33 414 Protocol tot wijziging van de Overeenkomst van 14 januari 1964 ter uitvoering van artikel 37, lid 2, van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie; Brussel, 6 juni 2012 (Trb. 2012, 108)

B /Nr. 2 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 27 juni 2012 en het nader rapport d.d. 4 september 2012, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001350, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst van 14 januari 1964 ter uitvoering van artikel 37, lid 2, van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie; Brussel, 6 juni 2012, met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 juni 2012, no. 12.001350, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 27 juni 2012, nr. W02.120200/II, bied ik U hierbij aan.

Het protocol wijzigt de verdeelsleutel van de Benelux-contributies voor de drie lidstaten van de Benelux Unie. De Nederlandse bijdrage wordt verhoogd van 48,5% van de jaarlijkse begroting tot 53% van de jaarlijkse begroting. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de goedkeuring van het Protocol, maar plaatst de volgende kanttekening bij de voor de verhoging gegeven toelichting.

In de toelichtende nota wordt gesteld dat de verdeelsleutel van de contributies aansluit op de bevolkingsaantallen van de drie Benelux-lidstaten en dat hoewel deze aantallen zijn veranderd, de begrotingsbijdragen sinds de oprichting in 1960 niet zijn gewijzigd. Dit is aanleiding geweest om de verdeelsleutel te wijzigen naar een nieuwe verhouding, waarbij Nederland en Luxemburg meer zullen en België minder zal gaan betalen.

De Afdeling merkt op dat, anders dan de toelichting stelt, in de toelichtende nota bij het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie niet als uitgangspunt wordt gesteld dat de verdeelsleutel is gebaseerd op de bevolkingsaantallen van de lidstaten.1 Het gelijke aandeel van Nederland en België in die verdeelsleutel terwijl ook in 1960 de bevolkingsaantallen van beide landen substantieel verschilden, wijst ook niet in die richting. Ook in de voorgestelde verdeling ontbreekt een rekenkundig verband tussen de verdeling van inwonersaantallen (NL 60,5% – BE 37,7% – LU 1,8%) en de vastgestelde verdeelsleutel (NL 53% – BE 41% – LU 6%).

De Afdeling adviseert de toelichtende nota met inachtneming van het bovenstaande te nuanceren.

Gelet op het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is de eerste zin van de toelichtende nota gewijzigd. Verder is de toelichting op artikel I van het Protocol aangepast.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld protocol wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,

J. P. H. Donner

Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het Protocol vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal


X Noot
1

De Toelichtende nota stelt enkel dat de verdeling van de kosten tussen België en Luxemburg in het verleden was gebaseerd op de verhouding van het aantal inwoners volgens de laatste volkstelling, Kamerstukken II 1964/65, 8 023, nr. 1, blz. 2.

Naar boven