en werken op elkaar in. Het kabinet zal bij Miljoenennota 2019 een aangepaste en integrale raming van de nieuwe gasbatenreeks opstellen. Daarin wordt rekening gehouden met alle relevante aspecten.

Zoals door de Minister van EZK toegezegd aan het lid Van der Lee (GroenLinks) ontvangt u rond Prinsjesdag ook een integraal overzicht van de op dat moment meest recente inzichten van de opbrengsten en kosten van de gaswinning (Handelingen II 2017/18, nr. 100, debat over het wetsvoorstel Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld (34 957)).

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven