33 400 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013

Nr. 170 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 21 november 2013

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 12 juli 2013 en het bijbehorende rapport inzake de Schoolkostenmonitor vo en mbo, meting 2012–2013 (Kamerstuk 33 400 VIII, nr. 160). Bij brief van 20 november 2013 hebben de Minister en Staatssecretaris deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Wolbert

Adjunct-griffier van de commissie, Zinkstok

Inhoud

I

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

     
 

1. Algemeen

2

 

2. Vrijwillig karakter vrijwillige bijdrage

2

 

3. Hoogte schoolkosten

3

 

4. Toekomstige ontwikkeling schoolkosten

3

 

5. Medezeggenschap en ouderbetrokkenheid

4

 

6. Misstanden

4

     

II

Reactie van de Minister en Staatssecretaris

5

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

1. Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de «Schoolkostenmonitor vo1 en mbo2. Meting 2012–2013». Dit onderzoek geeft een beeld van de kosten die ouders en studenten gemiddeld maken voor het volgen van een opleiding. Deze leden hebben naar aanleiding van dit onderzoek een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister en de Staatssecretaris.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de «Schoolkostenmonitor vo en mbo» en de beleidsreactie van de Staatssecretaris daarop. Zij hebben enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris en het bijgevoegde rapport. Deze leden zijn altijd bijzonder kritisch geweest op de manier waarop schoolkosten aan ouders werden berekend. Met name met het fenomeen «vrijwillige bijdrage» vraagt om oplettendheid. Dit rapport biedt naar mening van deze leden geen enkele aanleiding om die kritische houding te verlaten. Daarom hebben zij een aantal vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de monitor en de reactie van het kabinet daarop. Zij hebben hierover enkele vragen.

2. Vrijwillig karakter vrijwillige bijdrage

De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd of het voor ouders wel duidelijk is dat er een onderscheid bestaat tussen vrijwillige en niet-vrijwillige kosten in het voortgezet onderwijs. Een aantal jaar geleden is hier veel over te doen geweest in het primair onderwijs, toen bleek dat veel scholen onjuiste of helemaal geen informatie over de vrijwilligheid van deze bijdrage aan ouders verschaften. Pas toen de Inspectie van het Onderwijs hier bovenop ging zitten kwam er meer duidelijkheid. Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeverre ouders daadwerkelijk weten dat de vrijwillige bijdrage vrijwillig is? En als zij dit niet weten, wat is het kabinet dan voornemens om hier aan te doen, zo willen deze leden weten.

De leden van de PvdA-fractie hebben in het verleden met de motie-Çelik/Biskop3 erop aangedrongen dat de regering de scholen voor basis-, voortgezet en beroepsonderwijs nogmaals nadrukkelijk zou wijzen op het onverplichte karakter van de vrijwillige ouderbijdragen en de Inspectie van het Onderwijs alert te laten reageren op elk signaal dat een school de vrijwillige bijdrage een verplicht karakter heeft gegeven. Kan de Staatssecretaris specificeren tot welke acties van de inspectie dit heeft geleid, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie zijn ongelukkig met het feit dat de vrijwillige ouderbijdrage de grootste kostenpost blijkt te zijn in het praktijkonderwijs en in de brugklas. Zij zijn benieuwd of, hoe en wanneer de Staatssecretaris ouders wederom gaat wijzen op het vrijwillige karakter van de vrijwillige ouderbijdrage.

3. Hoogte schoolkosten

De leden van de VVD-fractie lezen dat uit de mbo-monitor naar voren komt dat kosten voor boeken en andere studiematerialen dalen. Toch ontvangen deze leden signalen dat studenten dure studiematerialen moeten kopen die zij vervolgens niet of nauwelijks gebruiken. Ook ontvangen deze leden signalen dat ouders soms honderden euro’s moeten betalen voor excursies en bedrijfsbezoeken, die echter vervolgens niet plaatsvinden. De leden van deze fractie vinden dit zeer onwenselijk. Ontvangt de Minister deze signalen ook? Zo ja, wat doet het kabinet met deze signalen, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie vinden het een goede ontwikkeling dat de schoolkosten over de brede linie, zowel in het vo als in het mbo, sinds de laatste meting zijn afgenomen. Zij vragen wat de reden is dat de schoolkosten over de hele linie daalden. Ongelukkig zijn deze leden daarentegen met het feit dat de vrijwillige ouderbijdrage de grootste kostenpost blijkt te zijn in het praktijkonderwijs en in de brugklas. In het licht hiervan vinden zij het opmerkelijk dat er wel een maximum aan de schoolkosten wordt gesteld, maar niet aan de vrijwillige ouderbijdrage. Ook vrezen deze leden dat sommige scholen het deel van de kosten dat niet binnen de gemaximeerde schoolkosten gaat vallen, gaan overhevelen naar de vrijwillige ouderbijdrage. Hoe wil de Staatssecretaris met deze situatie omgaan?

De genoemde leden zijn blij met het feit dat de schoolkosten geen groot stempel drukken op de schoolkeuze. Toch zijn zij niet blind voor de afschrikwekkende werking die sommige scholen lijken te willen bewerkstelligen door schoolkosten of vrijwillige ouderbijdrage erg hoog te maken. Deze leden vragen de Staatssecretaris hier waakzaam op te zijn.

Deze leden delen niet het uitgangspunt van de Staatssecretaris dat een eigen bijdrage van € 424 per kind redelijk is. Zij zijn namelijk van mening dat de overheid primair verantwoordelijk is voor het onderwijs en de bijbehorende hulpmiddelen. Dat veel scholen bij extra schoolactiviteiten een financiële tegemoetkoming of een ander alternatief bieden aan minder draagkrachtige ouders, is volgende deze leden begrijpelijk en sociaal, maar dat zou niet nodig moeten zijn. Bijdragen die zo hoog zijn dat dit überhaupt nodig is, vinden deze leden onwenselijk.

De leden van de CDA-fractie vinden het bevredigend om te lezen dat de schoolkosten zijn gedaald ten opzichte van de vorige meting. Wel lezen zij met verbazing dat de vrijwillige ouderbijdragen zijn gestegen. Wat is de reden hiervoor? Is het waar dat de verplichte en de vrijwillige ouderbijdragen communicerende vaten zijn, zo vragen zij.

4. Toekomstige ontwikkeling schoolkosten

De leden van de SP-fractie vrezen grote veranderingen in de schoolkosten en ouderbijdrage wanneer de gratis schoolboeken verdwijnen. Heeft de Staatssecretaris hier bepaalde verwachtingen van? Hoe is de Staatssecretaris van plan om te gaan met de te verwachten nieuwe situatie, zo willen deze leden weten.

De leden van de CDA-fractie zien graag een overzicht tegemoet van de manier waarop schoolkosten zich gaan ontwikkelen door de plannen van het kabinet om de gratis schoolboeken af te schaffen. Gaarne zien deze leden ook een kostenoverzicht van alle maatregelen van dit kabinet voor ouders met schoolgaande kinderen.

Voorts vragen deze leden zich af hoe de kostendekking vanuit de WTOS4 eruitziet als ouders de schoolboeken weer moeten betalen. Blijven de genoemde percentages onveranderd?

Is het kabinet bereid de kosten voor de schoolboeken te monitoren, zodat scholen niet meer met de creditcard van de ouders in de hand boeken aanschaffen en zich onvoldoende om de kosten bekommeren, zo vragen deze leden.

5. Medezeggenschap en ouderbetrokkenheid

De leden van de VVD-fractie merken op dat het in het vo en in het mbo aan schoolbestuurders en medezeggenschap is om correct invulling te geven aan de vrijwillige schoolkosten. In hoeverre zijn de medezeggenschapsraden toegerust op deze taak? In het mbo zijn centrale studentenraden al een behoorlijke tijd verplicht. De genoemde leden willen graag weten of alle mbo-instellingen inmiddels een dergelijk orgaan voor studenten hebben ingericht en of deze ook goed functioneren. Ook als het gaat om ongebruikte schoolmaterialen zouden juist de inspraakorganen voor leerlingen en studenten een grote rol kunnen spelen. In hoeverre gebeurt dat op dit moment, zo vragen deze leden.

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de schoolkosten die ouders moeten maken voor hun schoolgaande kinderen in de hand moeten worden gehouden, omdat het vaak gaat om keuzes die onderwijsinstellingen maken op rekening van de ouders die daarbij worden geconfronteerd met vormen van gedwongen winkelnering. Kan de Staatssecretaris nader toelichten in hoeverre de schoolkosten leiden tot geschillen tussen de ouder- en/of deelnemersgeleding van de medezeggenschapsraad en de schoolbesturen? Wijst de mate waarin zulke geschillen voorkomen op voldoende ouderbetrokkenheid op dit punt? Of schort het op dit punt wellicht aan voldoende informatie aan de medezeggenschapsraden, zo willen deze leden weten.

De leden van de SP-fractie zijn warm voorstander van grote ouderbetrokkenheid, zeker in tijden waarin we allemaal moeten participeren. Dit laat volgens deze leden echter onverlet dat het van belang is dat er duidelijke regels zijn omtrent schoolkosten en ouderbijdragen en dat scholen in geen geval excessieve bedragen zouden moeten vragen. Volgens deze leden is een combinatie van heldere regels en goed georganiseerde medezeggenschap cruciaal.

6. Misstanden

De leden van de VVD-fractie wijzen op het «Zwartboek Schoolkosten mbo» dat de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) vorig jaar aan de Tweede Kamer heeft uitgereikt. Met dit Zwartboek toonde de JOB aan dat mbo-instellingen op grote schaal de regels met betrekking tot schoolkosten overtraden. Zo brachten zij steevast kosten in rekening die zij helemaal niet mochten verhalen op studenten, of maakten zij van de vrijwillige bijdrage een verplichte kostenpost. De genoemde leden ontvangen signalen dat deze praktijken nog steeds aan de gang zijn. De JOB heeft hier recent ook aandacht voor gevraagd in een publicatie in dagblad Spits.5 Deze leden zijn ontstemd over het feit dat ondanks de vele toezeggingen van het kabinet deze problemen nog steeds aan de orde zijn. Dit beschadigt keer op keer het imago van het beroepsonderwijs in Nederland en vermindert de aantrekkelijkheid voor studenten om voor deze studies te kiezen terwijl we deze vakmensen zo broodnodig hebben. Ontvangt het kabinet deze signalen ook? Zo ja, welke stappen worden er gezet om een einde te maken aan deze praktijken, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over mbo-instellingen waar mogelijk onjuist wordt omgesprongen met de ouderbijdrage, bijvoorbeeld doordat er incassoprocedures in gang worden gezet voor het incasseren van vrijwillige ouderbijdragen of doordat ouderbijdragen worden gevraagd voor zaken waarvoor die bijdrage niet bedoeld is. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe hij met dergelijke gevallen om wil gaan, zo willen deze leden weten.

II Reactie van de Minister en Staatssecretaris

1. Algemeen

Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van het verslag van het schriftelijk overleg over de Schoolkostenmonitor 2013.6 Wij zijn de leden van de verschillende fracties erkentelijk voor hun inbreng. In deze brief gaan wij in op de vragen in het verslag, daarbij houden wij de volgorde van de vraagstelling aan.

De Schoolkostenmonitor 2013 heeft laten zien dat in zowel het vo als het mbo over de gehele linie de schoolkosten zijn gedaald. De formele waarborgen die gecreëerd zijn ten behoeve van de medezeggenschapsraden blijken goed te functioneren. Het kabinet ziet dan ook geen aanleiding het beleid aan te scherpen. Het kabinet hecht zeer aan een transparante informatievoorziening van de medezeggenschapsraden en ouders. Dit beleid wordt gecontinueerd.

Op 11 oktober jl. heeft het kabinet een akkoord gesloten met D66, CU en SGP. Daarin is de maatregel uit het regeerakkoord omtrent het afschaffen van de gratis schoolboeken teruggedraaid. Scholen blijven een bedrag voor lesmateriaal in de lumpsum ontvangen. Dit betekent dat een aantal vragen in deze brief een ander perspectief heeft gekregen. De vragen over het kabinetsbeleid voor ouders met schoolgaande kinderen houden nu geen verband meer met de Schoolkostenmonitor en zijn beantwoord in het debat over het begrotingsakkoord 2014 van 16 oktober jl. Ook de vraag betreffende de compensatie voor de kosten van lesmateriaal vanuit de WTOS is door het gesloten akkoord niet meer aan de orde.

2. Vrijwillige karakter vrijwillige ouderbijdrage

De leden van de VVD-fractie vragen of kan worden aangegeven in hoeverre ouders daadwerkelijk weten dat de vrijwillige ouderbijdrage vrijwillig is.

Het kabinet heeft geen signalen ontvangen waaruit blijkt dat de huidige procedures niet worden nageleefd. Dit is ook door de Inspectie van het Onderwijs na onderzoek vastgesteld.7 De school is verplicht het vrijwillige karakter van de vrijwillige ouderbijdrage te communiceren naar ouders in zowel de schoolgids als het schoolplan. Daarnaast zijn de medezeggenschapsraden, die instemming moeten verlenen op de vaststelling van de vrijwillige ouderbijdrage, op de hoogte van het vrijwillige karakter van de vrijwillige ouderbijdrage en dragen dat ook actief uit.

De vraag van zowel de leden van de SP-fractie als de leden van de VVD-fractie of, hoe en wanneer ouders wederom op het vrijwillige karakter van de vrijwillige ouderbijdrage worden gewezen, kunnen wij positief beantwoorden. Het kabinet is voornemens de brochure «Uw bijdrage aan de schoolkosten» die voor de medezeggenschapsraden is bedoeld, te actualiseren en breed te verspreiden. Daarnaast zal er naast bovenstaande brochure ook een uittreksel voor ouders beschikbaar komen, waarin kort wordt uiteengezet wat hun rechten en plichten zijn rondom schoolkosten.

De leden van de PvdA hebben destijds met de motie-Çelik/Biskop8 erop aangedrongen de inspectie alert te laten reageren op elk signaal waaruit blijkt dat een school de vrijwillige bijdrage een verplicht karakter heeft gegeven en vragen of nader gespecificeerd kan worden tot welke acties van de Inspectie dit heeft geleid.

In oktober 2012 is een handhavingsonderzoek van de Inspectie aan uw Kamer aangeboden waarin onderzocht is in hoeverre scholen zich aan de regels omtrent de vrijwillige ouderbijdrage houden.9 Bij hercontrole voldeed 100% van de onderzochte scholen aan de wet. Een aanscherping van het beleid is dan ook niet aan de orde. Het onderwerp vrijwillige ouderbijdrage heeft mijn permanente aandacht. In de mbo-sector wordt sinds september 2012 bij alle reguliere onderzoeken van de Inspectie nadrukkelijk naar schoolkosten gekeken. Ook vindt onderzoek plaats door de Inspectie naar aanleiding van ontvangen signalen en geïnventariseerde risico’s. Signalen op dit gebied worden serieus behandeld; de Inspectie doet bij een signaal altijd nader onderzoek. Op dit moment loopt een zeer beperkt aantal (her)onderzoeken naar schoolkosten bij mbo-instellingen.

3. Hoogte schoolkosten

De leden van de VVD-fractie lezen dat, uit de mbo-monitor naar voren komt dat kosten voor boeken en andere studiematerialen dalen. Toch ontvangen deze leden signalen dat studenten dure studiematerialen moeten kopen die zij vervolgens niet of nauwelijks gebruiken. Ook ontvangen deze leden signalen dat ouders soms honderden euro’s moeten betalen voor excursies en bedrijfsbezoeken, die vervolgens echter niet plaatsvinden. De leden van deze fractie vinden dit zeer onwenselijk. De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet deze signalen ook ontvangt en wat de regering met deze signalen doet.

Ook wij hebben deze signalen vanuit het mbo ontvangen. Deze signalen betreffen niet alleen de vrijwillige bijdrage maar soms ook het in rekening brengen van onderwijsbenodigdheden waarvoor de instelling verantwoordelijk is. De ambtsvoorganger van de Minister heeft middels een brief, van 11 mei 2012, aan de mbo-instellingen aangegeven wat de kaders van de wet zijn met betrekking tot schoolkosten, waarbinnen de instelling moet handelen. Ook de Tweede Kamer is hierover geïnformeerd per brief van 15 mei 2012.10 Uitgangspunt is dat de instelling dient te voorzien in een basisuitrusting die nodig is om de student tot een diploma op te leiden, zoals machines, gereedschappen, gebruiksmaterialen zoals hout, metaal, enkele computers voorzien van de benodigde software-licenties of de schoolpas. In de brief aan de instellingen is een niet-limitatieve lijst met voorbeelden genoemd. Er zijn evenwel ook onderwijsbenodigdheden waarin de instelling niet hoeft te voorzien, maar waarvan de instelling het redelijk acht dat de student hierover beschikt en er zelf verantwoordelijkheid voor draagt. Dit zijn met name onderwijsbenodigdheden die de student nodig heeft om de lessen voor te bereiden, bijvoorbeeld een agenda, rekenmachine, een laptop als deze de schoolboeken volledig vervangt, en zaken die afhankelijk zijn van persoonlijke kenmerken zoals werkkleding en – schoenen. De instelling dient sober te zijn bij het voorschrijven van dit soort onderwijsbenodigdheden waarbij ook geen sprake mag zijn van verplichte winkelnering. De instelling dient op heldere wijze, voorafgaand aan de inschrijving, informatie te verschaffen over de vrijwillige bijdrage en kenbaar te maken over welke onderwijsbenodigdheden de student dient te beschikken, zodat deze een inschatting kan maken van de bijkomende kosten. Daarnaast heeft JOB een voorlichtingsbrochure gemaakt voor de mbo-studenten en ouders. Met de uitleg die is weergegeven in de brief van de ambtsvoorganger van de Minister van 11 mei 2012 en intensivering van het inspectieonderzoek wil de Minister misstanden aanpakken en voorkomen. De Inspectie heeft het beeld dat de maatregelen in de mbo-sector hebben geleid tot instellingsbreed (verbeterd) beleid. Wij beschouwen het studiejaar 2012–2013 evenwel als een overgangsjaar dat instellingen kunnen gebruiken om het schoolkostenbeleid aan te passen, mede omdat de brief van 11 mei 2012 eerst is verzonden nadat het schoolkostenbeleid voor de meeste instellingen al was vastgesteld. De Inspectie houdt rekening met deze context, maar als aan de wettelijke eisen niet wordt voldaan, eist zij herstelmaatregelen.

Wij zijn met de SP-fractie eens dat het een goede ontwikkeling is dat de schoolkosten over de brede linie, zowel in het vo als in het mbo, sinds de laatste meting zijn afgenomen. Zij vragen wat de reden is dat de schoolkosten over de hele linie zijn gedaald.

De posten eenmalige uitgave, gereedschappen en materialen, ICT en voor een deel ook extra activiteiten laten over de hele linie een (forse) daling in de kosten zien. De daling op die posten is groter dan de stijging van de vrijwillige ouderbijdrage, wat resulteert in een daling van de totale schoolkosten voor ouders. Wat betreft de mbo-sector was de belangrijkste daling toe te schrijven aan de post schoolboeken. Bovendien waren er bij deze meting beduidend meer respondenten in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Uit de Schoolkostenmonitor komt naar voren dat deze groep studenten, die veelal lagere kosten ervaren, bij de vorige meting wellicht in mindere mate vertegenwoordigd was.

De leden van de SP-fractie vrezen dat scholen in het vo die meer dan € 300,– willen uitgeven aan lesmateriaal dit gaan overhevelen naar de vrijwillige ouderbijdrage, op het moment dat ouders verplicht worden de kosten voor het lesmateriaal te betalen, en vragen hoe de regering hiermee wil omgaan.

Deze zorg delen wij niet. Door het afgesloten begrotingsakkoord 2014 verandert er niets aan de huidige wetgeving wat betreft de financiering voor lesmateriaal in het vo. Scholen bekostigen uit de lumpsum de aanschaf van lesmateriaal, waarbij zij vrij zijn in welk percentage van de lumpsum zij daarvoor beschikbaar stellen. Wel blijven wij, in het kader van toekomstgericht onderwijs, graag het debat over innovatief leermiddelenbeleid met u en de scholen voeren.

De leden van de SP-fractie vragen voorts of de regering waakzaam wil zijn op signalen waaruit blijkt dat de hoogte van de schoolkosten of vrijwillige ouderbijdrage de schoolkeuze beïnvloedt.

Het is onwenselijk dat ouders beïnvloed worden in hun schoolkeuze primair vanwege de schoolkosten. Door middel van de schoolkostenmonitor wordt dit in de gaten gehouden.

De leden van de CDA-fractie vragen wat de reden is van de gestegen vrijwillige ouderbijdrage.

De stijging in het vo komt voornamelijk doordat een aantal posten die in het verleden vaak apart in rekening werden gebracht bij ouders, nu door scholen verwerkt zijn in de vrijwillige ouderbijdrage. Daarnaast worden de laatste jaren meer buitenlandreizen georganiseerd. Die kosten zijn fors, maar zijn over het algemeen eenmalig. In de mbo-sector is over de hele linie een lichte stijging ten opzichte van de vorige meting te zien in de orde van grootte van € 10–15. De Inspectie ziet er scherp op toe dat niet de wettelijke grenzen worden overschreden. De vrijwillige bijdrage moet alleen voor extra faciliteiten gelden en daarmee een vrijwillige keuze zijn.

Verder vragen de leden van de CDA-fractie of het waar is dat de verplichte en de vrijwillige ouderbijdragen van school communicerende vaten zijn.

Er is geen sprake van communicerende vaten, aangezien zowel de doelen van, als de plichten rondom de posten verschillen. Enerzijds zijn de kosten voor materialen en gereedschappen. Rekeningen die ouders voor deze kosten ontvangen, hoeven niet te worden betaald, maar wanneer een ouder de school niet betaalt voor het gebruik, dient hij/zij zelf voor het materiaal te zorgen. Leraren mogen in dit kader materialen voorschrijven, zoals een rekenmachine of atlas. Examentrainingen en examenbundels vallen overigens onder materialen die scholen kosteloos aan leerlingen dienen te verstrekken. Anderzijds is er ook een post overige schoolkosten, zoals voor excursies en andere activiteiten. Ook een bijdrage hieraan is vrijwillig, maar wanneer ouders deze niet betalen, is de school verplicht een kosteloos alternatief aan te bieden aan de desbetreffende leerling.

4. Toekomstige ontwikkeling schoolkosten

De leden van de SP-fractie vrezen grote veranderingen in de schoolkosten en ouderbijdrage wanneer de gratis schoolboeken verdwijnen en vragen of de regering hier bepaalde verwachtingen van heeft en vraagt tevens hoe de regering van plan is om te gaan met de te verwachten nieuwe situatie.

Omdat het afschaffen van de Wet Gratis Schoolboeken is teruggedraaid, verwachten wij geen grote stijging meer in de schoolkosten in het voortgezet onderwijs. De Schoolkostenmonitor heeft met de daling van de totale schoolkosten laten zien dat scholen en medezeggenschapsraden hun verantwoordelijkheid aankunnen. Wij hebben er dan ook alle vertrouwen in dat de scholen en medezeggenschapsraden de ingezette kwaliteitsslag met betrekking tot het leermiddelenbeleid zullen voortzetten en ook de komende jaren hun verantwoordelijkheid blijven nemen.

De leden van de CDA-fractie vragen of zij een overzicht kunnen ontvangen van de manier waarop schoolkosten zich gaan ontwikkelen door de plannen van het kabinet om de gratis schoolboeken af te schaffen.

Een overzicht van toekomstige kosten is niet beschikbaar, temeer omdat scholen, met instemming van de medezeggenschapsraden, vrij zijn in het vaststellen van de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage. Ook is er met het behoud van de gratis schoolboeken geen aanleiding meer om enorme stijgingen van de schoolkosten te verwachten.

De leden van de CDA-fractie vragen ook of het kabinet bereid is de kosten voor schoolboeken te monitoren om uitwassen te voorkomen.

Gezien het besluit de gratis schoolboeken te handhaven, is een monitor voor de kosten voor schoolboeken om uitwassen te voorkomen niet meer aan de orde. Het kostenbesparende element uit de Wet Gratis Schoolboeken blijft bestaan en is ook effectief. Om zicht te blijven houden op de schoolkosten voor ouders en leerlingen, blijven wij de schoolkostenmonitor wel uitvoeren.

5. Medezeggenschap en ouderbetrokkenheid

De leden van de VVD-fractie merken op dat het in het vo en in het mbo aan schoolbestuurders en medezeggenschap is om correct invulling te geven aan de vrijwillige schoolkosten. De leden vragen in hoeverre de medezeggenschapsraden toegerust zijn op deze taak.

Gezien de daling van de totale schoolkosten, zoals in de Schoolkostenmonitor 2013 te zien is, blijkt dat de medezeggenschapsraden na informatievoorziening voldoende in positie zijn om op correcte wijze invulling te geven aan de vrijwillige schoolkosten. De oudergeledingen binnen de medezeggenschapsraden weten de medezeggenschapsondersteuning van de sectororganisaties te vinden.

De leden van de PvdA-fractie vragen of nader kan worden toegelicht in hoeverre de schoolkosten leiden tot geschillen tussen de ouder- en/of leerlinggeleding van de medezeggenschapsraad en de schoolbesturen en of de mate waarin zulke geschillen voorkomen wijst op voldoende ouderbetrokkenheid op dit punt, of dat het op dit punt wellicht schort aan voldoende informatie aan de medezeggenschapsraden.

Geschillen worden niet gemonitord en het kabinet kan u dan ook niet informeren over eventuele oorzaken ervan. Het kabinet vat deze vraag op als een signaal dat informatievoorziening uitermate belangrijk is en wij delen de mening dat de oudergeledingen binnen de medezeggenschapsraden stevig in het beleid moeten zitten. Het kabinet hecht zeer aan een goede samenwerking tussen de medezeggenschapsraden en schoolbesturen en verneemt graag signalen over geschillen.

De leden van de VVD-fractie willen graag weten of alle mbo-instellingen inmiddels een orgaan voor studenten hebben ingericht en vragen of deze ook goed functioneren. Er zijn niet alleen centrale studentenraden, maar bij de grote instellingen worden veelal ook deelraden ingesteld. Studentenraden bevinden zich echter nog in de prille ontwikkelingsfase. Wij hebben samen met JOB geïnvesteerd in trainingen, instrumenten ter ondersteuning en een campagne. Ook dit jaar wordt met JOB een tweejarenplan opgesteld om de studentenraden verder te ondersteunen en te professionaliseren. Een aandachtspunt daarbij is dat studenten in een studentenraad vaak wisselen en dat maakt het moeilijk om continuïteit in kennis en ervaring voor de studentenraad te behouden.

6. Misstanden

De leden van de VVD-fractie wijzen op het «Zwartboek Schoolkosten mbo» dat JOB vorig jaar aan de Tweede Kamer heeft uitgereikt. Met dit Zwartboek toonde JOB aan dat mbo-instellingen op grote schaal de regels met betrekking tot schoolkosten overtraden. Zo brachten zij steevast kosten in rekening die zij helemaal niet mochten verhalen op studenten, of maakten zij van de vrijwillige bijdrage een verplichte kostenpost. De leden van de VVD-fractie willen weten of het kabinet deze signalen ook ontvangt? En zo ja, welke stappen er gezet worden om een einde te maken aan deze praktijken.

Ook wij hebben eerder signalen over misstanden vanuit het mbo ontvangen. Daarom zijn er een aantal maatregelen getroffen in 2012. Allereerst heeft de Inspectie, naar aanleiding van het «Zwartboek Schoolkosten mbo», een onderzoek en heronderzoek uitgevoerd bij de in het Zwartboek genoemde 13 instellingen. Na heronderzoek is er één instelling waarbij de schoolkosten nog niet voldoende op orde zijn. Hiernaar vindt in schooljaar 2013–2014 wederom een heronderzoek plaats. Daarnaast zijn er andere maatregelen genomen zoals een nadere uitleg van de wet t.a.v. dit onderwerp. Daarvoor verwijzen wij naar het antwoord onder het derde kopje «Hoogte schoolkosten». Het kabinet vindt het van belang dat het bevoegd gezag met de studentenraden het gesprek voert over het schoolkostenbeleid. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk om dit beleid binnen de contouren van de wetgeving vorm te geven. De studentenraden doen er goed aan om eventuele misstanden te signaleren en te bespreken met het bevoegd gezag. Met JOB is afgesproken dat nieuwe signalen van mogelijke misstanden worden doorgeleid naar de Inspectie. De Inspectie neemt dan, waar nodig, contact op met de mbo-instelling en doet eventueel verder onderzoek. Wij voeren regelmatig gesprekken met JOB over de ontwikkelingen m.b.t. de schoolkosten. Op dit moment is een subsidie in voorbereiding voor het versterken van de medezeggenschap, ook specifiek op het gebied van schoolkosten, én verkennen we of uitbreiding van de wettelijke bevoegdheden van de studentenraden ten aanzien van het schoolkostenbeleid nodig is.

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over mbo-instellingen waar mogelijk onjuist wordt omgesprongen met de ouderbijdrage.

Wij hebben de Inspectie verzocht scherp erop toe te zien dat op een juiste manier omgegaan wordt met de vrijwillige bijdragen. Bij elk onderzoek in het kader van de staat van de instelling wordt naar schoolkostenbeleid gekeken en bij signalen van onjuist beleid doet de Inspectie nader onderzoek.


X Noot
1

vo: voortgezet onderwijs.

X Noot
2

mbo: middelbaar beroepsonderwijs.

X Noot
3

Kamerstuk 33 000 VIII, nr. 73.

X Noot
4

WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

X Noot
5

«Spooknota’s op mbo», Spits van 4 september 2013.

X Noot
6

Kamerstuk 33 400, nr. 160.

X Noot
7

Kamerstuk 31 289, nr. 141.

X Noot
8

Kamerstuk 33 000 VIII, nr. 73.

X Noot
9

Kamerstuk 31 289, nr. 141.

X Noot
10

Kamerstuk 31 524, nr. 134.

Naar boven