Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2012
In mijn brief van 30 maart jongstleden (Kamerstuk 31 524, nr. 128) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot mijn reactie op
het «Zwartboek schoolkosten 2012» van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB)
en de brief van de MBO Raad inzake de stand van zaken in het dossier Schoolkosten
MBO (kenmerk JZi/GWA/202895/2012).
Ik heb aangegeven dat het overleg, dat mijn ministerie in het najaar van 2011 met
JOB en MBO Raad heeft gevoerd over actualisering van het Servicedocument Vrijwillige Bijdrage uit 2004, niet heeft geleid tot overeenstemming en dat ik daarom heb besloten zelf
een nadere uitleg te geven over de schoolkosten en vrijwillige bijdrage. In het algemeen
overleg met uw Kamer op 11 april jongstleden over het mbo heb ik 15 mei 2012 als streefdatum
genoemd.
Als bijlage treft u de brief aan de bve-instellingen aan met daarin een nadere uitleg
van de WEB over schoolkosten en vrijwillige ouder- of deelnemersbijdrage1. Deze brief bevat een nadere uitleg van de wet en geeft een handreiking aan scholen
in de bve-sector bij de wijze waarop in de toekomst met deze materie kan worden omgegaan.
De brief is een aanvulling op de brief van 13 januari 1994 van toenmalig minister
van OCW, dr.ir. J.M.M. Ritzen, die (als bijlage 2) bij de brief aan de instellingen
is bijgevoegd.
De leidraad biedt een duidelijke richting (de school is verantwoordelijk voor de basisuitrusting)
maar is geen uitputtende lijst van kosten die wel en niet in de bve-sector in rekening
mogen worden gebracht. Eerdere pogingen om met een dergelijke lijst helderheid te
verschaffen, zijn ineffectief gebleken. De invulling van schoolkosten behoort tot
de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling. Ik hecht eraan dat scholen hierover
structureel het gesprek aangaan met studenten (en hun ouders). Op dit moment heeft
de studentenraad instemmingsrecht op de vrijwillige bijdrage. Ik zal verkennen hoe
ik de medezeggenschap op het punt van het schoolkostenbeleid binnen de scholen verder
kan versterken.
Het onderwerp schoolkosten wordt een vast element in het reguliere toezicht. Bij de
driejaarlijkse instellingsanalyse (de staat van de instelling) zal de Inspectie van
het Onderwijs standaard ook naar schoolkosten/vrijwillige bijdrage kijken. Daarnaast
zal onderzoek plaatsvinden naar aanleiding van signalen en risico’s.
De onderzoeken bij 12 instellingen die in het zwartboek zijn genoemd worden op dit
moment afgerond. De brief met het definitieve oordeel van de inspectie zal rond 1 juni
2012 aan de scholen worden gezonden en 5 weken daarna openbaar worden. Ik zal u dan
informeren over de uitkomsten.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart