33 450 Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee

Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2014

Mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) geef ik een reactie op de door uw Kamer op 10 oktober 2013 aangenomen motie Geurts (Kamerstuk 32 670, nr. 77) over een sociaaleconomische evaluatie van beschermde zones onder de Kaderrichtlijn Mariene Strategie.

In de motie verzoekt uw Kamer «de regering, de beschermde zones als gevolg van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, te evalueren met het oog op de sociaaleconomische impact van het sluiten van grote delen van de Noordzee voor vissers».

In de Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee 2012–2020 Deel 1 (Tweede Kamer 2012–2013, 33 450, nr. 1) heeft het kabinet onder meer aangekondigd om ruimtelijke maatregelen te gaan treffen ter bescherming van het bodemleven binnen de zoekgebieden Friese Front en de Centrale Oestergronden, gericht op bodemberoerende Noordzeevisserij. De last voor de visserij zal daarbij tot een minimum worden beperkt. Zo nodig wordt gekeken naar eventuele andere gebruiksfuncties. De bodembeschermende maatregelen binnen deze zoekgebieden moeten bijdragen aan de in Mariene Strategie Deel 1 geformuleerde ambitie dat in 2020 10 tot 15% van de bodem van het Nederlandse deel van de Noordzee niet noemenswaardig wordt beroerd als gevolg van menselijke activiteiten. De maatregelen zijn aanvullend op die in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) en de generieke inzet op verduurzaming van de visserij in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Zij dragen bij aan het bovenliggende doel om in 2020 de trend van verslechtering van het mariene ecosysteem als gevolg van schade aan bodemhabitat en biodiversiteit om te buigen naar een ontwikkeling in de richting van herstel.

Een maatschappelijke kosten-batenanalyse maakt onderdeel uit van de afweging van de maatregelen. Dit geeft zicht op de sociaaleconomische impact van gebiedsgerichte maatregelen op de visserij.

De visserij- en natuurorganisaties worden bij dit traject betrokken. De inzet is er op gericht om tot afspraken te komen die zo veel als mogelijk recht doen aan de belangen en standpunten van alle stakeholders.

Eerder dit jaar is uw Kamer geïnformeerd over de beoordeling door de Europese Commissie van de Nederlandse Mariene Strategie en de ambities van de Minister van IenM en mijzelf voor de verdere implementatie van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (Kamerstuk 33 450, nr. 22). De randvoorwaarden voor de te nemen bodembeschermende maatregelen op het Friese Front en de Centrale Oestergronden worden opgenomen in de Beleidsnota Noordzee 2015–2021. Deze wordt als bijlage van het ontwerpNationaal Waterplan 2 eind december van dit jaar ter inzage gelegd. Na raadpleging van uw Kamer kan het kabinet eind 2015 haar definitieve besluit over de voorgestelde visserijmaatregelen nemen. Daarna zal de Europese Commissie conform de procedure van artikel 11 van het GVB besluiten over het vaststellen van deze voorgestelde maatregelen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven