33 145 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen van de basisbeurs voor studenten in de masterfase in het sociaal leenstelsel en het aanbrengen van enkele vereenvoudigingen in het studiefinancieringsstelsel

Nr. 7 AMENDEMENT VAN DE LEDEN LUCAS EN VAN DER HAM

Ontvangen 21 februari 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt na «efficiënter te maken» ingevoegd:, alsmede om collegegeldvrij besturen te faciliteren.

II

Aan artikel II wordt na onderdeel B een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Artikel 7.51 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3a. Het instellingsbestuur kan voorzieningen treffen voor de financiële ondersteuning van die persoon, indien die persoon:

    • a. niet is ingeschreven, en

    • b. indien hij ingeschreven zou staan aan een instelling aanspraak zou hebben op een vorm van studiefinanciering als bedoeld in artikel 5.2 van de Wet studiefinanciering 2000.

2. In het vierde lid, eerste volzin, wordt na «van dit artikel» ingevoegd:, met uitzondering van lid 3a.

3. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4a. De voorziening, bedoeld in lid 3a,

    • a. heeft de vorm van een overeenkomst,

    • b. wordt slechts getroffen voor de periode van een jaar,

    • c. wordt slechts getroffen voor een persoon die naar het oordeel van het instellingsbestuur activiteiten uitvoert op bestuurlijk of maatschappelijk gebied die mede in het belang zijn van de instelling en niet commercieel van aard zijn, en

    • d. bevat in elk geval een regeling op grond waarvan de persoon voor wie de voorziening wordt getroffen toegang heeft tot de voorzieningen van de instelling, niet zijnde het onderwijs.

Toelichting

Studenten die een bestuursjaar doen, moeten in de huidige WHW als voltijd- student ingeschreven staan en collegegeld betalen om aanspraak te kunnen maken op het Profileringsfonds. Indieners willen met dit amendement de mogelijkheid creëren voor instelling om studenten die voltijd activiteiten verrichten die dienstig zijn aan het instellingsbelang, zich te laten uitschrijven, zonder hun aanspraak op het Profileringsfonds of de instellingsvoorzieningen te verliezen. Hierbij kan gedacht worden aan bestuurswerk, maar bijvoorbeeld ook aan het bouwen van een solarauto of deelname aan een Olympisch roeiteam. Het is immers vreemd dat de student en de overheid gedwongen worden te betalen voor onderwijs dat in dat jaar door deze studenten niet gevolgd wordt.

Met deze regeling kan elke instelling een regeling opstellen voor wat indieners «collegegeldvrij besturen» noemen. De student, die collegegeldvrij bestuurt, heeft als gevolg van het amendement geen recht op studiefinanciering, leenfaciliteiten vanuit DUO of het OV-reisrecht, maar kan via een overeenkomst met de betrokken instelling wel afspraken maken met de instelling over een beurs uit het profileringsfonds en het gebruik van studentenvoorzieningen als de bibliotheek en de studentenhuisvesting.

Het amendement is technisch mogelijk en heeft geen financiële consequenties. (Kamerstukken II, 32 618, nr. 43). De keuze om gebruik te maken van de ruimte die dit amendement de instellingen biedt, is aan het instellingsbestuur. De medezeggenschapsraad heeft reeds instemmingsrecht over de voorwaarden die gelden voor de inzet van middelen uit het profileringsfonds.

Lucas Van der Ham

Naar boven