31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 141 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2012

Inleiding

In april 2010 startte de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) het handhavingsonderzoek naar de naleving van de wettelijke voorschriften voor de vrijwillige ouderbijdrage. Hiervoor heeft de inspectie 88 VO-vestigingen onderzocht. Met deze brief bied ik u het inspectierapport «Vrijwilligheid ouderbijdragen bewust gemaakt», Eindrapport Project Handhaving Ouderbijdragen in het VO 2010/2012» aan.1 Hiermee voldoe ik aan de toezegging van mijn voorganger om u over dit thema op de hoogte te houden.2

Na een korte beschrijving van de wettelijke normen voor de vrijwillige ouderbijdrage, ga ik in mijn reactie in op de meest in het oog springende resultaten van het onderzoek en welke conclusie hieruit getrokken kan worden voor de toekomst.

1. Wettelijke normen

Het inspectieonderzoek is bij de start in 2010 gebaseerd op de handhaving van de wettelijke bepalingen voor de ouderbijdrage, de zogenaamde vijf «kernpunten van de wet»:

  • de toelating tot het onderwijs;

  • adequate informatie in de schoolgids over de vrijwillige ouderbijdrage;

  • de modelovereenkomst in de schoolgids;

  • de gratis lesmaterialen;

  • de instemming van de oudergeleding in de medezeggenschapsraad (MR).

In het voorjaar 2012 zijn alle bepalingen voor de modelovereenkomst uit de Wet voor het voortgezet onderwijs (WVO) geschrapt. Hierdoor werd het beoordelingskader van de inspectie beperkt tot de resterende vier kernpunten.

2. Resultaten

De resultaten van het onderzoek laten een aantal opvallende zaken zien:

1. Een verbetering op de naleving van de kernpunten van de wet

Geconstateerd kan worden dat de resultaten van de naleving van de wettelijke bepalingen rondom de ouderbijdrage aantoonbaar zijn verbeterd. Alle scholen die onderzocht zijn voldoen nu aan alle wettelijke vereisten en handhavingssancties zijn, in het kader van dit project, niet nodig gebleken. Ook de overige scholen van de besturen uit de steekproef hebben dikwijls de regelingen aangepast. Hiermee concludeer ik dat het door de inspectie gevoerde handhavingstoezicht op de naleving van de ouderbijdrage heeft geleid tot positieve resultaten.

2. Vrijwillige ouderbijdrage bewust gemaakt

Het handhavingsonderzoek laat zien dat het voor veel scholen aanvankelijk niet vanzelfsprekend was om herstelmaatregelen te treffen om aan álle wettelijke bepalingen te voldoen. Dit hangt deels samen met:

  • a) de angst van scholen dat de nadruk op de vrijwilligheid van elke gevraagde bijdrage leidt tot minder inkomsten;

  • b) het verschil in opvatting van scholen over de definitie van de ouderbijdrage die vaak niet overeenstemt met wat de WVO voorschrijft.

Het handhavingstoezicht heeft ertoe bijgedragen dat scholen en besturen zich bewuster zijn geworden van het vrijwillige karakter van elke aan ouders gevraagde bijdrage voor schoolkosten en dat ouders per voorziening een keuze (zouden moeten) kunnen maken om wel of niet van een bepaalde voorziening gebruik te maken (en daar dus wel of niet voor te betalen). Dit bewustzijn moet ook de scholen bereiken die niet onderzocht zijn.

3. Conclusie

De kern van de vrijwillige ouderbijdrage is dat ouders bewust een keuze kunnen maken om wel of niet voor een bepaalde voorziening te kiezen, en dus daar wel of niet voor te betalen. Deze vrijwilligheid is uitdrukkelijk vastgelegd in de WVO.

Ten behoeve van de toegankelijkheid van het onderwijs, is het van belang dat ook de scholen die geen onderdeel waren van dit onderzoek aan álle wettelijke bepalingen rondom de ouderbijdrage gaan voldoen. Zoals bekend is in het Regeerakkoord Rutte II de afschaffing van de Wet gratis schoolboeken opgenomen. Afhankelijk van de manier waarop deze toekomstige maatregel uitgevoerd gaat worden, zal ik nadere actie uitzetten op de communicatie naar scholen en ouders over het thema schoolkosten en vrijwillige ouderbijdrage. Daarmee streef ik tevens naar het wegnemen van eventuele onduidelijkheden over financiële bijdragen van ouders voor schoolkosten en het vrijwillige karakter hiervan.

Vanaf het schooljaar 2012/2013 zal het toezicht op de naleving in het reguliere toezicht van de inspectie worden opgenomen. Daardoor zullen de schoolgidsen van de schoolbesturen, die de inspectie bezoekt, worden gecontroleerd op het handelen ten aanzien van de vrijwillige ouderbijdrage. Daarnaast is in de Wet op het onderwijstoezicht geregeld dat de inspectie toeziet op de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). In dat kader zal ook gelet worden op de horizontale verantwoording van scholen van het schoolkostenbeleid zodat ook ouders invloed kunnen hebben op de invulling hiervan. De oudergeleding van de MR heeft namelijk door de WMS instemmingsrecht met betrekking tot de hoogte en bestemming van de aan ouders gevraagde bijdrage voor schoolkosten. Door deze (wettelijke) bevoegdheid is de oudergeleding tevens in de positie om een goede kwijtscheldingsregeling- en reductieregeling te treffen. Dit zijn thema’s die ik momenteel al onder de aandacht breng in mijn gesprekken met scholen en ouders. Daarnaast blijven ouders individueel de keuze houden om elke gevraagde bijdrage voor schoolkosten al dan niet of slechts gedeeltelijk te betalen. In dit kader blijft de inspectie er scherp op toezien dat scholen in hun schoolgids opnemen dat alle aan ouders gevraagde bijdragen vrijwillig zijn.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Het onderzoek naar het thema ouderbijdragen is uitgevoerd samen met het onderzoek over het thema sponsoring. Dit rapport beperkt zich echter tot de rapportage over het onderzoek naar ouderbijdragen, ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Brief van 13 juli 2010 met kenmerk 222 207 over Sardes Schoolkostenmonitor 2009–2010.

Naar boven