33 400 H Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2013

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

 

Blz.

     

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

2

     

B.

Begrotingstoelichting

3

     

1.

Leeswijzer

3

     

2.

Het beleid

4

 

2.1 Beleidagenda

4

 

2.2 Het beleidsartikel

5

     

3.

Bijlagen

8

 

3.1: Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland

8

 

3.2: Overzicht Eilandelijke inkomsten

11

     

4.

Het verdiepingshoofdstuk

13

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2013 vast te stellen. Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten samen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2013. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2013.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2013 vastgesteld. Het begrotingsartikel dat in de begroting van het BES-fonds is opgenomen wordt in onderdeel B. van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

De begroting van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de Rijksbegroting maar heeft daarbinnen, evenals de gemeentefonds- en de provinciefondsbegroting, een eigen karakter. Zo kent de begroting van het BES-fonds in tegenstelling tot een departementale begroting slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van het algemene beleid is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. Voorts is de fondsbeheerder systeemverantwoordelijk voor het BES-fonds en niet voor de resultaten die de openbare lichamen met hun budget uit dit fonds realiseren. De openbare lichamen zijn, met inachtneming van de wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het BES-fonds. Om die reden bevat de BES-fondsbegroting geen output- en/of outcomegegevens.

De voorliggende toelichting bij de begroting 2013 van het BES-fonds kent de volgende indeling.

Na dit hoofdstuk met de leeswijzer start hoofdstuk 2 met de beleidsagenda van het BES-fonds, waarin onder meer wordt ingegaan op het kabinetsstandpunt referentiekader Caribisch Nederland, welke belangrijke gevolgen heeft voor de hoogte van de vrije uitkering in het BES-fonds. Vervolgens wordt ingezoomd op het beleidsartikel: het BES-fonds. Hierin komen de met het beleid samenhangende algemene doelstelling en nader geoperationaliseerde doelstelling aan bod. De tabel budgettaire gevolgen van beleid geeft inzicht in de integrale uitgaven die samenhangen met de algemene beleidsdoelstelling.

Daarna volgen de bijlagen. Deze zijn achtereenvolgens: het overzicht van de rijksuitgaven in Caribisch Nederland (naar aanleiding van motie Hachchi) en het overzicht van de eilandelijke inkomsten. In het verdiepingshoofdstuk wordt het BES-fonds in een breder kader geplaatst.

2. HET BELEID

2.1 De beleidsagenda van het BES-fonds 2013

Via het BES-fonds ontvangen de openbare lichamen middelen om hun taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het Gemeentefonds. Met Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland) zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de taakverdeling tussen de eilandelijke overheid en de Rijksoverheid. Op basis van het vastgestelde eilandelijke takenpakket is een bedrag aan vrije uitkering overeengekomen dat de eilanden jaarlijks ontvangen. Jaarlijks vindt in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen BES besluitvorming plaats over de hoogte van de vrije uitkering voor het jaar daaropvolgend.

Sinds de transitiedatum 10-10-2010 is er discussie over de hoogte van de vrije uitkering in relatie tot de uitvoering van de eilandelijke taken. In het bestuurlijke overleg in het voorjaar 2011 is daarom besloten dat er een referentiekader moet komen om te bepalen hoeveel middelen nodig zijn om de eilandelijke taken te bekostigen. Dit referentiekader onderzoek is op 20 februari 2012 opgeleverd, welke op 8 juni 2012 samen met het kabinetsstandpunt aan de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000-H, nr. 6). Met het uitkomen van het kabinetsstandpunt over het referentiekader op 8 juni 2012 is er een antwoord op de belangrijkste financiële vraagstukken over de financiële verhouding met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

In het kabinetstandpunt is bepaald dat de indexatie van de vrije uitkering in de toekomst plaatsvindt op basis van een actueel indexatiecijfer (t-1, dus de inflatie van het voorafgaande jaar) en per eiland afzonderlijk. Het kabinet heeft besloten om de aanvankelijk ingehouden prijsbijstelling over 2012 uit te keren aan de openbare lichamen.

In het kabinetstandpunt is ook aangekondigd dat er wordt gekeken of zaken misschien niet eenvoudiger, en dus goedkoper geregeld kunnen worden voor de eilanden. Er komt een onderzoek naar taakverlichting en deregulering, waarbij ook naar mogelijke besparingen zal worden gekeken. De eilanden worden bij dit onderzoek betrokken. De uitkomsten worden medio 2013 gepresenteerd. Hierbij zal ook worden bezien in hoeverre aansluiting kan worden gevonden bij de algehele evaluatie van de nieuwe staatkundige verhoudingen in 2015.

Het is de verantwoordelijkheid van de openbare lichamen zelf om ambities te formuleren, eigen inkomsten te genereren en keuzes te maken. Om te voorkomen dat er opnieuw een discrepantie ontstaat tussen eilandelijke taken en financiën, zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2013 strikt toetsen op artikel 87 van de wet Financiën BES. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens welke leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen. Ook moet in de toelichting worden aangegeven via welke bekostigingswijze de financiële gevolgen kunnen worden opgevangen. De vakministers zijn primair verantwoordelijk voor het aangeven van de kosten en bekostigingswijze van taakwijzigingen van openbare lichamen. Daartoe treden zij tijdig in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

In het Begrotingsakkoord is vanaf 2013 een bedrag van € 10 mln. jaarlijks ter beschikking gesteld aan Caribisch Nederland voor projecten voor behoud, beheer en versterking van natuur op de eilanden. Bezien wordt of hieruit ook inhaalslagen ten aanzien van andere zaken die (indirect) raken aan natuur en milieu op de eilanden zoals afvalwaterzuivering, drinkwater, riolering, (wind)energie, ecotoerisme, rampenbestrijding (olieterminals), afvalverwerking, ecologische landbouw, veeteelt en visserij en uiteraard natuurbescherming worden bekostigd. Deze middelen worden vanuit de begroting van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verstrekt aan de openbare lichamen. De middelen zijn conform de wens van Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de helft ponds-pondsgewijs beschikbaar voor de openbare lichamen. De andere helft is beschikbaar naar rato van het inwonersaantal. Uitkering van de bedragen vindt plaats op basis van ingediende projecten.

De nadere invulling van de plannen wordt meegenomen in de verdere uitwerking voor november dit jaar. Daarbij zullen ook zaken die indirect raken aan natuur en milieu, waaronder de hierboven genoemde onderwerpen, worden betrokken.

2.2 Het beleidsartikel

2.2.1. Algemene Beleidsdoelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen middelen krijgen toebedeeld om hun taken naar behoren uit te voeren.

Met Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de taakverdeling tussen de eilandelijke overheid en de Rijksoverheid. Op basis van het vastgestelde eilandelijke takenpakket is een bedrag aan vrije uitkering overeengekomen dat de eilanden jaarlijks ontvangen. In het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen Caribisch Nederland vindt besluitvorming plaats over de hoogte van de vrije uitkering voor het jaar daaropvolgend. Voor de vrije uitkering over 2012 en verder is besloten de vrije uitkering te verhogen. Dit na aanleiding van het referentiekader onderzoek waaruit blijkt dat de eilanden structureel te weinig middelen ontvingen om aan de eilandelijke taken te voldoen. Het referentiekader onderzoek is op 8 juni 2012 samen met het kabinetsstandpunt naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000-H, nr. 6).

2.2.2. Verantwoordelijkheid minister

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De fondsbeheerder is echter niet verantwoordelijk voor de resultaten die openbare lichamen met hun bijdrage uit dit fonds realiseren: openbare lichamen zijn, met inachtneming van de wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het BES-fonds. Niet alleen de bestedingsrichting, ook de effectiviteit van de inzet van de middelen is primair een eilandelijke verantwoordelijkheid, waarin het bestuurscollege wordt gecontroleerd door de eilandsraad.

2.2.3. Succesfactoren van beleid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden. De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren voor de bekostiging waarvan zij op de algemene middelen zijn aangewezen.

De wet Financiën BES biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.

2.2.4. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 1: BES-fonds

(x € 1 000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

32 593

32 093

32 093

32 093

32 093

32 093

             

Uitgaven

35 593

32 093

32 093

32 093

32 093

32 093

             

Onderzoek

           

Onderzoek

100

100

100

100

100

100

             

Programma

           

Vrije uitkering BES-fonds

31 993

31 993

31 993

31 993

31 993

31 993

Overige uitkeringen 

3 500

0

0

0

0

0

             

Ontvangsten

35 593

32 093

32 093

32 093

32 093

32 093

Vrije uitkering BES-fonds

De vrije uitkering zijn de vrij beschikbare middelen voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij hun publieke taken uitvoeren.

Overige uitkeringen

In 2012 is er incidenteel een aanvullende tegemoetkoming voor (achterstallig) onderhoud en voor de implementatie van de nieuwe bestuursstructuur toegevoegd bij de het BES-fonds.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba regelt dat bij (begroting)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

2.2.5. Operationele doelstelling

Operationele doelstelling: De openbare lichamen via het BES-fonds voorzien van middelen voor het naar behoren uitvoeren van hun taken.

Het onderzoeksbureau Ideeversa heeft onderzoek gedaan naar de vraag hoeveel geld Bonaire, Sint Eustatius en Saba nodig hebben om de taken waarvoor zij op basis van het huidige wettelijke kader verantwoordelijk zijn uit te voeren (het referentiekader onderzoek). Dit onderzoek is op 20 februari 2012 opgeleverd en op 8 juni, samen met het kabinetsstandpunt hierover naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000-H, nr. 6).

In het referentiekader onderzoek hebben de onderzoekers alle eilandelijke taken en de algemene eisen die hieraan worden gesteld in beeld gebracht. De onderzoekers komen in het rapport tot een ondergrens van USD 42,9 mln. voor de drie eilanden gezamenlijk, gebaseerd op een adequate uitvoering van de huidige taken van de eilanden. De bovengrens ligt volgens het onderzoek op USD 61,1 mln.

In het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen op 15 maart 2012 en door middel van een videoconferentie op 24 mei 2012 is het onderzoek met de openbare lichamen besproken. Samen met de bestuurscolleges van de openbare lichamen is geconcludeerd dat de feiten uit het referentiekader onderzoek de basis zijn voor het maken van nadere afspraken over de vertaling van het onderzoek.

Uit het overleg is de conclusie gekomen dat de ondergrens van het referentiekader onderzoek een redelijk uitgangspunt is. Met ingang van 2012 is de vrije uitkering opgehoogd tot het bedrag van de ondergrens in het onderzoek ter grootte van USD 42,9 mln. Voor de financiële dekking van het tekort ad USD 8,2 mln. (€ 6,1 mln.) is uit de begrotingen van de verantwoordelijke departementen geput.

Het bedrag aan vrije uitkering dat de BES-eilanden ontvangen luidt in dollars. Overeengekomen is dat het valutarisico samenhangend met schommelingen in de koers van de dollar ten opzichte van de euro bij het Rijk berust.1

Om zeker te stellen dat de vrije uitkering meegroeit met het stijgende prijspeil op Caribisch Nederland zijn aanvullende afspraken gemaakt over de indexering van het BES-fonds. Voor 2012 is de prijscompensatie van USD 2,3 mln. uitgekeerd.

3. DE BIJLAGEN

3.1 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland

Tussen de Rijksoverheid en de openbare lichamen zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de verdeling van de taken en activiteiten die door de eilandelijke overheden, dan wel door de Rijksoverheid worden uitgevoerd. De vrije uitkering zoals die in dit begrotingshoofdstuk is verantwoord betreft de algemene middelen bestemd voor de openbare lichamen ten behoeve van de uitvoering van de eilandelijke taken (naast de eigen inkomsten van het openbaar lichaam, zoals eilandbelastingen, zie bijlage 3.3).

De Rijksoverheid heeft ten aanzien van de openbare lichamen de verantwoordelijkheid de (rijks-)taken uit te voeren. De middelen die hiervoor worden ingezet worden verstrekt vanuit departementale begrotingen.

In de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II, 33 000-IV, nr. 28) is het verzoek neergelegd een overzichtsconstructie aan dit begrotingshoofdstuk toe te voegen met daarin opgenomen alle budgetten voor de BES-eilanden. Conform de motie is dit jaar voor het eerst dit overzicht opgesteld.

Het totaal van de vrije uitkering, de rijksuitgaven (zie onderstaande tabel) en de bijzondere uitkeringen (zie bijlage 3.2) zijn alle uitgaven die ten behoeve van Caribisch Nederland worden verstrekt.

Volledigheidshalve wijs ik u erop dat naast rijksuitgaven er ook rijksinkomsten zijn. Inwoners en bedrijven van Bonaire, Sint Eustatius en Saba betalen immers ook rijksbelastingen. De omvang van de inkomsten van Caribisch Nederland kunt u vinden in de Miljoenennota, tabel 2.5.1 Overzicht van de belasting- en premieontvangsten, «Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland».

De uitgaven ten behoeve van de activiteiten van de krijgsmacht en de kustwacht zijn niet te verbijzonderen naar specifieke uitgaven in Caribisch Nederland. De inzet van de krijgsmacht (Defensie) en de Kustwacht (verdeeld over de begroting van Defensie en Koninkrijksrelaties) komt ten goede aan alle delen van het Koninkrijk. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen inzet per Land/gebieden.

Hieronder treft u de tabel met daarin de uitgaven van de Rijksoverheid in Caribisch Nederland, verdeeld naar vakdepartement.

Rijksuitgaven Caribisch Nederland (in € 1 000)

Ministerie

Artikel en artikelonderdeel

2012

2013

2014

2015

2016

2017

IV. Koninkrijksrelaties

Artikel 1. Waarborgfunctie

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch

Nederland is niet te bepalen.

Artikel 2. Bevordering autonomie Koninkrijkspartners

2.2 Bevordering autonomie Koninkrijkspartners

123

0

0

0

0

0

               

VI. Veiligheid en Justitie

Artikel 31. Nationale Politie

           

31.2 BES Brandweer- en politiekorps

16 575

16 575

16 575

16 575

16 575

16 575

 

Artikel 32. Rechtsbijstand

           
 

32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel

4 906

4 906

4 906

4 906

4 906

4 906

 

Artikel 34 Sanctietoepasing

           
 

34.3 Tenuitvoering strafrechterlijke sancties en vreemdelingenbewaring

9 703

9 700

9 700

9 700

9 700

9 700

 

Artikel 35 Jeugd

           
 

35.3 Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd

1 225

1 225

1 225

1 225

1 225

1 225

               

VII. Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

           

1.1 Bestuurlijke en financiële verhouding

420

425

0

0

0

0

1.2 Participatie

250

0

50

200

0

250

 

Artikel 4. Woonomgeving en Bouw

 

       

 

 

4.3 Kwaliteit Woonomgeving

200

200

200

200

200

200

 

Artikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid

           
 

6.3 Betrouwbare levering e-overheidsvoorzieningen

150

50

0

0

0

0

 

6.5 Een betrouwbare GBA en betrouwbare reis- en identiteitsdocumenten

0

1 500

1 500

1 000

0

0

 

Artikel 7. Arbeidszaken overheid

           
 

7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen

1 070

800

800

800

800

800

 

Artikel 10. Vreemdelingen

           
 

10.1 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

1 099

1 099

1 099

1 099

1 099

1 099

               

VIII. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel 1. Primair Onderwijs

           

Onderwijsbekostiging

12 516

12 731

12 783

12 802

12 353

12 353

Artikel 3. Voortgezet Onderwijs

         

 

 

Bekostiging Caribisch Nederland

13 941

12 433

12 608

12 626

12 013

12 026

 

Artikel 4. Beroeps en Volwasseneneducatie

 

       

 

 

Bekostiging

4 561

4 103

4 116

4 122

4 137

4 141

 

Verbetermiddelen

9 850

16 647

3 761

274

241

241

 

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid

         

 

 

Versterken HBO opleiding (LOFO/PABO)

145

145

145

145

0

0

 

Bevoegdheid/bekwaamheid docenten (MK)

2 097

2 097

2 097

2 097

0

0

 

Artikel 11. Studiefinanciering

           
 

BES studiefinancieringuitgaven

1 500

1 500

1 500

1 500

1 500

1 500

 

Artikel 14. Cultuur

           
 

Bijdrage Archief- en archeologiebeleid

50

50

50

50

50

50

 

Artikel 16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid

           
 

Statia Multifunctioneel Kenniscentrum

1 000

2 500

2 500

2 500

2 500

1 500

 

Artikel 25. Emancipatie

           
 

Subsidie COC Pink Orange

80

20

0

0

0

0

             

 

XII. Infrastructuur en Milieu

Artikel 12. Waterkwaliteit

50

50

50

50

50

50

Artikel 14. Wegen en verkeersveiligheid

80

0

0

0

0

0

 

Artikel 17. Luchtvaart

50

100

100

100

100

100

 

Artikel 18. Scheepvaart

100

160

160

160

160

160

 

Artikel 22. Externe veiligheid en risico’s

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

 

Artikel 23. Meteorologie, seismologie en aardobservatie

650

640

610

610

610

610

 

Artikel 24. Handhaving en toezicht

1 350

1 230

1 260

1 210

1 240

1 240

 

Artikel 26. Bijdrage investeringsfondsen

700

770

770

820

790

790

 

Artikel 97. Algemeen departement

100

50

50

50

50

50

               

XIII. Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Artikel 11. Goed functionerende economie en markten

           

Beleidsvoorbereiding, veiligheid en frequenties

125

125

125

125

125

125

Bijdrage Metrologie

180

70

55

50

50

50

 

Bijdrage aan het CBS

650

650

650

675

675

675

 

Artikel 12. Een sterk innovatievermogen

           
 

Bijdrage overige organisaties

50

0

0

0

0

0

 

Artikel 13. Een excellent ondernemingsklimaat

           
 

Bevorderen ondernemerschap

160

100

100

100

100

100

 

Artikel 14. Een doelmatige en duurzame energievoorziening

           
 

Overige subsidies

335

660

800

200

0

0

 

Artikel 16. Concurrerende, duurzame en veilige agro-, visserij- en voedselketens

           
 

Gewasbescherming

40

0

0

0

0

0

 

Artikel 18. Natuur en Regio

           
 

Caribisch Nederland

312

342

277

257

657

1 057

               

IXB. Financiën

Artikel 1. Belastingen

           
 

Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken (Belastingdienst/Caribisch Nederland)

11 174

9 576

9 502

9 502

9 502

9 502

 

Artikel 2. Financiële Markten

           
 

Bijdrage toezicht DNB

400

400

400

400

400

400

 

Bijdrage toezicht AFM

300

300

300

300

300

300

               

XV. Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 2. Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorziening

         

 

2.A9 Onderstand

801

932

982

1 035

1 098

1 162

 

2.A9 Re-integratie

160

260

260

260

260

260

 

Artikel 3. Arbeidsongeschiktheid

 

       

 

 

3.A1 Ongevallenverzekering (OV)

457

472

497

523

554

585

 

Artikel 5. Werkloosheid

           
 

5.A2 Cessantiawet

60

160

160

160

160

160

 

Artikel 6. Ziekte en Zwangerschap

           
 

6.A2 Ziekteverzekering (ZV)

1 870

1 415

1 490

1 567

1 659

1 754

 

Artikel 8. Oudedagsvoorziening

           
 

8.A2 Algemene Ouderdomsverzekering (AOV)

15 930

16 182

16 107

16 736

16 634

17 259

 

Artikel 9. Nabestaanden

           
 

9.A1 Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (AWW)

910

937

981

1 027

1 079

1 132

               

XVI. Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel 1. Volksgezondheid

           

2 Ziektepreventie

1 200

1 200

1 200

1 200

1 200

1 200

Artikel 4. Zorgbreed beleid

           
 

5 Zorguitgaven

63 524

71 142

78 747

82 443

90 123

96 764

 

5 Jeugdzorg

4 625

4 650

4 681

4 714

4 714

4 714

 

Artikel 6. Sport en Bewegen

           
 

1 Sport en bewegen

60

60

60

60

60

60

               

X. Defensie

Artikel 1. Inzet Krijgsmacht

Artikel 2. Taakuitvoering zeestrijdkrachten

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch

Nederland is niet te bepalen.

Totaal

 

188 864

202 339

196 990

197 155

200 648

207 826

3.2 Overzicht Eilandelijke inkomsten

Het bedrag van de eilandelijke inkomsten bestaat uit eilandbelastingen en overige inkomsten.

De eilandelijke belastingtarieven worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. Het kostendekkingspercentage van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100 procent zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.

Net als bij de begroting van het Gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de begrote opbrengsten uit eilandbelastingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3.3.1 Opbrengsten eilandbelastingen 2012
Tabel A Opbrengsten lokale heffingen Bonaire 2012 (in $)
 

2010

2011

2012

% stijging i.v.m. 2011

Stijging/ daling in $

Motorrijtuigenbelasting

2 067 039

2 273 743

2 501 117

10,0%

227 374

Logeergastenbelasting

2 713 408

2 713 408

2 496 724

– 8,0%

– 216 684

Verhuurautobelasting

558 659

558 659

614 525

10,0%

55 866

Grondbelasting

1 944 693

2 022 346

2 224 581

10,0%

202 235

Opcenten

0

279 330

307 263

10,0%

27 933

Precariorechten

614 525

614 525

675 978

10,0%

61 453

Totale opbrengst

7 898 324

8 462 011

8 820 188

4,2%

358 177

Tabel B Opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius 2012 (in $)

 

2010

2011

2012

% stijging i.v.m. 2011

Stijging/ daling in $

Motorrijtuigenbelasting

211 633

246 389

299 098

21,3%

52 709

Vergunningsrecht ing. Vergunningenverordening

17 573

13 999

16 799

20,0%

2 800

Logeergastenbelasting

11 692

7 418

9 905

33,5%

2 487

Verhuurautobelasting

2 788

4 989

6 020

20,7%

1 031

Totale opbrengst

243 686

272 795

331 822

21,6%

59 027

Tabel C Opbrengsten lokale heffingen Saba 2012 (in $)
 

2010

2011

2012

% stijging i.v.m. 2011

Stijging/ daling in $

Motorrijtuigenbelasting

102 607

141 274

145 000

2,6 %

3 726

Horeca vergunningsrecht

60 991

64 022

66 368

3,7 %

2 346

Logeergastenbelasting

70 377

67 039

67 039

0 %

0

Totale opbrengst

233 975

272 335

278 407

2,2 %

6 072

De begrote opbrengsten uit eilandelijke belastingen bedragen in 2012 ruim USD 9,4 mln. Elk van de openbare lichamen begroten meer inkomsten uit lokale heffingen dan in 2011. Hierbij valt op dat de belastingopbrengst van Sint Eustatius zal stijgen met ongeveer 21%. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de motorrijtuigenbelasting.

De totale opbrengsten op Sint Eustatius en Saba worden voornamelijk opgebracht door de motorrijtuigenbelasting, resp. 90% en 52%, terwijl deze belasting op Bonaire slechts 28% van de totale lokale heffingen betreft.

Daarnaast is in de overzichten A t/m C te zien dat de eilanden aanmerkelijk van elkaar verschillen wat betreft de samenstelling en inkomsten uit de eigen belastingen.

4. HET VERDIEPINGSHOOFDSTUK

In de verdiepingsbijlage wordt de opbouw van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de stand ontwerpbegroting BES-fonds 2012 naar de stand van de voorliggende ontwerpbegroting 2013 beschreven. De mutaties die hierin worden genoemd die betrekking hebben op de 1e suppletoire begroting 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 280 H, nr. 1) kunt u in genoemde begrotingsstukken terugvinden. De nieuwe mutatie wordt toegelicht.

Opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting

Verplichtingen

Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de verplichtingen van het BES-fonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2012 naar de stand ontwerpbegroting 2013.

Tabel 4.1 Opbouw verplichtingen BES-fonds (x € 1000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

24 903

24 903

24 903

24 903

24 903

24 903

Mutaties 1e suppletoire begroting 2012

5 520

5 520

5 520

5 520

5 520

5 520

Stand 1e suppletoire begroting 2012

30 423

30 423

30 423

30 423

30 423

30 423

Mutatie nog niet eerder opgenomen in een begrotingsstuk

2 170

1 670

1 670

1 670

1 670

1 670

Stand ontwerpbegroting 2013

32 593

32 093

32 093

32 093

32 093

32 093

Waarvan verplichtingenbedrag onderzoek

100

100

100

100

100

100

Waarvan verplichtingenbedrag vrije uitkering

32 493

31 993

31 993

31 993

31 993

31 993

De nieuwe mutatie betreft de prijsbijstelling 2012.

Uitgaven

Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de uitgaven van het BES-fonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2012 naar de stand ontwerpbegroting 2013.

Tabel 4.2 Opbouw uitgaven BES-fonds (x € 1 000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

24 903

24 903

24 903

24 903

24 903

24 903

Mutaties 1e suppletoire begroting 2012

8 520

5 520

5 520

5 520

5 520

5 520

Stand 1e suppletoire begroting 2012

33 423

30 423

30 423

30 423

30 423

30 423

Nieuwe mutatie

2 170

1 670

1 670

1 670

1 670

1 670

Stand ontwerpbegroting 2013

35 593

32 093

32 093

32 093

32 093

32 093

Waarvan uitgavenbedrag onderzoek

100

100

100

100

100

100

Waarvan uitgavenbedrag vrije uitkering

35 493

31 993

31 993

31 993

31 993

31 993

Met ingang van 2012 is de vrije uitkering opgehoogd tot het een bedrag van de ondergrens in het onderzoek ter grootte van USD 42,9 mln. Voor de financiële dekking van het tekort ad USD 8,2 mln. (€ 6,1 mln.) is uit de begrotingen van de verantwoordelijke departementen geput. Daarvan is structureel een beperkt deel (USD 0,8 mln., € 0,58 mln., prijspeil 2012) ter beschikking gesteld ten behoeve van de integrale aanpak van de sociaaleconomische problematiek van de eilanden (zie ook de verdiepingsbijlage bijzondere uitkeringen). De overige middelen zijn overgeboekt bij eerste suppletoire begrotingswet 2012 naar het BES-fonds.

Voor Bonaire betekent dit dat de vrije uitkering met USD 4,9 mln. is verhoogd tot USD 24,9 mln. Voor Sint Eustatius gaat het om een verhoging met USD 1,3 mln. tot USD 9,2 mln. Voor Saba bedraagt de nieuw berekende vrije uitkering USD 8,0 mln., een verhoging van USD 1,2 mln.

De overige € 3 mln. is de incidenteel aanvullende tegemoetkoming voor (achterstallig) onderhoud en de implementatie van de nieuwe bestuursstructuur. Dit bedrag is bij de eerste suppletoire wet overgeheveld van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de begroting van het BES-fonds (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 000 IV nrs. 37 en 43).

De nieuwe mutatie betreft de prijsbijstelling 2012.


X Noot
1

Gezien het technische karakter en de beperkte omvang van het BES-fonds is ervoor gekozen dit risico op te vangen binnen begrotingshoofdstuk IV, Koninkrijksrelaties, waar zich een omgekeerd valutarisico voordoet hetgeen grotendeels tegen elkaar wegstrepen van deze tegengestelde fluctuaties mogelijk maakt.

Naar boven