33 136 Structuurvisie Ondergrond

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2013

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de Structuurvisie Ondergrond. Op 19 december 2011 bent u geïnformeerd over het voornemen tot het opstellen van een Structuurvisie voor de ondergrond (Kamerstuk 33 136, nr. 1). Daarover heeft schriftelijk overleg met uw Kamer plaatsgevonden op 27 maart 2012 (Kamerstuk 33 136, nr. 2).

In de zomer van 2012 heb ik in overleg met bestuurders van provincies en waterschappen en andere stakeholders besloten om de voorbereiding van de structuurvisie te verbreden en niet alleen de onderwerpen (/opgaven) voor de ondergrond mee te nemen waarvoor het Rijk bevoegd gezag is1. Om tot een efficiënt ruimtegebruik te komen dienen verschillende activiteiten in de onder- en bovengrond op elkaar afgestemd te worden. Een integrale voorbereiding van de structuurvisie voor de gehele ondergrond zal duidelijkheid brengen over de samenhang tussen verschillende activiteiten en opgaven.

Ook de verhouding met de fundamentele herziening van het bodembeleid komt daarbij aan de orde. Uit consultaties van belanghebbenden en andere overheden in de afgelopen maanden blijkt dat er breed draagvlak is voor deze benadering.

In de diepe ondergrond gaat het om de winning van delfstoffen (olie, gas, zout, warmte) en de opslag van nucleair afval, energie, aardgas en CO2. In de ondiepe ondergrond is vooral de vitaliteit van het natuurlijk kapitaal in relatie tot een duurzaam gebruik van de ondergrond aan de orde. Daarbij gaat het ondermeer om de verduurzaming van de landbouw maar ook om de winning van zand en grind, de winning van grond- en drinkwater, de problematiek rond kabels en leidingen, warmte- koude-opslag, ondergronds bouwen, rijksnetwerken en de bescherming van archeologische en aardkundige waarden.

Gelet op de verdeling van bevoegdheden over genoemde ondergrondse zaken betekent dit dat ik de voorbereiding van de structuurvisie in samenwerking met andere overheden en partijen die zich bezighouden met de ondergrond tot stand wil laten komen. De resultaten daarvan zullen, voor zover het rijk bevoegd is, worden opgenomen in de Structuurvisie. Het ligt daarnaast voor de hand om aanvullend op de Structuurvisie afspraken te maken over de doorwerking van het voorbereidende werk in het beleid van de betrokken overheden. De komende maanden rond ik in overleg met alle partijen een inventarisatie af naar de maatschappelijke opgaven voor de ondergrond. Dit zal leiden tot de probleemstelling die de basis zal vormen voor een robuuste en toekomstvaste Structuurvisie Ondergrond en de afspraken met de betrokken overheden.

Er behoeft geen nieuwe zienswijze procedure te worden gestart omdat het voornemen tot het voorbereiden van de structuurvisie, zoals is kennisgegeven, reeds voldoende ruimte bood voor de nu voorgenomen verbreding en verdieping.

Met de verbreding verandert ook de planning. Ik verwacht u aan het eind van dit jaar de ontwerp structuurvisie te kunnen aanbieden.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven