33 118 Omgevingsrecht

34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

EG1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2022

Op 21 en 28 juni jl. heb ik met u gesproken over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Daarin heb ik aan u overgebracht dat ik met mijn bestuurlijke partners de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) en de Rijkspartijen op basis van onze gezamenlijke aangescherpte Hoofdroute 2022 volop heb doorgewerkt richting de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023.

Navolgend heeft uw Kamer de bestuurlijke partners en mij daarin gesteund via de door uw Kamer aangenomen motie Rietkerk2 c.s. die naar de uitvoeringspraktijk uitspreekt dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023 het uitgangspunt is en blijft, zodat de bevoegde gezagen hun voorbereidingen daarop kunnen inrichten en de uitvoering geen vertraging oploopt. Daartoe is in de afgelopen zomerperiode door alle partijen veel werk verzet. Bijvoorbeeld de softwareontwikkeling door leveranciers, de testen, de tijdelijk alternatieve maatregel IMRO (TAM-IMRO)3 en uiteraard alle werkzaamheden door alle bevoegde gezagen om de komst van de Omgevingswet definitief in hun organisaties in te regelen.

De motie Rietkerk c.s. is daarin een belangrijk signaal richting de uitvoeringspraktijk geweest. Er is grote behoefte in het land aan duidelijkheid over de invoering.4 Verschillende organisaties geven aan de resterende onzekerheid over de datum van inwerkingtreding moeilijk te vinden. Mede namens mijn bestuurlijke partners breng ik daarom graag nog eens onze gedeelde wens onder uw aandacht om zo spoedig als mogelijk in uw Kamer een definitief besluit te nemen over het ontwerpKB met de invoeringsdatum van 1 januari 2023. Vanzelfsprekend is voor mij en de bestuurlijke partners maatgevend dat er geen grote risico’s of onzekerheden zijn die bij optreden de operatie ernstig zouden verstoren. Hierover vindt u in de IKT-rapportage meer informatie die naar aanleiding van fase 1 vooralsnog de goede kant op wijst.

In de brief van 24 juni en in deze debatten heb ik toegezegd u aanvullende informatie toe te sturen.5 In deze brief ga ik daartoe nader in op:

  • 1. De opzet van de enquête;

  • 2. De uitkomst van het Integraal Ketentesten fase 1 (zie hiervoor Bijlage 1 «Rapportage IKT fase 1»);

  • 3. De bevindingen van Deloitte (zie hiervoor Bijlage 2 «Eindrapportage DSO LV Quickscan Go Live»);

  • 4. De maandrapportages juni en juli 2022 betreffende de aansluitingen op het DSO (zie hiervoor Bijlage 3 «Voortgangsoverzicht Aanmelding, Aansluiting, Ontvangst Publicatie juni 2022» en Bijlage 4 «Voortgangsoverzicht Aanmelding, Aansluiting, Ontvangst Publicatie juni 2022»);

  • 5. Integriteit.

1. De opzet van de enquête

Op 21 en 28 juni jl. heb ik tijdens het mondeling overleg aan uw Kamer de toezegging gedaan een enquête onder de bevoegd gezagen te houden. De enquête is bedoeld om uw Kamer voor oktober aanstaande een overzicht te kunnen geven over de stand van zaken bij de bevoegd gezagen in de uitvoeringspraktijk6. Zoals toegezegd, ontvangt u de opzet van de enquête. TwynstraGudde zal vanuit een deskundige, onafhankelijke positie de enquête begeleiden.

De basis voor de enquête vormen de afgesproken minimaal te nemen acties7 ter voorbereiding (op de inwerkingtreding) van de Omgevingswet.

De enquête schetst een beeld van de stand van zaken per overheidslaag, opgetekend door de mensen in de organisatie zelf. De betrokken Rijkspartijen, provincies, waterschappen, gemeenten en omgevingsdiensten krijgen de enquête toegestuurd, met het verzoek de vragenlijst ingevuld begin september te retourneren.

TwynstraGudde zorgt voor de validatie van de onderzoeksopzet en van de vragen, en voor een beoordeling van de representativiteit van het onderzoek. Op basis van de uitkomsten schrijft het bureau een concept-rapport, waarover een reflectiesessie plaatsvindt. Het definitieve rapport wordt half september aan mij opgeleverd en ik zal u hierover berichten. TwynstraGudde kan bij de koepels en de Rijkspartijen terecht indien zij verduidelijkende vragen heeft over de uitkomsten van de enquête.

Het tijdpad is momenteel als volgt:

  • Voorbereiding: augustus 2022

  • Uiterlijke start uitvraag: maandag 29 augustus 2022

  • Einde uitvraag: maandag 5 september 2022

  • Definitief rapport: half september 2022

2. De uitkomst van het Indringend Ketentesten fase 1

In juli 2022 is de rapportage over fase 1 «Indringend Ketentesten Digitaal Stelsel Omgevingswet (IKT-fase 1)» opgeleverd. U treft deze rapportage in bijlage 1. De rapportage voor fase 2 is voorzien voor oktober, zoals toegezegd ontvangt u deze eveneens.

De oplevering van de rapportage is tot stand gekomen naar aanleiding van het Ac-ICT-advies van 14 februari 2022 om de bestaande testaanpak op een aantal onderdelen te versterken. Achtergrond hiervan is om zo meer zekerheid te verkrijgen over de werkbaarheid en beheersbaarheid van de DSO keten als geheel.

De rapportage over IKT-fase 1 geeft een samenvatting van bevindingen tussen april en juli 2022. Tijdens het Indringend Ketentesten hebben medewerkers vanuit de Rijkspartijen, twee provincies, drie waterschappen, zeven gemeenten en twee omgevingsdiensten testscripts doorlopen. Met de testscripts zijn benodigde functionaliteiten, zowel landelijke als lokale systemen, getest en bevindingen geconstateerd. Deze werkwijze geeft inzicht in de werkbaarheid van het DSO als keten en de benodigde oplossingen op verschillende onderdelen.

Het testen van een keten en het rapporteren en oplossen van bevindingen is een gebruikelijk onderdeel van het inrichten van een ICT-systeem. Naast de rapportage in Bijlage 1 vindt u op de openbare website duiding en de achtergrond van documenten die ten grondslag liggen aan de rapportage.8

Naast het uitvoeren van geplande testrondes, worden parallel bevindingen opgelost en vervolgens opnieuw getest. Zoals u weet hebben er al diverse testen plaatsgevonden. In overleg met de interbestuurlijke partners worden de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM) waarbij het bevoegd gezag met eigen software acties moet ondernemen getest. Waar mogelijk wordt dit meegenomen bij het Integraal Ketentesten (IKT).

Bij de IKT zijn veel partijen betrokken en er wordt naar meerdere scenario’s en ketens gekeken. Deze 1e fase is daarom vooral benut om met de betrokken partijen het testtraject op gang te brengen en deze zaken te identificeren. Op basis hiervan kan verder gewerkt aan de werking van het stelsel en het in gang zetten van benodigde oplossingen. Hiermee wordt het stelsel door iedere IKT testweek sterker.

3. De bevindingen van Deloitte

De afgelopen periode is door Deloitte een Quick Scan Go Live DSO-LV uitgevoerd. Het onderzoek betreft een analyse op de opzet en het bestaan van de beheersmaatregelen inzake de Landelijke Voorziening van het DSO (DSO-LV). Het betreffen de maatregelen die zijn opgenomen in de «Bestuurlijke reactie op advies AcICT» van 24 februari 2022. Het eindrapport vindt u in bijlage 2.

De rapportage geeft aan dat er bij 7 van de 10 maatregelen in «opzet» en «bestaan» geen bevindingen zijn. Dit betekent dat deze 7 maatregelen zijn opgevolgd. Op een drietal punten zijn – ondanks de opvolging – bevindingen geconstateerd rondom het bestaan van de toegezegde maatregelen. Hieronder ga ik in op de drie punten en de opvolging ervan.

  • 1. Indringend Ketentesten fase 1: Deloitte constateert feitelijk dat het testen met minder deelnemers is gedaan dan oorspronkelijk gepland. Deze conclusie is juist. Het bleek in de zorgvuldigheid en representativiteit op dit moment voldoende om met een kleinere groep te testen. Het beeld dat met testen wordt gekregen is betrouwbaar. Samen met de ketenpartners wordt ook bij IKT 2 continu aandacht besteed aan de representativiteit en compleetheid van scenario’s die worden getest. Hier wordt inmiddels opvolging aangegeven.

  • 2. Centrale Operationele Ketenregie: Deloitte geeft aan dat het inrichten en versterken van operationele ketenregie nog geformaliseerd moet worden. Het is juist dat de afspraken over de structurele invulling van de operationele ketenregie taken nog niet zijn geformaliseerd. Op dit moment zijn de taken die passen bij de centrale operationele ketenregie echter wel grotendeels belegd en operationeel. Voorbeelden hiervan zijn het aansluiten en initieel inregelen van deelnemers en het monitoren en rapporteren over het gebruik van het DSO-LV.

    Formalisatie van de structurele invulling van de operationele ketenregie taken staat de komende maanden gepland. In de tussentijd borgen we in de programmaorganisatie dat de taken worden uitgevoerd.

  • 3. Kritieke Pad Planning: Deloitte geeft feitelijk weer dat er geen Kritieke Pad Planning is. Zoals aangegeven in de tussenrapportage en beschreven aan Deloitte is er ter invulling van de aanbeveling van AcICT een aangescherpte Hoofdroute 2022 opgesteld.

    Bij de aangescherpte Hoofdroute is het zo dat er kritische mijlpalen zijn, met de optie van alternatieve maatregelen bij het niet halen van de betreffende mijlpaal. Op deze manier kan er bij het niet halen van een mijlpaal mitigatie plaatsvinden door deze alternatieve maatregel.

    De aangescherpte Hoofdroute 2022 biedt de mijlpalen en afhankelijkheden op ketenniveau en is daarmee een voldoende hulpmiddel voor individuele kritieke pad planningen van Bevoegd gezagen en leveranciers. Bijvoorbeeld: de start- en einddata van het indringend ketentesten, de stabiliseringsperiode van het DSO en de werkzaamheden inzake de tijdelijk alternatieve maatregelen.

    Daarbij merk ik op dat op basis van de aangescherpte Hoofdroute momenteel drie kritieke mijlpalen van belang zijn:

    • Indringend Ketentesten levert inzicht op of de werking van de DSO-Keten voldoende is.

    • Tijdelijke alternatieve maatregelen (TAM) en eventuele workarounds zorgen voor terugvalopties

    • Het koninklijk besluit inwerkingtreding is van belang om de stap naar inwerkingtreding te kunnen zetten. Op basis van dat besluit kan in het DSO de definitieve regelgeving worden klaargezet voor de start op 1 januari 2023.

4. Maandrapportage juni en juli 2022 betreffende de aansluitingen op het DSO

Zoals toegezegd tijdens het debat op 28 januari 2020 met de Eerste Kamer over de Invoeringswet Omgevingswet9 en zoals aangegeven tijdens het notaoverleg in de Tweede Kamer van 25 november 2020, vindt u in bijlage 3 en bijlage 4 de maandrapportage van juni en juli 2022 «Aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet». De monitor krijgt wekelijks een update op de website van het interbestuurlijke Programma Aan de Slag.10 Het aantal aansluitingen op het DSO is in juni, ten opzichte van mei, licht gestegen. Er zijn geen aandachtspunten ten opzichte van de vorige maandrapportage.

5. Integriteit

De fractie van GroenLinks heeft melding gemaakt van signalen van niet-professionele escalatie naar personen die kritiek hebben op de voortgang of de inhoud van de Omgevingswet. Ik heb uw Kamer toegezegd u te informeren over de uitkomst van de gesprekken die de secretatis-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen de organisatie voert over omgangsvormen en grenzen van integer escalatiegedrag11. Ik heb bij die gelegenheid tevens toegezegd melding te maken van ontvangen meldingen over omgangsvormen over de invoering van de Omgevingswet.

De gesprekken met alle melders worden gevoerd en ook binnen mijn ministerie vinden de gesprekken over de integriteit plaats. Ik verwacht half september uw Kamer hierover nader te kunnen informeren.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

De letters EG hebben alleen betrekking op 33 118.

X Noot
2

Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DZ.

X Noot
3

TAM-IMRO is de tijdelijke maatregel die gemeenten in staat stelt om in ieder geval nog gedurende een jaar te werken met de huidige IMRO standaarden voor het publiceren van wijzigingen op het omgevingsplan en gemeentelijke voorbeschermingsregels. Dit voor het geval bij de betreffende gemeente de STOP-TPOD standaard (nog) niet in de software toepasbaar is. Hiermee wordt verzekerd dat urgente gebiedsontwikkelingen doorgang kunnen vinden. Dit is een belangrijke risicobeheersingsmaatregel, die ook is opgenomen in de aangescherpte Hoofdroute 2022 die richting inwerkingtreding van de Omgevingswet.

X Noot
4

Op het VNG-congres van 29 juni 2022 heeft 92% van de aanwezige gemeenten via een motie aangegeven aan te sturen op een zekere invoeringsdatum van 1 januari 2023 en dat dit op een verantwoorde wijze moet kunnen.

X Noot
5

Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DX.

X Noot
6

Deze enquête is in aanvulling op lopende continue monitoring via een aantal koepels en de bestaande ondersteuning van bevoegd gezagen.

X Noot
9

T02851.

X Noot
11

Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DV.

Naar boven