33 400 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013

Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2013

Naar aanleiding van het Notaoverleg MIRT op maandag 8 april en in aanloop naar de stemming die hier dinsdag aanstaande op volgt, informeer ik uw Kamer over de effecten van het donderdagavond gesloten Sociaal Akkoord voor het Infrastructuurfonds. Voorafgaand wil ik benadrukken dat dit akkoord de inhoud van de brief van 13 februari over de invulling van de bezuinigingen op het Infrastructuurfonds (Kamerstuk 33 400 A, nr. 48) niet wijzigt.

Zoals u bekend is, heeft het kabinet op 1 maart 2013 een aanvullend pakket van per saldo 4,3 miljard aan bezuinigingsmaatregelen aangekondigd om het begrotingstekort terug te dringen. Onderdelen van dit pakket voor mijn begroting betreffen een eenmalige impuls voor de bouwsector in 2014 van 300 miljoen en het niet uitkeren van de prijsbijstelling tranche 2013 op de IenM-begrotingen. (Kamerstuk 33 400 A, nr. 52).

Bij het Sociaal Akkoord van donderdagavond is afgesproken dat in augustus opnieuw wordt bezien of het pakket van per saldo 4,3 miljard aan voorgenomen bezuinigingen noodzakelijk is. Dit geldt tevens voor de eenmalige bouwimpuls van 300 miljoen in 2014 die onderdeel uit maakt van het 1 maart pakket. Voorlopig wordt deze dus geparkeerd. Vooralsnog ga ik er echter vanuit dat deze uiteindelijk doorgaat, dus zet ik in afwachting van nadere besluitvorming de voorbereiding van deze projecten door.

In het AO MIRT is verder gesproken over de verwerking van het niet uitkeren van de prijsbijstelling op de IenM fondsen. Daarbij heb ik aangegeven dat deze maatregel in de komende begrotingen wordt verwerkt zonder wijzigingen in de MIRT-programmering. Het opschorten van deze maatregel leidt derhalve ook niet tot wijzigingen in het MIRT.

Tot slot heeft de besluitvorming rondom het Sociaal Akkoord geen effect op de uitvoering van de motie Samson-Zijlstra, waarbij vanuit het Infrastructuurfonds 250 miljoen per jaar is vrijgemaakt ter behoeve van de sociale agenda. Dit bedrag wordt ingezet ter dekking van additionele uitgaven ten behoeve van de uitvoering van het gesloten Sociaal Akkoord.

Mijns inziens geeft de inhoud van deze brief uw Kamer voldoende informatie om dinsdag aanstaande tot stemming over te kunnen gaan.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven