33 240 III Jaarverslag en slotwet ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2011

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN, HET KABINET DER KONINGIN EN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN (III)

Aangeboden 16 mei 2012

INHOUDSOPGAVE

   

blz.

     

A.

ALGEMEEN

3

1.

Aanbieding jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

3

2.

Leeswijzer

7

     

B.

MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN

8

1.

Realisatie beleidsprioriteiten

8

2.

Beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid»

9

2.1

Algemene doelstelling

9

2.2

Budgettaire gevolgen van beleid

9

2.3

Financiële toelichting budgettaire gevolgen van beleid

9

2.4

Nader geoperationaliseerde doelstellingen

10

2.4.1

Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid

10

2.4.2

Leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid

11

3.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

14

     

C.

KABINET DER KONINGIN

15

1.

Activiteiten

15

2.

Budgettaire gevolgen

15

3.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

15

     

D.

COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN

17

1.

Activiteiten

17

2.

Budgettaire gevolgen en toelichting

17

3.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

18

     

E.

JAARREKENING

19

1.

Verantwoordingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken

19

2.

Verantwoordingsstaat van het Kabinet der Koningin

20

3.

Verantwoordingsstaat van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

21

4.

Saldibalans Ministerie van Algemene Zaken met toelichting

22

5.

Saldibalans Kabinet der Koningin met toelichting

25

6.

Saldibalans Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten met toelichting

26

7.

Baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie

28

7.1

Staat van baten en lasten

28

7.2

Balans

29

7.3

Kasstroomoverzicht

30

7.4

Doelmatigheidsindicatoren

31

8.

Topinkomens

33

     

Bijlage

Inhuur externen

34

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, het departementale jaarverslag van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III) over het jaar 2011 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Algemene Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2011 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot:

  • a. het gevoerde financieel en materieel beheer;

  • b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de departementale saldibalansen;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende wettelijk voorgeschreven stukken te worden betrokken:

  • a. het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2011;

  • b. het voorstel van de slotwet over 2011, die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over 2011 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel Jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2011 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2011, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2011 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen voordat de betrokken slotwet is aangenomen en de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De minister-president, minister van Algemene Zaken M. Rutte

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Zoals in het voorwoord is opgemerkt, bestaat begroting III uit drie begrotingsstaten:

  • 1) het ministerie van Algemene Zaken;

  • 2) het Kabinet der Koningin (KdK);

  • 3) de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD).

Deze driedeling is in navolgend jaarverslag terug te vinden in de onderdelen B tot en met D. Onderdeel E bevat de jaarrekening.

In onderdeel B van het jaarverslag wordt voor het ministerie van Algemene Zaken achtereenvolgens ingegaan op de realisatie van de beleidsprioriteiten voor 2011, op het beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» en op de bedrijfsvoering. In afwijking van de rijksbegrotingsvoorschriften wordt niet afzonderlijk ingegaan op de gerealiseerde maatschappelijke effecten of op de mate van doelbereiking; zie hiervoor de brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2006 (de zgn. «comply or explain brief»; Kamerstukken II, 2005–2006, 29 949, nr. 53).

In onderdeel C worden de uitgevoerde taken van het Kabinet der Koningin toegelicht, de financiële consequenties daarvan en de bedrijfsvoering.

Onderdeel D gaat kort in op de wettelijke taken van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de daarbij horende financiële realisatie en de bedrijfsvoering.

Onderdeel E bevat de jaarrekening, met daarin de verantwoordingsstaten, de saldibalansen met toelichting, de verantwoording van de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie (DPC), een opgave van de topinkomens en een bijlage met het overzicht van de externe inhuur.

B. MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN

1. REALISATIE BELEIDSPRIORITEITEN

De minister-president heeft als lid van de Europese Raad deelgenomen aan diens vergaderingen en aan een aantal eurozone toppen in verband met de schuldencrisis. Deze bijeenkomsten waren voor een deel gewijd aan de nijpende schuldenpositie van Griekenland en de onzekerheid op de financiële markten rond een aantal andere landen in de Eurozone. Er zijn instrumenten gecreëerd om de stabiliteit van de Eurozone in de toekomst beter te waarborgen. In september werd een akkoord bereikt tussen lidstaten, Commissie en het Europees Parlement over een wetgevingspakket op het terrein van economic governance dat strengere begrotingsdiscipline in de lidstaten afdwingt. Veel van de Nederlandse wensen, met name de wens tot meer automatisme in het opleggen van maatregelen en sancties, zijn daarin terug te vinden. De Europese Raad verwelkomde in oktober de versterkte rol van de positie van de Commissaris voor Economische en Monetaire Zaken, dhr. Rehn, met het oog op de onafhankelijke en objectieve rol van de Commissie bij de monitoring en naleving. Verder werd het verdrag tot instelling van een permanent noodfonds (het Europees Stabiliteitsmechanisme) afgerond en werden instrumenten ingevoerd om het toezicht op financiële instellingen te versterken. Daarnaast kwam in maart het Euro Plus Pact tot stand. Doel van het pact is om in aanvulling op het Europese semester additionele politieke druk te ontwikkelen voor het doorvoeren van structurele hervormingen op een aantal terreinen die van groot belang zijn voor vergroten van het EU concurrentievermogen. Mede door Nederlandse inzet is daarbij ook het belang van een verbeterde werking van de interne markt benadrukt en het belang ook de sociale cohesie in de lidstaten duurzaam te waarborgen.

Nederland heeft in de Europese Raad aandacht gevraagd voor een beter toezicht op het Schengen instrumentarium en de noodzaak bij de toetsing daarvan ook elementen van rechtsstatelijkheid op te nemen. De Europese Raad besloot in zijn zitting in juni dit element op te nemen in het toekomstige evaluatiemechanisme. Ook hield Nederland vast aan de voorwaarden voor toetreding van Roemenië en Bulgarije tot Schengen.

In december ondertekenden de leden van de Europese Raad het Verdrag tot toetreding van Kroatië.

De Europese Raad stond regelmatig stil bij de ontwikkelingen in Noord-Afrika en keurde EU maatregelen goed op het vlak van humanitaire hulpverlening, de beheersing van migratie en de versterking van economische banden met landen ter stimulering van democratische ontwikkeling. Ook de situatie in het Midden-Oosten stond regelmatig op de agenda.

2. BELEIDSARTIKEL «BEVORDEREN VAN DE EENHEID VAN HET ALGEMEEN REGERINGSBELEID»

2.1 Algemene doelstelling

Het werkterrein van het ministerie van Algemene Zaken laat zich samenvatten onder de noemer «bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid».

Deze algemene beleidsdoelstelling wordt onderscheiden in drie operationele doelstellingen:

  • coördinatie van het algemeen regeringsbeleid;

  • coördinatie van het algemeen communicatiebeleid;

  • het leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid.

In paragrafen 2.2 en 2.3 worden de budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerd en toegelicht.

In paragraaf 2.4 wordt de realisatie van de operationele doelstellingen toegelicht.

Vervolgens worden de apparaatsuitgaven toegelicht in de (bedrijfsvoerings)paragraaf 3.

2.2 Budgettaire gevolgen van beleid

Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid (x € 1000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2008

2009

2010

2011

2011

2011

Verplichtingen

52 177

68 674

73 278

53 907

65 167

– 11260

             

Uitgaven

54 484

67 903

72 355

55 820

65 167

– 9347

Programma-uitgaven

           

– Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid

448

435

331

522

490

32

– Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid

20 143

27 369

32 089

24 512

21 731

2 781

– Bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling

551

704

739

587

764

– 177

             

Apparaatsuitgaven

33 342

39 395

39 196

30 199

42 182

– 11983

             

Bovenstaande communicatie-uitgaven is inclusief de bijdrage aan de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie

7 555

7 391

15 305

20 008

23 311

– 3303

             

Ontvangsten

1 768

2 879

3 659

3 608

3 832

– 224

2.3 Financiële toelichting budgettaire gevolgen van beleid

Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening gehouden wordt met de mutaties die reeds in de eerste en tweede suppletoire begrotingswet zijn verwerkt, is er sprake van een onderschrijding van € 2,3 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door achterliggende uitgaven in het kader van het communicatiebeleid. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de budgettaire ontwikkelingen in 2011 wordt verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting en naar de – separaat met dit jaarverslag aan de Tweede Kamer aan te bieden – Slotwet.

2.4 Nader geoperationaliseerde doelstellingen

2.4.1 Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid

De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) ondersteunt de minister-president in zijn coördinerende rol op het terrein van de overheidscommunicatie en ondersteunt de Voorlichtingsraad (VoRa). De VoRa, onder voorzitterschap van de DG RVD, is het ambtelijke adviesorgaan van het kabinet op het gebied van de overheidscommunicatie. Veel activiteiten in het kader van de coördinatie van de overheidscommunicatie zijn samengebracht in het Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie (JGC) van de VoRa. De uitvoering hiervan ligt deels bij de RVD, deels bij de Dienst Publiek en Communicatie van het ministerie van Algemene Zaken.

Het Jaarprogramma bevat gemeenschappelijke communicatieactiviteiten (zoals het Continu Onderzoek Burgerperspectieven, de Postbus 51-informatiedienst en contracten voor zaken als hosting van websites). Daarnaast bevat het Jaarprogramma een budget voor de vernieuwing van de communicatie. Kernbegrippen hierbij zijn eenheid in presentatie naar inhoud en vorm, betere beschikbaarheid en toegankelijkheid van informatie, meer samenhang in de publiekscommunicatie en het duiden en gebruiken van signalen uit de samenleving.

Consolidatie

Na het afronden van de projecten Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl en 1Logo stond het jaar 2011 beleidsmatig grotendeels in het teken van consolidatie. De nieuwe gezamenlijke infrastructuur van bijvoorbeeld de huisstijl, de campagnes en de website rijksoverheid.nl diende immers vanuit een projectorganisatie ondergebracht te worden bij, bijvoorbeeld, de Gemeenschappelijke Dienst Publiek en Communicatie van het ministerie van Algemene Zaken en de Werkmaatschappij van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit proces is in 2011 afgerond.

Gerichte vernieuwing

Naast deze «consolidatieslag» zijn er gericht enkele vernieuwings- en verbeteringsslagen gemaakt.

De rijksbrede website www.rijksoverheid.nl is verbeterd om de vindbaarheid en toegankelijkheid te vergroten. Deze site groeit meer en meer in zijn rol als centrale punt in de communicatie van de Rijksoverheid Zo is de site in 2011 aangevuld met een nieuwe subsite voor buitenlandse doelgroepen (www.government.nl). Daarnaast zijn in 2011 applicaties toegevoegd als de persberichtenservice van de Rijksoverheid.

Voor burgers is het van belang dat het kabinet zo eenduidig mogelijk communiceert en dat de Rijksoverheid toegankelijk, herkenbaar en eenduidig is. Sinds 2011 kunnen zij op Rijksoverheid.nl een publieksvriendelijke samenvatting van het kabinetsbeleid vinden. Per hoofddoelstelling van het kabinet kan dan met enkele muisklikken een overzicht van de meest recente maatregelen gevonden worden. Daarnaast is in 2011 gestart met een «spreekuur» van de minister-president op YouTube. In een videoboodschap beantwoordt de premier vragen die hem gesteld zijn over (de voortgang van) het kabinetsbeleid.

Hoofdstuk 7 Baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie geeft een breder overzicht van de gemeenschappelijke communicatie in 2011.

Burgerbrieven

In 2011 heeft het ministerie van Algemene Zaken 1 905 burgerbrieven ontvangen. De gemiddelde behandeltijd bedroeg 18 dagen (tegen 15 dagen in 2010).

Behandelingstermijn burgerbrieven in 2011
 

2011

2010

< 3 weken

63%

72%

3 weken – 6 weken

29%

22%

> 6 weken

8%

6%

Wobverzoeken, bezwaar- en klaagschriften

In 2011 heeft het ministerie 28 verzoeken om informatie op grond van artikel 3 van de Wob in behandeling genomen. In 2011 zijn 30 besluiten genomen op Wob-verzoeken. 5 besluiten hiervan hadden betrekking op verzoeken ingediend in 2010 en op 3 in 2011 ontvangen verzoeken is in datzelfde jaar nog geen besluit genomen. De beslissing op 13 verzoeken werd verdaagd (artikel 6, tweede lid, Wob). In 3 gevallen is met de verzoeker overeengekomen de beslissing te nemen op een later tijdstip dan de verdaagde termijn als bedoeld in artikel 6, tweede lid, Wob. Op 7 verzoeken werd buiten de al dan niet verdaagde termijn besloten.

In 2011 heeft het ministerie 8 bezwaarschriften ontvangen tegen beslissingen op Wob-verzoeken. Op deze 8 bezwaarschriften zijn 2 besluiten genomen. In één geval heeft de indiener van het bezwaarschrift het verzoek ingetrokken. In één geval is de beslissing op bezwaar op verzoek van de indiener aangehouden. In de overige vier gevallen eindigt de termijn voor het nemen van een beslissing in 2012. In 2011 heeft het ministerie 1 klaagschrift ontvangen. Dit klaagschrift is in 2011 afgehandeld. In 2011 werden 2 ingebrekestellingen ontvangen.

Het ministerie heeft in 2011 € 0 aan dwangsommen uitgekeerd. De ontvangen ingebrekestellingen betroffen besluiten die tijdig waren genomen. Dwangsommen waren derhalve niet verschuldigd (artikel 4:17, zesde lid, onder c, algemene wet bestuursrecht).

2.4.2 Het leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid

Algemeen

De ontwikkeling van het regeringsbeleid is gebaat bij inzichten in ontwikkelingen en vraagstukken die op langere termijn de samenleving beïnvloeden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) tracht op een wetenschappelijk gefundeerde manier aan dergelijke inzichten bij te dragen. De raad heeft tot taak hierbij tijdig te wijzen op tegenstrijdigheden in en te verwachten knelpunten voor het regeringsbeleid, probleemstellingen te formuleren over de grote beleidsvraagstukken en beleidsalternatieven aan te dragen. De WRR kan zich bezighouden met alle gebieden van (potentieel) regeringsbeleid.

Werkprogramma

In 2011 is gewerkt aan de lopende onderzoeksthema’s van het WRR Werkprogramma 2010–2012. Er zijn twee Rapporten aan de regering uitgebracht: iOverheid en Evenwichtskunst. Dit tweede advies is uitgebracht op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het onderwerp «Risico-regelreflex». Er is één Verkenning verschenen als achtergrondstudie bij iOverheid, namelijk De staat van informatie. De projecten «Markt, staat en samenleving» en de «Vertrouwen in de burger» zijn grotendeels in 2011 afgerond. De Rapporten zullen begin 2012 worden aangeboden aan het kabinet.

Bijdrage aan beleidsdialoog

Rapporten en Verkenningen van de Raad leveren direct of indirect een bijdrage aan de beleidsdialoog. Het Rapport iOverheid heeft bijgedragen aan de actuele discussie en beleidsmatige reflectie op de rol en verantwoordelijkheden van de overheid in de informatiesamenleving. In het kader van het project «Vertrouwen in de burger» heeft de WRR samen met Socires, de Nationale Postcode Loterij en Stichting Doen de startbijeenkomst van het initiatief «Binding» georganiseerd, met als centrale vraag: hoe kan vorm en inhoud worden gegeven aan maatschappelijke binding?

De raadsthema’s resulteren behalve in adviezen aan de regering en zelfstandig gepubliceerde, inhoudelijke verkenningen en webpublicaties, ook in expertmeetings en conferenties in binnen- en buitenland en in tientallen artikelen in uiteenlopende media en wetenschappelijke vaktijdschriften. Voorbeelden zijn de discussiebijeenkomst in samenwerking met Instituut Clingendael naar aanleiding van het WRR-advies Aan het buitenland gehecht (2010), en het symposium «Politiek en bestuur in beeld», naar aanleiding van de Verkenning Het gezicht van de publieke zaak (2010). Bovendien organiseert de WRR aparte bijeenkomsten over actuele thema’s, zoals de Hollands Spoor-bijeenkomst voor beleidsmakers over «De Nederlandse Wetenschapsagenda» van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), die is georganiseerd in samenwerking met het Strategieberaad Rijksbreed.

De jaarlijkse WRR-lecture richt zich tot een breed publiek van beleidsmakers en wetenschappers. Dit jaar luidde de centrale vraag: hoe kan Nederland in een globaliserende wereld zijn nationale belangen op verantwoorde wijze realiseren? Voorafgaand aan de Lecture zijn twee verdiepingssessies met de hoofdsprekers en beleidsmakers gehouden.

De WRR blijft op verschillende manieren een bijdrage leveren aan het beter benutten van de mogelijkheden van het kennis- en adviesstelsel. In 2011 is dit net als in 2010 onder andere gebeurd door het organiseren van periodieke overlegbijeenkomsten met de voorzitters van de strategische adviescolleges, en het voeren van overleg met het kabinet en het parlement over het optimaal aanwenden van de kennis en expertise van de adviesraden voor het overheidsbeleid. Voorts heeft de WRR opnieuw deelgenomen aan het reguliere overleg van secretarissen van de strategische adviesorganen en van het Strategieberaad Rijksbreed. Hiernaast heeft periodiek overleg plaatsgevonden met de adviserende leden van het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Planbureau voor de Leefomgeving. Voor de tweede maal sinds 2010 heeft de WRR samen met de Stategische Adviesraden een jaarlijkse medewerkersbijeenkomst georganiseerd. Dit maal stond deze in het teken van «Evidence-based beleid». Geagendeerd zijn onder meer de wijze waarop adviesraden omgaan met de onzekerheden die er zijn rondom wetenschappelijke inzichten, de wijze waarop zij omgaan met de verschillende bronnen van kennis, de toegevoegde waarde van adviesraden en de impact van het werk van de adviesraden op het maatschappelijk vertrouwen in de wetenschap vanuit de politiek en omgekeerd.

De WRR en de Raad voor het Openbaar Bestuur (Rob) hebben rondom het advies Evenwichtskunst een onderlinge taakverdeling afgesproken. Het verdere doordenken en uitwerken van dit advies voor de politieke en bestuurlijke praktijk zal de Rob voor zijn rekening nemen. Met de Adviesraad Internationale Vraagstukken, de Eerste Kamer en Clingendael is voorts de conferentie «Power shifts in a changing world order» georganiseerd.

Internationalisering

Zowel in zijn themakeuze, onderzoeksaanpak als disseminatie van zijn bevindingen oriënteert de raad zich nadrukkelijk óók op de internationale omgeving. De Engelstalige bewerking van het rapport Minder pretentie, meer ambitie (2010) over ontwikkelingssamenwerking heeft onder meer tot uitnodigingen geleid voor presentaties bij het Japanse Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Vierde Staten-Generaal van de Belgische Ontwikkelingsamenwerking. Op initiatief van de WRR heeft het Centre d’Analyse Stratégique de bijeenkomst over «The future of social services in Europe» van de zusterorganisaties uit het «Network for Stategic Policy Analysis» georganiseerd. Ten slotte hebben net als andere jaren buitenlandse delegaties van beleidsmakers aan de hand van presentaties en discussies kennisgemaakt met het instituut WRR en zijn lopende projecten. Hieronder bevonden zich regeringsdelegaties uit Polen, Japan en Zweden.

Prestatie

Begroting 2011

Realisatie 2011

Rapporten aan de regering

2

2

Verkenningen

1

1

Webpublicaties

1

10

Grote conferenties

2

4

(Verslagen van) expertmeetings en debatten

8

6

WRR-lecture

1

1

Overige publicaties

5

5

3. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Rechtmatigheid

De administratie is in 2011 met behulp van de departementale planning & controlcyclus en de uitvoering van het toezichtplan van de afdeling FEZ-Control en het auditplan van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie gemonitord. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De audits van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hebben mij de gevraagde assurance verschaft over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.

Totstandkoming beleidsinformatie

De niet-financiële informatie in het jaarverslag is op controleerbare en betrouwbare wijze tot stand gekomen.

Financieel en materieel beheer

Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringprocessen bij het ministerie van Algemene Zaken (begroting III), in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag. Bovenstaande mededeling over de bedrijfsvoering is gebaseerd op een combinatie van de jaarrapportages en managementverklaringen van de verschillende dienstonderdelen van het ministerie van Algemene Zaken en het toezicht van FEZ-Control.

Overige aspecten van bedrijfsvoering

Geen.

C. KABINET DER KONINGIN

1. ACTIVITEITEN

In 2011 zijn, zoals voorgenomen, de volgende taken uitgevoerd:

  • namens de Koningin onderhouden van contacten met bewindslieden, commissarissen der Koningin en andere hoogwaardigheidsbekleders;

  • informatie verzamelen en op grond hiervan de Koningin schriftelijk en mondeling informeren, in het bijzonder ten behoeve van haar gesprekken met de minister-president en met andere binnenlandse en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, staatsbezoeken en werkbezoeken;

  • begeleiden van de Koningin tijdens staatsbezoeken en ander verblijf buitenlands;

  • voeren van correspondentie namens de Koningin;

  • het tijdig en in correcte vorm aan de Koningin ter tekening of ter goedkeuring voorleggen van alle door de ministeries aangeboden staatsstukken en het verzorgen van de daarbij behorende correspondentie;

  • behandelen en doorgeleiden van aan de Koningin gerichte verzoekschriften;

  • archiveren van staatsstukken en in goede en geordende staat bewaren daarvan (volgens de Archiefwet).

2. BUDGETTAIRE GEVOLGEN EN TOELICHTING

Kabinet der Koningin (x € 1000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2008

2009

2010

2011

2011

2011

Verplichtingen

2 316

2 310

2 352

2 390

2 354

36

             

Uitgaven

2 316

2 310

2 352

2 390

2 354

36

             

Ontvangsten

nihil

nihil

2 352

2 390

2 354

36

Een belangrijk project voor het Kabinet in 2011 was de aanschaf van een nieuw Document Management Systeem (DMS). Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening gehouden wordt met de mutaties (eindejaarsmarge en loon- en prijsbijstelling) die reeds in de eerste en tweede suppletoire begrotingswet zijn verwerkt, is er sprake van een onderschrijding van € 42 000. Dit wordt met name veroorzaakt door strikt financieel management en herijking van de contracten.

3. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Rechtmatigheid beleidsartikel

Tussen het ministerie van Algemene Zaken en het Kabinet der Koningin zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & controlcyclus. De administratie is in 2011 op basis van het auditplan van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie gecontroleerd. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.

Financieel en materieel beheer

Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringsprocessen bij het Kabinet der Koningin, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag.

D. COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN

1. ACTIVITEITEN

Om uitvoering te geven aan haar taak voert de CTIVD onderzoeken uit waarover zij, via de betrokken ministers, rapporteert aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.

In 2011 heeft de Commissie vier toezichtrapporten uitgebracht. Het betrof onderzoeken naar:

  • 1. de rechtmatigheid van de inlichtingentaak buitenland door de AIVD;

  • 2. de rol van de MIVD en de AIVD bij een evacuatiemissie in Libië;

  • 3. de inzet van Sigint door de MIVD;

  • 4. de door de AIVD uitgebrachte ambtsberichten in de periode van oktober 2005 tot en met mei 2010.

Voorts heeft de CTIVD zich in 2011 beziggehouden met onderzoeken naar:

  • 1. door de MIVD uitgebrachte ambtsberichten;

  • 2. de samenwerking tussen de MIVD en buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten;

  • 3. de rubricering van staatsgeheimen door de AIVD;

  • 4. de inzet van de afluisterbevoegdheid en Sigint door de AIVD;

  • 5. enkele langlopende agentenoperaties van de AIVD;

  • 6. de uitvoering van eerdere aanbevelingen van de CTIVD door beide diensten.

Hierover zal in een later stadium worden gerapporteerd.

De CTIVD heeft in het verslagjaar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over elf klachten betreffende de AIVD geadviseerd. Zij heeft dit jaar geen klachten behandeld betreffende de MIVD.

Naast de bovengenoemde werkzaamheden richt de aandacht van de CTIVD zich ook op enkele kernactiviteiten van de AIVD en de MIVD. In het jaar 2011 heeft zij steekproefsgewijs gekeken naar de veiligheidsonderzoeken, de uitvoering van de notificatieverplichting en de behandeling van verzoeken tot inzage. Enkele malen heeft dit een briefwisseling tussen de CTIVD en de betreffende dienstleiding tot gevolg gehad. Dit heeft vooralsnog niet tot verdere stappen geleid.

2. BUDGETTAIRE GEVOLGEN EN TOELICHTING

Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (x € 1000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2008

2009

2010

2011

2011

2011

Verplichtingen

706

675

827

764

1 058

– 294

             

Uitgaven

706

675

827

764

1 058

– 294

             

Ontvangsten

0

0

12

0

0

0

De uiteindelijke uitgavenrealisaties is lager uitgevallen, hoofdzakelijk als gevolg van een niet volledige bezetting van de personele formatie gedurende het gehele jaar.

3. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Rechtmatigheid

Tussen het ministerie van Algemene Zaken en de CTIVD zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & controlcyclus. De administratie is in 2011 op basis van het toezichtplan van de afdeling FEZ-Control en het auditplan van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie gemonitord. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.

Financieel en materieel beheer

Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringprocessen bij het ministerie van Algemene Zaken, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag.

E. JAARREKENING

1. DEPARTEMENTALE VERANTWOORDINGSSTAAT 2011 VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3) = (2) – (1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie1

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Totaal

   

65 167

3 832

 

55 820

3 608

 

– 9347

– 224

                     
 

Beleids-artikel

                 

1

Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid

65 167

65 167

3 832

53 907

55 820

3 608

– 11260

– 9347

– 224

                     
 

Niet-beleids-artikel

                 

3

Nominaal en Onvoorzien

X Noot
1

De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (€ 1000).

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf B van dit jaarverslag.

2. VERANTWOORDINGSSTAAT 2011 VAN HET KABINET DER KONINGIN

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3) = (2) – (1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie1

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

 

2 354

2 354

 

2 390

2 390

 

36

36

                     
 

Artikel

                 

1

Kabinet der Koningin

2 354

2 354

2 354

2 390

2 390

2 390

36

36

36

X Noot
1

De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR 1000).

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf C van dit jaarverslag.

3. VERANTWOORDINGSSTAAT 2011 VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3) = (2) -(1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie1

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

 

 

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

 

1 058

0

 

764

0

 

– 294

0

                     
 

Artikel

                 

1

Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veilig-heidsdiensten

1 058

1 058

0

764

764

0

– 294

– 294

0

X Noot
1

De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR 1000).

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf D van dit jaarverslag.

4. SALDIBALANS MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN MET TOELICHTING

Saldibalans per 31 december 2011 van het Ministerie van Algemene Zaken (III)
Bedragen x € 1 000

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

55 820

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

3 608

           

3)

Liquide middelen

2

     
           

4)

Rekening-courant RHB De Koning, KdK & CTIVD

39 714

4a)

Rekening-courant RHB Min v AZ

90 994

           

5)

Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)

182

6)

Ontvangsten buiten begrotingsverband ( = intra-comptabele schulden)

1 116

7)

Openstaande rechten

0

7a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

           

8)

Extra-comptabele vorderingen

0

8a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

0

           

9a)

Tegenrekening extra-comptabele schulden

0

9)

Extra comptabele schulden

0

           

10)

Voorschotten

780

10a)

Tegenrekening voorschotten

780

           

11a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

11)

Garantieverplichtingen

0

           

12a)

Tegenrekening openstaande verplichtingen

518

12)

Openstaande verplichtingen

518

           

13)

Deelnemingen

0

13a)

Tegenrekening deelnemingen

0

           
 

Totaal

97 016

 

Totaal

97 016

Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2011 van het Ministerie van Algemene Zaken (III)

1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten

Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2011 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

4) Rekening courant de Koning, Kabinet der Koningin (KDK) en Commissie van Toezicht (CTIVD)

De Koning

39 034 000

Kabinet der Koningin

€ 

– 61 000

Commissie van Toezicht

741 000

Totaal

€ 

39 714 000

5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)

Nadere specificatie van de uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen):

Omschrijving:

Vorderingen:

Kas- en reisvoorschotten

3 000

Salarisuitgaven

74 000

Overige vorderingen

105 000

Totaal

182 000

Salarisuitgaven

Dit bedrag bestaat uit vorderingen op ex-personeel en voorschotten die nog verrekend moeten worden met het salaris.

Overige vorderingen

Het betreft hier uitgaven ten behoeve van met name derden waarvoor het ministerie (nog) vorderingen heeft ingesteld (moet instellen).

6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra- comptabele schulden)

Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband:

Omschrijving

Schulden

Netto salarissen

1 019 000

Diverse ontvangsten

97 000

Totaal

1 116 000

Netto salarissen

De op de salarissen van december 2011 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2012 betaald.

Diverse ontvangsten

Dit bedrag betreft hoofdzakelijk op tussenrekeningen verantwoorde bedragen naar aanleiding van ingestelde vorderingen betreffende loonkosten van personeelsleden die gedetacheerd zijn.

10) Voorschotten

Overeenkomstig de afgesproken gedragslijn zijn de betalingen aan Loyalis ad € 780 000 opgenomen onder de voorschotten, voor zover het betalingen betreft waarvoor de controlerende instantie nog geen verklaring heeft kunnen afgeven. Afwikkeling van deze voorschotten zal plaatsvinden in 2012. In 2011 is aan voorschotten voor wachtgelden en uitvoeringskosten 2010, € 946 000 afgerekend met Loyalis.

12 Openstaande verplichtingen

Nadere specificatie van de openstaande verplichtingen:

Omschrijving

 

Bedrag

 

Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband

518 000

 

Openstaande verplichtingen buiten begrotingsverband

0

+

Totaal

518 000

 

Toelichting op de opbouw van openstaande verplichtingen

Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband

Opbouw van de openstaande verplichtingen

     

Bedrag

 

Verplichtingen per 01-01-2011

   

2 431 000

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

   

53 907 000

+

Totaal

   

56 338 000

 
           

Tot betaling gekomen in het verslagjaar

55 820 000

     
           

Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

0

+

   
     

55 820 000

Openstaande verplichtingen op 31-12-2011

   

518 000

 

5. SALDIBALANS KABINET DER KONINGIN MET TOELICHTING

Saldibalans per 31 december 2011 van het Kabinet der Koningin bedragen x € 1 000

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

2 390

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

2 390

           

3)

Liquide middelen

3

     
           

4)

Rekening-courant RHB KdK

61

4a)

Rekening-courant RHB Min v AZ

0

           

5)

Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)

1

6)

Ontvangsten buiten begrotingsverband

(= intra-comptabele schulden)

65

7)

Openstaande rechten

0

7a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

           

8)

Extra-comptabele vorderingen

0

8a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

0

           
           

9a)

Tegenrekening extra-comptabele

0

9)

Extra comptabele schulden

0

 

schulden

       
           

10)

Voorschotten

0

10a)

Tegenrekening voorschotten

0

           

11a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

11)

Garantieverplichtingen

0

           

12a)

Tegenrekening openstaande

0

12)

Openstaande verplichtingen

0

 

verplichtingen

       
           

13)

Deelnemingen

0

13a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

Totaal

2 455

 

Totaal

2 455

Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2011 van het Kabinet der Koningin

1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten

Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2011 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)

Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden):

Omschrijving

 

Schulden

Netto salarissen

65 000

Totaal

65 000

Netto salarissen

De op de salarissen van december 2011 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2012 betaald.

6. SALDIBALANS COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN MET TOELICHTING

Saldibalans per 31 december 2011 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten bedragen x € 1 000

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

764

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

0

           

3)

Liquide middelen

0

     
           

4)

Rekening-courant RHB CTIVD

0

4a)

Rekening-courant RHB Min v AZ

741

           

5)

Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)

0

6)

Ontvangsten buiten begrotingsverband ( = intra-comptabele schulden)

23

7)

Openstaande rechten

0

7a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

           

8)

Extra-comptabele vorderingen

0

8a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

0

           

9a)

Tegenrekening extra-comptabele schulden

0

9)

Extra comptabele schulden

0

           

10)

Voorschotten

0

10a)

Tegenrekening voorschotten

0

           

11a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

11)

Garantieverplichtingen

0

           

12a)

Tegenrekening openstaande verplichtingen

0

12)

Openstaande verplichtingen

0

           

13)

Deelnemingen

0

13a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

Totaal

764

 

Totaal

764

Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2011 van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten

Verrekening van de begrotingsuitgaven 2011 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)

Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden):

Omschrijving

 

Schulden

Netto salarissen

23 000

Totaal

23 000

Netto salarissen

De op de salarissen van december 2011 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2012 betaald.

7. BATEN-LASTENDIENST DIENST PUBLIEK EN COMMUNICATIE

7.1 Staat van baten en lasten van de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie (DPC) van het Ministerie van Algemene Zaken

Bedragen x € 1 000

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1)

Realisatie 2011 (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (2)-(1)

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

23 311

20 008

– 3 303

15 305

Omzet overige departementen

26 618

13 649

– 12 969

35 501

Omzet derden

550

159

– 391

0

Rentebaten

10

124

114

196

Vrijval uit voorzieningen

0

2 309

2 309

680

Bijzondere baten

0

0

0

133

Totaal baten

50 489

36 249

– 14 240

51 815

         

Lasten 

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

15 542

14 386

– 1 156

10 819

– materiële kosten

34 737

18 831

– 15 906

38 363

Rentelasten

210

0

– 210

8

Afschrijvingskosten

       

– materieel

– immaterieel

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

1 069

1 069

3 917

– bijzondere lasten

222

222

14

Totaal lasten

50 489

34 508

– 15 981

53 121

Saldo van baten en lasten

0

1 741

1 741

– 1 306

Toelichting:

De lagere dan geraamde baten en lasten worden vooral veroorzaakt doordat de in shared service uitgevoerde communicatiediensten voor opdrachtgevers in 2011 aanzienlijk lager zijn uitgevallen dan oorspronkelijk werd geraamd. Het betrof met name Postbus 51-spotjes (campagnemanagement). De één op één aan opdrachtgevers door te belasten externe kosten en de daadwerkelijke verrekening daarvan worden als lasten en baten verantwoord. Daarnaast zijn de lasten lager uitgevallen als gevolg van een vrijval binnen de voorziening voor wachtgeld in het kader van het invullen van de taakstelling rijksdienst.

Per saldo heeft DPC een positief resultaat behaald van € 1 741 000. Het saldo van baten en lasten zal ten gunste worden gebracht van de exploitatiereserve. Het eigen vermogen overschrijdt daarmee de grens die op basis van de Regeling baten-lastendiensten 2011 door het Ministerie van Financiën is vastgesteld. Vanaf 2012 zal het eigen vermogen worden afgebouwd.

7.2 Balans

Bedragen x € 1 000
 

Balans per 31-12-2011

Balans per 31-12-2010

Activa

   

Immateriële activa

Materiële activa

   

– grond en gebouwen

– installaties en inventarissen

– overige materiële vaste activa

Voorraden

Debiteuren

6 014

10 122

Nog te ontvangen

2 456

7 278

Liquide middelen

20 190

10 542

Totaal activa

28 660

27 942

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

4 447

6 753

– onverdeeld resultaat

1 741

– 1 306

Leningen bij het MvF

–  

–  

Voorzieningen

1 889

3 937

Crediteuren

857

3 102

Nog te betalen

19 726

15 456

Totaal passiva

28 660

27 942

Toelichting:

Voorzieningen bij DPC worden getroffen voor juridische of feitelijke verplichtingen die hun oorzaak vinden op of voor de balansdatum, waarbij voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen zal gaan plaatsvinden waarvan de omvang nog niet vast staat, maar die wel op betrouwbare wijze kan worden geschat. In het kader van de invulling van de taakstellingen uit de regeerakkoorden van het vorige en dit kabinet is een voorziening getroffen voor wachtgeld. In navolgende tabel wordt het verloop van deze voorziening weergeven.

Bedragen x € 1 000
 

2011

2010

Stand per 1 januari

3 937

1 026

Onttrekkingen

– 876

– 367

Vrijval

– 2 241

– 639

Dotatie

1 069

3 917

Stand per 31 december

1 889

3 937

Door een gunstiger personeelsverloop is er een geringer beroep op de voorziening wachtgeld gedaan.

7.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 2011

Bedragen x € 1 000

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2011 (1) 

Realisatie 2011 (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (2)-(1) 

1

Rekening-courant RHB 1 januari 2011 (incl. deposito)

158

10 542

10 384

2

Totaal operationele kasstroom

9 648

9 648

 

Totaal investeringen (–/–)

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

3

Totaal investeringskasstroom

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

 

Aflossingen op leningen (–/–)

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

4

Totaal financieringskasstroom

5

Rekening-courant RHB 31 december 2011 (incl. deposito)  (1+2+3+4)

158

20 190

20 032

De stand van de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding per 31 december is aanzienlijk hoger dan de stand per 1 januari. Dit is voornamelijk veroorzaakt door afname van de debiteuren per 31 december en het feit dat het saldo van de nog te betalen facturen aan media-exploitanten als liquide middelen bij DPC terechtkomt terwijl dat in het verleden bij het door DPC ingeschakelde mediabureau neersloeg.

7.4 Doelmatigheidsindicatoren

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de doelmatigheidsindicatoren en kengetallen van DPC.

Indicator

Streefwaarde

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Saldo baten en lasten

0%

1,4%

– 1,6%

– 2,5%

4,8%

FTE- totaal (excl. externe inhuur)

2011: max. 205 fte

146,5

159,5

136,5

149

Ziekteverzuimpercentage

Max. 5,5%

5,6%

5,2%

4,1%

4,0%

Service level telefonie

Telefonie shared service 80% beantwoord binnen 40 sec.

68%

83%

83%

82%

Service level e-mail

e-mail shared service: 80% beantwoord binnen 48 uur (zijnde 2 werkdagen)

61%

82%

89%

92%

Kwaliteitsindicator burgertevredenheid telefonie

Norm telefonie: 7,5

7,9

7,6

7,6

7,6

Kwaliteitsindicator burgertevredenheid e-mail

Norm e-mail : 6,5

6,7

7,0

7,5

7,3

Kwaliteitsindicator burgertevredenheid Internet

Norm Internet: 7,0

7,7

7,6

7,3

7,5

Gebruik van het contactcentrum

aantallen telefoon 196,000

189 696

412 125

216 732

204 425

 

aantallen e-mail 101 000

87 424

115 275

70 114

70 357

 

aantallen internet 2 000 000

4 089 873

6 315 571

6 439 530

19 003 065

Klanttevredenheid dienstverlening Academie voor overheidscommunicatie

Cursisten geven een 7,5 als rapportcijfer

7,7

7,6

7,6

7,8

Financieel voordeel collectieve inkoop van mediaruimte (versus afzonderlijke inkoop door ministeries)

Kostenbesparing van 25% bij inkoopvolume van € 90 mln.

Kosten-besparing van 30 % bij inkoop-volume van € 118 mln.

Kosten-besparing van 32% bij inkoop-volume van € 104 mln.

Kosten-besparing van 30% bij inkoop-volume van € 83 mln.

Zie onderstaande toelichting.

Onderstaand worden enkele opmerkelijke mutaties in de indicatoren nader toegelicht.

Saldo baten en lasten

Het saldo baten lasten (saldo als % van de totale baten) is in 2011 aanzienlijk gestegen ten opzichte van 2010. Dit is met name veroorzaakt door twee ontwikkelingen:

  • er resulteert een positief resultaat uit de normale bedrijfsvoering, voornamelijk door een besparing in de personeelskosten en

  • er is in 2011 per saldo een vrijval in de voorzieningen voor wachtgeld en dubieuze debiteuren.

Postbus 51 Informatiedienst

De indicatoren inzake burgertevredenheid zijn in 2011 wederom boven de norm. In 2011 zijn daarnaast wederom de service-levels boven de streefwaarde. Hiermee is een belangrijk doel van de uitbesteding van de eerste lijn onder regie aan de markt gerealiseerd.

Met uitzondering van e-mail liggen de volumecijfers ruim boven de streefwaarden. De daling van e-mail ten opzichte van 2010 is vooral te verklaren door het feit dat er geen maatwerkprojecten publieksvoorlichting zijn geweest.

Het gebruik van het kanaal internet is enorm toegenomen door de verdergaande introductie van de website Rijksoverheid.nl.

Mediainkoop

Media-exploitanten en uitgevers hebben de laatste jaren de inkoopmethodiek voor mediaruimte (in het bijzonder voor radio, televisie en online) veranderd. Traditioneel stelden uitgevers en exploitanten voor een kalenderjaar een tariefkaart vast en werd er met opdrachtgevers onderhandeld over bestedingsvolume en de daaraan gekoppelde korting op de gepubliceerde tarieven. De laatste jaren wordt er tussen mediapartijen en opdrachtgevers steeds vaker onderhandeld over netto mediatarieven of worden tarieven voor mediaruimte bepaald door middel van een veiling.

Deze verandering in inkoopsystematiek leidt ertoe dat het niet langer mogelijk is om het gerealiseerde inkoopvoordeel door stapeling van volumes op totaalniveau uit het verleden één-op-één te vergelijken met de huidige inkoopkortingen. Elk mediumtype kent een eigen dynamiek met betrekking tot de verleende korting en daarnaast zijn de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende mediumtypen door de explosieve opkomst van online fors gewijzigd (online 2006: 7%; 2011: 22%). Daarom wordt vanaf dit jaar de gemiddelde korting per mediumtype door het bundelen van volumes binnen de rijksoverheid vermeld en niet het inkoopvoordeel op totaalniveau.

Gerealiseerde inkoopkortingen door stapeling van volumes binnen de rijksoverheid

Mediumtype(n)

Inkoopvoordeel

Radio en televisie1

8–10 %

Online1

12–15%

Out of home2

15%

Print (dagbladen, huis-aan-huisbladen en tijdschriften)2

28–30%

X Noot
1

Tariefonderhandelingen over netto tarieven.

X Noot
2

Tariefonderhandelingen over korting.

8. TOPINKOMENS

Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) is een overzicht opgenomen van medewerkers die in het verslagjaar meer hebben verdiend dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers. Dit gemiddelde belastbare loon is voor 2011 vastgesteld op € 193 000 (was in 2010 € 193 000). Voor het ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is geen sprake van functionarissen met een hoger belastbaar inkomen dan hierboven vermeld voor het jaar 2011.

BIJLAGE EXTERNE INHUUR

Overzicht niet-financiële informatie over inschakeling van externe adviseurs en tijdelijk personeel (externe inhuur)

Ministerie van Algemene Zaken

Uitgaven in 2011 (x € 1 000)

Verslagjaar: 2011

Programma- en apparaatskosten

 

 

1. Interim-management

194

2. Organisatie- en formatieadvies

0

3. Beleidsadvies

0

4. Communicatieadvisering

202

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

396

 

 

5. Juridisch advies

55

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

103

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

38

Beleidsondersteunend (som 5 t/m 7)

196

 

 

8. Uitzendkrachten (formatie en piek)

1 909

Ondersteuning bedrijfsvoering

1 909

   

Totaal uitgaven inhuur externen

2 501

Toelichting:

De totale uitgaven voor het ambtelijk personeel AZ (inclusief DPC) bedroegen afgerond € 30 553. De totale uitgaven voor inhuur externen bedroegen in 2011: 8,2% van de totale personeelsuitgaven.

Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur buiten mantelcontracten

In onderstaande tabel wordt weergegeven in hoeveel gevallen in 2011 door het ministerie (in Nederland) buiten de mantelcontracten om externe krachten zijn ingehuurd boven het voor de organisaties van het rijk afgesproken maximumuurtarief van € 225 (exclusief BTW).

Inhuur externen buiten mantelcontracten 

2011

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

0

Naar boven