33 240 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2011

Nr. 5 LIJST VANV RAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 11 juni 2012

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over het Jaarverslag van het Ministerie van Defensie 2011 (Kamerstuk 33 240 X, nr. 1).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 juni 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Beek

De griffier van de commissie, Roovers

1

Hoe staat het met de voorgenomen besparing van 30% op de stafkosten?

De reorganisaties van de staven bevinden zich in de voorbereidende fase. De eerste reorganisatiedocumenten zijn opgesteld en hierover heeft overleg plaats met de medezeggenschapsorganen en met de centrales van overheidspersoneel. Tot dusver liggen de reorganisaties op schema. Dit betekent dat de hieraan gekoppelde besparingen, volgens de huidige planning worden behaald.

2

Hebben de Nederlandse vliegers in 2011 alle aspecten van de oefening/training kunnen voltooien, die voorafgaand aan 2011 ten doel waren gezet?

Nee, de uitzendingen vóór 2011 hebben de vraag naar onderhoud van en reservedelen voor helikopters doen toenemen zonder dat de budgetten voor materiële exploitatie hierop volledig waren aangepast. Samen met de verplichtingenstop van begin 2010 heeft dit geleid tot een lagere beschikbaarheid van helikopters. Verder was er een vertraging bij de instroom van de zes nieuwe Chinooks en de NH-90 helikopters. Als gevolg hiervan konden minder trainingsuren worden gemaakt en kon een deel van de opleidingen en trainingen niet worden voltooid.

De jachtvliegers hebben een trainingsachterstand opgelopen als gevolg van de inzet in Afghanistan en Libië. Hierdoor zijn niet alle vliegers combat ready voor alle missietypes.

3

Hoeveel is in totaal in 2011 aan verkoopopbrengsten gerealiseerd en wat wordt er met dit bedrag gedaan?

In 2011 bedroegen de verkoopopbrengsten € 264,5 miljoen waarvan € 201,3 miljoen voor afstoting van materieel (beleidsartikel 25 Defensie Materieel Organisatie) en € 63,2 miljoen voor afstoting infrastructuur (beleidsartikel 26 Commando DienstenCentra). Conform de middelenafspraak met het ministerie van Financiën voor 2011 worden de verkoopopbrengsten toegevoegd aan de uitgavenbegroting van Defensie en gebruikt voor investeringen.

4 en 38

Op welke wijze kunt u intensiever werken aan het oplossen van het tekort aan technisch en medisch geschoold personeel?

Waardoor wordt het tekort aan medisch en technisch geschoold personeel nog meer veroorzaakt, anders dan het beperkte aanbod? Hebben de bezuinigingen hier ook mee te maken?

In de personeelsrapportage van 16 mei jl. (Kamerstuk 33 000 X, nr. 87) heb ik mijn bezorgdheid geuit over de misvatting dat Defensie als gevolg van de bezuinigingen geen nieuw personeel nodig zou hebben. Deze misvatting heeft een negatieve invloed op de instroom van medisch en technisch personeel. Defensie heeft in samenwerking met de regionale opleidingscentra haar wervingsinspanning verhoogd. De arbeidsmarkt voor onder meer technisch en medisch personeel is moeilijk . Verder zijn maatregelen genomen voor het behoud van personeel in de technische en medische vakgebieden.

5, 10 en 11

Hoe wordt, gelet op het feit dat er in de reorganisatieplannen een duidelijk verband bestaat tussen de te behalen bezuinigingen en het investeringsbudget, die relatie in het jaarverslag zichtbaar?

Wat zal de komende jaren het pad van de investeringsquote zijn?

Kunt u al een indicatie geven van het verloop van de investeringsquote in 2012?

De ontwikkeling van de investeringsquote ziet er meerjarig als volgt uit:

6

Op welke wijze kan uit het jaarverslag worden afgeleid of de uitvoering van de geplande bezuinigingen op schema is?

In overeenkomst met het verzoek van het lid Ten Broeke (VVD) tijdens de begrotingsbehandeling van december 2011 zal ik in begrotingen en jaarverslagen rapporteren over de voortgang van de bezuinigingen en de reorganisatie. Het beleidsverslag over 2011 gaat vooral in op de bezuinigingen die het jaar 2011 betreffen. Ten aanzien van de meerjarige uitvoering van de geplande bezuinigingen (2012 en verder) verwijs ik naar de 18 miljard monitor van het ministerie van Financiën die de Kamer op 18 mei jl. heeft ontvangen. De bezuinigingen liggen op schema.

7

Waardoor heeft het op orde krijgen van personeelsdossiers vertraging opgelopen? Wanneer zullen deze vertragingen zijn weggewerkt en alle personeelsdossiers op orde zijn?

De vertraging is veroorzaakt door een onvoorzien langere verwerkingsduur per dossier. Alle digitale personeelsdossiers zullen eind 2012 zijn gecontroleerd.

8

Wat houdt de «versterkte procesbewaking op het verplichtingen beheer», welke moet leiden tot beter financieel beheer, precies in?

Sinds 1 januari 2012 is de versterkte procesbewaking van toepassing door het Financieel Diensten Centrum (FDC) op het verplichtingen-, vorderingen- en voorschottenbeheer. Voor het verplichtingenbeheer houdt dit in dat het FDC vastgelegde verplichtingen controleert op juistheid en tijdigheid. Dit gebeurt in aanvulling op de periodieke controles die worden uitgevoerd door de defensieonderdelen zelf. De controles door het FDC dienen als vangnet. De resultaten van de controles worden gerapporteerd aan de defensieonderdelen waarna deze verantwoordelijk zijn voor de correctie van de tekortkoming. Hiermee wordt mede gewaarborgd dat het verplichtingenbeheer op orde blijft gedurende de periode totdat het Financieel Administratie- en Beheerkantoor (FABK) operationeel wordt, naar verwachting op 1 januari 2013.

9

Welke aanvullende maatregelen overweegt u te nemen om de achterstanden bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) in te lopen? Wanneer zullen deze maatregelen worden genomen en waarom is dit nog niet gebeurd?

Voor de uitvoering van veiligheidsonderzoeken schrijft de Wet Veiligheidsonderzoeken een maximale termijn voor van acht weken. Jaarlijks voert de MIVD duizenden veiligheidsonderzoeken uit. Sinds vorig jaar wordt er ook periodiek een controle uitgevoerd op justitiële antecedenten van al het defensiepersoneel op vertrouwensfuncties. Midden 2010 bestond nog een achterstand van ruim 6 000 veiligheidsonderzoeken. Inmiddels is deze achterstand teruggebracht tot minder dan 2 000 onderzoeken. De MIVD heeft verscheidene maatregelen genomen om de achterstanden verder in te lopen. Een belangrijke inspanning is gericht op de verdere automatisering van de processen. Daarnaast accepteert de MIVD tijdelijk een hoger risico en worden er extra inspanningen verricht ter verbetering van de personele vulling van de betrokken bureaus. Zo is voor deze bureaus de vacaturestop opgeheven die was ingesteld als gevolg van de bezuinigingen, en worden met ontslag bedreigde militairen geworven voor civiele functies.

10

Wat zal de komende jaren het pad van de investeringsquote zijn?

Zie het antwoord op vraag 5.

11

Kunt u al een indicatie geven van het verloop van de investeringsquote in 2012?

Zie het antwoord op vraag 5.

12

Kunt u uiteenzetten op welke wijze feitelijk tegemoet is gekomen aan de kritiek, die de Vereniging Infanterie Officieren heeft gegeven over de beperkte aandacht voor de offensieve mentaliteit van jonge leidinggevenden in het bijzonder en van militairen in het algemeen? Is het waar dat uw algemene verhaal in het Jaarverslag er concreet op neerkomt dat de offensieve mentaliteit momenteel is gewaarborgd en geen enkele verandering in opleiding en training hieromtrent noodzakelijk is?

Het offensief handelen is gewaarborgd in zowel opleiding als training. Opleidingen en trainingen worden constant geëvalueerd en aangepast naar aanleiding van ervaringen en geleerde lessen tijdens oefeningen en inzet. Daarnaast wordt tijdens de voorbereiding van een missie indien gewenst meer aandacht besteed aan offensief handelen.

13

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de inzetbaarheid van de CV-90 zal worden verhoogd?

De inzetbaarheid van de CV-90 wordt negatief beïnvloed door een ontoereikende voorraad reservedelen, de trage afhandeling van garantieclaims door de fabrikant en schade aan een aantal voertuigen. Met ingang van 2012 is het exploitatiebudget in overeenstemming met de kostenraming waardoor het reservedelentekort kan worden ingelopen. De garantietermijn van de meeste voertuigen is inmiddels verstreken waardoor de invloed van de trage afhandeling van claims afneemt. Het aantal schades tijdens het gebruik zal naar verwachting afnemen naarmate de ervaringen met het gebruik toenemen.

14

Waarom zijn niet alle bestelde pantservoertuigen in 2011 geleverd?

De voertuigen zijn in 2011 beschikbaar gekomen maar bij de acceptatiekeuring van Defensie bleek dat voor drie voertuigen aanvullende werkzaamheden noodzakelijk waren. Deze werkzaamheden zijn begin 2012 voltooid, waarna Defensie de voertuigen alsnog heeft geaccepteerd.

15, 16, 17, 18 en 46

Op welke onderdelen/plaatsen in de personele organisatie was de personele vulling het laagst? Kan per onderdeel/plaats worden aangegeven wat de gevolgen van de lagere personele vulling waren?

Door welke genomen maatregelen en door welke omstandigheden was de materiële gereedheid niet volledig? Kunt u dit per materieelsysteem aangeven, alsmede wat hier de gevolgen van waren voor de defensieorganisatie?

Welke oorspronkelijke doelstellingen zijn niet volledig gehaald door de lagere personele vulling?

Welke oorspronkelijke doelstellingen zijn niet volledig gehaald door de beperkte materiële gereedheid?

Kunt u aangeven in hoeverre het tekort aan reservedelen en munitie zorgt voor een verlaagde inzetbaarheid en wanneer verwacht u dat dit is opgelost? Voor welk materieel geldt het tekort aan reserveonderdelen precies?

In 2011 heeft Defensie alle gevraagde inzet geleverd. De oorspronkelijke operationele doelstellingen zijn niet altijd volledig gehaald als gevolg van de maatregelen van de beleidsbrief en door omstandigheden zoals een lagere personele vulling en beperkingen in de materiële gereedheid. In de beleidsbrief zijn doelstellingen geformuleerd om uiteindelijk in 2014 de krijgsmacht op orde te hebben. In dat kader is een actieplan opgesteld om de achterstand in het onderhoud weg te werken en de voorraden aan munitie en reservedelen op peil te brengen. In het jaarverslag zijn de key performance indicators vermeld aan de hand waarvan de komende jaren over het behalen van de doelstellingen zal worden gerapporteerd.

Hieronder volgt voor de vier operationele commando’s een opsomming van de operationele doelstellingen voor eenheden of materieelsystemen die in 2011 als gevolg van beperkingen in de personele of materiële gereedheid niet volledig zijn gehaald:

CZSK:

Bevoorradingsschepen. Door defecten aan en modificaties van de voortstuwing van Hr.Ms. Zuiderkruis was de gereedheid van dit schip in de eerste helft van het jaar onvoldoende om de doelstelling in de begroting te behalen. In de tweede helft van het jaar is het schip in aanvulling op de reeds voorziene inzet van CZSK-eenheden ingezet voor de anti-piraterijoperatie Atalanta.

Onderzeeboten. Wegens recuperatie na inzet en een noodzakelijke onderhoudsperiode ter waarborging van de zeewaardigheid is de eindejaarsrealisatie lager uitgekomen.

Marinierseenheden CARIB. Door het ontbreken van nachtzichtapparatuur, .50 mitrailleurs en goed werkende verbindingsapparatuur is de materiële gereedheid zodanig dat de eenheden in het Caribisch gebied minder goed in staat zijn taken in het hoogste deel van het geweldsspectrum uit te voeren.

Bootpeloton Caribisch gebied. De gereedheid van het bootpeloton Caribisch gebied wordt beperkt vanwege defecte Boston Whalers.

CLAS:

High Readiness Force Headquarters. De staf van het High Readiness Force HQ, inclusief het Staff Support Battalion en het CIS-bataljon, kampte met beperkingen in de personele en materiële gereedheid. Zie ook het antwoord op vraag 43.

Air Manoeuvre Brigade (AMB). Het is voor de brigadestaf en stafcompagnie 11 AMB lange tijd niet mogelijk geweest organiek en geïntegreerd te oefenen. Ook waren er beperkingen in de materiële gereedheid. De gevechtssteuneenheden kenden beperkingen in de personele gereedheid en beperkingen in de materiële gereedheid, onder andere door een tekort aan nachtzichtapparatuur. De NATRES-bataljons van 11 Air Manoeuvre Brigade kampten met verouderde verbindingsmiddelen en een beperkte inzetbaarheid van helderheidsversterkers, waardoor ook deze eenheden niet voor alle organieke taken gereed waren.

Gemechaniseerde brigades

  • De pantserinfanteriebataljons kenden beperkingen in de personele gereedheid als gevolg van een toename van de irreguliere personele uitstroom. De beschikbaarheid van voldoende CV-90»s is bij deze eenheden van groot belang, terwijl juist de inzetbaarheid hiervan beperkt was. Dit had een negatieve invloed op de geoefendheid.

  • De verkenningseskadrons van de brigades waren het grootste deel van 2011 specifiek operationeel gereed vanwege beperkingen in de personele gereedheid en het ontbreken van certificering.

  • De afdelingen veldartillerie zijn in 2011 begonnen met een reorganisatie als gevolg van de beleidsbrief. Zij hadden te maken met een tekort aan opgeleid personeel en tevens was de gereedheid van onder andere de pantserhouwitsers en de Fenneks beperkt.

  • De pantsergeniebataljons zijn eveneens in 2011 begonnen met reorganisaties. Een aantal oefeningen is hierdoor vervallen. De geoefendheid werd beperkt door een gebrek aan munitie en lopen van .50 mitrailleurs. Tevens waren er tekorten aan reservedelen en was er een teruglopende inzetbaarheid van voertuigen zoals de YPR en de Fennek en van verbindingsmiddelen.

  • Een aantal logistieke eenheden was vanwege reorganisaties en door tekorten aan specialistisch personeel specifiek operationeel gereed. Een beperkte inzetbaarheid van de geneeskundige shelters door gebrek aan reservedelen leverde beperkingen op in de gereedheid van de geneeskundige compagnieën.

Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL)

  • Bij het Commando luchtdoelartillerie zijn (sub-)eenheden stilgezet en is de gereedstellingsopdracht overgegaan van 11 naar 13 Luchtverdedigingbataljon. Tevens waren de Fennek-platforms voor de Stinger-raketten beperkt inzetbaar.

  • Het CIS-bataljon kende beperkingen in de personele en in de materiële gereedheid. Tevens was er een tekort aan rijopleidingen.

  • Het geneeskundig bataljon kampte met personele wisselingen, een gebrek aan functieopleidingen en een ondervulling van de functies van Algemeen Militair Verpleegkundige. Daarnaast was de inzetbaarheid van ziekenauto’s beperkt en was er een tekort aan FM9000-radio’s. In combinatie met de beperkte geoefendheid als gevolg van een tekort aan rijopleidingen en de uitstroom van ervaren kaderleden en manschappen, was de eenheid specifiek operationeel gereed.

Explosieven Opruimingsdienst Defensie. De EOD is in 2011 in staat geweest de nationale kerntaken uit te voeren. Door een gebrek aan ploegcommandanten en specifiek EOD-materieel en door intensief gebruik van het materieel en de hoge uitval waren daarvoor slechts achttien ploegen specifiek operationeel gereed.

CLSK:

Apache-helikopters. Bij de gevechtshelikopters is het afgelopen jaar de realisatie van het aantal operationeel gerede eenheden achtergebleven bij de planning. Een gebrek aan reservedelen was hiervan de grootste oorzaak. Door de lage inzetbaarheid van de Apaches konden te weinig bemanningen de status van combat ready bereiken.

Chinook-helikopters. Doordat in 2010 en 2011 een achterstand in trainingsuren is ontstaan hebben enkele bemanningen nog niet de status van combat ready kunnen bereiken. Lynx-helikopters. Doordat de ingezette bemanningen niet volledig combat ready zijn, waren de Lynx-eenheden slechts specifiek operationeel gereed.

NH-90 helikopters. De NH-90 was het afgelopen jaar niet operationeel gereed doordat de invoering is vertraagd.

Geleide wapens. Het aantal operationeel gerede Patriot-eenheden is achtergebleven bij de planning. Oorzaken hiervan waren technische problemen met onder andere de commandocentrale, de radarset en sommige lanceerinstallaties.

Jachtvliegtuigen. Zoals gemeld in het jaarverslag 2011 zijn de doelstellingen ten aanzien van jachtvliegtuigen behaald. Daarbij heeft het zwaartepunt gelegen op inzet boven Libie en Afghanistan waardoor er een beperkte achterstand is ontstaan bij de combat readiness van jachtvliegers (zie tevens het antwoord op vraag 2). Naar verwachting zal deze achterstand in 2012 en 2013 worden ingelopen.

CKmar:

ME/BE pelotons. De bijstandsorganisatie heeft in 2011 te maken gehad met personele tekorten in twee categorieën specialistische functies waardoor niet volledig aan de gewenste gereedheid is voldaan.

19

Kunt u aangeven of het overleg over de voorziene uitvoering van de schaderegeling voor veteranen spoedig genoeg verloopt? Wat is nu de stand van zaken ten aanzien van de uitbetaling van de schaderegeling voor veteranen? Kunt u dit relateren aan de recente oproep van de Ombudsman die de noodklok luidt over de trage voortgang van de afhandeling van de schaderegeling?

De regeling inzake de ereschuldregeling voor veteranen wordt in goed overleg met de centrales van overheidspersoneel tot stand gebracht. Dit overleg verloopt voorspoedig. Er wordt onder meer gesproken over de hoogte van de uitkering en de wijze waarop de regeling recht kan doen aan de gevolgen die de veteraan van zijn invaliditeit heeft ondervonden. Ik streef ernaar vóór het notaoverleg Veteranen van 25 juni a.s. tot overeenstemming te komen met de centrales opdat de meeste rechthebbenden nog dit jaar hun uitkering kunnen ontvangen. De voortgang van het overleg heeft geen relatie met de recente oproep van de Nationale Ombudsman.

20

Zijn de Leopard-2 tanks gereed voor de verkoop? Zo ja, is er zicht op een koper? Zo nee, wanneer zijn de tanks gereed voor verkoop en heeft zich al een koper gemeld?

Over de voorgenomen verkoop van Leopard 2A6 tanks aan Indonesië is de Kamer geïnformeerd met de brief van 8 mei 2012 (Kamerstuk 22 054, nr. 194). Over de verkoop van de overige tanks bestaan contacten met andere potentiële kopers.

21

Wanneer wordt verwacht dat de besparingen in de besturing en de ondersteuning worden gerealiseerd? Hoeveel langer duurt dit dan gepland? Zullen er in 2012 al resultaten te zien zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en voor hoeveel?

De besparingen op de staven, inclusief de ondersteuning, worden volgens plan voor het grootste deel in 2013 gerealiseerd. In 2012 treft Defensie de voorbereidingen voor de reorganisatie. De reorganisatiedocumenten worden opgesteld en er wordt overlegd met de medezeggenschap en de centrales van overheidspersoneel. Na de zomer worden de sollicitatie- en selectierondes doorlopen. De «omklap» naar de nieuwe organisatie is voor het merendeel van de staven en de ondersteuning voor begin 2013 voorzien.

22

Kan de Kamer nadere toelichting krijgen over de «nadere vormgeving van de numerus fixus»? Wat is nu de stand van zaken per defensieonderdeel en afdeling?

Met de brieven van 7 oktober en 2 november 2011 (Kamerstuk 32 733, nrs. 49 en 48) heb ik de Kamer geïnformeerd over de numerus fixus per defensieonderdeel. In de brief van 1 augustus 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 37) heb ik aangekondigd dat de numerus fixus dit jaar wordt geëvalueerd. Vooruitlopend hierop zijn al kleine aanpassingen gedaan om knelpunten op te lossen. Eind dit jaar zal ik de Kamer per brief uitgebreider informeren over de aanpassingen van de numerus fixus.

23

Kan worden toegelicht in hoeverre en waarom de doorlooptrajecten van de reorganisatietrajecten verschillen?

Zoals uiteengezet in de brief van 2 november 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 48) is de reorganisatie bij Defensie in de lijn belegd. Dit betekent dat de zeven hoofden van de defensieonderdelen verantwoordelijk zijn voor de reorganisatie bij hun eigen defensieonderdeel. Zij hebben zelf bepaald op welke wijze zij hun veranderorganisatie wilden inrichten. Door onderlinge verschillen tussen defensieonderdelen kunnen er ook verschillen zijn in de aard van de te nemen maatregelen, het overleg met de medezeggenschap en de afhankelijkheid van ondersteunende capaciteit, zoals IV/ICT en personele dienstverlening. Hierdoor is het mogelijk dat er verschillen bestaan tussen de trajecten en de tijdschema’s. De «omklap» naar de nieuwe organisatie is voor het merendeel van de staven en de ondersteuning voorzien voor begin 2013.

24

Hoe is de overdracht van de materieellogistieke bedrijven van de Defensie Materieel Organisatie aan de operationele commando’s verlopen? Tegen welke eventuele problemen is men aangelopen, en zijn deze allen verholpen?

De overdracht is volgens plan verlopen. De overdracht van een defensieonderdeel gaat gepaard met een aanpassing in de begroting. De tijdige omschakeling van de IV-systemen bleek niet haalbaar. Dit is opgelost door de verantwoordelijkheid voor het financiële beheer gedurende het lopende begrotingsjaar bij de DMO te laten, maar de zeggenschap over de bedrijven bij de desbetreffende operationele commandanten te leggen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt die nu, na ongeveer een half jaar, goed werkbaar blijken. De overdracht is nu voorzien voor 1 januari 2013.

25

Welke consequenties zijn er voor de hoofden van de zeven krijgsmachtsdelen, die zelf verantwoordelijk zijn voor de reorganisatie, als blijkt dat zij de doelstellingen niet halen?

De hoofden van de defensieonderdelen hebben zich verbonden aan de opdracht en zijn goed begonnen met de uitvoering van deze ingrijpende en veelal pijnlijke reorganisatie. Tussentijdse rapportages wijzen uit dat de reorganisaties op schema liggen.

26 en 27

Kunt u aangeven of de aanbesteding van de IV en ICT-dienstverlening zeker is, of zijn er nog mogelijkheden dat de vijf onderdelen niet worden aanbesteed? Kunt u dit precies toelichten?

Kunt u aangeven in welke fases voor aanbesteding de vijf IV en ICT-onderdelen precies zitten en welke tijdspaden hiermee precies gemoeid zijn? Wanneer verwacht u dat het aanbestedingsproces is afgerond? Zijn er voorts al partijen die interesse hebben getoond in de aanbesteding? Zo ja, welke?

Op grond van onderzoek naar de voordelen van samenwerking of uitbesteding is besloten de vijf onderdelen van de IV- en ICT-dienstverlening uit te besteden. Informatie van verscheidene marktpartijen ondersteunde de verwachting dat de markt kan voldoen aan sourcingdoelstellingen zoals innovatie en continuïteit van de dienstverlening. Dit onderzoek is uitgevoerd in de afwegingsfase van het sourcingproces die is beschreven in de brief over sourcing van 27 april j.l. (Kamerstuk 31 125, nr. 10). Met het sourcingbesluit is de afwegingsfase voltooid en de onderdelen zullen na afloop van de voorbereidingsfase worden aanbesteed.

Alle vijf de onderdelen van de IV- en ICT-dienstverlening bevinden zich in de voorbereidingsfase. Het onderdeel mainframe hosting is het dichtst bij het moment waarop de aanbestedingsfase aanvangt en naar verwachting zal later dit jaar de offerteaanvraag aan marktpartijen worden verstrekt. De andere vier onderdelen (IV-advies en applicatiediensten, werkpleklogistiek, ICT-infrastructuur en telefonie) bevinden zich aan het begin van de voorbereidingsfase.

Gedurende de aanbestedingsfase zullen offertes onder meer worden getoetst aan de specifieke doelstellingen van de uitbesteding zoals die in de voorbereidingsfase zijn vastgesteld. Bij een positief oordeel wordt de dienstverlening uitbesteed op basis van een contract. Met het sluiten van dit contract eindigt de aanbestedingsfase. Voor het onderdeel mainframe hosting zal dit waarschijnlijk begin 2013 zijn. Werkpleklogistiek, ICT-infrastructuur en telefonie worden gebundeld tot het kavel »ICT», waarvan de aanbesteding volgens de huidige planning gelijktijdig met het kavel »IV» (IV-advies en applicaties), aanvangt in het vierde kwartaal van 2013. Dit moet leiden tot het sluiten van contracten begin 2015.

Voor de uitbesteding van de IV en ICT-dienstverlening is ruime belangstelling getoond. In dit stadium kunnen echter geen namen van potentiële leveranciers worden genoemd.

28 en 30

Waardoor wordt de bijstelling uitgaven crisisbeheersingsoperaties HGIS (– 137 200) veroorzaakt?

De voorziening voor HGIS is niet volledig gerealiseerd. Hoe is dit te verklaren?

De bijstelling uitgaven crisisbeheersingsoperaties HGIS is voornamelijk het gevolg van de onderrealisatie bij de ISAF redeployment en de Geïntegreerde Politietrainingsmissie (GPM). Voor de ISAF redeployment wordt de onderrealisatie verklaard door verschillende factoren. In de Redeployment Task Force is minder personeel ingezet dan voorzien en bovendien is de Task Force sneller verkleind dan voorzien. Er is minder materieel naar Nederland getransporteerd door afstoting en schenkingen aan internationale partners in het missiegebied en door het achterblijven van materieel voor de GPM. Hierdoor is ook de behoefte aan herstel van het materieel verminderd en is bovendien, ten gevolge van de bezuinigingsmaatregelen bij Defensie, voor een deel van het wel teruggekeerde materieel geen herstel meer nodig. Daarnaast is materieel later in Nederland gearriveerd dan was voorzien, zodat uitgaven niet in 2011 zijn gedaan. Voor de GPM wordt de onderrealisatie verklaard door vertragingen in de aanleg van de permanente infrastructuur in Kunduz en Mazar-e-Sharif. De onderrealisatie bij de instandhoudingsfase kan worden verklaard door de vertraagde deployment, waardoor de instandhoudingsfase later is begonnen dan voorzien.

29

Waarom is er gekozen voor «een andere fasering» van de opbrengsten uit verkoop van materieel en onroerende zaken? Wat houdt deze «andere fasering» in?

Door de gewijzigde financieel-economische situatie zijn er meer verkopers en minder kopers van defensiematerieel en onroerende zaken. Hierdoor zijn in 2011 minder verkoopcontracten gesloten. De andere fasering houdt dan ook in dat de ontvangsten in latere jaren worden geraamd.

30

De voorziening voor HGIS is niet volledig gerealiseerd. Hoe is dit te verklaren?

Zie het antwoord op vraag 28.

31

Waarom is ervoor gekozen het personeelsbestand Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) dusdanig te ontwikkelen dat er een overschrijding van € 7,7 miljoen te zien is?

Bij het verwerken van de maatregelen uit het regeerakkoord voor het jaar 2011 zijn, op basis van een vacaturestop en de verwachte personele uitstroom, de personele budgetten van onder meer het CZSK gekort. Doordat bij CZSK minder militair personeel is uitgestroomd dan verwacht, is sprake van een overschrijding van de personele budgetten. In de belasting op de verschillende budgetdelen van het CZSK betreft het voor € 7,7 miljoen uitgaven die onder Opleidingen worden verantwoord.

32

Wat wordt bedoeld met hogere formatie-uitgaven?

De hogere formatie-uitgaven zijn uitgaven voor salarissen en sociale lasten, uiteenlopende toelages en overige personele uitgaven.

33

Waren er in 2011 voldoende mijnenbestrijdingsvaartuigen beschikbaar om aan de operationele vraag te voldoen?

Met de beleidsbrief van 8 april 2011 en in overleg met de Kustwacht is het aantal voorziene vaardagen voor de Kustwacht verlaagd van 180 naar 120. Hiervan zijn er uiteindelijk 104 gerealiseerd, in de eerste plaats ten behoeve van mijnenbestrijding. Daarnaast is de structurele bijdrage aan de Standing NATO Maritime Mine Counter Measure Group 1 (SNMCMG1) verminderd naar twee perioden van drie maanden. Als gevolg van de behoefte aan extra inzet in operatie Unified Protector (OUP) was een herschikking van de operationele mijnenbestrijdingscapaciteit noodzakelijk. De inzet in OUP heeft in totaal 29 weken geduurd en is ten koste gegaan van elf weken samengesteld opwerken in SNMCMG1, drie weken inzet voor Frontex en vijftien weken voor nationale taken (explosievenopruiming en hydrografie Noordzee).

34, 36 en 37

Kunt u verklaren waarom de materiële gereedheid van de marinierseenheden in het Caribisch gebied ondermaats is? Kunt u voorts aangeven wat hieraan wordt gedaan en wanneer u verwacht dat de materiële gereedheid zodanig is dat zij taken kunnen uitvoeren in het hoogste deel van het geweldsspectrum?

Hoe komt het dat er bij meerdere eenheden een tekort is van nachtzichtapparatuur en 50 mitrailleurs? Worden deze tekorten in 2012 opgelost?

Per wanneer zal de gereedheid van het bootpeloton Caribisch gebied weer op orde zijn en de defecte Boston Whalers gerepareerd? Hoe lang is dit bootpeloton al minder gereed inzetbaar? Wat zijn hier de gevolgen van?

De verbindingsmiddelen en de versleten .50 mitrailleurs van de eenheden in het Caribisch gebied moeten worden vervangen. Momenteel wordt voor de verbindingsmiddelen een oplossing gezocht waarbij de herverdeling van middelen een mogelijkheid is. De nieuwe .50 mitrailleurs zullen naar verwachting eind 2012 worden geleverd aan CZMCARIB. De nachtzichtapparatuur wordt in de loop van 2012 aangevuld. Hierdoormoet het mogelijk zijn de problemen eind 2012 te hebben opgelost, waarna de marinierseenheid in het Caribisch gebied weer volledig operationeel gereed zal zijn. De verouderde verbindingsapparatuur moet dan nog wel worden vervangen.

In 2009 kende de bootgroep een personeelstekort. De huidige vaartuigen (Boston Whalers) worden in 2012 vervangen door het type Support Craft Caribbean (SCC) van de Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft. Het eerste vaartuig van het type SCC is reeds in het Caribisch gebied. Het vaartuig is beproefd en zal naar verwachting na de zomer 2012 voor het eerst operationeel worden ingezet. De overige vaartuigen van het type SCC worden voor het einde van dit jaar afgeleverd in het Caribisch gebied.

35

Welke maatregelen zijn er genomen om de ondersteuning van de mariniersbataljons te verbeteren?

Het amfibisch logistiek bataljon van het Korps Mariniers kan als gevolg van personele tekorten niet beide mariniersbataljons tegelijkertijd volledig ondersteunen. De beschikbare capaciteit wordt op basis van prioriteiten ingezet. Defensie spant zich in voor de werving en het behoud van de juiste categorieën personeel.

36

Hoe komt het dat er bij meerdere eenheden een tekort is van nachtzichtapparatuur en 50 mitrailleurs? Worden deze tekorten in 2012 opgelost?

Zie het antwoord op vraag 34.

37

Per wanneer zal de gereedheid van het bootpeloton Caribisch gebied weer op orde zijn en de defecte Boston Whalers gerepareerd? Hoe lang is dit bootpeloton al minder gereed inzetbaar? Wat zijn hier de gevolgen van?

Zie het antwoord op vraag 34.

38

Waardoor wordt het tekort aan medisch en technisch geschoold personeel nog meer veroorzaakt, anders dan het beperkte aanbod? Hebben de bezuinigingen hier ook mee te maken?

Zie het antwoord op vraag 4.

39

Kunt u nadere uitleg geven wat wordt bedoeld met «Als gevolg van interne herschikking...ten laste van de apparaatsuitgaven»?

In 2011 is bij het Commando landstrijdkrachten € 24,1 miljoen meer uitgegeven aan salarissen bij opleidingen dan begroot. Daartegenover staat een lagere realisatie van de apparaatsuitgaven, in het bijzonder bij de salariskosten van de Staf operationeel commando. Het betreft derhalve een herschikking binnen de salarisuitgaven van het Commando landstrijdkrachten.

40

Kan worden toegelicht op welke wijze de personeelsuitgaven als gevolg van gewijzigde premies voor zorg en pensioenen hebben doorgewerkt in de loonbijstelling?

De gewijzigde premies voor zorg en pensioenen leiden tot hogere personele uitgaven. Defensie ontving in 2011, net als de overige overheidssectoren, een compensatie voor deze gestegen personele uitgaven. Deze loonbijstelling is toegevoegd aan het bedrag dat is begroot voor de personele uitgaven.

41, 42, 53, 54

Hoeveel Apache bemanningen konden de status «combat ready» niet krijgen? Wanneer zullen zij deze status wel bereiken?

Hoeveel Chinook bemanningen konden de status «combat ready» niet krijgen? Wanneer zullen zij deze status wel bereiken?

Waardoor zijn de ingezette bemanningen van de Lynx helikopter niet volledig «combat ready»? Per wanneer zijn zij dit wel?

Kunt u uw reactie geven op de constatering dat de gehele huidige helikoptervloot (Apaches, Chinooks en Lynx) niet «combat ready» was in 2011?

Combat Ready (CR) houdt in dat de eenheid alle opgedragen taken kan uitvoeren. Hiervoor is een volledig jaarlijks oefenprogramma van 180 uur per vlieger nodig. Door de achterblijvende vliegurenproductie kon gemiddeld slechts 130 uren per vlieger worden gehaald en hierdoor kon geen bemanning aan de volledige CR-eis voldoen. Het CLSK heeft wel de gevraagde operationele inzet kunnen leveren. In 2014 en 2015 komt het aantal bemanningen voor de Chinook en de Apache dat Combat Ready is naar verwachting op het vereiste niveau.

De Lynx-helikopter wordt uitgefaseerd. Sinds 1 juli 2011 resteert alleen de taak aan boord van schepen. Voor de uitvoering van boordoperaties zijn de bemanningen Combat Ready tot de definitieve uitfasering in september 2012.

43

Wat zijn de operationele gevolgen geweest van het tekort aan personeel bij de High Readiness Force Headquarters?

Indien in 2011 de volledige inzet van het High Readiness Force Headquarters nodig was geweest zouden slechts vier van de zeven verbindingseenheden (Rapid Command Information System Elements, RACE’s) van personeel kunnen worden voorzien. De geplande oefeningen konden echter wel worden ondersteund.

44

Zijn de problemen met oefenen bij het Air Manouevre Brigade inmiddels opgelost? Zo nee, waarom niet?

De problemen waren deels te wijten aan materiële gereedheid, bijvoorbeeld doordat apparatuur na de redeployment onderhoud moest krijgen. Naarmate meer onderhoud is uitgevoerd, wordt het probleem kleiner. De beperkte beschikbaarheid van helikopters blijft een beperking voor de mogelijkheden om geïntegreerd te oefenen.

45

Kunt u verklaren waarom pantserinfanteriebataljons een specifieke toename kennen van irreguliere personele uitstroom? Wat onderscheidt de pantserinfanteriebataljons in dit opzicht van andere onderdelen?

Uit onderzoek onder werknemers die vroegtijdig de dienst verlaten, is niet gebleken dat het vertrekkende personeel van de pantserinfanteriebataljons een andere motivatie heeft om Defensie te verlaten dan personeel bij ander eenheden. Wel is naar voren gekomen dat de verlaging van het aantal uitzendingen en oefeningen invloed heeft op de motivatie van het personeel.

46

Kunt u aangeven in hoeverre het tekort aan reservedelen en munitie zorgt voor een verlaagde inzetbaarheid en wanneer verwacht u dat dit is opgelost? Voor welk materieel geldt het tekort aan reserveonderdelen precies?

Zie het antwoord op vraag 16.

47

Is de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) inmiddels weer in staat om de nationale kerntaken te kunnen uitvoeren? Zo nee, waarom niet en wat gaat u hieraan doen?

Door een gebrek aan ploegcommandanten en specifiek EOD-materieel en door intensief gebruik van het materieel en de hoge uitval waren slechts achttien ploegen specifiek operationeel gereed. De EOD is in 2011 echter in staat geweest de nationale kerntaken uit te voeren. De EOD is bezig de specifieke operationele gereedheid te verhogen.

48

In 2011 vonden minder vliegeropleidingen plaats door de inzet in Libië. Wat zijn hiervan de gevolgen geweest?

De inzet van jachtvliegtuigen boven Libië en Afghanistan leidde tot een beperking van het aantal trainingen. Hierdoor ontstond een achterstand bij het aantal vliegers met de Combat Ready status. Naar verwachting zal deze achterstand in 2012 en 2013 worden ingelopen.

49

Wat zijn de gevolgen van de lagere verplichtingen van € 55 miljoen bij de opleidingen voor het opleidingsniveau van de vliegers? Hebben zij voldoende kunnen trainen in het afgelopen jaar? Zijn er genoeg beschikbare vliegers voor de F-16’s?

De lagere verplichting op initiële vliegeropleidingen is ondermeer het gevolg van de bezuinigingen op het aantal F-16’s en de daarmee samenhangende verminderde opleidingsbehoefte. De inzet boven Libië en Afghanistan, alsmede de problemen bij de materiële exploitatie en de consequenties daarvan voor de inzetbaarheid van de toestellen, hebben de getraindheid van F-16-vliegers negatief beïnvloed. Deze achterstand in de getraindheid zal in de loop van de tijd worden weggewerkt. Er zijn nog voldoende vliegers voor de F-16’s beschikbaar.

50

Kunt u een overzicht geven van het aantal benodigde trainingsuren en het aantal gerealiseerde trainingsuren in 2011 voor Nederlandse vliegers van F-16’s, Apaches, Chinooks, Lynx's, NH-90's?

Op grond van Navo-richtlijnen dienen vliegers tenminste 180 vlieguren per jaar te maken om volledig Combat Ready te zijn en te kunnen worden ingezet voor Navo-missies. In 2011 hebben jachtvliegers gemiddeld 172 vlieguren per jaar gevlogen, Apache en Chinook-vliegers 130 vlieguren en Lynx-vliegers ruim 180 vlieguren. Voor de NH-90 vliegers was dit 100 vlieguren maar voor hen gold in 2011 nog geen CR-eis.

51

Zijn de problemen met de Patriot-eenheden inmiddels opgelost? Zo nee, wat gaat u hieraan doen? Hoe waren deze problemen te voorkomen geweest?

De problemen zijn opgelost. Bij zowel de commandocentrale, de radarset als de lanceerinstallaties ging het om technische mankementen. Voor een tijdige reparatie waren vaak onvoldoende reservedelen beschikbaar. Inmiddels is de beschikbaarheid van reservedelen verbeterd.

52

Kunt u aangeven hoeveel Apaches er in 2011 beschikbaar waren en hoeveel er aan de grond bleven vanwege het gebrek aan reserveonderdelen? Hoeveel «combat ready» bemanningsleden komt u tekort? Wanneer verwacht u dit probleem te hebben opgelost?

In 2011 waren 29 Apaches beschikbaar. Daarvan zijn er 21 in Nederland gestationeerd en acht voor opleiding en training in de Verenigde Staten. Vier Apaches moesten vanwege gebrek aan reserveonderdelen in Nederland aan de grond blijven. Zie verder het antwoord op vraag 41.

53

Waardoor zijn de ingezette bemanningen van de Lynx helikopter niet volledig «combat ready»? Per wanneer zijn zij dit wel?

Zie het antwoord op vraag 41.

54

Kunt u uw reactie geven op de constatering dat de gehele huidige helikoptervloot (Apaches, Chinooks en Lynx) niet «combat ready» was in 2011?

Zie het antwoord op vraag 41.

55

Welke inspanningen worden ondernomen in het Caribisch gebied om het aantal processen-verbaal «lik-op-stuk» te verhogen in overleg met de lokale autoriteiten en met inachtneming van de lokale wetgeving?

In 2009 heeft de Koninklijke marechaussee het «lik op stuk beleid», zoals in Nederland is afgesproken met het Openbaar Ministerie Arnhem, vertaald naar een procedure voor A/U-zaken (Aanhouding/Uitreiken) voor Curaçao en Aruba. Over dit beleid zijn in die periode afspraken gemaakt met de toenmalige Openbaar Ministeries van de Nederlandse Antillen en Aruba. Vanwege de militaire bases op Aruba en Curaçao heeft het merendeel van de militaire A/U-zaken in deze landen plaats.

Onlangs zijn er met het OM van Curaçao nieuwe afspraken gemaakt over de termijnen voor de afdoening van ingestuurde processen-verbaal van de Koninklijke marechaussee. Het OM van Curaçao heeft na een inventarisatie extra zittingsdata gepland. Afspraken over A/U-zaken ontbreken voor Sint Maarten en Caribisch Nederland.

56

Hoe is de aangenomen motie Hernandez (33 000 X, nr. 59), waarbij de regering wordt verzocht bij elke materieelverwerving de mogelijkheden van toepassing van toekomstgerichte technologieën, zoals robotisering en onbemande systemen, te onderzoeken, in de praktijk uitgevoerd?

Bij de vervulling van een behoeftestelling wordt gezocht naar de meest doelmatige en toekomstbestendige invulling. Hierbij worden nieuwe technologieën, zoals robotisering en onbemande systemen, zeer zeker overwogen. Enkele voorbeelden hiervan zijn de recent verworven tactische UAV voor Hr.Ms. Rotterdam en de Male UAV.

57

Kunt u nader toelichten waarom besloten is om de levering van de Geïntegreerde Sensor- en Communicatie Suite (GSCS) van het Joint Ondersteuningsschip (JSS) om te wisselen met die van het vierde patrouilleschip?

Door de vertraagde oplevering van de Geïntegreerde Sensor- en Communicatie Suite (GSCS) systemen zou de bouw van het JSS niet in 2015 maar pas in 2016 gereed zijn. Hierover bent u geïnformeerd met het Materieelprojectenoverzicht van Prinsjesdag 2011. Door een GSCS niet voor het vierde patrouilleschip, maar in plaats daarvan voor het JSS te gebruiken is de volledige oplevering van JSS in 2015 toch haalbaar. Het vierde patrouilleschip zal dan niet in 2014 maar eveneens in 2015 gereed zijn. De vertraging van de oplevering van een van de vier patrouilleschepen is in het operationele programma makkelijker op te vangen dan een vertraagde oplevering van het JSS.

58

Waarom is de naam van het project gewijzigd naar maritime Ballistic Missile Defence? Wat zijn de operationele implicaties van het weglaten van «Tactical»?

Op de Navo-top in Lissabon in 2010 is besloten de doelstelling van het Navo-programma ter verdediging tegen ballistische raketten te wijzigen. Aanvankelijk was het dit programma bedoeld voor de verdediging van expeditionaire eenheden tegen tactische ballistische raketten. De huidige doelstelling betreft tevens de bescherming van de bevolking en het bondgenootschappelijke grondgebied in Europa. Door deze wijziging is het woord tactical niet meer van toepassing.

59

Wanneer zal de Kamer de studie «Vervanging brugleggende tank» ontvangen?

Met de D-brief van het project «Vervanging brugleggende tank» zal de Kamer worden geïnformeerd over de uitkomsten van de aanvullende studie over de behoefte aan brugleggende tanks. Naar verwachting wordt deze brief in de tweede helft van 2013 aan de Kamer aangeboden.

60

Wat wordt eraan gedaan om de erbarmelijke leverbetrouwbaarheid van het marinebedrijf te verbeteren? Wanneer is deze weer op peil?

Het actieplan dat is genoemd in het antwoord op vraag 16 heeft ook betrekking op leveringen door het marinebedrijf aan het CZSK. De leverbetrouwbaarheid van het marinebedrijf is ook onderdeel van de in het jaarverslag vermeld de key performance indicators aan de hand waarvan de komende jaren over het behalen van de doelstellingen zal worden gerapporteerd.

61

Wat zijn de gevolgen geweest voor defensie-eenheden van de slechte leverbetrouwbaarheid van het marinebedrijf?

Door de lage leverbetrouwbaarheid duurden reparaties langer of moest gewerkt worden met minder goed presterende apparatuur. Doordat aan boord van schepen belangrijke systemen meervoudig zijn uitgevoerd en het mogelijk is om onderdelen te gebruiken uit schepen die niet worden ingezet, was het niet nodig het operationele programma bij te stellen.

62

Waarom is het meerjarige contract voor de C-17 neerwaarts bijgesteld met € 14 miljoen?

De ramingen voor de exploitatie van de C-17 zijn verlaagd als gevolg van een actualisering van de rechten en verantwoordelijkheden van deelnemende landen. Dit is vastgelegd in een door alle twaalf landen goedgekeurd amendement op het MoU.

63

Waar komt de grote budgetverhoging voor de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg vandaan?

De uitgaven van de zorgbedrijven van de bedrijfsgroep Gezondheidszorg zijn hoger uitgevallen. Deze hogere uitgaven worden echter gecompenseerd door hogere ontvangsten via de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK).

64

Hoe groot is de vertraging van de verkoopopbrengsten voor afstotingsprojecten, zoals de Tapijnkazerne te Maastricht, staf OCKmar Kalverstraat te Apeldoorn en de Topgrafische Dienst te Emmen? Kan per afstotingsproject worden aangegeven wanneer hier de opbrengsten van worden verwacht?

De Tapijnkazerne in Maastricht, het stafgebouw van het OCKmar in Apeldoorn en het gebouw van de Topografische Dienst in Emmen zijn in respectievelijk 2011, 2009 en 2009 opgeleverd aan het Rijks Vastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf. De opbrengsten worden verwacht in respectievelijk 2012, 2012 en 2013.

65

Waardoor is de uitvoering van de nieuwbouw Schiphol (hoofdgebouw van de KMar) vertraagd? Wat zijn de gevolgen hiervan en welke extra kosten zijn hieraan verbonden?

De vertraging van de nieuwbouw op Schiphol is ontstaan door een verkeerde schatting van de aannemer met betrekking tot de omvang en de complexiteit van het project. De aannemer heeft uitstel van de oplevering aangevraagd. De oplevering is nu voorzien voor het vierde kwartaal van 2012. De praktische en financiële consequenties zijn gering omdat de werkzaamheden die Defensie (IVENT) na de oplevering zou uitvoeren, nu worden uitgevoerd tijdens de bouw.

66

Kan worden toegelicht wat wordt bedoeld met de zin: «Om het programma SPEER te kunnen beheersen is een aantal maatregelen uitgevoerd, waaronder capaciteitsuitbreiding voor ondersteuning van de nieuwbouw en het beheer van SAP en meer aandacht voor de opbouw en uitbreiding van kennis in de lijnorganisatie»?

Uit de periodieke risicoanalyse bleek in 2011 dat de voortgang van SPEER zou kunnen stagneren door een tekort aan gekwalificeerde medewerkers. Dit risico was aanwezig in de tijdelijke programmaorganisatie maar ook in de bestaande lijnorganisatie die na de voltooiing van het programma het beheer en de verdere ontwikkeling van SAP en de bijbehorende bedrijfsvoering ter hand zal nemen. In 2011 is daarop de capaciteit van de bedrijfsgroep IVENT uitgebreid met 55 functionarissen. Zij werken nauw samen met SPEER aan het ontwerp, de bouw en het beheer van SAP. Zo neemt de voor SAP vereiste kennis verder toe. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de kennis in de lijnorganisatie op het gebied van processenmanagement en de bedrijfsvoering met SAP.

Wanneer de kennis van lijnorganisatie toereikend is, neemt de afhankelijk van de SPEER-organisatie af en kan en de overdracht van SAP-taken naar de lijn haar beslag krijgen volgens plan.

67

Er is een hogere realisatie van € 46,9 miljoen, die wordt veroorzaakt door een eerder voorziende betaling aan het ABP. Zal deze realisatie in 2012 als meevaller worden beschouwd? Hoe zal dit in het jaarverslag van 2012 worden verrekend?

De betaling in 2011 aan het APB leidt niet tot een meevaller in 2012 omdat de raming voor Pensioenen en Uitkeringen voor 2012 met hetzelfde bedrag is verlaagd.

68

Welke research&developmentprojecten worden gefinancierd via het centrale budget technologieontwikkeling?

In deze projecten wordt technologie verder doorontwikkeld om daarmee een oplossing te vinden voor operationele tekortkomingen en een verbetering tot stand te brengen van de operationele slagkracht. In veel gevallen resulteert een technologieontwikkelingsproject in een demonstratie van de technologie met een demonstratiemodel dat in zowel geconditioneerde als in operationele omstandigheden wordt getest. Dergelijke projecten worden vaak uitgevoerd door samenwerking tussen overheid, industrie en kennisinstituten. Het instrument draagt dan ook bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensiegerelateerde industrie en geeft daarmee een invulling aan de Defensie Industrie Strategie (DIS).

69

Wat waren de resultaten van de uitvoering van de benoemde maatregelen ten aanzien van het financieel beheer van de defensieorganisatie?

De resultaten zijn beschreven in het Jaarverslag op blz. 98 en 99 in de drie alinea’s onder de paragraaf «Prioriteiten».

70

Zijn alle door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden in het financiële beheer verholpen? Zo nee, welke niet?

Defensie heeft de prioriteiten voor 2011 om de onvolkomenheden in het financieel beheer weg te werken geformuleerd in een plan van aanpak. Dit plan van aanpak is volledig  uitgevoerd. Dit heeft geleid tot tastbare verbeteringen in het financieel beheer (zo is bijvoorbeeld de rijksbrede norm van 90 procent voor het binnen 30 dagen betalen van facturen gehaald). Deze verbeteringen, die overigens ook door de Algemene Rekenkamer worden bevestigd, hebben vooralsnog niet geleid tot vermindering in het aantal onvolkomenheden. De gerealiseerde en nog te realiseren maatregelen zullen de komende jaren effect sorteren.

71

Aangegeven wordt dat de interne regelgeving vereenvoudigd is ter verbetering van het verplichtingenbeheer. Ziet u nog meer mogelijkheden om de interne regelgeving te vereenvoudigen, om zo bij te dragen aan betere bedrijfsvoering?

In samenwerking met de beleidsverantwoordelijken wordt momenteel onderzocht welke verdere interne regelgeving, op korte termijn en met weinig inspanning, kan worden aangepast ter vereenvoudiging van de bedrijfsvoering.

72

Welke geplande maatregelen ten aanzien van het verbeteren van het materieelbeheer zijn in 2011 niet uitgevoerd? Wat waren hier de gevolgen van? Wanneer worden deze maatregelen wel uitgevoerd?

Van de maatregelen voor de verbetering van het materieelbeheer waren er zeven in 2011 niet voltooid. Het ging om het beschrijven van beheerprocessen, de volledige uitwerking van beheertaken in assortimentsinstructies, het harmoniseren van normen voor oordeelsvorming, de afhandeling van de ISAF redeployment en een blauwdruk voor ondersteunende IV in het uitzendgebied. Verder betrof het een tweetal CLSK-specifieke instructies op het gebied van cryptoapparatuur en munitie. De gevolgen hiervan voor het totaal aan verbetermaatregelen waren beperkt. Zo bleek bij het CLSK het cryptobeheer in 2011 toch op orde gekomen te zijn. Alle maatregelen dienen in 2012 alsnog tot uitvoering te komen.

73

Onder welke artikelen vallen de uitgaven voor de nucleaire taak van de Luchtmacht?

Om redenen van bondgenootschappelijke vertrouwelijkheid worden hierover geen mededelingen gedaan.

74

Kan de abusievelijk dubbel betaalde toelage aan de officier medisch specialist, die meer heeft verdiend dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers, teruggevorderd worden? Bent u daartoe bereid?

Met de desbetreffende militair arts is een terugbetalingsregeling getroffen.

75

Welke operationele knelpunten zijn opgevangen met inhuur van personeel? Kan hiervan een gedetailleerd overzicht worden gegeven?

Defensie huurt voor de operationele en ondersteunende eenheden indien nodig op piekmomenten personeel in bij de baten-lastendiensten zoals Paresto. Hierdoor hoeft de organieke sterkte van deze eenheden niet te worden verhoogd.

76

Waarom heeft Defensie in 2011 geen verzoeken voor internationale noodhulp en/of humanitaire hulpverlening van het ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangen?

Er hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan waarvoor de inzet van de krijgsmacht voor internationale noodhulp of humanitaire hulpverlening noodzakelijk was.

Naar boven