33 400 III Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Algemene Zaken (IIIA) en van het Kabinet der Koningin (IIIB) en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2013

B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 9 april 2013

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 21 februari 2013 een brief gestuurd aan de minister-president inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan.

De minister-president heeft op 5 april 2013 gereageerd.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin, F. Bergman

BRIEF AAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Den Haag, 21 februari 2013

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan.

Middels deze brief attendeer ik u op het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen. Vandaag ontvangt u digitaal een overzicht van de toezeggingen waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 januari 2013 is verstreken. Daarbij treft u tevens, ter informatie, een overzicht aan van alle openstaande of deels voldane toezeggingen, zoals gebruikelijk is bij het aantreden van een nieuw kabinet. Beide lijsten zijn terug te vinden via de volgende links:

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen, graag voor vrijdag 29 maart 2013. Het betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is vestreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden en is er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s, wetsvoorstellen en dergelijke, waarin aan een toezegging aan de Eerste Kamer wordt voldaan, rechtstreeks aan deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het toezeggingenregistratienummer.

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, G.J. de Graaf

BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2013

In uw brief d.d. 21 februari 2013, met kenmerk 152172u, legt u een weergave van door mij gedane toezeggingen aan uw Kamer ter verificatie voor, met het verzoek eventuele correcties en een prognose te geven van de termijn waarbinnen deze zullen zijn nagekomen. Het betreffen een achttal toezeggingen:

  • Meer aandacht voor duurzaamheid (T00930);

  • Verstrekken samenhangend energieverduurzamingsbeleid (T01624);

  • Becommentariëren opvattingen Wilders (T01247);

  • Nagaan mogelijkheden voor banken in productie en financiering duurdere huursector (T01434);

  • Garantstelling ontwikkelingssamenwerking 0,7% van het BNP (T01435);

  • Overleg sociale partners en eventueel wijzigen regeerakkoord (T01621);

  • Vragen CPB om systematiek koopkrachtplaatjes te wijzigen (T01622);

  • Integrale visie modernisering bestuurlijke organisatie (T01623).

Met betrekking tot T00930 en T01624 kan ik u melden dat in het regeerakkoord «Bruggen slaan» is verwoord op welke wijze dit kabinet een realistische en ambitieuze groene groeistrategie vorm wil geven. Het kabinet acht een breed draagvlak voor het klimaat- en energiebeleid voor de lange termijn daarbij van cruciaal belang. Mede daarom is besloten om het initiatief van de Sociaal-Economische Raad (SER) om te komen tot een Energieakkoord voor duurzame groei actief te ondersteunen. De ambitie van de SER is om begin juni a.s. tot een dergelijk akkoord te komen. De Staten-Generaal wordt regelmatig ingelicht over de stand van zaken. Meest recent in een brief van de minister van Economische Zaken d.d. 12 maart 2013 (30 196, nr.189). Ik beschouw deze onderwerpen dan ook als afgedaan.

Voorts heb ik kennis genomen van T01247 (pro memorie). Een en ander is destijds in het debat over de Algemene Politieke Beschouwingen naar aanleiding van de Miljoenennota 2012 in de Tweede Kamer in de praktijk gebracht (Handelingen TK 2011–2012, nr.3, item 4). Wat betreft T01434 zij opgemerkt dat de Tweede Kamer, recentelijk bij brief d.d. 11 maart 2013 (32 847, nr.46), door de minister voor W&R is ingelicht over de voortgang van het traject van dhr. Van Dijkhuizen om te verkennen of de rol van institutionele beleggers bij hypothecaire woningfinanciering kan worden vergroot, zodat ruimte ontstaat voor nieuwe kredietverlening aan burgers en bedrijven.

Daarnaast bent u op 13 februari 2013 (32 847, A) ingelicht over het met D66, ChristenUnie, SGP en coalitiefracties overeengekomen samenhangend pakket aan maatregelen inzake de aanpak van de problemen op de woningmarkt. Daarmee is hieraan uitvoering gegeven. Ook aan T01435 is uitvoering gegeven. Bij brief d.d. 23 maart 2012 heb ik u reeds in kennis gesteld van het feit dat de informatie over T01435 onderdeel uitmaakt van het financieel kader van het Regeer- en Gedoogakkoord van het vorige kabinet. Hierin is toegelicht dat de uitgaven voor Ontwikkelingssamenwerking van 0,8% van het bruto nationaal product zullen worden teruggebracht naar gemiddeld 0,7% BNP-ODA (vanaf 2012) per jaar in de kabinetsperiode (inclusief internationaal klimaatbeleid).

Over T01621 kan ik u mededelen dat het overleg met sociale partners nog gaande is. Derhalve is de toezegging nog steeds van kracht dat uw Kamer uiterlijk 1 juli a.s. van het kabinet verneemt of het sociaal akkoord al dan niet tot wijzigingen in het regeerakkoord leidt. Met betrekking tot toezegging T01622 laat ik u weten dat de minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid regelmatig contact met het Centraal planbureau (CPB) heeft over koopkrachtontwikkelingen en de presentatie daarvan. De minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid zal in het voorjaar de Staten-Generaal nader informeren over de wijze waarop de inkomensontwikkeling en de inkomensgevolgen van maatregelen het beste kunnen worden gevolgd. Daarbij zal specifiek ook aandacht worden besteed aan de vragen van uw Kamer.

Ten slotte laat ik u weten dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de nota «Bestuur in samenhang. De bestuurlijke organisatie in Nederland» (33 047, nr.8) op 28 maart jl. aan de Tweede Kamer heeft gezonden. Dit mede naar aanleiding van T01623 waarbij is verzocht de voornemens van het regeerakkoord ten aanzien van de bestuurlijke organisatie in samenhang te presenteren. Op deze wijze is uitvoering gegeven aan T01623.

De minister-president, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Vliegenthart (SP), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Duivesteijn (PvdA)

Naar boven